Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over de goedkeuring van het CETA-akkoord (Comprehensive Economic and Trade Agreement)
Report
Mevrouw Turan heeft het woord.
Net zoals mevrouw Van Werde net zei over een ander dossier, ben ik er ook hier van overtuigd dat het voorliggende dossier niet politiek geladen is en dat ook niet moet zijn. Het gaat over mens en milieu en daarover moeten we eigenlijk allemaal, over de partijgrenzen heen, een standpunt kunnen indienen.
Ik heb mijn vraag over het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) onmiddellijk op 2 juni 2017 ingediend, nadat ik heb vastgesteld de Vlaamse Regering die vrijdagnamiddag haar goedkeuring had gegeven over een voorontwerp tot ratificatie van het vrijhandelsakkoord CETA, afgesloten tussen Europa en Canada en na veel vijven en zessen ondertekend te Brussel op 30 oktober 2016. We weten al langer dan vandaag dat over dit dossier veel discussie werd gevoerd. En dat de ondertekening door België niet evident was, weet u ook, minister-president. Er waren verschillende bezwaren. Uiteindelijk is er een intra-Belgisch akkoord gekomen op initiatief van uw Waalse collega. Daarbij werd beslist, voorafgaand aan de ondertekening en absoluut voorafgaand aan de ratificatie van dat akkoord, dat België het Europees Hof van Justitie advies ging vragen over de verenigbaarheid van het zeer bediscussieerde Investment Court System (ICS) met de Europese verdragen. ICS is een aanpassing van het oorspronkelijke Investor-State Dispute Settlement (ISDS). Wij weten allemaal wat dat wil zeggen: een apart juridisch circuit creëren voor de beslechting van geschillen tussen multinationals en overheden. Zeker als het gaat over belastinggeld van de mensen, moeten we daar zeer voorzichtig mee zijn.
Het verzoek tot het indienen van een preadvies, een prejudiciële vraag aan het Europees Hof van Justitie, is blijkbaar nog steeds niet afgerond. Ik krijg signalen dat het voor de komende weken en dagen zou zijn. Ik heb er tot op vandaag geen zicht op. Minister-president, uw regering had grote haast om een beslissing tot voorontwerp goed te keuren. Ik had uiteraard evenveel haast om de vraag te stellen die hier vandaag op de agenda staat.
Minister-president, erkent u dat er in het intra-Belgisch akkoord staat dat de Federale Regering een juridisch advies zou vragen omtrent het ICS? Weet u of dit advies intussen werd aangevraagd? Zo neen, waarom niet? Wat is de timing hiervan? Welke input hebt u vanuit Vlaanderen gegeven in verband met die prejudiciële vraag aan het Europees Hof?
Vlaanderen is geen eiland en bestaat niet op zich alleen. Er moet een Belgisch akkoord worden gegeven. Hebt u, voorafgaand aan het voorontwerp dat u op 2 juni 2017 hebt goedgekeurd, overleg gehad met de federale collega’s en de collega’s van andere deelstaten die mee die ratificatie moeten inzetten? Hoe ziet u de procedure vanaf vandaag verder evolueren? Hebt u zicht op de timing van de ratificatie die de andere deelstaten en de federale overheid hebben vooropgesteld? U weet ook dat zolang België niet heeft geratificeerd, er geen sprake kan zijn van ratificatie.
Aangezien de Belgische ratificatie ook afhankelijk is van een goedkeuring door de federale overheid zelf en de andere deelstaten, waarom is de Vlaamse Regering zo gehaast om dit zo snel-snel te doen? Onder welke druk of onder welke invloed staat de Vlaamse Regering? Of beter geformuleerd: zorgen bepaalde lobbyisten ervoor dat Vlaanderen zo voortvarend te werk gaat?
Toen ik mijn vraag indiende, was er veel te doen om het klimaatakkoord dat door president Trump werd opgezegd. U gaat nu vragen wat dat nu met het CETA te maken heeft. Ik geef u een heel logische link. Veel Amerikaanse bedrijven hebben een dochterbedrijf in Canada. Door het CETA goed te keuren, zetten we eigenlijk de Europese markt open, ook voor de Amerikaanse bedrijven. Vandaag weten we wat we tot voor enkele weken niet wisten: Amerika zal het klimaatakkoord niet meer naleven. Zal dit geen oneerlijke concurrentie betekenen voor onze Vlaamse en Europese kmo’s? Zij moeten wel aan strenge milieuvoorschriften voldoen terwijl de Amerikaanse bedrijven, voor wie door het CETA de deur naar de Europese afzetmarkt wordt opengezet, daar niet aan zullen moeten voldoen?
Minister-president, mijn laatste vraag staat niet op mijn lijst. Als u die niet kunt beantwoorden, begrijp ik dat wel, maar ik denk dat het wel zal lukken. Ik dacht dat de voorlopige inwerkingtreding van het akkoord na de goedkeuring door het Europees Parlement zou gebeuren. Als ik het goed voorheb, is dat nu nog altijd niet zo. Hoe komt dat? Hoe verwacht u dat dat nog zal verlopen? Moeten er nog bepaalde stappen worden ondernomen door Europa, door bepaalde lidstaten of door Canada zelf?
Mijn vragen zijn duidelijk, ik hoop dat uw antwoorden even duidelijk zullen zijn.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
We hebben in de commissie en in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement al bijzonder veel gedebatteerd over het CETA-akkoord. Ik denk dat dat een goede zaak is. Ik ben dan ook bijzonder tevreden dat Vlaanderen vooruitgaat en al op 2 juni 2017 op de ministerraad een ontwerpdecreet betreffende het CETA-akkoord heeft goedgekeurd.
Het belang van deze handels- en investeringsovereenkomst kan niet onderschat worden. Het akkoord zorgt onder meer voor een drastische afbouw van handelstarieven en handelsbelemmeringen, en stelt ook overheidsopdrachten vanuit Canada open voor Europese ondernemingen en uiteraard ook voor ondernemingen uit Vlaanderen. Het zorgt voor wederzijdse erkenning en certificatie van diverse producten. Er is ook een belangrijk hoofdstuk duurzame ontwikkeling waardoor milieu en sociale standaarden worden beschermd, en het garandeert een interpretatieve verklaring van de reguleringsvrijheid van overheden. Vernieuwend – en we hebben er bijzonder veel over gediscussieerd – is het ICS, dat het bestaande ISDS vervangt als systeem van geschillenbeslechting tussen buitenlandse investeerders en de diverse overheden.
Het akkoord met Canada dateert van oktober 2016 en kent een bewogen aanloop. Na jarenlang onderhandelen ging de Waalse Regering plots hard op de rem staan en dreigde de ondertekening in extremis nog te blokkeren. Uiteindelijk werd toch een akkoord bereikt waarbij een interpretatieve verklaring aan het akkoord werd toegevoegd. Op vraag van het Waalse Gewest zou België ook nog advies vragen bij het Europees Hof van Justitie over de verenigbaarheid van het CETA-akkoord met de EU-wetgeving. Het antwoord op die adviesvraag wordt eerstdaags verwacht.
De Vlaamse Regering geeft met de start van het ratificatieproces een duidelijk en positief signaal dat Vlaanderen onverkort achter het CETA-akkoord staat, net zoals andere EU-landen en Canada zelf. In een eerste toelichting stelde de minister-president dat dit handels- en investeringsakkoord voor Vlaanderen zeer belangrijk is: “Vlaanderen voerde in 2015 voor 1,8 miljard aan goederen uit naar Canada. Een snelle ratificatie is het beste signaal aan al onze investeerders, en Canada in het bijzonder, dat Vlaanderen een open economie is die geen muren optrekt, maar met vertrouwen aan vrije en eerlijke handel doet op basis van degelijke en moderne handelsregels.” Ook de Federale Regering keurde ondertussen een wetsontwerp voor ratificatie goed.
België kan het verdrag weliswaar enkel ratificeren als alle parlementen dit goedkeuren, maar Vlaanderen en de Federale Regering geven met hun beslissing alvast een zeer belangrijk signaal. De minister-president wees op de intra-Belgische verklaring waarin de Vlaamse Regering expliciet haar vertrouwen uit in het verbeterde ICS voor geschillenbeslechting. Bovendien vergt het advies van het Europees Hof ook de nodige tijd en staat niets in de weg om het legistiek goedkeuringsproces op te starten.
Minister-president, wat zijn de verdere stappen in het ratificatieproces? Wat is de verdere evolutie, onder andere in verband met de volledige of gedeeltelijke inwerkingtreding van bepaalde hoofdstukken?
Hebt u zicht op de stand van zaken van het ratificatieproces in andere lidstaten en ook in Canada?
Zult u stappen ondernemen richting andere overheden in dit federale land om de ratificatie snel en vlot te laten verlopen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, in tegenstelling tot wat mevrouw Turan zei in haar inleiding, denk ik wel dat dit een politiek geladen vraag is, verschillend met de vraag over onroerend erfgoed. We hebben hierover, zoals de heer Vanlouwe zegt, al herhaaldelijk kunnen praten, zowel in de commissie als in de plenaire zitting. U weet dat dit een oud dossier is waarbij alle Belgische regeringen, met inbegrip van de Waalse en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, tot twee keer toe machtiging hebben gegeven aan de Europese Commissie om te onderhandelen. De eerste keer in 2009, en in een later stadium ook voor het investeringsluik. U weet ook waar we finaal geëindigd zijn: inderdaad met een bindende interpretatieve verklaring die niets verandert aan de tekst van het verdrag, dat uitonderhandeld was.
Er is een verklaring toegevoegd, verklaring 37B van België en zijn deelstaten, over de ondertekening van het CETA. Ik citeer: “België zal het Europees Hof van Justitie om een advies verzoeken over de verenigbaarheid van het ICS met de Europese verdragen, met name in het licht van advies A/2-15.”
Het advies A/2-15 is het advies van het Europees Hof van Justitie over de bevoegdheid tot het sluiten van het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Singapore. De verwijzing naar dat advies is onder meer op mijn vraag toegevoegd. Ik ging ervan uit dat het Europees Hof van Justitie in zijn advies uitspraak zou doen over de verenigbaarheid van het ICS met het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dat is niet gebeurd. Iedereen heeft het advies kunnen lezen. In de inleiding stelt het Europees Hof van Justitie hierover in dit advies geen uitspraak te zullen doen.
Ik schematiseer het een beetje. Het Europees Hof heeft gesteld dat het gedeelte over investeringen een gemengde bevoegdheid is. Het gaat om de overdracht van rechtsmacht, en dat is een van de nationale bevoegdheden. Er is dan ook een onderscheid tussen het gedeelte over de handel, wat exclusief een bevoegdheid van de EU is, en het gedeelte over investeringen, met inbegrip van de geschillenbeslechting, wat een gemengde bevoegdheid is.
Uit het advies, dat op 16 mei 2017 is gepubliceerd, blijkt dat de Belgische adviesvraag niet zonder voorwerp is. We hebben de link met het advies gelegd. Dit is niet zonder voorwerp, want het Europees Hof van Justitie heeft er zich in zijn advies niet expliciet over uitgesproken. Dat staat met zoveel woorden in de inleiding.
De formulering van de adviesvraag is een onderwerp voor de interfederale interkabinettenwerkgroep. De besprekingen naderen de eindfase. Zodra het Europees Hof van Justitie de adviesvraag heeft ontvangen, volgt een vertaling naar de andere officiële talen van de EU. Daarna zal het Europees Hof van Justitie alle lidstaten en instellingen uitnodigen hun schriftelijke observaties bekend te maken. Na de vertaling van die observaties worden alle lidstaten en instellingen uitgenodigd voor eventuele mondelinge betogen. Na die betogen volgt het besluit van de advocaat-generaal. Hierna spreekt het Europees Hof van Justitie zijn advies uit. We mogen verwachten dat de hele procedure 18 tot 24 maanden in beslag zal nemen. Ik verwijs naar de procedure voor het advies over het verdrag met Singapore, die me in dit verband indicatief lijkt.
Er is natuurlijk een grote caveat. We zitten momenteel met een Brusselse Hoofdstedelijke Regering, een Waalse Regering en een Franse Gemeenschapsregering in lopende zaken. Ik laat even in het midden of zij een advies zullen kunnen formuleren. Sinds de gebeurtenissen van gisteren gaat het enkel nog om regeringen in lopende zaken.
De andere regeringen van dit land weten uiteraard wanneer de Vlaamse Regering zich over de ratificatie van het CETA zal buigen. Dat is tijdens een vergadering van de interfederale interkabinettenwerkgroep aan bod gekomen. Ik heb stappen ondernomen om het ratificatieproces in gang te zetten door de andere regeringen te laten weten wanneer ik de principiële goedkeuring van het ontwerp van instemmingsdecreet op de agenda van de Vlaamse Regering zou plaatsen. De Federale Regering heeft haar eigen ontwerp van instemmingswet trouwens op dezelfde dag, 2 juni 2017, principieel goedgekeurd.
Ik heb geen zicht op de concrete timing in de andere deelstaten. Zij beslissen autonoom en bovendien hebben zij nu regeringen in lopende zaken. Dat is de situatie waarin ze zich bevinden. Ik wil me niet mengen in de instemmingsprocedure. We kunnen ervan uitgaan dat rebus sic stantibus de verwachting blijft dat het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest niet snel tot een ratificatie zullen overgaan. Ze hebben expliciet verklaard eerst het advies van het Europees Hof van Justitie te willen afwachten. Die regeringen zullen in elk geval niet tot een ratificatie overgaan voor de Europese Commissie de ICS-regeling conform verklaring 37B meer in detail heeft uitgewerkt.
Deze verklaring bindt de Vlaamse Regering en de Federale Regering echter niet. Bizar genoeg geldt dit ook voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Zij verwelkomen net de gezamenlijke verklaring van de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie over het stelsel van investeringsrechten. Dit is een Belgische kafkaiaanse toestand. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest schaart zich bij Wallonië en wil niet ratificeren. Tegelijkertijd plaatst die regering zich in een spagaatstand naast Vlaanderen om de hele geschillenregeling voor de investeringsrechten te verwelkomen. Dit staat allemaal te lezen in de documenten die beschikbaar zijn.
De Belgische adviesvraag betreft de verenigbaarheid van de verdragen van de EU en het specifiek hoofdstuk over de bilaterale ICS-regeling in het CETA. Dit hoofdstuk is sowieso uitgesloten van de voorlopige inwerkingtreding. Bovendien zijn het Departement Buitenlandse Zaken en de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Handel van de Europese Commissie meer dan een jaar geleden al tot de conclusie gekomen dat het ICS wel degelijk verenigbaar is met de verdragen van de EU. Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op vraag om uitleg 2065.
De Vlaamse Regering heeft er alle vertrouwen in en ziet geen reden om nog te talmen met de ratificatie. De principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering vertolkt de mening van de meerderheid in het Vlaams Parlement. We hebben de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Raad van State om een advies gevraagd. Na analyse van die adviezen kan de Vlaamse Regering het ontwerp van instemmingsdecreet definitief goedkeuren. Daarna zal het ontwerp van decreet in het Vlaams Parlement worden ingediend.
De Senaat van Canada heeft zijn instemming verleend, maar in Canada moet eerst nog een procedure op het niveau van de provincies worden afgerond. Op dat ogenblik zal de Canadese regering de EU hierover informeren.
Aan Europese zijde zijn de beslissingen inzake de voorlopige inwerkingtreding genomen. De Raad van Europa en het Europees Parlement hebben hun goedkeuring verleend. Zodra de procedure in Canada is afgerond, kan het CETA voorlopig in werking treden. De verwachting is dat dit in de loop van deze zomer kan gebeuren.
De voorlopige inwerkingtreding heeft betrekking tot het volledig verdrag, met uitzondering van de hoofdstukken 8 en 13, die het bilaterale ICS regelen, op een aantal uitzonderingen na. Verder zullen ook de artikelen 20.12, 27.3, 27.4 en 28.7.7, alsook de hoofdstukken 22, 23 en 24 niet in werking treden. Die artikelen en hoofdstukken hebben betrekking op de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en de lidstaten.
De start van het ratificatieproces door de Vlaamse Regering en de Federale Regering hebben de vriendschapsbanden met Canada duidelijk deugd gedaan. Naar aanleiding van de reis van premier Michel heeft premier Trudeau zich hierover zeer positief uitgelaten. Zodra de Vlaamse Regering de beslissing heeft genomen het voorontwerp van instemmingsdecreet goed te keuren, heb ik ook onmiddellijk felicitaties ontvangen van de Canadese ambassade in Brussel. In de EU hebben op dit ogenblik al twee landen het CETA geratificeerd, met name Letland en Denemarken.
Op deze manier wil de Vlaamse overheid aan ons bedrijfsleven, aan onze landbouw en aan Canada zelf tonen dat we nog steeds achter het CETA staan. Heel wat Vlaamse bedrijven wachten op de voorlopige toepassing en op de uiteindelijke inwerkingtreding. Ze willen genieten van de grote voordelen, die de heer Vanlouwe daarnet nog eens heeft opgesomd. Voor 99 procent van onze producten zullen de tarieven tot 99 procent worden gereduceerd, en verder zal 92 procent van onze landbouwproducten niet meer aan invoertarieven worden onderworpen. De verwijdering van de niet-tarifaire belemmeringen biedt onze bedrijven toegang tot overheidsopdracht, ook op het niveau van de Canadese provincies. Ik denk dan aan onze baggeraars, aannemers en dienstenleveranciers. Zoals ik al eerder heb verklaard, hebben we in 2016 voor 1,8 miljard euro aan goederen naar Canada uitgevoerd. We willen tonen dat we betrouwbare partners zijn en dat we niet aan elke vorm van protectionisme deelnemen.
Mevrouw Turan, wat uw vraag over de Amerikaanse bedrijven betreft, hanteert u een verkeerd uitgangspunt. Het CETA raakt niet aan de bestaande Europese wetgeving of aan de bestaande Europese normen. Dit geldt ook voor onze milieunormen. De regels van het importerende land blijven gelden. Dit betekent dat Amerikaanse bedrijven zich hier ook aan moeten houden indien ze goederen op de Europese markt willen brengen.
Zoals u in het CETA hebt kunnen lezen, kan een bedrijf de procedure voor ISDS niet starten in verband met vigerende of toekomstige regels die horizontaal op alle economische actoren van toepassing zijn, bijvoorbeeld om het milieu te beschermen. Het is onmogelijk hiervoor een zaak aan te spannen tijdens de voorlopige toepassing van het akkoord. Het gedeelte over investeringen is dan uiteraard nog niet van toepassing. Dit blijft onmogelijk na de inwerkingtreding van het CETA. Het ICS is zo ontworpen dat de regelgeving van de staat wordt gevrijwaard. Voor zover het nodig is, verwijs ik in dit verband naar artikel 8.9 van het akkoord.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het spijtig dat dit een politieke kwestie moet zijn. Ik meen dit oprecht. We hebben het hier over het milieu, de volksgezondheid en de maatschappij. Mijn inleiding daarnet was natuurlijk een beetje cynisch. Ik vind het oprecht spijtig dat het op deze wijze moet verlopen.
Ik wil even op uw laatste antwoord ingaan. Volgens u heb ik het mis met betrekking tot het akkoord van Parijs en de Amerikaanse bedrijven. Wat milieuvereisten betreft, blijft onze regelgeving immers gelden. U vergeet echter dat het CETA is gesloten vooraleer president Trump besloot het akkoord van Parijs te verlaten. Canada heeft nu zelf een probleem. Canada is een partner in dit akkoord. De VS was een partner, net als wij. Vlaanderen, België en Europa zijn partners. Een van die partners is er echter uitgestapt. Er moet een hele verduidelijking komen voor we kunnen stellen dat het CETA ons beschermt tegen de race to the bottom met betrekking tot milieudoelstellingen en tegen de oneerlijke concurrentie ten aanzien van onze kmo’s en de Europese bedrijven die hiertegen moeten opboksen.
U zult me vandaag niet overtuigen. Uw antwoord is gebaseerd op de situatie op het ogenblik van de ondertekening. Zelfs toen vonden we dat het op sommige vlakken niet ver genoeg ging, maar nu ligt alles langs de andere kant helemaal open. De vragen blijven. Als we het over de Brexit hebben, zijn er nog veel onzekerheden. Op dit ogenblik zitten we met een Trumpxit of hoe ik het ook zou moeten formuleren. Wat het klimaat betreft, blijft die onduidelijkheid bestaan.
U wilt de beste van de klas zijn. Al twee Europese lidstaten hebben geratificeerd. U wilt nu snel gaan om onze bedrijven een en ander te tonen. De import uit en export naar Canada moeten we uiteraard stimuleren. Het is echter niet zo dat we niet langer zullen importeren of exporteren indien we het CETA niet snel ondertekenen. Die handelsrelaties zijn wat ze zijn en worden vandaag voortgezet.
Minister-president, u hebt tijdens deze legislatuur twee andere handelsakkoorden goedgekeurd waarover in de plenaire vergadering amper een discussie is gevoerd. Ik herinner me dat, net als nu, geen discussie is gevoerd over het handelsakkoord met Kazakstan. Dat moest snel worden goedgekeurd. De federale overheid heeft dit handelsakkoord pas vorige maand goedgekeurd. Wij hebben het hier al in november 2016 goedgekeurd. Dat is gebeurd zonder debat en zonder antwoorden op onze vragen te krijgen. Ik kan me niet van die slechte geur ontdoen. De wijze waarop handelsakkoorden in het Vlaams Parlement worden besproken, is niet in orde. Dat moet altijd snel gebeuren. Onder welke druk staat u?
U wilt de beste van de klas zijn. U hoeft echter niet de beste te zijn. U moet correct zijn, zeker ten overstaan van het Vlaams Parlement. Het Vlaams Parlement is ermee belast u vragen te stellen, antwoorden te krijgen en controle uit te oefenen. Wat het handelsakkoord met Kazachstan betreft, roep ik iedereen op eens in de verslagen na te kijken hoe snel dat hier is gegaan. De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft het pas vorige maand in plenaire zitting behandeld. Het heeft geen zin snel te gaan. U bent het echter wel aan uw burgers verschuldigd correct te zijn.
Er komt sowieso een prejudiciële vraag aan het Europees Hof van Justitie. Die procedure zal 18 tot 24 maanden duren. Wat maakt dat uit? Indien het advies luidt dat het ICS niet conform met het Verdrag van de Europese Unie is, zal het akkoord moeten worden gewijzigd. In dat geval moet u helemaal opnieuw beginnen. U moet opnieuw onderhandelen en de ratificatie- en adviesprocedures opnieuw doorlopen. Ik vind het niet in orde dat u meewerkt aan een prejudiciële vraag, maar niet loyaal op het resultaat of zelfs maar op de indiening wacht.
Minister-president, ik heb nog twee vragen. (Opmerkingen van de voorzitter)
Kunt u ons de Belgische vraag aan het Europees Hof van Justitie overmaken zodra deze is geformuleerd? Is dat een publiek document dat het Vlaams Parlement kan inkijken? Ik vind het niet kunnen dat we een ratificatieprocedure inzetten terwijl we als Belgen een advies over de verenigbaarheid vragen. Ik ben ook Belg en Vlaming.
Voorzitter, ik wil hier en nu een voorstel van resolutie indienen om het Vlaams Parlement te vragen de ratificatieprocedure op te schorten tot we een antwoord hebben gekregen op de prejudiciële vraag die aan het Europees Hof van Justitie zal worden gesteld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Mevrouw Turan, ik hoor dat u er allerlei andere zaken bijhaalt. Het is merkwaardig dat u het nog niet over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) hebt gehad. Ik zou dat wel begrijpen. Op dat vlak staat u immers aan dezelfde kant als de Amerikaanse president, die zelf ook niet echt een voorstander is van handelsverdragen en die ook een protectionistische ingesteldheid heeft.
U moet echter enigszins correct blijven. Het CETA is, net zoals de andere handelsverdragen, zeer uitvoerig besproken in deze commissie en in de plenaire vergadering. Ik wil het nu bij het CETA houden.
Ik ben alleszins bijzonder tevreden dat de Vlaamse Regering en de Federale Regering vooruitgang hebben geboekt. Gezien de politieke toestand in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap, is het onduidelijk wat er zal gebeuren en wat de invloed van deze drie deelstaatregeringen op het verdere ratificatieproces zal zijn.
Diverse deelstaatregeringen, waaronder ook de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Waalse Regering, hebben reeds meermaals een machtiging gegeven om de onderhandelingen voort te zetten. Ook na de heisa die we in september en oktober 2016 hebben gekend, hebben de Waalse Regering en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met het CETA ingestemd.
Mevrouw Turan, ik heb het nog even nagekeken. Ook uw partijgenoten van sp.a in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement hebben de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 28 oktober 2016 toestemming gegeven om het CETA goed te keuren. De enige oppositie in het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement kwam toen nog van het Vlaams Belang, Groen en de PVDA. Ik vind het dan ook enigszins tegenstrijdig dat u zich hier tegen het CETA blijft verzetten terwijl sp.a in het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement een machtiging heeft gegeven en met het CETA kan instemmen. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, waar minister Smet deel van uitmaakt, heeft de Federale Regering toestemming gegeven om het CETA te ondertekenen, wat de Federale Regering, de deelstaatregeringen en uiteindelijk ook de Canadese regering hebben gedaan. Het verwondert me dat u zich blijft verzetten terwijl uw partijgenoten met betrekking tot het CETA toestemming hebben gegeven.
Minister-president, ik ben tevreden dat u ondertussen hebt kunnen nagaan welke andere lidstaten van de EU over het CETA hebben gestemd.
Ik noteer dat er inderdaad nog maar enkele zijn. Maar ook in Canada zijn stappen gezet naar verdere vooruitgang. Ik hoop dan ook dat dit snel en volledig in werking kan treden.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Uiteraard is dat politiek, collega Turan. Het is nu eenmaal zo dat er in dit parlement een meerderheid is die zegt: ‘Wij gaan ervoor.’ U bent bij de oppositie, u behoort daar niet toe. Ik heb heel graag consensus in het parlement, dat was daarstraks het geval bij Onroerend Erfgoed, maar hier zijn er keuzes. U maakt een andere keuze dan de meerderheid. Ook dat is democratie. Wij maken met deze regering een keuze. Als meerderheidspartij staan wij daarachter omdat wij dat een zeer goed akkoord vinden, waarover onderhandeld is, met toestemming van alle regeringen in dit land, tot twee keer toe met toestemming van uw partij, met instemming van de PS.
Het mandaat van de Commissie is gegeven. Het is een akkoord dat beantwoordt aan alle normen. Ik herhaal dat het 'state of the art' is, wat trouwens ook Waals minister-president Magnette zegt. Hij heeft alleen een groot voorbehoud met betrekking tot het Investment Court System (ICS). We gaan zien wat het Europees Hof daarover zegt. Ik heb daar zelf alle vertrouwen in. Als het Europees Hof zegt dat dit niet kan, heeft dat natuurlijk een impact op dit verdrag. Wat dat precies zal inhouden, weet ik niet. Er zal waarschijnlijk met Canada opnieuw aan tafel moeten worden gezeten, aangezien een van de onderdelen daarvan dan niet zal beantwoorden aan het EU-verdrag. Maar laat ons dat afwachten. Ondertussen is het verdrag voorlopig van toepassing. Ik ben daar heel blij om. Het advies van het Europees Hof zal slaan op een onderdeel daarvan, op een onderdeel dat voorlopig nog niet in werking is getreden en waarvan, als het advies er is, we zullen moeten kijken hoe we daarmee kunnen omgaan.
Uiteraard heb ik geen enkel probleem met openbaarheid van bestuur. Uw collega’s in Brussel hebben daar wel meer problemen mee. Op het moment dat het advies geformuleerd wordt, gaan we dat uiteraard bezorgen aan het parlement. Daar is niets geheims aan. U weet trouwens wat de inhoud van die adviesvraag zal zijn. Het komt erop aan om nu de juiste formulering te vinden. Ik denk dat het ook zeer wijs was om te wachten op het advies van het Europees Hof in de zaak Singapore. Je kon nooit weten dat daar meteen al een advies over geformuleerd was zodat de vraag zonder voorwerp zou zijn.
Wat uw verdere argumenten betreft, zie ik dat u van het ene been op het andere hinkt. U kunt er niet onderuit, dit verdrag is 'state of the art'. De producten moeten beantwoorden aan al onze hoogste standaarden, aan duurzaamheid, aan leefmilieu, aan sociale standaarden, bescherming van de kmo's enzovoort. Nu springt u plots op een ander been: Trump gaat uit het klimaatakkoord van Parijs stappen en dat is een nieuw element! (Opmerkingen van Güler Turan)
Uw collega Van Brempt is al op een onnavolgbare manier onderuitgehaald op tv in Terzake door de heer Noels, ‘noem eens producten die met steenkool gemaakt zijn in de VS, wetende dat de meeste staten in de VS zich niets aantrekken van de beslissing van president Trump en doorgaan met hun leefmilieubeleid, met hun beleid van inzetten op hernieuwbare energie. Steenkool is in de Verenigde Staten trouwens niet meer concurrentieel op dit ogenblik aangezien ze werken met gas, zoals u weet.' Mevrouw Van Brempt kon daar geen antwoord op geven. Ik neem aan dat u nu ter plekke uit uw mouw kunnen schudden welke producten van de VS via Canada naar de Europese Unie zullen komen.
Bovendien is het helaas zo dat er andere economieën zijn, met de Chinese op kop, waar tal van producten met energiewinning uit steenkool geproduceerd worden. Zelfs binnen Europa is dat zo. Er zijn lidstaten binnen de Europese Unie die helaas nog gebruikmaken van steenkoolenergie. Als alle argumenten uitgeput zijn, valt u nu plotseling op het Klimaatakkoord. Dit maakt geen indruk op mij. Wij zijn blij dat dit akkoord 'state of the art' is. We zijn blij dat dit een akkoord is dat welvaart kan creëren voor ons, dat jobs kan creëren voor ons, dat tegemoet komt aan al onze normen en standaarden, die zeer hoog zijn, een akkoord dat we gesloten hebben met een land als Canada, dat op dat vlak met ons totaal akkoord gaat en dezelfde normen hanteert, dezelfde wensen formuleert, dezelfde duurzaamheid nastreeft en zo mogelijk nog verder gaat. We gaan daar inderdaad mee door. Het is uw democratische keuze om daartegen te zijn. Maar wij laten niet na om in heel Vlaanderen te zeggen dat wij er wel voor zijn en waarom we ervoor zijn.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister-president, u mag naar alle verslagen kijken, maar ik heb altijd gezegd dat wij voor vrijhandelsakkoorden zijn, maar dat die evenwichtig moeten zijn, dat die goed moeten zijn voor mens en milieu. Kom nu alstublieft niet zeggen dat ik nu pas met het klimaat kom! Ik kom nu pas met het Klimaatakkoord omdat dat een nieuw gegeven is. U hebt daar geen antwoord op kunnen geven. U weet niet wat het effect zal zijn van de uitstap uit het klimaatakkoord op het CETA. U antwoordt daar zelf niet op.
'State of the art', minister-president? U hebt gelijk om te verwijzen naar China. In de vraag die aan deze vraag is voorafgegaan, heb ik u gezegd dat we niet naïef mogen zijn. Hoe garandeert u specifiek mensenrechten en wederkerigheid in de handel met China? Ik heb u die vraag daarnet gesteld, minister-president, en ik heb geen antwoord gehoord. U hebt er immers geen gegeven. 'State of the art' van deze meerderheid? Wat ben ik blij dat ik niet tot deze meerderheid behoor! Ik schaam me ervoor als juriste! Uw 'state of the art' heeft twee heel grote onzekerheden, minister-president, namelijk een advies van het Europese Hof van Justitie over conformiteit van dat akkoord met Europese verdragen en een nog grotere onzekerheid, namelijk het effect van de exit van de Verenigde Staten uit het Klimaatakkoord dat niet gemeten is. U vindt dat 'state of the art'? Dat is ùw 'state of the art'. Wat ben ik blij dat ik daar geen enkele positieve bijdrage toe heb geleverd. Ik zal verder blijven strijden tegen dergelijke onevenwichtige handelsakkoorden, die niet mens en maatschappij dienen, maar bepaalde lobbyisten en multinationals.
Het is dan ook op beeld opgenomen, voor alle duidelijkheid, want daar gaat het vandaag ook een stukje over.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Wanneer mevrouw Turan en haar fractie in het Vlaams Parlement strijden tegen onevenwichtige akkoorden die niet goed zijn voor mens en maatschappij, die niet goed zijn voor de mensenrechten en dergelijke, dan moet ik vaststellen dat haar eigen partij in het Brussels Parlement anders reageert. Ik heb een artikel teruggevonden waarin de Brusselse Regering, inclusief sp.a-minister Smet, zegt dat ze opgelucht en fier is dat het CETA kan worden ondertekend. De ene fractie van dezelfde partij is opgelucht en fier, maar de andere fractie heeft een ander standpunt met betrekking tot het CETA.
Ik steun de minister-president. Wij denken dat het bijzonder goed is dat dit akkoord zo spoedig mogelijk kan worden geratificeerd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.