Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over Herita
Report
De heer Caron heeft het woord.
Minister, we hebben hier een hoorzitting gehad na een rapport over Herita en na een aantal discussiepunten. Herita heeft toen beloofd om een verbetertraject te doen. Ondertussen zijn we een eind in de tijd opgeschoven en zijn er nog een aantal nieuwe problemen opgedoken die niet te maken hebben met de initiële fase, maar ondertussen wel een sluiting van het kasteel van Horst door een aantal veiligheidsproblemen hebben veroorzaakt. Er waren ook een aantal problemen met het Koninklijk Paleis op de Meir, waardoor de inboedel en de meubels al dan niet op zolder terechtkomen of weer worden gebruikt.
Ik heb een vraag naar de stand van zaken van het dossier Herita. Ik ben wellicht niet de enige in dit forum die in opdracht van Herita door Berenschot is ondervraagd voor een onderzoek.
Minister-president, hoever staat het met het onderzoek van Berenschot naar Herita? Heeft dit al iets opgeleverd? Hoe evalueert u zelf de ontwikkelingen bij Herita tijdens het voorbije werkjaar? Ziet u een kentering in de neerwaartse spiraal die we toen zagen? Werden er al concrete plannen gemaakt om het achterstallig onderhoud van de eigen sites aan te pakken? Hoe kan er worden vermeden dat nog meer vrijwilligerswerkingen moeten worden bevroren? Ik duid vooral op die van Horst. Hoe zal integendeel het vuur meer worden aangezwengeld, figuurlijk dan?
Klopt het dat er nog steeds een groot personeelsverloop is binnen de organisatie? Gaat het om ontslagen of om mensen die zelf de organisatie verlaten? Om welk soort functies gaat het? Wat zijn de redenen of oorzaken? Hoe wordt er gewerkt aan een stabilisering binnen de ploeg? Staat de inboedel van het Koninklijk Paleis daadwerkelijk nog steeds op zolder onder al dan niet gecontroleerde omstandigheden? Werden er al initiatieven genomen om meer eigen sites open te stellen voor het grote publiek, zoals bijvoorbeeld het paleis op de Meir?
– Güler Turan treedt als voorzitter op.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Het is altijd prettig om te zien dat er collega's begaan zijn met en een hart hebben voor dezelfde dossiers. Collega Caron, ik dank u om het dossier Herita opnieuw op de agenda te plaatsen. Ik merk dat uw toon ook enigszins anders is dan de vorige keer.
We hadden het al eerder over de werkzaamheden van de vzw Herita en meer bepaald over de problemen die in het najaar van 2016 via de media aan het licht kwamen. De interpellatie resulteerde in een aantal interessante ideeën, en in een kamerbrede motie waarin we vroegen om de problemen bij Herita grondig te onderzoeken en daar de gepaste beleidsconclusies uit te trekken, erop toe te zien dat Herita inzet op een krachtig beleid inzake sitebeheer, toe te zien op de zorgplicht die Herita heeft ten aanzien van de sites in eigendom en beheer en vooral om een doorstart te maken en in overleg met het middenveld een nieuwe missie, visie en rol voor Herita 2.0 uit te werken.
In december hebben we een heel interessante hoorzitting gehad met mooie voorbeelden uit Nederland en de Kempen over wat een gedragen erfgoedwerking kan verwezenlijken. Herita heeft inderdaad het Nederlandse bureau Berenschot onder de arm genomen om een doorlichting te doen van de organisatie. Ik hoop dat Berenschot ook het sitebeheer onder de loep heeft genomen, want qua beheer en ontsluiting van de sites heeft Herita toch een voorbeeldfunctie te vervullen. Dat is heel duidelijk gesteld in de motie.
Het is goed om vast te stellen dat het kasteel van Beauvoorde een nieuwe verantwoordelijke heeft. Er staat ook meer informatie over onze Vlaamse monumenten op de website en op de Facebookpagina van Herita. Dat is zeker goed maar het schoentje blijft toch nog altijd wringen bij het beheer van de eigen sites. Ik heb inderdaad een vraag gesteld over het kasteel van Horst, dat om veiligheidsredenen is gesloten voor het publiek. Ik krijg ook signalen dat de meubels in het paleis op de Meir weer elders zijn opgeslagen. Net als collega Caron hoop ik dat dat in goede omstandigheden is, gezien de hitte van deze dagen. Het was uiteraard niet de bedoeling dat de meubels terug naar de zolder zouden verhuizen. Ook andere sites blijven problematisch en Herita heeft zelf ook aangegeven dat het in het huidige financieringsmodel niet aan het verwachte sitebeheer kan voldoen.
Minister-president, welke stappen hebt u ondertussen gezet om de problemen bij Herita te onderzoeken? Wie werd hierbij betrokken? Bij de besprekingen in oktober 2016 hebt u gezegd dat uw administratie de samenwerkingsovereenkomst zou evalueren, indien nodig zou bijsturen en verstrengen. In hoeverre is dat gebeurd en wat zijn hiervan de resultaten?
In verband met de problemen op de diverse sites vraag ik me af hoe de administratie die problemen zal opvolgen of oplossingen zal aanreiken. We keken allemaal uit naar een doorstart van Herita onder een nieuw management, een Herita 2.0. Wat is het resultaat van de externe studie die Herita liet uitvoeren op het vlak van missie, visie en rol? Op welke manier is het middenveld hierbij betrokken?
Minister president Bourgeois heeft het woord.
Collega's, het extern onderzoek van Berenschot startte in februari 2017 en is nog niet opgeleverd. De opdracht is opgedeeld in vier deelopdrachten. Deelopdracht 1 bevat een grondige analyse van de bestaande situatie aan de hand van een interne audit en een uitgebreide omgevingsanalyse. In deelopdracht 2 werden missie, visie en positionering van Herita herijkt. De eerste twee deelopdrachten zijn gerealiseerd. Deelopdracht 3 reikt alles aan om de strategie te operationaliseren via onder meer een implementatieplan, een businessplan en -structuur en verandermanagement. Deelopdracht 4 bevat de uitwerking van een sluitend goed bestuur.
Externe stakeholders van Herita werden bij de omgevingsanalyse betrokken door een uitgebreide bevraging en door individuele en groepsgesprekken met strategisch gekozen verenigingen, lokale en provinciale besturen en intergemeentelijke structuren.
Daarnaast voerde Herita samen met Universiteit Gent een onderzoek naar de perceptie en behoeften ten aanzien van Herita in de erfgoedsector, door middel van een uitgebreide enquête met honderden respondenten en via diverse focusgesprekken. De resultaten werden samengevoegd met de bevindingen uit het onderzoek van Berenschot om te komen tot een hernieuwde missie, visie en positionering. Die missie, visie en positionering moeten betrekking hebben op drie belangrijke onderdelen. Het eerste heeft betrekking op het creëren van een draagvlak, en het versterken van dat draagvlak voor onroerend erfgoed. Twee is het ondersteunen van het middenveld en er ook mee samenwerken. Drie betreft het ontwikkelen en goed beheren van de sites. Dat zijn drie kernopdrachten waarop we een antwoord verwachten in de nieuwe aanpak.
Het agentschap Onroerend Erfgoed en mijn kabinet zijn betrokken bij het strategisch traject en ontvangen terugkoppeling daarvan. De oplevering van het rapport van Berenschot is gepland vóór het komende reces, misschien nog eind juni. We zullen zien wanneer precies, maar het is voor heel binnenkort.
U weet dat ik aan het agentschap, aansluitend op de evaluatie die het agentschap maakte over Herita, heb gevraagd om naast het jaarlijks toezicht op de resultaatsverbintenis, in het bijzonder het toezicht op het sitebeheer te intensifiëren. Dat gebeurt ook. Zo is het overleg tussen Herita en het agentschap geïntensifieerd. Jaarlijks zijn er nu meermaals overlegmomenten tussen de administrateur-generaal enerzijds en de algemeen directeur van Herita anderzijds, en zijn er ook concrete overlegmomenten tussen de betrokken erfgoedconsulenten en Herita over het sitebeheer.
Deze maand bezorgde het agentschap mij een nota met de jaarevaluatie in het licht van de uitbetaling van het saldo 2016 met hierin opvolging van de resultaatsverbintenis en vaststelling of Herita in de rapportage rekening houdt met de aangehaalde knelpunten. Uiteraard kunnen we de resultaten van remediëringsacties redelijkerwijze pas vanaf 2017 verwachten.
De conclusies van de nota die mij is bezorgd, zijn dat voor 2016 de doelstellingen zoals afgesproken in het actieplan zijn gehaald. Een aantal zaken zoals het personeelsverloop, het sitebeheer, de concrete invulling van de te behalen streefcijfers – voornamelijk leden en werving en de daaraan gekoppelde operationele doelstellingen – bleven aandachtspunten in 2016. Herita is zich bewust van de knelpunten en aandachtspunten die in het verleden zijn geformuleerd. We merken een grote bereidheid om die knelpunten aan te pakken.
De vzw heeft al een duidelijke aanzet tot remediëring gegeven, bijvoorbeeld een welzijnsplan voor de medewerkers, meer middelen voor een proactiever sitebeheer. Ik wil Herita de kans geven om het strategisch traject verder af te werken en zal uiteraard de operationalisering ervan in de komende periode op de voet blijven opvolgen.
Aansluitend bekijken we of de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse Regering en het daaruit voortvloeiende actieplan voor dit jaar en de komende jaren op basis van de nieuwe strategie moeten worden bijgesteld. Zowel mijn kabinet als de administratie wordt bij het strategisch project betrokken, krijgt rapportering en volgt dit ook nauwgezet op.
In afwachting hiervan blijft het agentschap het toezicht uitoefenen zoals bepaald in artikel 5 van de samenwerkingsovereenkomst met Herita van 3 april 2015.
En dan nu het sitebeheer. Herita heeft met Monumentenwacht een overeenkomst gesloten om alle sites die de laatste twee jaar niet meer werden geïnspecteerd, te inspecteren. De inspectieverslagen en meerjarenonderhoudsplannen worden gebruikt voor de omvattende planning van onderhoud voor de komende jaren. De voorbije maanden zijn vele kleine onderhoudswerken uitgevoerd op diverse sites, zoals schilderwerken op het kasteeldomein Beauvoorde, onderhoud van de technische installaties in het paleis, bliksembeveiliging en oliën van vloeren in de abdijsite van Herkenrode en vernieuwing van het dakterras van Fort Napoleon.
Voor alle duidelijkheid: de vrijwilligerswerking op het kasteel van Horst is niet bevroren, maar tijdelijk geheroriënteerd. Herita bundelt op dit moment de krachten met de gemeente Holsbeek en de provincie Vlaams-Brabant om het bezoekerscentrum bij het kasteel in de zomermaanden open te houden.
De drie partijen voorzien elk in een cofinanciering, waardoor ook de vrijwilligers en gidsen er kunnen worden ingezet. Daarnaast onderzoekt Herita hoe vrijwilligers de gidsbeurten op het kasteeldomein beter kunnen ondersteunen. Op de Tramsite Schepdaal wordt de vrijwilligerswerking net versterkt door een overkoepelend kader te creëren voor de vrijwilligers van Herita en de lokale vrijwilligersvereniging Buurtspoorwegmuseum vzw. In Kasteel Beauvoorde is een siteontwikkelaar gestart die onder meer als taak heeft de samenwerking met vrijwilligers lokaal te verankeren. Voor Fort Napoleon zoekt Herita naar een uitbreiding van het vrijwilligersbestand wegens het toenemend aantal succesvolle evenementen.
Dat er nog steeds een groot personeelsverloop zou zijn, klopt niet. Sinds het vertrek van de vorige algemeen directeur in september 2016 hebben twee medewerkers op eigen initiatief Herita verlaten. Die mensen hadden een aanbieding voor een nieuwe job. Ik zal niet in detail treden, maar we weten waar die mensen naartoe zijn gegaan. Ze hadden een nieuwe uitdaging gevonden in een ander veld. Herita lanceerde enkele vacatures voor de weliswaar tijdelijke vervanging van drie collega’s wegens zwangerschapsrust en moederschapsverlof. Daarnaast waren er aanwervingen van een siteontwikkelaar in het Kasteel Beauvoorde en voor een onthaalmedewerker in Fort Napoleon.
Herita informeert zijn medewerkers tijdens personeelsvergaderingen over het strategisch traject. Enkele individuele medewerkers uit het middenmanagement krijgen een persoonlijk begeleidingstraject door een externe coach die al langere tijd aan de interne cohesie werkt.
De inboedel van het paleis op de Meir wordt integraal in situ bewaard, conform de overeenkomst uit 2008 met de staat als eigenaar. Volgens die overeenkomst kunnen kunstobjecten in de publieke en commerciële ruimtes worden gebruikt. Op 12 oktober 2016 voerde de Administratie Patrimoniumdiensten van de Federale Overheidsdienst Financiën een inspectiebezoek uit in functie van de naleving van de overeenkomst. Het verslag van het inspectiebezoek is eenduidig positief. Herita maakte bovendien afspraken met de Administratie Patrimoniumdiensten over een jaarlijkse opvolging en controle op naleving van de overeenkomst.
Elke site is op een eigen specifieke manier opengesteld voor het grote publiek. De initiatieven om meer publiek aan te trekken worden uiteraard ook sitegewijs uitgewerkt. Ik geef als voorbeeld het paleis op de Meir. Met de exploitant op de eerste verdieping van het paleis zijn afspraken gemaakt over het afwisselend tentoonstellen van kunstvoorwerpen. Er zijn afspraken om deel te nemen aan Open Monumentendag en om dertig geleide bezoeken te organiseren. Voor de rondleidingen met gidsbeurten zal het grootste deel kunnen worden geboekt via Visit Antwerp, de toeristische dienst van de stad Antwerpen. Zo zijn er acties voor de publiekswerking voor tal van sites. Ik zal er nu niet in detail op ingaan, dat zou een te gedetailleerd antwoord vergen.
De heer Caron heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw antwoord. Ik wil met alle voorbehoud nog even reageren – voorbehoud omdat we nog in de transitiefase zijn. De nota-Berenschot is er nog niet. Ik kijk daar overigens met belangstelling en positieve nieuwsgierigheid naar uit. Het is een heel belangrijk document om de nieuwe strategie van Herita te bepalen.
– Rik Daems treedt als voorzitter op.
Minister-president, bent u bereid of overweegt u om, nadat het rapport is opgeleverd, de samenwerkingsovereenkomst te herbekijken? De kernopdrachten waar u naar verwijst, met name het draagvlak creëren, samenwerken met het middenveld en het goed beheer van de sites, zijn natuurlijk wel aspecten die in de huidige samenwerkingsovereenkomst zijn vernoemd, maar niet op die manier geaccentueerd.
Ik ben bijvoorbeeld nieuwsgierig of het werven van leden een centrale opdracht zal blijven in het kader van dat draagvlak, of niet. Dat weten we niet. We kennen het advies van Berenschot ter zake niet. Het kan dus effecten hebben op de samenwerkingsovereenkomst. Minister-president, ik pleit er eigenlijk voor om dit in alle rust aan te passen, zodanig dat Herita de nieuwe wind die u in de samenwerkingsovereenkomst wilt laten waaien, ook ondersteunt.
Ik ben blij te horen dat de vrijwilligerswerking in het kasteel van Horst niet wordt afgeblazen, maar geheroriënteerd. Maar ik merk toch in de meerderheid van de gemeente aldaar heel veel bekommernis. Zij zetten zelf heel veel vrijwilligers in. Omdat het voor dat gemeentebestuur een buitengewoon belangrijke site is, bepleiten zij toch om dat bezoekerscentrum zeker te blijven bemannen. Er zijn veel losse bezoekers. Al kun je in de meeste zalen van het kasteel niet binnen, het blijft een aantrekkingspool voor veel mensen. We moeten aandachtig zijn. U weet zo goed als ik dat als je een bezoek aan een publieke site met een zekere tijd afsluit, je een immense kloof creëert om opnieuw dat bezoek aan te zwengelen. Je verliest mensen die verwachtten dat het open was, terwijl het dicht is. Het duurt vaak een hele tijd om die mensen terug te winnen.
Als het zo is met het paleis op de Meir, ben ik heel tevreden.
Ook de zorg op Open Monumentendag maakt natuurlijk deel uit van de bevraging en de strategie van Herita. De tijd gaat voorbij. We zijn juni. We zijn bij wijze van spreken al aan de vooravond van de voorbereiding van een nieuwe Open Monumentendag. Ik neem aan dat Berenschot daarover ook een advies heeft. Minister-president, welke strategie of welke manier van werken zal Herita dit jaar toepassen bij de voorbereiding van Open Monumentendag?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister-president, ik ben blij dat u op een aantal punten hoopvol bent, maar ik merk dat u zich ook bewust bent van het feit dat er nog veel pijnpunten zijn. Ik ben heel blij dat u het opvolgt. Bijvoorbeeld op het gebied van de sites vind ik het heel positief dat er nu een inspectie komt door Monumentenwacht. Ik had dezelfde vraag als de heer Caron: wat kunnen wij verwachten van de komende Open Monumentendag? Is er een samenwerking tussen erfgoedverenigingen en lokale besturen enerzijds en Herita anderzijds? Als dat rapport van Berenschot gefinaliseerd is, kunnen we dat dan hier in de commissie bespreken?
Mevrouw Soens heeft het woord.
Ik dank mijn collega’s voor de vraag. Voorzitter, kunnen wij in deze commissie na de oplevering van het onderzoek een hoorzitting met Herita en eventueel een gedachtewisseling hierover met de minister-president organiseren?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Het is natuurlijk het parlement dat beslist of er al dan niet een hoorzitting komt. Dat kan misschien het best op het moment dat wij keuzes hebben gemaakt aan de hand van dat rapport, zodat er een zinvolle discussie kan worden gevoerd. We gaan dat natuurlijk niet laten liggen, want dat is een heel belangrijke zaak. Het is uiteraard de bedoeling om met dat rapport aan de slag te gaan. Herita weet heel goed dat aan de hand daarvan een nieuwe strategie vorm moet krijgen. Ik heb de drie hoofdlijnen geschetst. Ik denk dat ze breed worden gedeeld en dat het daarop aankomt: het draagvlak, het middenveld en het sitebeheer.
Mijnheer Caron, het is uiteraard de bedoeling om de samenwerkingsovereenkomst aan te passen aan de hand daarvan. Ik heb u gezegd dat het mij compleet verraste dat een erfgoedvereniging als Herita steken liet vallen als het op sitebeheer aankwam. We gaan nu waarschijnlijk een samenwerkingsovereenkomst maken waarin we dat soort dingen uitdrukkelijk opnemen, maar eigenlijk mag je ervan uitgaan – noblesse oblige – dat uitgerekend een erfgoedvereniging die sites in beheer krijgt en die daarover een samenwerkingsovereenkomst afsluit, die sites beheert als een goede huismoeder of huisvader. Dat is echter niet het geval geweest.
Ik heb ook begrepen dat Herita bezig is met het herbekijken van de aan Open Monumentendag gekoppelde ledenactiviteiten en ledenwerving. Voor deze Open Monumentendag zal het misschien nog wat vroeg zijn. U weet dat ze zijn overgeschakeld naar een gratis lidmaatschap. Persoonlijk heb ik daar vragen bij. Ik heb liever mensen die zich echt engageren, zoals dat gebeurt bij Natuurpunt. Maar natuurlijk, Herita is een vereniging die wij op dat vlak niet bij de hand nemen. Maar ook daaruit zullen conclusies moeten worden getrokken. Ik vind die Open Monumentendag van onschatbare waarde om mensen aan te trekken. Ik zeg dat nu al jaren. Dat is een opportuniteit. Als ik in de zomer ga wandelen in natuurgebieden, kom ik altijd iemand van Natuurpunt tegen die mij voor de zoveelste keer vraagt om lid te worden – ik ben al dertig jaar lid. Maar los daarvan, die mensen zijn actief bezig op de plaatsen waar het hoort met het werven van leden. Zij doen dat ook met succes. Als je op een Open Monumentendag 400.000 mensen kunt mobiliseren die naar erfgoed komen kijken, moet je op termijn toch 10 procent van die mensen kunnen motiveren om lid te worden van een erfgoedvereniging. Dat lijkt mij de evidentie zelf. Ik kan het natuurlijk niet doen in de plaats van die mensen, maar ik hoop dat de boodschap begrepen is.
Ik zal aan de administrateur-generaal vragen om nog eens contact op te nemen voor Horst. Ik denk dat daar alles naar behoren verloopt. We zullen daar nog eens de voelhorens opsteken. De veiligheid primeert daar natuurlijk. Ik heb u gezegd wat de regeling is. Ik ga er ook van uit dat dat behoorlijk wordt nageleefd omdat er een samenwerkingsovereenkomst is met de gemeente Holsbeek. Als men mij dat zegt, neem ik aan dat dat correct verloopt.
De heer Caron heeft het woord.
Minister-president, ik ben het met u eens. Zodra het rapport is opgeleverd, willen we het graag krijgen. Maar ik denk dat een bespreking in deze commissie beter gebeurt nadat u, samen met Herita, de strategische doelen en het kader daarvan hebt uitgetekend en de nieuwe lijnen hebt uitgezet, en wanneer de raad van bestuur het daar ook mee eens is. Dan kunnen we met dat traject kennismaken en aan de directie vragen hoe zij dat zal concretiseren. We kunnen dat bijvoorbeeld in oktober doen, afhankelijk van de timing. Nu kunnen we alleen bij het rapport stilstaan. We kunnen het lezen. De meerwaarde is niet het rapport as such maar de vertaling van het rapport. Ik sluit mij aan bij mijn collega’s en stel voor om het zeker later in het jaar te doen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik heb een misschien vrij naïeve opmerking. Het valt mij altijd op dat de zorg voor het onroerend erfgoed blijkbaar iets is wat de partijpolitiek overstijgt. Dat doet mij zeer veel plezier. We hebben allemaal dezelfde bekommernis: het patrimonium goed beheren en doorgeven aan onze kinderen. Dat is heel belangrijk.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.