Report meeting Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Report
De heer Van Grieken heeft het woord.
Voorzitter, ik zal kort de geschiedenis schetsen.
Minister-president, op de vergadering van het Overlegcomité van 24 juni 2015 hebt u aan de Federale Regering gevraagd werk te maken van het stemrecht voor Belgen in het buitenland voor de deelstaatparlementen. Op donderdag 9 februari stond er een ontwerp van bijzondere wet van de ministers Jambon en Reynders op de agenda van de Kamer waarin onder meer een noodzakelijke nieuwe definitie werd gegeven van hoedanigheid van kiezer van de deelstaten. In het ontwerp werd ook het stemrecht geregeld van Vlamingen in het buitenland die willen stemmen voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement.
De Federale Regering wilde om dit toe te laten de bijzondere wet van 8 augustus 1980 wijzigen. Zoals dat gaat met bijzondere wetten, is er een bijzondere wetswijziging nodig en is er een meerderheid nodig binnen elke taalgroep. Wonder boven wonder waren de Franstaligen het er niet mee eens. De regering heeft ook geen meerderheid langs Franstalige kant. Na een lang debat in de Kamer werd het ontwerp ingetrokken.
De kwestie regelen in een Belgische context – wat het parcours is van de grootste meerderheidspartijen binnen deze regering – draaide uit op een ‘njet’. Surprise, surprise. Zou het niet logisch zijn, conform de institutionele hervormingen, dat Vlaanderen zelf ter zake zou kunnen beschikken over constitutieve autonomie om de kwestie van het stemrecht van Vlamingen in het buitenland voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement naar eigen inzichten te regelen?
De vijf Vlaamse resoluties van 1999 spraken zich reeds uit pro constitutieve autonomie. Zelfs in een flauwe Octopusnota van 2008 werd gepleit voor een uitbreiding van de deelstaten om de verkiezingen van de eigen instellingen te regelen.
In een recenter verleden, tijdens de vorige legislatuur, pleitte u ervoor om voor de organisatie van het stemrecht van de Vlamingen in het buitenland de constitutieve autonomie te gebruiken. Op 20 juni 2012 hield toenmalig Kamerlid en huidig Vlaams minister Ben Weyts in de Kamer volgend pleidooi: “De logica zou zijn de deelstaten constitutieve autonomie te geven, zodat Vlaanderen en Wallonië, elk voor zich, de organisatie van de eigen verkiezingen in binnen- en buitenland kunnen beslissen. Constitutieve autonomie is een zaak die alle Vlaamse partijen voorstaan.” Jan Jambon verweet de Vlaamse partijen van de regering-Di Rupo toen dat ze geen doorbraak forceerden daaromtrent. Toen dit recent in de Kamer werd behandeld, was er een oud-N-VA’er die de N-VA op de korrel nam en vroeg hoe het nu zit. Minister Jambon, die de Vlaamse partijen in het verleden weinig daadkracht verweet, kwam nu af met dit antwoord op zijn oud-partijgenoot: ‘Ieder diertje zijn pleziertje.’ Naar dat niveau zijn we intussen gezakt als het gaat over het enige voor mij legitieme parlement, het Vlaams Parlement, dat in staat zou kunnen zijn om de eigen verkiezingen te organiseren.
Minister-president, werd door de Federale Regering op enigerlei wijze overleg gepleegd met Vlaanderen betreffende de kwestie van het stemrecht voor Vlamingen in het buitenland voor het Vlaams Parlement? Op welke manier, met wie, en welk standpunt werd daarbij namens Vlaanderen ingenomen? Heeft de Vlaamse Regering inspraak gevraagd in de regeling van deze kwestie? Wat is het standpunt van de regering met betrekking tot het feit dat de Federale Regering de kwestie van het stemrecht van mensen in het buitenland voor deelstaatparlementen nu op Belgisch niveau wil regelen via een aanpassing van de bijzondere wet, terwijl het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering in het verleden reeds duidelijk standpunt hebben ingenomen pro constitutieve autonomie, dus voor de bevoegdheid om de eigen instellingen te regelen? Zal de Vlaamse Regering – gevolg gevend aan de wil van een grote meerderheid hier – initiatieven nemen om de constitutieve autonomie ter zake op te eisen? Welke initiatieven zullen de Vlaamse Regering en de minister-president in dit verband nemen, zo er geen andere initiatieven genomen worden. Zo neen, waarom niet?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Van Grieken, zoals u zelf hebt aangetoond, heb ik in deze uitvoering gegeven aan de resolutie van het Vlaams Parlement. Deze vraagt ons om er bij de Federale Regering op aan te dringen het regionale stemrecht voor Vlamingen in het buitenland met gepaste spoed te regelen en er in het Overlegcomité bij de Federale Regering op aan te dringen om zo spoedig mogelijk het stemrecht voor Vlamingen die in het buitenland wonen, uit te breiden tot de regionale verkiezingen. Ik heb dat ook gedaan. Ik heb het dossier tweemaal op het Overlegcomité gebracht: een keer op 24 juni 2015 en een keer op 28 oktober 2015. Het resultaat van deze bespreking was dat er is afgesproken dat het federale niveau ons op de hoogte zou houden, dat ze de deelstaten zou informeren over de stand van zaken in dit dossier. Dat is niet gebeurd.
Het federale niveau heeft wel een ontwerp van bijzondere wet strekkende tot het verlenen van dat stemrecht, ingediend in de Kamer.
Op het laatste Overlegcomité van 20 februari is erop gewezen dat de Federale Regering de afspraak met betrekking tot het informeren van het Overlegcomité niet is nagekomen. En intussen ontvingen wij een uitnodiging voor een informatievergadering over dit dossier op 10 maart.
Er was, zoals u weet, een ontwerp van bijzondere wet ingediend door de Federale Regering. Dat is op 3 februari in de bevoegde commissie besproken en op 9 februari in de plenaire vergadering. Maar dit is volgens mijn informatie on hold gezet omdat het ernaar uitzag dat de bijzondere meerderheid die vereist is voor dit ontwerp van wet niet zou worden gehaald.
In tegenstelling tot uw regering, die de resolutie van het Vlaams Parlement nakomt, heb ik vastgesteld, mevrouw Turan, dat uw partij de resolutie die u mee hebt ingediend en goedgekeurd en die eenparig is goedgekeurd door het Vlaams Parlement, niet steunt. Ik lees tot mijn verrassing dat de heer Alain Top zegt dat wij alleen maar bevoegd zijn voor lokale aangelegenheden, dat wij niet betrokken zijn bij Vlamingen in het buitenland enzovoort, en dat het dus geen pas geeft om over te gaan tot het verlenen van stemrecht aan Vlamingen in het buitenland.
Hoe dan ook hoop ik dat het overleg dat wordt gehouden, er eventueel toe kan leiden dat ook aan Franstalige kant – want we hebben die dubbele meerderheid nodig – eventueel mensen kunnen worden overtuigd. En het is correct dat de Federale Regering de informatie die ze had beloofd, niet heeft gegeven. Iedereen weet natuurlijk waarover het gaat: het is een ontwerp van wet en dat strekt ertoe dat stemrecht te verlenen. Zoveel duidelijkheid kun je daar niet bij geven tenzij je er in politieke gesprekken kunt toe komen om andere mensen te overtuigen, wat ik nog altijd hoop.
Mijnheer Van Grieken, voor de rest kan ik heel duidelijk zijn. De resolutie is van 1999 en de Octopusnota van 2008 en daarin wordt inderdaad gesteld dat er een uitbreiding moet komen van de constitutieve autonomie, maar u zult net als ik gelezen hebben in de parlementaire verslagen van de Kamer dat daar ook nu geen bijzondere meerderheid voor voorhanden is. Ik verwijs daarvoor naar de verklaringen van Jan Jambon en de heer Cheron op dat vlak. Dat betekent niet dat de regering die vraag tot constitutieve autonomie zou loslaten maar ook daar is er op dit moment geen bijzondere meerderheid om te komen tot de uitbreiding van de constitutieve autonomie.
De heer Van Grieken heeft het woord.
Minister-president, ik ben uiteraard een beetje teleurgesteld door uw antwoord. U probeert de aandacht af te leiden door het merkwaardig stemgedrag van de socialisten onder de aandacht te brengen. U zegt dat u erin berust dat we die dubbele meerderheid nodig hebben. U blijft maar denken in die Belgische context. Toen u echter nog parlementslid was in de federale Kamer – wanneer u dus gewoon oppositieraadslid bent – was u een vurig pleitbezorger van die constitutieve autonomie. Dan kan het niet snel genoeg gaan en moet Vlaanderen daadkracht tonen. Maar wanneer u de cruciale posten bezet – minister-president van Vlaanderen – wanneer uw partij de minister van Binnenlandse Zaken levert, wanneer Ben Weyts minister is, dezelfde pleitbezorgers van die constitutieve autonomie, blijft u maar in dat verzand België verder aanmodderen. U berust in die Belgische standstill.
Misschien toch een tweede poging, al vrees ik dat het vruchteloos zal zijn, met de vraag of u misschien andere initiatieven zou kunnen nemen om vanuit dit Vlaams Parlement een beetje meer haar op uw tanden te tonen en te laten zien dat die Vlaamse leeuw nog kan klauwen. Wanneer u uw parlement serieus neemt, dan is het toch maar de evidentie zelve dat de onderdanen van Vlaanderen kunnen stemmen voor dit parlement. Dat dit nu al zo lang aansleept, is onbegrijpelijk. Dat krijgt u niet alleen aan geen enkele Vlaams-nationalist maar aan geen enkele Vlaming uitgelegd.
We zijn natuurlijk blij dat men ons vervoegt in de oproep die hier al zo vaak is gebeurd.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Mijnheer Van Grieken, ik denk dat u uw pijlen verkeerd richt. Ik sluit me aan bij wat de minister-president heeft gezegd. Het gaat niet zozeer over de constitutieve autonomie, nog los van het feit dat daar ook een aantal wetswijzigingen voor nodig zullen zijn, het gaat vooral over de vraag of dat stemrecht er al dan niet zal doorkomen. Het is volledig geblokkeerd, maar zal hopelijk gedeblokkeerd geraken op het parlementaire niveau. De minister-president heeft zijn inspanningen ter zake goed uitgelegd en blijft die onverdroten voortzetten.
Het is uiteraard dan ook spijtig dat bepaalde partijen er hier een dubbelzinnige houding op nahouden waaronder Groen. De heer Vanbesien ging onmiddellijk akkoord om de resolutie te ondertekenen, maar ik heb de heer Calvo toch al andere zaken horen vertellen. Maar niet het minst het parlementslid van sp.a komt duidelijk te zeggen dat Belgen in het buitenland niet het recht zouden moeten krijgen om te stemmen over zaken die eigenlijk toch wat kerktorenmentaliteitbegrippen inhouden. Ik betreur dat ten zeerste, u moet dat maar eens gaan uitleggen aan de duizenden expats in het buitenland die bezorgd zijn over onderwijs, welzijn en cultuur en die dat mee willen volgen en daar mee een invloed op willen uitoefenen. Nogmaals, ons parlement behandelt hier zaken die op hetzelfde niveau staan als aan de overkant. Ik betreur dan ook ten zeerste dat sp.a hier het geweer van schouder verandert naargelang het parlement waarin zij zitten.
Tot slot wil ik erop wijzen dat onze resolutie kamerbreed is ondertekend, ook door Groen en sp.a.
Voorzitter, u hebt net gezegd dat wij het goed vinden dat dit hier nog eens onder de aandacht komt, maar de tijd dringt: nog een kleine twee jaar en de zaak moet geregeld zijn. Ik hoop dat de inspanningen die in het verleden al zijn gebeurd en die worden voortgezet door de minister-president, zullen lonen. We hebben er allemaal baat bij om er via onze partijkanalen op aan te dringen dat dit onverdroten wordt voortgezet.
De heer Kennes heeft het woord.
We hebben in dit Vlaams Parlement allemaal aan dezelfde kar getrokken. Het parlement heeft dat gedaan en de regering doet dat ook. Ik denk dat het probleem zich daar niet voordoet. Het doet zich ook niet voor op het niveau van de regeringen. Het is duidelijk een kwestie van een parlementaire meerderheid te vinden.
De Federale Regering moet dan extra middelen inzetten om de meerderheid ook te vinden. Het is zeer moeilijk om die van buiten uit te vinden, maar dat moet op dat niveau worden bekeken. Het is niet in de overlegcomités dat je de oppositie in de federale Kamer overtuigt om een ander standpunt in te nemen. Ik wil een oproep doen aan de bevoegde leden van de Federale Regering om hier voor en achter de schermen te zoeken naar een voldoende groot draagvlak, want dat zal de sleutel zijn om tot een goede oplossing te komen.
Ik kan niet anders dan opmerken dat de partijen die altijd pleitten voor het algemeen stemrecht en daar terecht fier op zijn dat we dat hebben bereikt, daar in dit geval minder belang aan hechten. Dat vind ik zeer mysterieus. De verklaringen die daarover zijn gegeven, hebben me allesbehalve overtuigd.
De heer De Croo heeft het woord.
Mijn partij en ik zijn ervan overtuigd dat we het op een dag mogelijk moeten maken voor de Belgen die in het buitenland verblijven, om te stemmen. Dat is des te meer zo omdat het geen nieuwe grondwetsherziening vergt.
Minister-president, ik ben de enige die de zes grondwetsherzieningen heeft gestemd. Waarschijnlijk zal ik de enige blijven. (Gelach)
Mijnheer De Croo, dan moet uw tweede leven nog beginnen. Na uw dood gaat u toch naar de Senaat.
Voor vele politici is het korte geheugen van de kiezer een redding. Op 23 februari heb ik deelgenomen aan een seminarie in dit parlement. Ik vermoed dat uw collega’s en medewerkers dat ook hebben gedaan. Het ging over een boek van Die Keure over de zelfinrichtingsbevoegdheid van de deelstaten. Tot mijn grote verbazing – ik sta niet bekend als een groot fanaat in dat soort zaken – was ik samen met de heer Peumans, die de inleiding verzorgde, het enige parlementslid van de 124 die twee uur aan een stuk luisterde naar de interessante gedachtewisseling over de zelfinrichtingsbevoegdheid van de deelstaten. Minister-president, ik raad de medewerkers aan die studie te lezen. Ze is vorige week pas verschenen bij Die Keure.
We hebben geen zevende grondwetsherziening nodig. De kiesomschrijvingen in Franstalig en Nederlandstalig België zijn verschillend, ze zijn dezelfde voor de federale Kamer, maar ze zijn verschillend voor de gemeenschaps- en gewestparlementen. Bij ons is dat provinciaal, in het zuiden van het land is het de oude omschrijving gebleven.
Ik wil hierover toch een technische vraag stellen. Wie is de Vlaming in het buitenland die kan deelnemen aan een stemming voor een gewest- en gemeenschapsverkiezing? Is dat gekoppeld aan zijn vroegere domicilie in Vlaanderen? Is het gekoppeld aan een qualitate qua van de keuze die hij of zij mag uitoefenen? Ik heb nog geen antwoord gehoord op deze vragen. Minister-president, ik ben niet verontrust over uw kennis ter zake, maar als u dat voorbereidt, is het niet onbelangrijk dit te weten zodat we daar duidelijkheid over krijgen.
Het is juist: wij moeten de regels toepassen die te onzen gunste zijn, ook wanneer ze voor sommigen onder ons te onzen nadele zijn. Het is dura lex, sed lex.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer De Croo, ik was bijzonder gecharmeerd door uw tussenkomst. U hebt dit parlement dan toch maar de eer aangedaan om nog voor u naar de Senaat vertrekt, eerst hier uw wijsheden te komen verspreiden. Het is een prachtig statement van u met een dubbele bodem, zoals zoveel van u uitspraken, dat u na uw overlijden naar de Senaat zult gaan.
Jammer genoeg, maar misschien goed voor u, is het in gebrekkig Nederlands gesteld, zoals altijd in de Kamer. Er staat ‘bij gebreke aan’, terwijl dat ‘bij gebrek aan’ of ‘bij ontstentenis van’ moet zijn. Maar ze blijven volharden in fout Nederlands.
Het is een cascade. Een: de Belgische gemeente waar de persoon ooit was ingeschreven in de bevolkingsregisters. Twee: bij gebreke daaraan, de Belgische gemeente waarin zijn geboorteplaats ligt. Drie: bij gebreke daaraan – ik krijg het bijna niet over mijn lippen – de Belgische gemeente waar de vader of moeder van de persoon in de bevolkingsregisters is ingeschreven of laatst was ingeschreven. Vier: bij gebreke daaraan, de Belgische gemeente waar de echtgenoot of echtgenote, de vorige echtgenoot of echtgenote of de partner in een geregistreerde samenleving is ingeschreven of was ingeschreven in de bevolkingsregisters. Vijf: bij gebreke daaraan, de Belgische gemeente waar een verwant tot de derde graad in het bevolkingsregister is ingeschreven of laatst was ingeschreven of de Belgische gemeente waar een bloedverwant in de opgaande lijn is geboren, is ingeschreven of was ingeschreven in de bevolkingsregisters. Zes: bij gebreke daaraan, de gemeente Brussel. Dan volgt: die personen oefenen hun stemrecht uit, persoonlijk of bij volmacht. Dat is de cascade.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Mijn partijgenoot Kristof Calvo werd vernoemd. Ik heb het even opgezocht, en het is heel duidelijk dat zowel Groen als Ecolo zich bereid hebben getoond mee te werken aan het stemrecht. Met name Stefaan Van Hecke van Groen heeft zich ook nog eens uitgesproken om dat via de constitutieve autonomie te regelen. Dit is voor de duidelijkheid ons standpunt op het federale niveau.
De heer Van Grieken heeft het woord.
Minister-president, u hebt niet geantwoord op mijn tweede vraag. Ik blijf dus op mijn honger zitten. Ik stel ook vast dat de Groen-volksvertegenwoordigers in de Kamer meer Vlaamse reflex tonen dan sommige N-VA’ers hier, omdat ze in de volle constitutieve autonomie geloven. Dat is iets wat ik nog geen enkele N-VA’er in deze commissie over zijn lippen heb horen krijgen. Ik ben dus teleurgesteld.
Dit is een beetje persoonlijk en behoort tot het domein van de flexibele interpretatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.