Report meeting Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Report
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister, de vakantieperiode is vaak het ogenblik waarop we een aantal jaarverslagen in onze bus krijgen of – voor de meer moderne organisaties – een link opgestuurd krijgen waar men het elektronisch jaarverslag kan raadplegen.
Betreffende de Vlaamse Belastingsdienst (VLABEL) is de situatie enigszins anders. Het laatst gepubliceerde jaarverslag gaat immers over de periode 2011-2012.
De site vertelt over de geschiedenis van de jaarverslagen, die uitgebreid werden naarmate de bevoegdheden toenamen. Maar nergens staat vermeld dat er beslist werd geen jaarverslag meer te publiceren. Ik stelde hierover al een paar schriftelijke vragen, aan uw voorgangster en ik denk ook al een aan u. Daarin wordt bevestigd dat VLABEL geopteerd heeft voor het aanbieden van cijfergegevens. Die zijn inderdaad wel terug te vinden op de site, met als bijkomend argument dat cijfers de mogelijkheid bieden om tendensen en evoluties vast te stellen. Dat is zeker het geval. Wegens schaarste van middelen werd een keuze gemaakt om kerntaken uit te voeren, zo klinkt het.
In uw beleidsbrief en tijdens de besprekingen verwijst u regelmatig naar VLABEL als belangrijke partner in de uitvoering van uw beleid.
Minister, ik heb daar toch nog een paar vragen over. Door enkel het aanleveren van cijfers heb ik als parlementslid niet altijd een goed zicht op de algemene werking van de dienst – wat hun doelstellingen zijn, welke projecten zij vooropstellen, wat zij gerealiseerd hebben, of er koerswijzigingen of bijsturingen nodig zijn. Op welke manier kan nog meer worden gewerkt aan de transparantie van de dienst naar de buitenwereld en de parlementaire gemeenschap toe?
Hoe evalueert u de werking van en de samenwerking met VLABEL? Hoe wordt u op de hoogte gehouden van zijn werking? Beschikt u over een gestructureerde rapportering?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mevrouw Maes, ik dank u voor uw vraag.
De Vlaamse Belastingdienst heeft, zoals u weet, de afgelopen jaren een enorme groei gekend qua uit te voeren taken, en dat in tijden van een sterke besparingsdruk op de personeels- en werkingsmiddelen. Het is evident dat dit een bijkomende druk op de personeelscapaciteit heeft gezet, en dat bij de allocatie van de per definitie schaarse middelen vanuit het management voorrang werd gegeven aan de continuïteit van de maatschappelijke dienstverlening en het verzekeren van de inkomsten voor de Vlaamse schatkist.
Het traject van de overname van de erf- en registratiebelastingen vergde de afgelopen jaren extra en belangrijke inspanningen van het management en de ondersteunende diensten van VLABEL. Nu dit traject is afgerond, komt opnieuw meer capaciteit vrij. Afgelopen zomer werd dan ook gewerkt aan een jaarverslag, naast de rapportering met cijfergegevens die al werd gepubliceerd. Dit jaarverslag over de periode 2015-2016 is intussen ook op de website gepubliceerd.
Maandelijks ontvangt mijn beleidscel een rapportering over de evolutie van de ESR-ontvangsten (Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen) van de door VLABEL geïnde gewestbelastingen. Daarnaast is er een kwartaalrapportering over het kohierritme en de inning van de gewestbelastingen en zijn er monitoringrapporten waarbij een prognose wordt gemaakt voor de middelen- en uitgavenbegroting.
In ieder geval beschikken we als Vlaamse overheid nu rechtstreeks wel over veel meer en meer gedetailleerde informatie dan het geval was bij de federale inning van de gewestbelastingen. Verder kan ik ook nog meegeven dat op dit moment binnen de Vlaamse Belastingdienst wordt voortgewerkt aan een structurele rapportering, niet alleen van de key performance indicators die al vele jaren worden gepubliceerd, maar tevens van een set van relevante beleidsgegevens waarrond u in het nieuwe jaarverslag al wat grafische informatie kunt terugvinden.
Indien u nog met vragen zit na het lezen van het jaarverslag, dan zal de administrateur-generaal uiteraard bereid zijn om de commissie hierover te woord te staan.
Mevrouw Maes heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb net even gegoogeld en stel vast dat het jaarverslag er nu inderdaad op staat. Ik kan u verzekeren dat het er niet stond op het moment dat ik mijn vraag heb opgesteld. Ik zal het bekijken.
Het gaat er mij niet alleen over of ze al dan niet een jaarverslag hebben. Het gaat er mij over wat de werking is. Ik heb de gewoonte om werk op te volgen met managementplannen, met wat er gepland is en wat ze hebben gedaan. Want de cijfers alleen leveren u dat uiteindelijk niet. Dat is de reden waarom ik naar andere documenten vraag, om te kijken of het al dan niet goed draait. Ik vond het dus nodig om die vraag hier te stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.