Report meeting Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over de thema-audit van Audit Vlaanderen 'Aankoop- en contractbeheer van leveringen en diensten' bij een aantal lokale besturen
Report
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg gaat over een audit die het agentschap Audit Vlaanderen op 9 februari 2017 gepubliceerd heeft over het aankoop- en contractbeheer van leveringen en diensten door lokale besturen. Het rapport op zich is gebaseerd op een doorlichting van het genoemde beheer in twaalf steden en gemeenten, zeven OCMW’s en een provincie. Het geeft deze lokale besturen in het algemeen goede punten voor de kennis en toepassing van de wetgeving op de overheidsopdrachten. Maar de twintig audits resulteren ook in belangrijke werkpunten, onder meer in verband met de opvolging van lopende contracten en hun einddatum, de toewijzing van nieuwe overheidsopdrachten bij aflopende contracten, en het adequate beheer van de uitgaven zodat de mededinging gerespecteerd wordt.
Soortgelijke werkpunten komen in het rapport eveneens naar voren bij overheidsopdrachten voor het afsluiten van verzekeringen. Opgemerkt wordt dat verzekeringscontracten voor lokale besturen “steevast een grote uitgave” zijn, “die de drempelbedragen voor overheidsopdrachten vaak ruimschoots overschrijden”. Toch is de vaststelling dat slechts een kwart van de geauditeerde besturen in de afgelopen periode ter zake een overheidsopdracht heeft uitgevoerd. Bij driekwart van de lokale besturen, aldus het rapport van het agentschap Audit Vlaanderen, “speelde de mededinging dus niet of nauwelijks op het vlak van verzekeringen”.
De auteurs van het rapport verwonderen zich hierover om verschillende redenen. Volgens een ruwe schatting van hen besteden lokale besturen jaarlijks tussen de 50 tot 100 miljoen euro aan verzekeringen zonder echte mededinging. Wordt de mededinging wel toegepast, dan kan dat volgens de auditeurs leiden tot “een besparing die al snel in de miljoenen loopt”. Deze opportuniteit laten de lokale besturen aan hun neus voorbijgaan, net zoals ze een modelbestek van het Agentschap Binnenlands Bestuur om hun risico’s en lopende verzekeringspolissen te laten doorlichten, blijkbaar niet goed kennen en daarom ook nauwelijks gebruiken.
Minister, hoe beoordeelt u de vaststelling dat lokale besturen voor hun verzekeringen de wet op de overheidsopdrachten niet toepassen en de mededinging dus niet laten spelen, terwijl het volgens het agentschap Audit Vlaanderen toch gaat over grote uitgaven die de drempelbedragen voor overheidsopdrachten flink overschrijden? In het rapport blijkt dat 75 procent van de geauditeerde lokale besturen verzekeringscontracten sluiten zonder mededinging. Kan dat percentage geëxtrapoleerd worden naar de 308 Vlaamse steden en gemeenten, aangezien het om een steekproef gaat? De 25 procent lokale besturen die voor hun verzekeringen wél een overheidsopdracht heeft uitgevoerd, realiseerde volgens het rapport effectief een besparing. Kunt u een indicatie geven van de omvang van de mogelijke besparing?
Hebt u een verklaring waarom de lokale besturen het modelbestek van het Agentschap Binnenlands Bestuur voor een doorlichting van hun risico’s en verzekeringspolissen amper kennen en bijgevolg ook niet of nauwelijks gebruiken? Het rapport beveelt onder meer aan dat de Vlaamse overheid, eventueel in samenwerking met koepelverenigingen en bestuursscholen, opleidingen over aankooptechnische en onderhandelingsvaardigheden voor lokale ambtenaren zou organiseren en ook dat ze de lokale besturen zou ondersteunen om op een correcte en efficiënte manier verzekeringsdossiers te gunnen. Wat zult u als minister bevoegd voor het binnenlands bestuur concreet doen om deze aanbevelingen in de praktijk om te zetten?
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, collega Rzoska heeft een en ander omtrent het thema van de vraag geduid, ik zal u dus mijn erg lange inleiding van de schriftelijke versie van mijn vraag om uitleg besparen.
Ik zal stilstaan bij twee belangrijke aanbevelingen van Audit Vlaanderen. De eerste aanbeveling gaat over een overzicht van alle raamovereenkomsten en samenaankoopinitiatieven waaraan lokale besturen, de steden, gemeenten en OCMW’s, kunnen deelnemen. Audit Vlaanderen vraagt om daar meer aandacht voor te hebben en er een toegankelijk overzicht voor op te stellen. Audit Vlaanderen vraagt ook om lokale besturen te ondersteunen om op een adequate manier verzekerings- en voedingsdossiers te gunnen, met uiteraard meer aandacht voor mededinging dan vandaag gebeurt. Men kan bijvoorbeeld voorbeeldbestekken, richtlijnen voor aanvaardbare kostprijzen en dergelijke meer ter beschikking stellen. Dat zijn twee vaststellingen die Audit Vlaanderen doet.
Minister, uit het rapport zelf blijkt dat tien jaar na de inwerkingtreding van het Gemeente- en OCMW-decreet er nog flink wat werk is bij de lokale besturen als het gaat over interne controle en organisatiebeheersing. Ik zie dat ook bij verschillende lokale besturen in mijn regio, niet het minst in mijn eigen stad, ik durf dat grif toegeven. Dat is een decretaal opgelegde taak, maar je merkt toch dat heel weinig besturen daar expliciet aandacht aan besteden en mensen voor vrijmaken om daar op te werken, hoewel het uiteraard winst kan opleveren, zowel financieel als maatschappelijk, ethisch-deontologisch enzovoort.
Je merkt toch dat het veelal gezien wordt als een extra taak, waar dan vanuit de administratie extra volk voor wordt gevraagd, en vanuit de politiek wordt gereageerd: ‘Neem dat er maar bij binnen het bestaande takenpakket.’ De integratie van OCMW en gemeente biedt ook wat dat betreft opportuniteiten, waar we decretale graden hebben die niet meer een functie van secretaris, directeur of financieel directeur zullen kunnen opnemen. Misschien moeten we die mensen een taak bijgeven om de interne controle organisatiebeheersing goed op te volgen. Welke initiatieven kunt u nog nemen om de lokale besturen te helpen bij die organisatiebeheersing? Er is de leidraad, er is het aanbod van Audit Vlaanderen, maar we merken toch dat er een spanningsveld zit tussen vraag en aanbod. Ik weet dat we Audit Vlaanderen niet kunnen uitbreiden met ik-weet-niet-hoeveel personeelsleden om aan alle vragen te voldoen, maar kunnen we op een of andere manier een tandje bij steken?
Uit het rapport blijkt ook dat sommige besturen de regelgeving inzake overheidsopdrachten niet altijd naleven. Dat is toch een belangrijke vaststelling. Je hebt enerzijds de regels, maar als ze niet gevolgd worden, dan kom je er natuurlijk niet ver mee. Daarom mijn vraag: hebt u als toezichthoudende overheid daarover de afgelopen jaren klachten binnengekregen? Van wie gingen die klachten uit? In welke mate hebben die geleid tot schorsingen of vernietigingen van de beslissingen inzake overheidsopdrachten? Wat waren dan exact de problemen die werden vastgesteld met die overheidsopdrachten om tot schorsing of vernietiging over te gaan? Uit het auditrapport blijkt dat heel veel lokale besturen hun facturen niet op tijd betalen. Dat is een bijzondere vaststelling. We merken dat telkens bij de Vlaamse overheid, de federale overheid en blijkbaar ook bij de lokale besturen. Hebt u een zicht op klachten van leveranciers en dienstverleners? Wat betreft de eerste aanbeveling van Audit Vlaanderen, die ik daarnet citeerde: zult u initiatieven nemen om een algemeen overzicht op te stellen van alle raamovereenkomsten en de samenaankoopinitiatieven, en dat beschikbaar stellen op de website of op een webplatform? Dan heb ik het niet alleen over de groepsaankopen, bijvoorbeeld de raamovereenkomst van de Vlaamse overheid. Moeten wij ook een lijntje uitleggen naar de vele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die groepsaankopen stimuleren en naar provinciebesturen die dat doen? Moeten we dat niet op een of andere manier proberen te stimuleren? Audit Vlaanderen suggereert om modelbestekken ter beschikking te stellen aan lokale besturen. Ze staan op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur, maar moeten we daar ook niet een tandje bijsteken om het aantal modelbestekken uit te breiden zodat we ervoor zorgen dat steden, gemeenten en OCMW’s er goedkoper van af kunnen zijn en winst boeken om elders te investeren, en ze alle regels waarin is voorzien, zullen volgen?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, de vragen zijn wel gekoppeld, maar ik ga ze toch apart beantwoorden. De vragen van de heer Maertens zijn net iets globaler, de heer Rzoska haalde er één aspect uit. Ik ga dus beginnen met de antwoorden op de vragen van de heer Maertens.
Collega’s, u weet dat de organisatiebeheersing een permanente opdracht is. Dat is nooit af. Voor lokale besturen is er op dat vlak nog heel veel ruimte voor verbetering. De Vlaamse overheid heeft juist daarom ter ondersteuning van de besturen in 2014 Audit Vlaanderen opgericht, als een onafhankelijk orgaan. Ik vind het belangrijk nog eens te benadrukken dat het een onafhankelijk orgaan is. Het wordt aangestuurd door een auditcomité en niet door de Vlaamse Regering. Het heeft als expliciete opdracht om de lokale besturen te ondersteunen en te helpen bij hun organisatiebeheersing. Sindsdien worden bijvoorbeeld effectief audits doorgevoerd bij de lokale besturen. U kent ze allemaal, er zijn verschillende types van audits. De belangrijkste bevindingen worden samengebracht in globale rapporten.
Er wordt over deze globale rapporten heel wat communicatie verricht en er worden studiedagen over georganiseerd. Deze studiedagen zijn zeer succesrijk. Heel veel lokale mandatarissen en lokale besturen zijn daar aanwezig. Er worden ook goede praktijken uit bepaalde gemeenten toegelicht. Die staan permanent ter beschikking op de webstek van Audit Vlaanderen. Ik denk dat de Vlaamse overheid en Audit Vlaanderen de lokale besturen op die manier substantiële en afdoende ondersteuning aanbieden.
Mijnheer Maertens, sinds 2014 waren er 104 klachten, waarvan 54 van raadsleden, 39 van leveranciers of dienstverleners en 11 van anderen, onder meer burgers. 23 klachten brachten een maatregel van toezicht met zich mee.
De meest voorkomende motieven voor schorsing of vernietiging zijn de schending van het mededingings-, gelijkheids- en transparantiebeginsel, bevoegdheidsproblemen, de onregelmatige beoordeling van offertes, de gebrekkige motivering en de keuze voor onderhandeling zonder bekendmaking.
Ik ontving nog geen klachten over laattijdige betaling van facturen. Ik zal dus de lokale besturen enkel attent maken op het feit dat ze moeten doen wat elke goede huisvader moet doen, namelijk de facturen tijdig betalen.
Zal ik initiatieven nemen om een overzicht op te stellen van de raamovereenkomsten en de samenaankoopinitiatieven? Wie zal ik daar desgevallend bij betrekken? U weet dat binnen de Vlaamse overheid het Agentschap Facilitair Bedrijf onder andere al optreedt als opdrachtencentrale voor tal van zaken, waardoor alle entiteiten die behoren tot het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap hiervan gebruik kunnen maken. Soms staan deze overeenkomsten via hun dienstencatalogus ook open voor lokale besturen. Dit alles is eenvoudig te bekijken op de webstek van het Agentschap Facilitair Bedrijf.
Andere raamovereenkomsten en/of samenaankoopinitiatieven gaan vaak uit van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarbij de gemeente is aangesloten. Mijnheer Maertens, daar hebt u zelf ook naar verwezen. Of ze gaan uit van de provincies, die hiervoor vaak veel reclame maken. Groepsaankoop van energie is hiervan een voorbeeld. De provincies zijn er nogal ijverig in. Ik ben best bereid om mijn administratie eens te laten bekijken of er een mogelijkheid bestaat om hier een globaal overzicht van te bezorgen want ze verschillen natuurlijk per gemeente. Het zal niet evident zijn, maar moeilijke zaken kunnen ook. Nietwaar, mijnheer de administrateur-generaal? We kunnen ook eens de koppen bij elkaar steken om te bekijken of dit niet een opdracht voor de VVSG zou kunnen zijn.
Acht ik het nodig het informatieve luik overheidsopdrachten op de webstek van ABB beter bekend te maken bij de lokale besturen? Zal ik het aantal modelbestekken op die website laten uitbreiden? U weet dat er op de webstekken al een aantal typebestekken beschikbaar zijn: voor het aangaan van leningen, voor het aanstellen van een notaris of een landmeter-expert, voor een consultancy-opdracht ‘verzekeringen’... Indien ik signalen uit het werkveld ontvang, wat tot nu toe nog niet is gebeurd, dat er met betrekking tot een bepaalde materie nood is aan een modelbestek of modeldocumenten, zal ik mijn administratie de opdracht geven om een voorstel te doen. Collega’s, er zijn in deze commissie heel veel mensen die ook lokaal een mandaat hebben. Als jullie een signaal opvangen van het lokale bestuur waarvan jullie deel uitmaken, kunnen jullie het misschien signaleren. Zodra wij een signaaltje krijgen, zullen wij doen wat de lokale besturen van ons vragen.
Mijnheer Rzoska, ik neem uw eerste en uw tweede vraag samen. Hoe beoordeel ik de vaststelling dat lokale besturen voor hun verzekeringen de wet op de overheidsopdrachten niet toepassen? En dan is er het feit dat uit het rapport blijkt dat 75 procent van de geauditeerde lokale besturen verzekeringscontracten sluiten zonder mededinging. Kan dat percentage geëxtrapoleerd worden? Mijnheer Rzoska, u hebt zelf in uw inleiding gezegd dat er een beperkt aantal lokale besturen zijn bevraagd. Extrapolatie zal sowieso zeer moeilijk zijn.
De enige andere mogelijkheid is dat wij vanuit de administratie zelf alle 308 Vlaamse gemeenten bevragen. Ik denk niet dat het verstandig zou zijn om de resultaten van deze audits te extrapoleren naar heel Vlaanderen.
De federale wetgeving inzake overheidsopdrachten is zeer duidelijk: in principe moet de verzekeringsportefeuille om de vier jaar worden aanbesteed of heraanbesteed. Het rapport van Audit Vlaanderen heeft inderdaad bevestigd dat sommige lokale besturen of gemeenten en steden dit niet doen. Dat gebeurt nog te vaak, en het is ook niet nieuw. In de vorige bestuursperiode heeft mijn administratie ter ondersteuning een typebestek voor de aanstelling van een verzekeringsmakelaar opgemaakt en ter beschikking gesteld van de lokale besturen. Deze makelaar heeft een dubbele opdracht: enerzijds de verzekeringsportefeuille van een lokaal bestuur doorlichten, en anderzijds de eigenlijke overheidsopdracht begeleiden. Dit is inderdaad technisch geen gemakkelijke zaak voor de lokale besturen, zeker voor de kleine lokale besturen. Dit typebestek werd toen uitgebreid verspreid en staat vandaag nog steeds op de webstek van het ABB. Bedoeling was én is nog altijd om de lokale besturen aan te sporen en te ondersteunen bij de aanbesteding van hun verzekeringsportefeuille. Ik weet dat ze in Brussel en Wallonië een omzendbrief hebben om de lokale besturen attent te maken op het feit dat er wel degelijk een verplichting bestaat. Maar zij hebben geen typebestek.
Mijnheer Rzoska, kan ik een indicatie geven van de omvang van de besparing in geval van verzekering na overheidsopdracht? De besparing die je wilt realiseren, is natuurlijk afhankelijk van een aantal factoren, bijvoorbeeld de algemene marktsituatie, de hoogte van de premies die men vaak sinds jaren betaalt, en de kwaliteitsgegevens, zoals de aard van de risico’s die moeten worden verzekerd. Iedereen begrijpt dat dit meespeelt in de omvang van de eventuele besparing die kan worden gerealiseerd.
Hoe dan ook, de besparing kan soms aanzienlijk zijn. Ik geef een goedepraktijkvoorbeeld. De burgemeester van de gemeente Londerzeel heeft recent haar verzekeringsportefeuille aanbesteed. Dit is geen één-twee want, mevrouw Sminate, u schrikt er nu zelf van dat ik dit voorbeeld geef. Als ik mij niet vergis, heeft dit toch geleid tot een besparing van ongeveer 40 procent: van 148.000 tot 88.000 euro. Er zijn nog goede leerlingen van de klas. Mijnheer Rzoska, Lokeren is er een van. U woont toch in Lokeren? (Opmerkingen)
Ik kan geen globale indicatie geven. Ik kan er een aantal goede voorbeelden uit halen. Als je ziet dat je alleen al in Londerzeel 40 procent kunt besparen, is dat toch de moeite waard. Ik ben en blijf ervan overtuigd dat lokale besturen, net zoals elke goede huisvader, op geregelde tijdstippen hun verzekeringsportefeuille zeer kritisch moeten bekijken en desgevallend opnieuw moeten aanbesteden.
Heb ik een verklaring, mijnheer Rzoska, waarom de besturen het modelbestek van het ABB voor een doorlichting van hun risico’s en verzekeringspolissen amper kennen en bijgevolg ook niet of nauwelijks gebruiken? U poneert dat in uw vraag, maar ik heb geen indicaties dat veel lokale besturen dit modelbestek niet zouden kennen, en mijn administratie ook niet. Ik zei daarnet al dat er in deze commissie heel veel verantwoordelijken uit de lokale besturen zitten. Ik heb daarnet Londerzeel goede punten gegeven. Ik zal nog andere gemeenten goede punten geven. Mijn eigen stad kan ik natuurlijk niet achterwege laten. In de stad Antwerpen is de verzekeringsportefeuille opnieuw aanbesteed. Lokeren had ik al genoemd.
In Puurs bij collega Van den Heuvel is dat ook gebeurd. In Dilbeek bij collega Segers is dat ook gebeurd. Mijnheer De Loor, zelfs u krijgt een compliment van mij, want ook in Zottegem is het gebeurd.
Mijnheer Rzoska, het rapport beveelt onder meer aan dat de Vlaamse overheid – eventueel in samenwerking met koepelverenigingen en bestuursscholen – opleidingen zou organiseren over aankooptechnische en onderhandelingsvaardigheden voor lokale ambtenaren. Het is vooral de taak van de verschillende, veeleer private spelers die momenteel al opleidingen organiseren, om hiermee verder te doen, zeker opleidingen met betrekking tot de wetgeving overheidsopdrachten. Zij organiseren dat dikwijls met een heel specifieke focus op het juridische aspect in de wetgeving. Om tegemoet te komen aan de vastgestelde nood aan opleidingen waarbij ook aandacht is voor onderhandelingstechnieken, zie ik een rol weggelegd voor de private sector, maar ook voor de provinciale bestuursscholen. De Provinciale Academie voor Urgentiediensten en Lokale Overheden (PAULO) heeft bovendien al een opleiding met voornoemde focus in zijn aanbod opgenomen. Dus ook de provincies doen wat ze nog moeten doen.
Ik of mijn administratie zal zelf geen initiatief nemen om relevante expertise uit de privésector te betrekken. Ik meen dat, nu Audit Vlaanderen deze nood heeft gedetecteerd, de genoemde instanties wel initiatieven zullen nemen om tegemoet te komen aan deze behoefte. Ik heb u al een concreet voorbeeld gegeven.
Collega’s, misschien moeten jullie eens horen bij jullie desbetreffende lokale besturen of jullie het hebben gedaan. Je kunt dan eenvoudig surfen naar de webstek van Agentschap Binnenlands Bestuur, waar je een typebestek kunt vinden. Als jullie ook 40 procent besparen zoals Londerzeel doet, dan is dat een goede tip die in deze commissie werd gegeven, met dank aan de vraagstellers.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik heb nog enkele aanvullende opmerkingen en een concrete vraag. Het einde van uw antwoord verwondert me wat, en ik zal u zeggen waarom. Ondertussen moet u geen extrapolatie meer maken voor de 308, want dat is gebeurd door het gespecialiseerd onderzoeksbureau EBP. De cijfers liggen in het verlengde van wat Audit Vlaanderen heeft vastgesteld. Alle 308 werden bekeken, zowel inzake het lokaal bestuur als het lokale OCMW. Men bevestigt de cijfers. De conclusie blijft dat een op de vier Vlaamse steden en gemeenten, dus net iets minder dan 25 procent – voor de OCMW’s ligt het iets lager, maar niet zoveel – de mededingingsprocedure voor het sluiten van verzekeringscontracten doet.
Wat in de audit opvalt, is dat Brussel relatief goed scoort, 17 van de 19 gemeenten. Wallonië scoort ook iets beter, niet zo hoog als Brussel, men zit daar ongeveer op een op twee. Ik heb eens uitgezocht hoe dat komt. De betrokken minister van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft niet enkel in deze legislatuur, maar ook in de vorige gewerkt met omzendbrieven, met name drie. Men heeft de lokale besturen geattendeerd op de mogelijke besparing.
Minister, ik had gehoopt dat u op het einde zou zeggen: misschien moet ik vanuit mijn bevoegdheid aan de lokale besturen een duidelijk signaal geven dat er een besparing mogelijk is.
Collega Wim Dries van Genk – niet de eerste de beste, hij is voorzitter van de VVSG – heeft gezegd dat de stad Genk een besparing heeft gerealiseerd van 100.000 euro. In een artikel in het Belang van Limburg gaf hij aan dat hij wel bereid is dat met de VVSG te bekijken, omdat hij ook wel inziet dat daar een grote besparing kan gebeuren voor 75 procent van de gemeenten die op dit moment de mededinging en de verzekeringen niet op de juiste manier in de markt zetten, en dus eigenlijk de regels overtreden. Los van uw omzendbrief moet u eens contact opnemen met de voorzitter van de VVSG die er zelf een zeer goede ervaring mee heeft.
Niet langer geleden dan vorige week heeft minister-president Bourgeois in de commissie Algemeen Beleid en Financiën gezegd: “Toen ik in de politiek begon, was het een ongeschreven regel dat gemeentebesturen leenden bij het Gemeentekrediet. Toen ik bevoegd werd, heb ik daarover een paper geschreven om te zeggen dat dit absoluut geen monopolie was, dat gemeenten niet verplicht waren om te lenen bij het Gemeentekrediet. Dat heeft er vervolgens toe geleid dat steeds meer gemeenten in een correct goed bestuur marktbevraging zijn gaan doen, wat ertoe heeft geleid dat de tarieven zijn beginnen te dalen, wat er opnieuw toe heeft geleid dat de markt is opengebroken. Ik verwijs naar het recente nieuws over de verzekeringen bij de lokale besturen: heel wat lokale besturen gaan, bijna op automatische piloot, telkens opnieuw bij Ethias de contracten verlengen, terwijl degenen die de markt openbreken, daar geen onaanzienlijk profijt uithalen.”
Dit heeft de minister-president vorige week in die commissievergadering gezegd. Daarom dring ik aan bij u om wat verder te gaan en eventueel via het systeem van een omzendbrief – en een herhaalde omzendbrief als het resultaat op het terrein achterblijft – de lokale besturen erop te wijzen dat er zoiets bestaat als de wetgeving overheidsopdrachten en dat die regels moeten worden gerespecteerd, maar ook dat uit goede voorbeelden blijkt dat als je de hele verzekeringsportefeuille om de vier jaar in de markt brengt, dit een aanzienlijke besparing oplevert.
De algemene resultaten van de 308 zouden u ertoe moeten aanzetten, en ik hoop dat dat alsnog gebeurt, om op dat vlak een tandje bij te steken.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, over de groepsaankopen en de raamovereenkomsten zegt u dat u bereid bent om het aanbod dat vandaag bestaat vanuit de Vlaamse overheid te versterken met het aanbod dat bij andere spelers bestaat op de markt, zijnde de provincies en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Dat zou echt nuttig zijn. Het zal veel tijd en werkuren uitsparen voor de overheidsopdrachten van al onze diensten in heel Vlaanderen als de gemeenten een concreet overzicht kunnen vinden, en de VVSG daarvoor kan inschakelen als dat hun wens is. Waarom niet? Dat kan de zaak alleen maar verbeteren. Ik hoop dat dit er op vrij korte termijn kan komen.
Mijnheer Rzoska, ik zal u hopelijk gedeeltelijk blij maken. Ik ben geen voorstander van een omzendbrief en ik ga dat ook niet doen, maar ik ben wel bereid om het typebestek – dat staat al sinds 2014 op onze webstek – via de elektronische nieuwsbrief van het agentschap bekend te maken bij de lokale besturen. Ik zal uw zeer goede suggestie om de VVSG hierbij te betrekken, met Wim Dries als een van de belangrijke pionnen van de VVSG, zeker meenemen. We zullen de vraag stellen aan de VVSG om dit met ons op te nemen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, ik ben deels tevreden en ik hoop dat de resultaten op het terrein volgen.
Ik heb dat modelbestek uiteraard bekeken. Het is een zeer goed modelbestek. Op mijn schriftelijke vraag hebt u geantwoord dat het 109 keer is geconsulteerd. Ik vrees dat ik daar zelf een paar keer tussen zat – the proof of the pudding is in the eating. Het is niet omdat je het consulteert, dat je het ook gebruikt. Ik hoop samen met u dat we de lokale besturen daartoe kunnen bewegen, omdat het hun geen windeieren legt. We blijven dit verder opvolgen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.