Report meeting Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over de stand van zaken in het dossier van de benoeming van de burgemeester van Linkebeek
Vraag om uitleg over de actuele ontwikkelingen met betrekking tot de benoeming van een burgemeester in Linkebeek
Report
De heer Segers heeft het woord.
Minister, daar gaan we weer met Linkebeek. De hele historiek van deze carrousel is al meermaals aan bod gekomen in deze commissie en zal ik dan ook niet herhalen. Vertrekkende van de laatste tussentijdse verkiezingen van oktober 2015 is nog eens een draai gegeven aan die carrousel.
U hebt Damien Thiéry opnieuw niet benoemd. Daarop is een beroep aangetekend bij de Raad van State. In 2017 is dat beroep verworpen door de Algemene Vergadering van de Raad van State en is uw weigering om Damien Thiéry te benoemen tot burgemeester van Linkebeek definitief bevestigd.
Blijkbaar besefte de Franstalige meerderheid in Linkebeek toen dat Damien Thiéry tijdens deze bestuursperiode niet meer benoemd zou geraken, want zij droeg schepen Ghequiere voor als burgemeester. Tegelijkertijd vonden de Franstaligen in de gemeenteraad het nodig om de minister en eigenlijk ook alle Vlamingen nog eens te provoceren door op de gemeenteraad met de heer Ghequiere, in afwezigheid van Damien Thiéry als voorzitter, de gemeenteraadsleden in het Frans te laten debatteren.
Intussen hebt u de heer Ghequiere niet benoemd als burgemeester. Via de pers vernamen we dat tijdens de gemeenteraad van Linkebeek van 8 mei een nieuwe kandidaat is voorgedragen, mevrouw Valérie Geeurickx, de zoveelste in rij.
Minister, wat waren de precieze motieven om de heer Ghequiere niet als burgemeester te benoemen?
Had u in de tussenperiode ook contact om eventueel een nieuwe voordracht te bekomen vanuit de gemeenteraad van Linkebeek?
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, de feuilletonschrijvers van Linkebeek blijven creatief. Het is nog geen Familie of Thuis, maar het blijft wel duren. Het is een beetje zoals bij het tennis: de forehand komt van Linkebeek en de dankbare backhand komt van de minister. De heer Ghequiere is uit de match geslagen en nu wordt mevrouw Geeurickx in het script gebracht.
Minister, wat zal de volgende episode zijn? Wat is de stand van zaken in het dossier van de benoeming van de burgemeester van Linkebeek? De heer Thiéry geraakt dankzij de zesde staatshervorming niet meer in het scenario. Hoe ver staat het dossier van de nieuwe draaimolenkandidaat? Of is er toch hoop dat de carrousel zou kunnen stoppen?
Wanneer kunnen we de bevindingen van de Raad van Europa en van de delegatie daarvan kennen? Zij zijn wel objectief, maar hun passage hier was wel kort voor een inleefreis. Wat is daar de stand van zaken?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij de vorige sprekers. Wat dat laatste aspect betreft, heb ik in een vorige vraag om uitleg al gevraagd naar dat rapport van de Raad van Europa. U hebt toen gezegd dat dat pas in de herfst zou worden opgeleverd, maar u zult deze vraag wellicht zelf veel beter kunnen beantwoorden dan ik.
Gisteren is inderdaad een nieuwe episode toegevoegd aan de soap-Linkebeek door de nieuwe voordracht van mevrouw Geeurickx die alleen door de Franstalige partij in Linkebeek werd gesteund. Die voordracht volgt inderdaad op de volgens mij terechte weigering van u om de eerder door de Franstalige meerderheid voorgedragen Yves Ghequiere niet te benoemen omdat die het nodig vond om als tijdelijk gemeenteraadsvoorzitter tijdens de gemeenteraad van Linkebeek van 6 maart jongstleden toe te staan dat er Frans werd gesproken, goed wetende dat dit uiteraard in overtreding is met de Vlaamse decreetgeving.
Tijdens de vorige vraag om uitleg die ik u stelde op 14 maart hebt u geantwoord dat u de gouverneur van Vlaams-Brabant opdracht had gegeven om een gesprek aan te gaan met de heer Ghequiere over zijn passiviteit aangaande het systematisch Franstalig optreden van zijn fractiegenoten tijdens de gemeenteraad in Linkebeek.
Intussen blijft nog altijd het Vlaamse oppositieraadslid Eric De Bruycker in functie als ontslagnemend burgemeester. Iedereen begrijpt dat dit een onhoudbare, een onwerkbare situatie is en dat daar inderdaad, al was het maar ten bate van de inwoners van die gemeente, dringend verandering in moet komen en dringend duidelijkheid moet worden gegeven in dit dossier.
Minister, kunt u wat meer uitleg geven bij de niet-benoeming van de heer Ghequiere? Heeft het gesprek tussen de gouverneur en de heer Ghequiere inderdaad plaatsgevonden en wat waren desgevallend de conclusies?
Hoe zult u reageren op de voordracht van mevrouw Geeurickx gisteren? Maakt u zich sterk dat deze dame, in tegenstelling tot de heer Thiéry en de heer Ghequiere, wel de taalwetten zal naleven in Linkebeek?
Welk gevolg geeft u aan het feit dat in weerwil van de Vlaamse decreetgeving tijdens de gemeenteraden van Linkebeek de voorbije maanden illegaal het Frans werd gehanteerd?
Op welke wijze zult u de toepassing van de wetgeving door de Linkebeekse gemeenteraad garanderen?
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s, ik zal, zoals het hoort, alle vragen beantwoorden, maar ik kan natuurlijk niet om de actualiteit van gisteren heen. De meeste vraagstellers hebben ook verwezen naar wat er gisteren tijdens de gemeenteraad van Linkebeek is gebeurd.
Ik zal de vragen gebundeld beantwoorden, want ze overlappen elkaar een beetje. Ik zal beginnen met de vragen over de niet-benoeming van de heer Ghequiere tot burgemeester van Linkebeek.
Op 21 april 2017 heb ik het niet-benoemingsbesluit van de heer Ghequiere ondertekend. Welke motieven hebben nu precies geleid tot de niet-benoeming van de heer Ghequiere tot burgemeester? De heer Ghequiere is als waarnemend voorzitter van de gemeenteraad tijdens de gemeenteraadszitting van 6 maart 2017 niet opgetreden tegen het gebruik van het Frans door drie gemeenteraadsleden bij het bespreken van een agendapunt. Dit is niet conform de regelgeving en de rechtspraak. Een vergadering van de gemeenteraad wordt volgens de bestuurstaalwetgeving aanzien als een binnendienst waar alleen de Nederlandse taal gebruikt mag worden, ook in de faciliteitengemeenten zoals Linkebeek. Dus kunnen de mandatarissen van die gemeenten, zowel de burgemeester en de schepenen als de raadsleden – het is heel belangrijk om die drie verschillende categorieën hier op te sommen – bij de uitoefening van het bestuur alleen het Nederlands gebruiken. Mondelinge tussenkomsten in de gemeenteraad moeten dus in het Nederlands gebeuren, ook door gemeenteraadsleden. Ik vind het heel belangrijk om tot tweemaal toe te herhalen dat dit ook geldt voor gemeenteraadsleden.
De voorzitter van de gemeenteraad is belast met de handhaving van de orde in de gemeenteraad. Dat weet u allemaal, want velen onder u zijn actief op lokaal niveau. Hij of zij moet dus optreden wanneer anderen zich schuldig maken aan onwettig taalgebruik. De heer Ghequiere heeft dat tijdens die bewuste zitting niet gedaan, hij zat daar als waarnemend voorzitter van de gemeenteraad. Hij handelde daardoor in strijd met de bestuurstaalwetgeving, de omzendbrieven-Peeters en -Keulen en de vaste rechtspraak hierover van de Raad van State.
Op 28 maart 2017 had de gouverneur van Vlaams-Brabant een gesprek met de heer Ghequiere over deze kwestie. De belangrijkste conclusie van dit gesprek was het feit dat de heer Ghequiere duidelijk had aangegeven dat hij dezelfde houding zou blijven aannemen in de toekomst en dus niet zou optreden wanneer gemeenteraadsleden Frans spreken tijdens de gemeenteraad.
U kunt zich wel voorstellen dat dit relaas maar ook de hele houding van de heer Ghequiere mij alles behalve vertrouwen inboezemde en helemaal niet te rijmen valt met het gedrag dat men van een openbare gezagsdrager mag verwachten. Vandaar mijn beslissing om de heer Ghequiere niet te benoemen.
Wat de situatie na de niet-benoeming van de heer Ghequiere betreft, ga ik even in op de actualiteit, meer bepaalde de gemeenteraad van gisteren. Gisteren is tijdens de gemeenteraad mevrouw Geeurickx voorgedragen als kandidaat-burgemeester. De gemeenteraad heeft dat gisteren gedaan op basis van artikel 13bis van de nieuwe Gemeentewet en heeft de voordrachtakte van mevrouw Geeurickx bij stemming bevestigd. Vanaf deze stemming is de kandidaat-burgemeester de zogenaamde aangewezen burgemeester en oefent zij alle functies uit die aan een burgemeester zijn toevertrouwd.
Nu volgt er een periode van zestig dagen om een beslissing te nemen tot een al dan niet benoeming. Tijdens die periode wordt de gewone procedure gevolgd. Zodra we een voordrachtakte hebben ontvangen – uiteraard heb ik die nog niet – worden de gebruikelijke adviezen ingewonnen van de procureur, de gouverneur enzovoort.
Mijnheer Janssens, ik kan natuurlijk niet vooruitlopen op de zaken. Laten we die periode afwachten. Ik moet ook eerst de voordrachtakte ontvangen en de adviezen krijgen van de instanties die ik net heb opgesomd. Ik zal dan ook niet ingaan op hypothetische vragen, maar iets in mij zegt dat dit debat nog verder zal worden gevoerd in dit parlement. Dat kan natuurlijk pas nadat we kennis hebben van alle zaken die hier belangrijk zijn.
Collega’s, wat het taalgebruik in de gemeenteraden betreft, wil ik toch wijzen op het feit dat mijn houding altijd dezelfde is geweest. Ik speel altijd zeer kort op de bal door meteen het desbetreffende agendapunt op te vragen en uitleg te vragen aan het college van burgemeester en schepenen of aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Indien het gaat om een werkelijke beslissing en geen loutere kennisname van bijvoorbeeld verslagen en indien de Franstalige tussenkomst de beslissing en/of de stemming beïnvloed heeft, kan ik optreden en de beslissing in kwestie vernietigen.
Mijnheer Janssens, wat de vraag over tucht betreft, kan ik u meegeven dat een tuchtprocedure enkel mogelijk is indien de burgemeester of de schepenen zich in hun ambt schuldig maken aan kennelijk wangedrag of grove nalatigheid. Dat staat zo in artikel 71 van het Gemeentedecreet.
Tegen gemeenteraadsleden en de voorzitter van de gemeenteraad is een tuchtprocedure niet mogelijk en in dezen is dat dus ook absoluut niet aan de orde.
Wat het bezoek van de Raad van Europa betreft, weet u – de heer Doomst heeft er al naar verwezen – dat de delegatie op bezoek is geweest in ons land op donderdag 2 en vrijdag 3 februari. Op hun programma stonden een aantal ontmoetingen gepland, onder andere met de heer Thiéry, met een aantal Franstalige gemeenteraadsleden uit de Vlaamse Rand, met de heer Rik Otten en met mijzelf. Ik heb de delegatie op vrijdagnamiddag 3 februari 2017 ontvangen.
Ik heb hen nogmaals – het was niet de eerste keer – mijn standpunt inzake deze problematiek zeer uitvoerig meegedeeld, zoals mijn voorganger en ik dit in het verleden al meermaals hebben gedaan.
Ook al had ik het Congres op 23 juni 2016 een zeer uitvoerige brief gestuurd, waarin ik het ontstaan van de taalwetgeving en het taalgebruik in de faciliteitengemeenten schets en mijn redenen voor de niet-benoeming van de heer Thiéry vermeld, toch zijn ze nog eens op bezoek gekomen. Ik, de vriendelijkheid zelve, ben natuurlijk ingegaan op hun uitnodiging tot een ontmoeting.
De twee rapporteurs en de expert zullen een ontwerprapport opstellen, dat zal worden besproken tijdens de samenkomst van het Monitoring Comité van het Congres in juni 2017. Vervolgens zal het ontwerprapport tijdens de herfstzitting van het Congres – inderdaad, mijnheer Janssens, in de herfst – van 18 tot 20 oktober 2017 worden besproken.
De heer Segers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting en voor de historiek die u over uw beslissing om de heer Ghequire niet te benoemen, hebt gegeven. Ik denk dat u opnieuw – we moeten het telkens opnieuw bevestigen – de juiste, kordate en juridische beslissingen hebt genomen. U hebt net omschreven wat aan de grondslag lag. Ik denk dat dat volledig terecht is, dank daarvoor.
Wat de passage over het tuchtsanctierecht en de tuchtsancties betreft, denk ik dat er toch eens moet worden bekeken of de functie van voorzitter, gemeenteraadsvoorzitter kan worden opgewaardeerd en daaraan een belangrijke functie kan worden gegeven. Misschien is het mogelijk om in de toekomst te overwegen om de regelgeving daaromtrent aan te passen? Het kan immers niet zijn – en in heel wat lokale besturen is het niet de burgemeester die gemeenteraadsvoorzitter is – dat je die persoon deze functie geeft, terwijl hij op dat moment eigenlijk niet beantwoordt aan het tuchtsanctierecht en wel gedrag kan tonen dat niet wettelijk is. We moeten er met z’n allen eens goed over nadenken of dit in de toekomst niet moet worden aangepast.
Ten slotte: de beslissing van gisteren is uiteraard recent. We wachten de komende periode af. Uiteraard zal dit een vervolg krijgen. Dan hoort u ons wel.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting. Je voelt in Linkebeek dat het wanhoopssfeertje begint te groeien. Het toneelgehalte wordt met de maand groter. Het orkest speelt voort, maar de boot is toch wel duidelijk aan het zinken in Linkebeek.
Het is spijtig voor de democratie dat dat moet gebeuren. We zullen inderdaad uitkijken wat dat geeft met de nieuwe kandidaat, waarvan we toch horen dat hij FDF-handpop-allure zou kunnen hebben. We hopen dat we, aangezien het een vrouwelijke kandidate is, een beroep zullen kunnen doen op de vrouwelijke intuïtie.
Vanuit het parlement zullen we dat, samen met u, grondig blijven opvolgen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, die niet-benoeming van de heer Ghequiere was inderdaad terecht. Ik denk dat alles erop zal wijzen dat ook die derde voordracht die nu gebeurt sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in de persoon van Valérie Geeurickx dezelfde weg op zal gaan. Het is gewoon een volgende stap in de strategie van de aanhoudende provocaties van de Franstaligen. Vijf jaar na de gemeenteraadsverkiezingen heeft men nog geen enkel goed bestuur gehad. Men gaat trouwens helemaal dezelfde weg op als de vorige legislatuur, want eigenlijk is die heisa al bezig sinds 2007.
De spilfiguur in deze materie is de terugkerende persoon van de heer Thiéry. Het heeft voor mij dan ook een bittere smaak – en ik kan mij niet inbeelden dat het voor u anders zou zijn – dat deze man, die deel uitmaakt van de federale meerderheid in de Kamer, als MR-kamerlid, geacht wordt een coalitie te vormen met uw partijgenoten en goed met hen samen te werken, terwijl hij er anderzijds alles aan doet om in Linkebeek, een Vlaamse gemeente, keet te schoppen en ook wel met de voeten te rammelen van de bevoegde minister, die ook een N-VA’er is. Minister, het is voor mij dus een raadsel hoe uw partij met deze man tot een goede samenwerking komt op het federale niveau. Minister, hebt u uw federale collega-ministers daar al eens op aangesproken? Hebt u premier Michel daar al eens op aangesproken? Want het kan toch niet dat een lid van die federale meerderheid, die geacht wordt aan communautaire stilte te doen, een onruststoker in de Vlaamse Rand zomaar ongemoeid laat?
De heer Van Eyken heeft het woord.
Minister, voorzitter, collega’s, ik wil even terugkomen op de reden – de vraag is gesteld – waarom Yves Ghequiere niet benoemd is geweest. U zegt dat dat is omdat hij heeft toegelaten dat er Frans is gesproken op de gemeenteraad. Minister, u hebt in uw antwoord verwezen naar de twee delen. Er is een arrest van het Grondwettelijk Hof van 1998, als ik mij niet vergis, dat zegt dat collegeleden, burgemeester en schepenen geen Frans mogen spreken op de gemeenteraad, geen toelichtingen mogen doen. Ik was toen burgemeester in Linkebeek. De reden was dat in die tijd de punten werden toegelicht in de twee talen, met uiteraard voorrang aan het Nederlands.
In dat arrest van het Grondwettelijk Hof staat wel duidelijk dat gemeenteraadsleden er niet toe gehouden zijn om enkel in het Nederlands te spreken, dat ze een andere taal mogen gebruiken, voor zover – en zoals de minister het heeft gezegd – dat geen invloed heeft op de stemming noch op de beslissing. Men kan zeggen dat we hier met woorden spelen. Maar mijn vraag is, minister: waren de betogen van die drie gemeenteraadsleden dusdanig dat ze een invloed hebben gehad op de beslissingen die daarna al dan niet werden goedgekeurd? Heeft dat al dan niet bijgedragen tot de beslissing? Daar ligt de nuance die het Grondwettelijk Hof in 1998 heeft gesteld. Dat is een vraag die we ons kunnen stellen. Want het is dus niet waar dat je geen Frans mag spreken. Je mag wel Frans spreken, voor zover het geen invloed heeft op de stemming of op de beslissing.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Van Eyken, ik begin met uw toch wel zeer bizarre – als ik het zo mag zeggen – vraag. Ik vind het zeer opmerkelijk dat u als lid van dit Vlaams Parlement eigenlijk in vraag stelt of Linkebeek nu ja of nee een Vlaamse gemeente is. Het antwoord op die vraag is voor mij heel duidelijk: ontegensprekelijk ja. Het is weliswaar een Vlaamse gemeente met faciliteiten, maar alle Vlaamse wetgeving – taalwetgeving enzovoort – is van toepassing.
U haalt er een arrest van het Grondwettelijk Hof van eind jaren 90 bij. Mijnheer Van Eyken, u weet wellicht ook wel dat de overwegingen die gemaakt zijn in dat arrest van het Grondwettelijk Hof, ook gebruikt zijn voor de Raad van State. De Raad van State heeft systematisch al die argumenten overboord gegooid en heeft er nooit rekening mee gehouden.
Ik denk dat we het er in het Vlaams Parlement over eens zijn – maar het is natuurlijk wel uw democratisch recht om dat niet te zijn – dat we er als Vlaams Parlement en als Vlaamse Regering op moeten toezien dat alle decreten – het maakt niet uit of het nu voorstellen of ontwerpen zijn geweest –, dat de Vlaamse regelgeving wordt nageleefd over het hele grondgebied, zeker ook in de faciliteitengemeenten.
Mijnheer Doomst en andere collega’s, ik ben het er samen met u over eens dat dit een zeer slecht theater is. Het is niet de eerste keer dat ik dat heb gezegd. Wij worden elke keer opnieuw met een provocatie geconfronteerd als over het Linkebeek gaat. U weet – maar ik wil er u nog eens aan herinneren – dat ik in het verleden geprobeerd heb voor pacificatie te zorgen door de heer Ghequiere zelf voor te dragen. Hij heeft dat dan geweigerd enzovoort.
Ik zal niet vooruitlopen op de zaken. Ik kan dus geen uitspraken doen over wat er nu met de voordracht van mevrouw Geeurickx zal gebeuren.
Maar ik wil benadrukken voor iedereen hier aanwezig, voor zover dat nodig is – ik kijk heel expliciet in de richting van de heer Van Eyken –: wat mij betreft, dienen alle, maar dan ook alle wetten in Linkebeek te worden nageleefd. Ik zal de eerste zijn om in te grijpen wanneer dat niet gebeurt. Linkebeek is Vlaams en zal een Vlaamse gemeente blijven.
De heer Segers heeft het woord.
Ik wil graag even reageren op uw betoog, mijnheer Van Eyken. Het is inderdaad zo – u hebt dat in de plenaire vergadering ook al gedaan, toen deze kwestie weliswaar nog in een andere draai in de carrousel aan de orde kwam – dat u altijd probeert om de zaken om te draaien.
Ik zie hier collega’s uit diverse provincies zitten. Ik besef ten volle dat zij zeggen: ‘Wat zijn ze in de Rand nog aan het lummelen over een paar woorden Frans in de gemeenteraad?’ Maar het is potverdorie Vlaamse wetgeving! U moet de zaken niet omdraaien. Laat ons dat ten minste respecteren. Het is al moeilijk genoeg om degelijk bestuur te hebben.
De collega gaf het reeds aan: we zitten daar al vijf jaar – en eigenlijk nog een legislatuur erbij – met een gemeente die op een onbehoorlijke manier wordt bestuurd. Laat ons tenminste zoeken naar de juiste manier om dit op te lossen. Ik denk dat de minister hier het recht volledig aan haar kant heeft en daarin recht door zee handelt.
In die context, mijnheer Janssens, wil ik u zeggen dat de minister níét met haar voeten laat rammelen. Ik denk dat ze dat in de huidige legislatuur ondertussen al een paar keer degelijk heeft bewezen.
We volgen deze zaak uiteraard heel erg op. Want Linkebeek, en zeker de inwoners ervan, verdienen beter.
De heer Doomst heeft het woord.
We moeten rustig en kordaat de weg volgen. Je voelt heel duidelijk dat het net zich sluit en dat het alleen maar het konijn is dat nog spartelt.
De heer Janssens heeft het woord.
Mijnheer Van Eyken, indien u de argumenten die u aanhaalt niet verkocht krijgt aan de nochtans tweetalige kamer van de Algemene Vergadering van de Raad van State, dan zult u hier in dit Vlaams Parlement niemand kunnen overtuigen van het gelijk dat u daarmee tracht te halen.
Minister, willens nillens: opnieuw rendez-vous over uiterlijk zestig dagen. U hebt niet op mijn vraag geantwoord, dus doe ik een hernieuwde oproep om dit dossier ook op de tafel van de Federale Regering te leggen. Want ik vind het echt ongehoord en ongepast dat men dergelijke provocaties vanuit het federale niveau met lede ogen aanziet, terwijl men tegelijkertijd met diezelfde persoon, de heer Thiéry, in een coalitie zit.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.