Report meeting Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Report
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, u hebt ongetwijfeld de beslissing vernomen van het stadsbestuur van Hasselt om in de toekomst op bepaalde avonden het publieke zwembad Kapermolen voor te behouden voor vrouwen. Mannen zijn op die avonden uiteraard niet welkom. De avonden gaan door onder de noemer Kapermadammen, en de eerste zou plaatsvinden op 24 november aanstaande.
De sportdienst van de stad geeft aan dat hij daarmee nieuwe doelgroepen wil aanspreken om te laten sporten. De verantwoordelijke van de sportdienst te Hasselt zegt dat de vraag meermaals bij de sportdienst terechtkwam dat vrouwen exclusief onder vrouwen alleen gebruik wensten te maken van het zwembad.
In de media werd een zogenaamde experte diversiteit, werkzaam aan de Universiteit Hasselt geciteerd: “Als je merkt dat bepaalde mensen afwezig blijven in openbare ruimten, dan is de eerste stap natuurlijk om die mensen in de openbare ruimten te krijgen. Dus zou een dergelijke beslissing van het Hasseltse stadsbestuur bevorderlijk zijn voor de participatie in de maatschappij.”
Hasselt is niet de eerste stad die beslist om bepaalde dagen, uren, avonden in zwembaden alleen voor te behouden voor vrouwen. Ook in Antwerpen is dat in het verleden al gebeurd, en helaas ook in mijn eigen stad Genk.
De kwestie wordt vaak mooi verpakt. Er wordt zogezegd positief over gecommuniceerd. Maar al te vaak wordt over de olifant in de kamer uiteraard niet gesproken, en dat is natuurlijk het feit dat de dames die vragen dat vrouwen in publieke zwembaden zouden kunnen zwemmen zonder de aanwezigheid van mannen, overwegend islamitisch zijn. En de islam verbiedt vrouwen trouwens om zich in zwemkledij te vertonen aan mannen.
Minister, de kern van de zaak is of onze seculiere samenleving zich moet aanpassen aan de normen van een godsdienst, een religie, een ideologie die de gelijkheid tussen man en vrouw niet erkent.
Bovendien moet de vraag worden gesteld of dat gescheiden zwemmen, niet alleen in Hasselt, maar ook in andere steden, wel in overeenstemming is met de antidiscriminatiewetgeving. Want indien dat niet het geval is, lijkt het mij dat de Vlaamse Regering daartegen zou moeten optreden om de wet te doen toepassen.
Want dat antidiscriminatiedecreet stelt dat elke vorm van discriminatie verboden is, onder meer wat betreft “het aanbod van, de toegang tot, de levering en het genot van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn, al dan niet tegen betaling”. En dus, minister, lijkt er mij in dit geval een manifeste discriminatie te zijn, aangezien de toegang voor mannen tijdens bepaalde avonden verboden is.
Minister, indien wij ervoor zouden pleiten dat er tijdens bepaalde uren in zwembaden geen toegang zou zijn voor mensen van een bepaalde afkomst of van een bepaalde seksuele geaardheid, zou dat – mijns inziens terecht – onmiddellijk worden veroordeeld. Maar nu blijft het al te vaak stil wanneer er geslachtsgescheiden zwemmen wordt gevraagd in publieke zwembaden.
Minister, ik denk dat u hierover een uitgesproken mening hebt, al heb ik die, behoudens mijn vergissing, tot dusver nog niet gehoord. Wat is uw standpunt ter zake? Bent u inderdaad van mening dat het verbod voor mannen om op bepaalde avonden te zwemmen in het zwembad van Hasselt in overeenstemming is met het antidiscriminatiedecreet?
Vindt u het aanvaardbaar dat in onze seculiere samenleving, waar gelijkheid van man en vrouw de norm is, de klok plots wordt teruggedraaid en normen worden geïmplementeerd van een religie die de gezamenlijke sportbeoefening van mannen en vrouwen problematiseert?
Zult u eventueel stappen zetten om het stadsbestuur van Hasselt tot de orde te roepen of zult u eventueel zelfs het besluit van het college laten vernietigen?
Minister, ik heb deze vraag ook gesteld aan de minister van Sport. Wat is uw standpunt met betrekking tot het geslachtsgescheiden sportaanbod in het algemeen?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Janssens, ondanks het feit dat uw vraag zeer uitgebreid is, zal mijn antwoord dat niet zijn.
U weet – of u weet dat niet – dat er een Europese richtlijn is uit 2004 die zeer duidelijk stelt dat een onderscheid op grond van geslacht verboden is, behalve wanneer er een rechtvaardiging voor bestaat. Een rechtvaardiging vereist dat er een legitiem doel is en dat de middelen om dit doel te bereiken passend en noodzakelijk zijn. Dat is de Europese richtlijn.
Maar u zegt waarschijnlijk: ‘Dat is de Europese richtlijn, maar u kunt toch een eigen wetgeving vastleggen?’ Nee, zo werkt dat niet. Een richtlijn is geen vodje papier. We moeten ons daar als lidstaat van de Europese Unie ook aan houden.
Maar als er mensen zijn in Hasselt, mensen die in dat bewuste zwembad gaan zwemmen en zich gediscrimineerd voelen, dan is het aan die mensen om klacht in te dienen bij een rechter. Die rechter zal dan uitspraak moeten doen of er effectief sprake is van discriminatie, ja of neen. Het is niet aan mij als minister, en ook niet aan de Vlaamse Regering om daar in te grijpen. Ik zal straks wel mijn persoonlijke appreciatie van het initiatief meedelen. Ik kan niet ingrijpen vanuit mijn positie betreffende gelijke kansen, maar ook niet vanuit mijn functie als minister van Binnenlands Bestuur. Ik kan daar niet ingrijpen. De enige persoon die hierover een oordeel kan vellen, is een rechter als er een klacht wordt ingediend.
Ik zal u nu vertellen wat mijn persoonlijke visie is op dit hele gebeuren, omdat u ernaar gevraagd hebt. Ik zal dat publiekelijk zeggen. Ik vind persoonlijk dat dit heel, heel, heel hard ingaat tegen mijn visie op een inclusieve samenleving. Ik ondersteun deze initiatieven dus absoluut niet, ik veroordeel ze zelfs. Het past volgens mij niet in een Vlaamse samenleving anno 2017.
Maar als u effectief resultaat wilt, zal er iemand naar de rechter moeten stappen, iemand die zich werkelijk gediscrimineerd voelt. Die rechter zal dan uitspraak doen. Ik kan het alleen maar veroordelen, wat ik bij dezen heb gedaan. Maar ik heb geen enkel middel om hier in te grijpen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik ben in elk geval blij dat u zich daar, in tegenstelling tot uw collega’s in Antwerpen en ministers Muyters en Bourgeois in de vorige legislatuur, die geen tegenstander waren van dergelijke initiatieven, wel tegen uitspreekt.
Want ik denk inderdaad dat dergelijke aparte zwemuren voor mannen en vrouwen in tegenspraak zijn met de eis van onze samenleving dat allochtonen zich inburgeren. En ook in de inburgeringscursussen die uw administratie aanbiedt, wordt de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw gepromoot. En dus lijken al die initiatieven, die vooral uitgaan van allochtonen, van islamitische vrouwen, een tegengesteld signaal te geven. En dus is het goed dat u zich daar tegen uitspreekt.
Want ik denk dat culturele of godsdienstige bepalingen die afbreuk doen aan de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, voor een overheid nooit als basis mogen dienen voor uitzonderingsmaatregelen. En het aparte zwemmen voor mannen en vrouwen in het publieke zwembad in Hasselt, maar ook in andere steden is, wat mij betreft, zo’n uitzonderingsmaatregel die absoluut niet kan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.