Report meeting Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Report
De heer Poschet heeft het woord.
Voorzitter, met het voorlezen van de titel is de vraag eigenlijk al haast gesteld, maar ik zal het toch wat verder uitwerken. In juni 2013 hebben de verschillende regeringen zich in het Interfederaal Actieplan ter bestrijding van Homofobe en Transfobe Discriminatie geëngageerd om de structurele discriminatie van lgbt’s (lesbian, gay, bisexual, transgender) weg te werken door middel van een aanpassing van de wet- en regelgeving. Eind 2014 is dat plan afgelopen. Ondertussen bevinden we ons in het voorlaatste jaar van de legislatuur en heeft de bevoegde federale staatssecretaris nog geen interfederaal actieplan voorgelegd.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft aangekondigd niet langer te wachten en zal zelf met een reeks maatregelen komen. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest legt de focus op het monitoren van geweld tegen lgbt’s, sensibilisering, praktijken om discriminatie aan te pakken en workshops voor, bijvoorbeeld, de politiediensten. Op het gemeentelijk bestuursniveau gebeurt dit overigens voor ambtenaren van de gemeente en het OCMW.
Minister, voor sommige acties is echter de medewerking van de federale overheid vereist. Dit geldt ook voor uw beleidsdomein. Ik zou u hierover een aantal vragen willen stellen.
De federale staatssecretaris heeft een eerste versie van het interfederaal actieplan voor december 2017 aangekondigd. Op welke wijze wordt de Vlaamse Regering bij de opmaak van dit plan betrokken? Komt de interfederale stuurgroep nog samen?
Ik heb al een aantal vragen om uitleg over dit onderwerp gesteld. In 2014 hebt u drie belangrijke doelstellingen van de interfederale stuurgroep vermeld. De stuurgroep wil inzetten op de preventie en de bestrijding van geweld, op het voorzien in een gepaste nazorg voor de slachtoffers van geweld en op de strijd tegen het heteronormatief denken. Hoe worden deze prioriteiten aangekaart bij de opmaak van het interfederaal actieplan, dat nu hopelijk toch wordt uitgewerkt?
Welke Vlaamse maatregelen staan on hold wegens het uitblijven van een interfederaal actieplan? Wat is de impact van het uitblijven van een interfederaal actieplan op het Vlaams Horizontaal Gelijkekansenbeleidsplan?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, ik heb met enige verwondering gelezen dat bepaalde gewesten niet zo lang geleden hebben beslist niet meer op de federale overheid te zullen wachten en er nu aan te beginnen. Ik hoop dat ik iedereen gerust kan stellen. We zijn niet bij de pakken blijven zitten. We zijn onmiddellijk in gang geschoten en we hebben niet op de Federale Regering gewacht. De Vlaamse Regering heeft haar verantwoordelijkheid genomen.
Een interfederaal actieplan is een goede zaak. Ik zal er met plezier aan meewerken. Het staat echter absoluut buiten kijf dat de regio’s, zeker wat gelijke kansen betreft, voldoende autonomie hebben om niet te moeten wachten op het interfederaal plan dat al lange tijd wordt aangekondigd en er eind dit jaar zal komen. We zullen wel zien.
Het is een goede zaak dat we binnen de Vlaamse meerderheid hebben besloten niet te wachten om onze verantwoordelijkheid te nemen. We zijn hiermee, uiteraard binnen onze eigen bevoegdheden, aan de slag gegaan. Ik kan en zal niet namens de andere gewesten spreken, maar in Vlaanderen is geen enkel initiatief on hold gezet.
Het Vlaams lgbtqi-beleid krijgt vorm binnen het functioneel gelijkekansenbeleid waar net naar is verwezen. Binnen het Vlaams Horizontaal Gelijkekansenbeleidsplan, dat ik als minister van Gelijke Kansen coördineer, zit ik in mijn functioneel gelijkekansenbeleid in op de ondersteuning van het middenveld.
Voorbeelden zijn çavaria en de Belgian Pride. Sinds dit jaar zijn daar ook het Transgender Infopunt (TIP) en de Holebifoon bij gekomen. Zij hebben, in tegenstelling tot het verleden, structurele subsidies gekregen. Die subsidies waren vroeger niet structureel en dus niet recurrent.
Deze organisaties sensibiliseren, opiniëren en informeren in verband met de lgbtqi-gemeenschap. Er zijn verschillende projecten en ondersteunende instrumenten. Ik zal ze niet allemaal opsommen, maar ik zal wel een paar voorbeelden geven.
‘School uit de kast’ is een project in samenwerking met de vzw Wel Jong Niet Hetero. Er wordt met de leerlingen zelf in dialoog getreden over seksuele identiteit. Ik hoop dat iedereen het ermee eens is dat we eigenlijk zo vroeg mogelijk moeten beginnen. Om die reden zijn in samenwerking met vzw KliQ twee nieuwe boekjes uitgebracht. Die boekjes zijn geschreven op maat van de leerlingen in de derde graad van het lager onderwijs. Toevallig zit mijn jongste zoon nu in de derde graad van het lager onderwijs. Dat zijn heel goede boekjes. Ze maken die kinderen op zo jong mogelijke leeftijd vertrouwd met het thema. Volgens mij is dit een zeer goede aanpak.
Er is de toolkit voor transgender in de zorg. Die toolkit is in samenwerking met het TIP tot stand gekomen en informeert het zorgpersoneel in de ruime zin over de beste wijze om in een zorgcontext met transgenderpersonen om te gaan.
Mijnheer Poschet, er zijn ook campagnes. Ik vraag me af of u iets met de recentste campagne te maken hebt. Die campagne gaat de strijd aan met vooroordelen. U hebt hier allicht al van gehoord. U zult al dan niet hebben opgemerkt dat ook de finalist van Mister Gay Belgium 2016 hieraan heeft deelgenomen. Hij is een van de figuranten op de foto’s. Hij heeft dat zeer bewust gedaan om die gemeenschap hierbij te betrekken. Die gemeenschap kampt natuurlijk ook met zeer veel vooroordelen. Die campagne is zeer breed opengetrokken. Op de foto’s staan onder meer een Romavrouw, een man met een donkere huidskleur, een frivole blonde jongedame en Mister Gay Belgium 2016. Het gaat om allerlei verschillende mensen waartegen vooroordelen kunnen bestaan.
Dan is er natuurlijk ook nog onderzoek. Een eerste intersekseonderzoek is dit jaar afgerond en werd in primeur voorgesteld op het grote IDAHOT-forum (International Day Against Homophobia, Transphobia and Biphobia), dat mede met ondersteuning vanuit Vlaanderen in België is georganiseerd. Een dergelijk onderzoek was ook op internationaal niveau vrij uniek. Dat is daar ook met zoveel woorden gezegd en erkend. Er loopt momenteel een onderzoek naar transjongeren, en nog dit jaar zal ik ook nog een onderzoek uitbesteden dat moet peilen naar de relationele, seksuele en genderbeeldvorming bij jongeren en wat daar de invloedfactoren zijn.
Wat natuurlijk ook belangrijk is in het kader van mijn functioneel gelijkekansenbeleid, is dat inzetten op gelijke kansen op alle domeinen moet gebeuren, en dat dat ook een verantwoordelijkheid is van alle ministers in deze Vlaamse Regering. In mijn hoedanigheid van coördinerend minister – want ik ben natuurlijk ook coördinerend minister – voor het Vlaamse horizontale gelijkekansenplan kan ik u wel meegeven dat de eerste cyclus, dus 2016-2017, dit jaar afloopt. Mijn administratie en kabinet zijn volop bezig aan een actualisatie voor de komende twee jaar, dus voor 2018-2019. De acties en de al dan niet prioritaire doelstellingen die mijn collega’s en ikzelf daarin naar voren schuiven, neem ik mee naar het interfederaal actieplan.
Voor de huidige acties die lopen, verwijs ik graag naar het horizontale gelijkekansenplan zelf. Ik ga u wel enkele voorbeelden geven. Vanuit mijn andere bevoegdheid Inburgering is er in de cursus maatschappelijke oriëntatie (MO) de nodige aandacht voor seksuele diversiteit. Zoals u weet, is dat een van de onderdelen van een inburgeringstraject: naast Nederlands als tweede taal (NT2), moet men ook lessen MO volgen. Ik denk dat dat nodig is. Ik hoop dat ik hier daarvoor ook kamerbrede steun krijg. (Opmerkingen)
Dat zal ik straks zien. Er zitten hier twee mensen van de oppositie. Je weet nooit. (Opmerkingen. Gelach)
Over ‘minorities’ gesproken, vandaag zijn de rollen omgedraaid.
Ik denk dat het absoluut essentieel is dat we ook aan de nieuwkomers in Vlaanderen meegeven dat er niets verkeerd is aan holebi zijn of behoren tot de lgbtqi-groep, dat we die mensen ook steunen vanuit Vlaanderen, dat dat behoort tot onze normen en waarden anno 2017 in Vlaanderen. Ik vind het dan ook goed dat we daar vanuit mijn bevoegdheid Inburgering ook op inzetten tijdens die cursussen MO.
Ik kan ook nog meegeven dat collega Crevits met haar bevoegdheid Onderwijs ook onder andere inzet op de ondersteuning van de competentieontwikkeling inzake het genderbewuster maken voor een holebi- en transvriendelijk onderwijs in de scholen en andere onderwijsorganisaties. Dat gebeurt onder andere met gratis coachingtrajecten en ook met advies.
Met het decreet houdende een vernieuwd Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid zal Vlaanderen ook organisaties, onder andere met financiële incentives, stimuleren om meer in te zetten op het bereiken van die groepen die nu minder worden bereikt, zoals holebi’s. Ik denk dan ook specifiek aan transgenders. Ik denk dat dat ook wel een groep is die nog niet in haar totaliteit wordt bereikt.
Eind dit jaar zou ons dus een eerste voorstel van teksten worden bezorgd door de federale staatssecretaris. We zullen natuurlijk met heel veel enthousiasme deelnemen aan die werkgroep, mij allemaal niet gelaten, maar ik wil toch wel herhalen dat wij niet hebben stilgezeten, dat wij niet hebben gewacht. Voorzitter, ik durf misschien toch wel te pretenderen dat, als het interfederaal of het federaal plan er eindelijk komt, veel gewesten, maar ook de federale overheid, nog heel veel van Vlaanderen kunnen leren op dat vlak. We zullen dan onze expertise ook heel uitgebreid toelichten daar.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het uitvoerige antwoord. Ik heb nog enkele vragen. Wat de opmaak van het interfederaal actieplan betreft, hebt u letterlijk gezegd dat u er met plezier aan zult meewerken, maar dat u wel zult zien of er iets komt. Op dit moment is er dus eigenlijk nog geen enkel voorstel aangekomen. U zegt nu dat er eind dit jaar iets zal komen. Dat moet dan nog worden afgestemd. U kunt uw input geven. Dan zijn we al gemakkelijk in het voorjaar van 2018. U zegt dat u daar niet op hebt zitten wachten om zelf een volledig beleid uit te tekenen en te implementeren. Waarin zit voor u dan de meerwaarde van een interfederaal actieplan?
Een volgende vraag gaat over uw horizontale gelijkekansenplan. Ik had daar ook een schriftelijke vraag over gesteld, in april van dit jaar. U zei daarop dat de voorbereidingen zijn getroffen. U zegt nu daar volop mee bezig te zijn. Er wordt ook gewerkt met betrekking tot de prioriteiten van 2018-2019. U hebt een aantal voorbeelden gegeven van acties die nu al lopen, inzake inburgering en integratie, in het onderwijs, in de welzijnssector enzovoort. Kunt u al een tipje van de sluier oplichten over de prioriteiten die in de nieuwe versie voor 2018-2019 naar voren zullen worden geschoven voor het horizontale gelijkekansenplan?
Wat de benaming ‘lgbt’ betreft, ik heb me voorgenomen om vanaf nu altijd over ‘lgbt+’ te spreken, want anders verliezen we ons echt hopeloos in de letters.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Collega’s, toch even terug in herinnering brengen dat het vorige interfederaal actieplan in eerste instantie een reactie was op een onaanvaardbare golf van gaybashing die we toen vaststelden, die heel terecht ook zeer veel nationale en zelfs internationale media-aandacht naar zich toe zoog en onze beleidsvoerders in de diverse regio’s ertoe aanzette om eens de krachten bundelen, met in eerste instantie het geven van een maatschappelijk signaal van ‘dit is onaanvaardbaar’. Dat is een mening die we uiteraard allemaal delen. Men is dan meteen ook wel breder gegaan dan enkel het focussen op geweld, volgens mij terecht. Men heeft ook gekeken naar welzijn, naar werk, naar cultuur, naar participatie op alle mogelijke domeinen.
Minister, in dat opzicht ben ik het met u, en ook met de vraagsteller, eens dat het jammer is dat er nog geen nieuwe versie van het interfederale actieplan is. Ik vind dat wat ongelukkig, maar ik wil het ook niet dramatiseren. De acties die toen door de verschillende overheden werden opgezet – en elke overheid moet haar eigen realisaties benadrukken – lopen, voor zover ik er zicht op heb, nog verder.
Minister, u hebt een meer dan overtuigende opsomming gegeven. Ik dacht zelfs even dat we waren toegekomen aan de bespreking van de beleidsbrief, die we nog niet hebben. We zijn zeer benieuwd welke bijkomende nieuwigheden daarin zullen staan. Ik vond het een best indrukwekkend maar ook interessant overzicht, omdat het aantoont dat u vanuit uw coördinerende bevoegdheid voor Gelijke Kansen er opnieuw in slaagt om met uw collega’s op andere beleidsdomeinen afspraken te maken. Dat is essentieel.
Er zaten enkele leuke nieuwigheden in. Bij de naar een jonge leeftijdsgroep gerichte publicaties zullen sommige conservatievere krachten in de maatschappij de wenkbrauwen fronsen. We zullen op dat ogenblik met veel plezier en overtuigingskracht de publicaties verdedigen.
Minister, waar zit dan de meerwaarde van een federaal actieplan? Het kan gaten en gaatjes blootleggen. Het kan aantonen waar de regio’s een verschillende aanpak hebben. In dat opzicht kun je alleen maar hopen dat er van elkaar kan worden geleerd. Ik wil de slagkracht van een doeltreffend lgbti-beleid niet laten afhangen van of niet beperken tot het al dan niet bestaan van een interfederaal actieplan.
Voorzitter, ik zou nog heel veel kunnen zeggen over lgbtiq+, enzovoort, maar ik ga dat nu niet doen. Dat houden we voor een ander moment.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Poschet, wij hebben inderdaad nog niets gekregen van het federale niveau. Wij hebben wel de melding moeten lezen dat de teksten eind dit jaar zullen worden bezorgd. De concrete meerwaarde van zo’n interfederaal actieplan is vooral: leren van elkaar. In alle bescheidenheid denk ik dat de andere gewesten maar ook het federale niveau van Vlaanderen zullen kunnen leren. U zult bij de bespreking van de beleidsbrief Gelijke Kansen zien dat er nog meer acties zullen worden toegelicht en nieuwigheden die we het komende jaar zullen doen. Ik heb al een aantal voorbeelden gegeven, maar ik kan de bespreking natuurlijk nu niet doen, mijnheer De Bruyn.
Mijnheer Poschet, ik zal tijdens de bespreking van de beleidsbrief ook duidelijkheid geven over het horizontale gelijkekansenbeleidsplan waarnaar u hebt gevraagd.
De heer Poschet heeft het woord.
Vlaanderen voert inderdaad een goed gelijkekansenbeleid voor lgtb+-mensen, maar we kunnen wel nog leren van elkaar. Er worden binnen Brussel een aantal maatregelen naar voren geschoven op het gewestelijke vlak, bijvoorbeeld praktijktesten om discriminatie aan te tonen. Die kunnen ons gelijkekansenbeleid nog inspireren. Laat ons dus daar met een open blik naar kijken. Dan zet ik met plezier deze discussie voort bij de bespreking van de beleidsbrief.
De vraag om uitleg is afgehandeld.