Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Report
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, vorige week gaf Commissievoorzitter Juncker zijn State of the European Union. Zoals u weet – u hebt het ongetwijfeld live gevolgd, maar er is in diverse media ook heel uitvoerig over geschreven – was de rode draad in zijn speech dat Europa de wind opnieuw in de zeilen heeft. Juncker haalde een zeer breed spectrum van onderwerpen aan. In deze vraag beperk ik me enkel tot de onderwerpen die wat ons betreft politiek en institutioneel relevant zijn voor de toekomst van de Europese Unie.
Over die toekomst kwam Commissievoorzitter Juncker toch enigszins verrassend uit de hoek. Wij herinnerden ons dat er ongeveer een halfjaar geleden sprake was van een witboek met vijf verschillende opties of scenario’s voor de Europese Unie. En nu kwam Commissievoorzitter Juncker af met een soort van zesde scenario, een zesde optie voor de Europese Unie. Dat was toch een klein beetje de vlucht vooruit. Het sloot misschien het meeste aan bij een van de scenario's, namelijk: meer Europese Unie, meer integratie.
Hij startte zijn uiteenzetting over de toekomst van de Europese Unie positief, met een verwijzing naar het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Volgens Juncker moet 2018 het jaar worden van de culturele diversiteit. Jammer genoeg was diversiteit niet het leidmotief in zijn verdere Europese toekomstvisie. Juncker pleitte, in de eurofederalistische traditie die in bepaalde stromen bestaat, voor meer Europese Unie en meer politieke integratie. Zo pleitte hij onder meer voor een Europees agentschap voor cybersecurity, een Europese arbeidsautoriteit, een unie van sociale standaarden, een Europese minister van Economie en Financiën, een Europese defensie-unie en een Europese FBI. Sommige zaken zijn inderdaad positief, maar bij andere zaken worden toch meer dan terechte vragen gesteld.
Daarnaast moeten, althans volgens Juncker, de Schengenzone, de eurozone, de Bankenunie en de Europese Unie zelf uitgebreid worden. Ook mag er, volgens Juncker in zijn State of the Union, maar sprake zijn van één president of voorzitter van de Europese Unie. De Raad, waarbij lidstaten worden vertegenwoordigd, wordt in dat scenario dan de facto afgeschaft ten voordele van de Commissie. Ten slotte liet Juncker ook verstaan niet weigerachtig te staan tegenover het idee van transnationale kieslijsten. Dat werd dan gekoppeld aan de vermindering van het aantal zetels in het Europees Parlement, wat een serieuze besparing zou opleveren.
Een paar dagen geleden las ik nog dat vicevoorzitter Timmermans ervoor pleitte dat er op websites van politieke partijen verplicht een verwijzing zou staan naar de Europese partijen. Dat is nogal verregaande regelgeving.
Het werd ook wel wat cynisch, toen Juncker na al die nieuwe beleidsinitiatieven ook verwees naar de oprichting van een taskforce rond subsidiariteit en proportionaliteit, die onder leiding van vicevoorzitter Timmermans moet onderzoeken waar de Europese Unie al dan niet een toegevoegde waarde kan creëren. Over een jaar zouden de resultaten daarvan bekend moeten worden gemaakt. Iedereen kent het aspect van subsidiariteit en proportionaliteit, dat nu in het Verdrag van Lissabon staat, met oranje en gele kaarten, waarbij men een bepaald initiatief van de Europese Unie van onderuit kan overrulen, of toch minstens kan laten bijsturen door de Europese Unie. Nu lijkt het erop dat men opnieuw van bovenaf wil nagaan wat de meerwaarde zou kunnen zijn voor de Europese Unie.
Minister-president, wat is uw reactie op die State of the Union? In hoeverre vindt u het verstandig om af te stappen van dat witboek met vijf mogelijke scenario’s? In hoeverre strookt de Europese visienota van de Vlaamse Regering met die State of the Union?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Vanlouwe, het is goed dat de Commissievoorzitter een duidelijke visie van de Europese Commissie op de toekomst van de Europese Unie formuleert, die, net zoals de visie van de Vlaamse Regering, op de toekomst van de Unie inzet op die domeinen waar de Europese Unie een meerwaarde genereert of kan genereren.
Dat toekomstdebat is een opportuniteit om aan zelfreflectie te doen. Ik ben heel tevreden dat het niet meer gaat over een institutionele ‘big bang’, een Europese superstaat of een steriel meer-of-minderdebat. Er wordt gekozen voor een beter Europa, dat heel duidelijk rekening houdt met de meerlagige bestuurscontext, waarbij de Unie alleen optreedt als zij het verschil kan maken.
Ik ben ook blij dat er een subsidiariteits- en proportionaliteitstaskforce komt. Daarbij zal worden nagegaan op welke domeinen de EU het best zelf actie neemt en op welke domeinen de nationale parlementen het best aan zet zijn. Met u hoop ik oprecht dat dat geen ‘praatbarak’ wordt, maar het feit dat de taskforce onder leiding staat van de eerste vicepresident, Frans Timmermans, sterkt mij toch in de overtuiging dat er resultaten zullen komen.
Frans Timmermans is diegene die een rem heeft gezet op het wetgevend activisme binnen de Commissie. De voormalige Nederlandse buitenlandminister is ook degene die erover waakt dat – en ik citeer hem – “de Europese Unie bescheiden moet zijn en beseffen dat de Unie niet bestaat zonder de lidstaten”, of nog, dat “de Europese Commissie groot moet zijn bij de grote problemen en klein bij de kleine.” Ik vind dat een mooi credo.
Tot slot – en dat heeft hij door zijn bezoek aan dit parlement ook al bewezen – is hij een groot voorstander van een open dialoog met de parlementen. Het feit dat de taskforce in dialoog zal gaan met de nationale parlementen, verrast mij dus helemaal niet. Ik hoop dat ook het Vlaams Parlement actief zal deelnemen aan die dialoog.
Juncker beklemtoonde dat het Europees Parlement het laatste woord moet krijgen inzake handelsakkoorden. Ik heb hem bezocht en heb hem toen ook mijn visie uiteengezet over de bevoegdheden inzake handel en investering. Ik ben heel blij dat de Europese Commissie mijn visie daarin volgt. Ik hoop dat er nu ook heel snel een voorstel komt tot splitsing van de handels- en investeringsakkoorden. Investering is niet volledig een gemengde bevoegdheid, maar ik ga nu niet in detail in op het Singapore-advies dat verstrekt is door het Hof in Luxemburg. Maar u weet dat ik de voorzitter van de Commissie daar al persoonlijk en ook schriftelijk op aangesproken heb.
De Vlaamse Regering steunt ook de verdieping van de interne markt. Juncker is daar niet in detail op ingegaan. U weet dat wij er in onze visienota voor pleiten dat de markt versterkt wordt op het vlak van energie, transport en de digitale economie. Dat zijn ook drie prioriteiten voor de Commissie-Juncker. Maar een vrije markt impliceert ook gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plek. Wij vinden dat daar nu snel werk van moet worden gemaakt. Wij staan wel, net als staatssecretaris De Backer, terughoudend tegenover het pleidooi van Juncker om een bijkomende arbeidsautoriteit op EU-niveau op te richten. Ik denk dat alle lidstaten voldoende uitgerust zijn om zelf de controles te doen. Het is op het vlak van Europa de Europese regelgeving die moet volgen, en de lidstaten kunnen best die toepassing doen.
Het is ook goed dat Juncker een belangrijk signaal geeft door een Europese industriestrategie voor te stellen. U weet dat Vlaanderen koploper wil zijn – en daar ook volop mee bezig is – van de industrie 4.0. In de mate dat de Europese Commissie die transformatie onderschrijft, is dat een goed signaal.
Inzake migratie zegt men dat de binnendeuren tussen de lidstaten enkel open kunnen blijven als we samen onze buitendeuren onder controle houden. De versterking van Frontex is een belangrijke stap voorwaarts geweest. Maar een versterkte Schengenzone veronderstelt, naast goed functionerende buitengrenscontroles, een kordaat, maar humaan terugkeerbeleid. Zoals Juncker zei, is het onaanvaardbaar dat vandaag slechts 36 procent illegale migranten terugkeren naar hun land. Dat is volgens Juncker de enige manier om ervoor te zorgen dat Europa solidair kan blijven met vluchtelingen die onze hulp en beschermingen echt nodig hebben. We gaan afwachten met welke concrete voorstellen de Commissie daarover eind deze maand zal komen.
Het witboek bevatte vijf mogelijke scenario’s. Wij vonden het toen positief dat de Europese Commissie geen blauwdruk voorlegde, maar verschillende scenario’s. In het witboek wordt ook geen voorkeur gegeven, maar op hoofdlijnen ingegaan op de rol van de Unie in elk van de scenario’s. Juncker had het nu in zijn Staat van de Unie over een scenario zes, gebaseerd op de waarden van vrijheid, gelijkheid en rechtstaat. Uiteraard – dat zit ook in onze visienota – zijn dat de fundamenten van de EU, met één kanttekening: gelijkheid slaat voor ons niet op volledige uniformiteit binnen de Europese Unie. U weet dat de Vlaamse Regering in haar visienota een Europa van verschillende snelheden blijft openhouden als mogelijkheid. Dat is ook het standpunt van de Federale Regering.
Het is goed dat de Commissievoorzitter nu een aanzet tot synthese geeft en een duidelijke roadmap presenteert over de mogelijk te volgen stappen in aanloop naar de Europese verkiezingen van juni 2019. Op het moment dat de Commissie de aangekondigde voorstellen concreet zal uitwerken in concrete teksten, zullen we ook ons standpunt bepalen, zeggen waarmee we het eens zijn en waar er volgens ons bijsturing moet gebeuren.
Zoals ik al aangaf, zijn er heel wat elementen uit de visie van de Vlaamse Regering opgenomen in de State of the European Union 2017. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de circulaire economie, cybersecurity, de voltooiing van de transportunie en digitale eengemaakte markt, de uitvoering van energie-unie en de klimaatunie, de nieuwe strategie voor het industriebeleid, de hervorming van de detacheringsrichtlijn, de uitvoering van de kapitaalmarktenunie en de nood om de bankenunie te vervolmaken. Ik ben ook bijzonder verheugd over het handelspakket, dat de modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten en een verdere aanpak van antidumping in de EU inhoudt. Dat zijn allemaal elementen die ook in onze visienota opgenomen zijn.
De versterking van de Schengenzone, terrorismebestrijding, het uitvoeren van een Europese veiligheidsagenda en de ontwikkeling van een Europese defensie stipt de Vlaamse Regering evengoed aan als belangrijke actiepunten. En uiteraard, zoals ik daarnet al aangaf, steun ik ten volle een nieuw migratiebeheerpakket, met de ambitie om illegale migratie te stoppen en het Dublin-systeem te hervormen.
Uiteraard is het niet zo dat de Vlaamse visienota en de Staat van de Europese Unie volledig samen sporen. Ik wees al op het belangrijke verschilpunt dat Juncker geen Europa van verschillende snelheden wil, terwijl wij daar wel de ruimte voor laten in onze visienota. Op beleidsniveau zullen we ook de voorstellen in detail moeten bekijken of ze sporen met de visie van de Vlaamse Regering. Ik gaf al aan dat wij niet opteren voor de oprichting van een Europese arbeidsautoriteit, maar wel voor een betere samenwerking en tijdige infodeling tussen de arbeidsbemiddelingsdiensten.
Wat betreft het minst uitgewerkte en concrete luik uit de toespraak, dat handelt over een efficiëntere institutionele architectuur voor de Unie, en enkele in het oog springende voorstellen met betrekking tot de toekomst van de eurozone, kan ik u zeggen dat sommige voorstellen nieuw zijn en dat andere controversieel zijn. Zo heeft de persdienst van de Europese Commissie reeds de dag na de State of the Union moeten verduidelijken dat er geen eenvoudigere en versnelde toetreding tot de Europese Monetaire Unie (EMU) komt voor kandidaat-eurozonelidstaten zoals Roemenië. Ik ben ook van oordeel dat de Maastricht-criteria strikt moeten worden nageleefd. Hetzelfde geldt voor de toetreding tot de Schengenzone.
In elk geval ben ik terughoudend ten aanzien van elk voorstel dat bijkomende transfers zou creëren of dat bevoegdheden die volgens ons op het lidstaat -of deelstaatniveau thuishoren, naar het Europese niveau zou tillen.
Ik herhaal dat ik mijn steun uitspreek voor de oprichting van de ‘Timmermans-taskforce’, die, geheel in lijn met de subsidiaritieits- en proportionaliteitsprincipes, samen met de nationale parlementen hierover aanbevelingen moet maken. Mijn standpunt is dat het Vlaams Parlement bij die taskforce zou moeten worden betrokken, maar uiteraard laat ik dat over aan het parlement. Het Vlaams Parlement is een van de parlementen die de subsidiariteitstoets mag doen, en dus lijkt het mij geheel logisch dat, in lijn met de verklaring die toegevoegd is aan het Verdrag van Lissabon, het Vlaams Parlement daarbij betrokken wordt. Ik ga ervan uit dat Timmermans daar ook voor open staat. Dat kun je toch enigszins afleiden uit zijn toespraak hier en zijn betrokkenheid bij dit parlement.
Tot slot voeg ik er nog aan toe – maar ik heb dat misschien al meegedeeld, en ondertussen zijn er misschien al praktische regelingen getroffen – dat Juncker, toen ik hem ontmoette, ook toegezegd heeft om naar het Vlaams Parlement te komen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Bedankt, minister-president, voor uw zeer omstandige uiteenzetting. Het is inderdaad goed dat er een duidelijke visie is van Commissievoorzitter Juncker. Ik hoop dat hij hier ook wel rekening gehouden heeft met wat er binnen verschillende lidstaten en verschillende deelstaten leeft. Op bepaalde punten zal het inderdaad aansluiten bij wat er in de visienota van de Vlaamse Regering staat. Maar op bepaalde punten, zoals door u ook aangehaald, zijn er wel degelijk verschillen. We zitten nu ook met een belangrijke lidstaat, het Verenigd Koninkrijk, die een dik jaar geleden beslist heeft om uit de Europese Unie te treden, met alle gevolgen van dien, niet alleen voor het Verenigd Koninkrijk, maar ook voor meerdere andere lidstaten.
U vindt het positief dat er een subsidiariteits- en proportionaliteitstaskforce wordt opgericht. Ik denk dat er inderdaad mogelijkheden zijn om dat systeem beter te laten werken. Ik heb ook vertrouwen in vicevoorzitter Timmermans. Toch ben ik van mening dat de herziening van die subsidiariteit en die proportionaliteit van onderuit moet groeien, en niet vanuit de Commissie zelf opnieuw kan worden opgelegd. We weten hoe dat in het Verdrag van Lissabon is geschreven. We moeten ons toch wel de vraag stellen of het systeem niet grondig moet worden herzien. Recent heb ik nog eens de cijfers over de subsidiariteit en proportionaliteit opgevraagd, en dan blijkt dat er bijzonder weinig initiatieven worden genomen in verschillende lidstaten, en dat men ook bepaalde meerderheden moet hebben om die oranje of gele kaart boven te halen. U weet dat er ooit nog een debat is gevoerd over de invoering van een groene kaart, waarbij lidstaten dan een signaal kunnen geven aan de Europese Commissie dat het misschien nuttig is om daaromtrent een initiatief te nemen. Hier en daar gingen daar stemmen voor op, maar in bepaalde lidstaten gaan er ook stemmen op om een rode kaart te trekken en bepaalde beleidsinitiatieven van de Europese Commissie daadwerkelijk tegen te houden.
Het is een goede zaak dat erover wordt nagedacht. Ik sluit me zeker aan bij wat u zegt, dat dit in overleg is met de lidstaten en dat het Vlaams Parlement, ingevolge Verklaring 51 bij het Verdrag van Lissabon, als component van een nationaal parlement volwaardig moet worden betrokken. Wat mij betreft, mogen zelfs andere regio’s en andere deelstaten eveneens betrokken worden als zij menen dat zij een bijdrage kunnen leveren.
Met betrekking tot het aspect van de illegale migratie hebt u gezegd dat het Dublin-systeem moet worden hervormd. Wij denken inderdaad dat dat absoluut noodzakelijk is. Ik hoop dan ook dat de hoge vertegenwoordiger, Federica Mogherini, echt werk zal maken van het afsluiten van die terugnameakkoorden. Onze federale staatssecretaris Theo Francken doet wat mogelijk is om bilateraal dergelijke terugnameakkoorden af te sluiten. Het zou een goede zaak zijn, als dat ook effectief op Europees niveau zou gebeuren.
Juncker heeft ook gesproken over de opschorting van de toetredingsonderhandelingen met Turkije. De vraag is natuurlijk of die kritiek ook hard zal worden gemaakt. We hebben hier, in ons Vlaams Parlement, unaniem een resolutie goedgekeurd waarbij ons Vlaams Parlement het signaal gaf dat Turkije in de huidige omstandigheden niet kan toetreden en we pleitten voor een opschorting van die toetreding. Maar tegelijk weten we dat de Europese Commissie, onder leiding van Commissievoorzitter Juncker, heeft voorgesteld om in 2018 640 miljoen euro toetredingssteun aan Turkije te schenken. Daar kunnen we toch vragen bij stellen, als we enerzijds pleiten voor een opschorting en een stopzetting van de onderhandelingen, en anderzijds in de begroting van de Europese Unie toch nog een aanzienlijk bedrag uittrekken als toetredingssteun.
Tot slot stellen we vast dat er heel wat kritiek is op Polen, op de Visegradlanden, vanwege bepaalde evoluties die zich daar voordoen. En dan stel ik vast dat we bijzonder weinig horen als Spanje, als lidstaat van de Europese Unie, toch ook bepaalde, wat onze fractie betreft, ondemocratische maatregelen treft en bepaalde druk uitoefent op een van zijn deelstaten – voorlopig nog een deelstaat – waarbij er een democratische beweging is voor zelfbeschikking, en waarbij die lidstaat die drang volledig criminaliseert, de pers intimideert en een referendum dat Catalonië daarover wil houden, volledig dwarsboomt.
We kunnen het daar straks verder over hebben, bij de vraag van collega Van Rompuy, maar ik betreur alvast dat Juncker daar op geen enkel ogenblik over gesproken heeft en hier geen aandacht aan besteedt. Dan stel ik toch vast dat er twee maten en twee gewichten zijn binnen de Europese Unie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.