Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Report
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg gaat inderdaad over de opslag van elektriciteit en hoe we omgaan met de toenemende productie uit hernieuwbare-energiebronnen die een iets ander patroon hebben dan klassieke centrales. Er is een toenemende productiecapaciteit aan hernieuwbare energie, maar vooral is er het feit dat het patroon van productie niet altijd even goed samenvalt met het patroon van consumptie van onze gezinnen en bedrijven. Dat geeft zowel aanleiding tot overschotten als tekorten op bepaalde momenten. Zo produceren bijvoorbeeld de eigenaars van zonnepanelen overdag heel veel elektriciteit waar geen verbruik tegenover staat, terwijl ze – samen met veel andere consumenten – ’s avonds elektriciteit beginnen te verbruiken, maar deze niet zelf produceren.
De gezinnen zouden deze onbalans een beetje kunnen gebruiken door meer elektriciteit te verbruiken wanneer ze die zelf produceren, bijvoorbeeld door een afwas- of wasmachine met behulp van een timer over de middag te laten draaien. Het gebruik van slimme toestellen die zichzelf zouden kunnen aanschakelen op een moment van overproductie of de opslag van die elektriciteit om die te gebruiken op momenten dat ze zelf geen elektriciteit produceren, zou een stuk efficiënter en eenvoudiger kunnen zijn. Spijtig genoeg is er voorlopig nog geen duidelijkheid over wanneer de uitrol van de digitale slimme meter zal beginnen en hoe zijn functionaliteiten er zullen uitzien en blijft het duur om te investeren in een eigen huisbatterij.
Een ander aspect is de opslag van elektriciteit. Recent kwam er vanuit Nederland, Delft, wat inspiratie daarover, met twee ideeën om hernieuwbare energie op te slaan. Bij een eerste idee zou een overschot aan hernieuwbare elektriciteit worden omgezet naar waterstof. Die zou bijvoorbeeld nuttig kunnen worden aangewend voor de chemische industrie. Waterstof zou ook kunnen worden gebruikt als alternatieve brandstof, vooral voor zwaarder transport, omdat elektrische vrachtwagens voor zwaarder transport of transport over langere afstanden helemaal nog niet aan de orde zijn. Een alternatief idee waaraan Delft, in samenwerking met Nuon, werkt, bestaat erin om de geproduceerde waterstof samen met stikstof, die uit de lucht wordt gehaald, te laten reageren tot ammoniak. Die ammoniak zou dan als alternatief voor aardgas kunnen worden gebruikt in gasverbrandingsinstallaties. Het interessante aan dit idee is dat bij de verbranding van ammoniak geen CO2 vrijkomt.
In Vlaanderen zijn er ook al enkele proefprojecten met de opslag van hernieuwbare elektriciteit. Een heel bekend voorbeeld is Colruyt, dat met een eigen windturbine elektriciteit produceert. De elektriciteit die niet onmiddellijk kan worden gebruikt, wordt opgeslagen in de vorm van waterstof. Die waterstof wordt dan weer gebruikt voor enkele vorkheftrucks. Zo rijden die indirect op eigen geproduceerde groene elektriciteit. In de haven van Antwerpen is er het proefproject waar onder andere Eandis aan meewerkt, met enkele windmolens die werden aangesloten op het middenspanningsnet. Bij mogelijke overproductie wordt eerst bekeken of een nabijgelegen koelcel de elektriciteit kan gebruiken om te koelen tot een lagere temperatuur in plaats van de windturbine uit te zetten. Door dieper te koelen met de overtollige elektriciteit, moet het bedrijf op andere momenten minder elektriciteit uit het net halen.
Het is overduidelijk dat, gezien de toenemende decentrale productie, er op korte termijn keuzes moeten worden gemaakt met betrekking tot de slimme meter en de opslag van elektriciteit.
Minister, wanneer zal er een definitieve beslissing worden genomen over de uitrol van de digitale slimme meter? Als de streefdatum van 1 januari 2019 van kracht blijft voor de distributienetbeheerders mogen noodzakelijke keuzes over type en functionaliteiten niet te lang meer op zich laten wachten.
Volgens de netbeheerders is een batterij in sommige gevallen de meest kostenefficiënte manier om het net te versterken bij toenemende decentrale productie. Hebt u plannen om de regelgeving aan te passen in die zin of niet? En waarom wel of waarom niet?
Welke doelstellingen stelt u voorop als het gaat over de opslag van elektriciteit? Welke initiatieven plant u om die doelstellingen te bereiken?
Hoe staat u ten opzichte van de ideeën om hernieuwbare elektriciteit op te slaan in de vorm van waterstof of ammoniak?
Kan er vanuit Vlaanderen samenwerking worden gezocht met Nederland over onderzoek naar de opslag van elektriciteit? Hebt u plannen om middelen uit te trekken specifiek voor onderzoek in dezen? Het zou nuttig zijn indien dat zo veel mogelijk samen kan gebeuren met actoren, bijvoorbeeld uit Nederland.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik dank u voor uw vraag. U weet dat ik reeds enige tijd klaar ben met mijn conceptnota Digitale Meters. Voorlopig blijft een akkoord nog uit. U weet dat er eind vorig jaar een persartikel is verschenen met enkele foute of toch onvolledige elementen, onder andere over de terugdraaiende teller. Daarover is er een enorme commotie ontstaan. Daarom is het toch noodzakelijk om dergelijke discussies in een serene sfeer te kunnen voeren.
Het zijn problemen die we zeker moeten uitklaren. Ik werk ondertussen zeer hard – al vind ik het zelf –, al negen maanden lang, aan een draagvlak voor hernieuwbare energie. Ik zal op geen enkel element toelaten, noch politiek, noch via belangenorganisaties, dat men het draagvlak voor hernieuwbare energie probeert onderuit te halen. Ik heb dat deze week weer vastgesteld. Men wil op een of andere manier, via een studie, aantonen dat energie veel geld kost qua investeringen en systeemkosten. Dat is nogal logisch: als je op een bepaald moment je bestaande installaties moet vervangen en een omslag moet maken, vraagt dat investeringen. Maar men zegt er wel op geen enkele manier bij wat er zou gebeuren als we niets doen of als we beginnen te investeren in het vervangen van de kerncentrales door nieuwe kerncentrales. Dat zegt men nooit, dat verzwijgt men zedig.
Ik heb dus geen probleem met een studie die een aantal investeringen aantoont, maar niet op de kap van hernieuwbare energie. Als ik iets uit de studie heb geleerd, is het wel dat we volop moeten blijven inzetten op hernieuwbare energie en op zonne- en windenergie, liefst nog sneller en goedkoper. Ik heb de laatste tijd al veel artikels gelezen waarin staat dat hernieuwbare energie toch wel andere vormen van energieproductie, wat de kostprijs betreft, in de positieve zin aan het voorbijsteken is.
We hebben in de voorbije maanden aan de bevolking gezegd dat investeren in zonne-energie interessant is. Ik doe dat elke dag opnieuw, zonder één dag over te slaan: op het terrein, in het parlement, in de pers, op mijn website. Investeren in zonne-energie is interessant. Al negen maanden probeert men mij een case voor te schotelen waarbij een zonnepaneleneigenaar verlies zou hebben geleden. Ik heb nog altijd geen case gevonden. Er is altijd winst. Altijd, misschien minder dan gepland doordat een aantal parameters wijzigen; misschien meer, want de prijs van de zonnepanelen daalt. Een element dat ik ervaar als zeer belemmerend voor de uitvoer van het Zonneplan, is dat mensen en bedrijven rekenen op de betrouwbaarheid van de overheid. Ze willen de zekerheid dat de overheid op termijn haar woord niet breekt. Dat is ongelooflijk belangrijk.
Ik wil absoluut niet het verwijt krijgen dat ik niet op tijd klaar zou zijn met het wetgevend werk. Ik heb mijn administratie ook gevraagd om het voorbereidend werk al aan te vatten voor het aanpassen van het Energiedecreet en het besluit zodat er vaart kan worden gezet achter het creëren van een wettelijk kader voor de digitale meters. Ook bij de netbeheerders zijn er reeds voorbereidingen gestart door de opmaak van lastenboeken. Het komt er dus aan. We zijn zeker niet de eersten van de klas maar de laatsten van Europa. Er is dus geen tijd meer te verliezen. Ik zal er alles aan doen om de vooropgestelde streefdatum van 1 januari 2019 als officiële start van de uitrol van de digitale meters, te halen. Ik zal absoluut geen vertraging organiseren, integendeel. Ik zal zorgen dat het vooruitgaat.
Over decentrale opslag kan ik zeggen dat een batterij of een ander type van opslageenheid kan helpen om in sommige gevallen het net te versterken, zeker bij toenemende decentrale productie. Wij gaan naar small grids: gezinnen, bedrijven, wijken zullen voor een groot deel spelers worden op de energiemarkt terwijl het vroeger enkel grote, centrale eenheden waren die produceerden, niet altijd op de meest efficiënte manier. Naast de klassieke netinvestering is er uiteraard een breed scala van andere instrumenten mogelijk: de decentrale productie voor een deel ook zelf flexibel maken en het toepassen van vraagbeheer of het aankopen van flexibiliteit bij dienstverleners van flexibiliteit. Om het net technisch te beheren, moet de distributienetbeheerder de keuze hebben uit al deze instrumenten om kostenefficiënt het juiste instrument op het juiste moment toe te passen.
Over het plaatsen en exploiteren van batterijen of andere opslageenheden, stel ik me wel de vraag of dit de taak is van de netbeheerder of van de private markt. U zult waarschijnlijk niet verbaasd zijn dat ik liever de private markt een rol zie spelen.
Ik zal dit jaar ook nog komen met een beleidskader ‘flexibiliteit’ waarmee ik verder zal ingaan op de verschillende vormen van flexibiliteit. Uiteraard zullen batterijen daarin ook aandacht krijgen. Opslag vind ik heel belangrijk in het decentraal energiebeheer. Als opslag effectief kan worden gerealiseerd, zetten we een hele stap vooruit.
U weet dat de Stroomversnelling ook bezig is. Sommige mensen willen de indruk geven dat er de voorbije maanden niets is gebeurd. Maandag is de aanloop naar het Energiepact gestart. De Stroomversnelling is al maanden bezig en komt tot conclusies. Op basis van die verschillende experten zal de Vlaamse Regering beslissen welke doelstellingen we naar voren kunnen schuiven en welke ondersteunende initiatieven we zullen nemen. Komt er ondersteuning voor batterijen of niet? Ik doe daar nog geen uitspraak over.
Mijnheer Bothuyne, verschillende Vlaamse bedrijven hebben zich onlangs geëngageerd om binnen het overkoepelend orgaan van de Vlaamse energiecluster samen te werken in een innovatiezone energiehavens. Daarbij zullen de alternatieve opslagmethodes voor energie worden onderzocht, onder andere door het aanwenden van hernieuwbare stroom voor omzetting naar waterstofgas of methanol.
Er worden twee pilootprojecten opgestart in de havens van Gent en Antwerpen. Daarbij zal worden nagegaan of er toepassingsmogelijkheden zijn in de transport- en chemiesector. Innovatie is ongelofelijk belangrijk. Het spreekt dan ook voor zich dat ik deze ontwikkeling met zeer veel aandacht volg. De knowhow die bij dergelijke projecten kan worden opgebouwd, zal ons ook verder inzicht bieden in de toekomstige mogelijkheden van deze vorm van opslag.
Binnen de Vlaamse onderzoeksinstellingen is er heel wat kennis aanwezig over energieopslag. Ik denk dan aan het onderzoek dat wordt verricht door EnergyVille. Ik ben er wel niet van op de hoogte of hierover op dit moment al wordt samengewerkt met onderzoeksinstellingen uit Nederland. Tijdens de ontmoeting van premier Rutte en minister-president Bourgeois in Gent is dat een bod gekomen. Zeker wat zonne-energie betreft, is er een goede samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen. Ik vind dat de regionale samenwerking op dat vlak alleen maar kan worden aangemoedigd.
Ik heb ook begrepen dat alle universiteiten in België daarmee bezig zijn. Een uitbreiding naar de Benelux en een goede samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen zullen wij in elk geval stimuleren.
Zoals eerder al gezegd, zullen een aantal bedrijven uit de Vlaamse energiecluster binnenkort samenwerken rond energieopslag. Aangezien de voorbereidingen van het af te sluiten clusterplan nu nog lopen, kan ik uiteraard nog geen uitspraak doen over het specifieke bedrag dat aan steunmiddelen zal worden toegekend. Wanneer u daarover een concretere stand van zaken wilt, kunt u zich daarvoor best wenden tot minister Muyters die innovatie onder zijn bevoegdheid heeft.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik zal minister Muyters hier ook over bevragen, want onderzoek en ontwikkeling is bijzonder belangrijk, zeker wanneer het gaat over energie en klimaat, waar er heel wat evoluties zijn en waarbij vanuit de private sector en onderzoeksinstellingen heel nuttige zaken gebeuren. We moeten dat met de overheid op een slimme manier ondersteunen, liefst in samenwerking met Nederland, dat een gelijkaardige energiemarkt en gelijkaardige problemen en uitdagingen heeft.
Ik noteer dat we nog voor de zomer een nota flexibilisering opslag mogen verwachten. Dat is heel positief, want dit is een thema dat we tot voor kort te weinig in ons energiebeleid hebben bespeeld.
Ik steun ook uw idee om op dat vlak de private markt volop te laten spelen, eventueel op vraag of in opdracht van een netbeheerder, maar ik denk inderdaad dat het private spelers zullen zijn die opslagbatterijen of andere technologieën zullen installeren, beheren en inpassen in ons energiesysteem, uiteraard in overleg met de netbeheerders en andere spelers op de markt.
Wat de digitale meters betreft, is het belangrijk om snel dat ei te leggen. U bent negen maanden bezig: een voldragen dracht dus, en het ideale moment om een ei te leggen of andere zaken uit te broeden.
Mijnheer Bothuyne, een haan legt geen eieren.
In dit geval kan ik u alleen maar honderd procent gelijk geven.
Met de slimme meter verdwijnt de terugdraaiende teller onherroepelijk zoals die vandaag bestaat. De vraag is natuurlijk welk alternatief er komt. Ik hoop dat er in uw conceptnota een heel duidelijk alternatief voor die teller staat, dat ervoor zorgt dat investeerders zonnepanelen aantrekkelijk blijven vinden als belangrijke stap in de vergroening van onze energieproductie zonder daarom te vervallen in oneindige of overdreven subsidiëring. Dat is een evenwicht dat u moet vinden met uw administratie en uw coalitiepartners, maar wat ons betreft ook zeker met de betrokken sector. Ik weet niet of er al overleg is geweest met de sector over het alternatief voor de terugdraaiende teller en wat dat heeft opgeleverd. Hoe dan ook hoop ik dat we de timing halen. Het is niet erg dat we inzake digitale meters de laatste van de klas zijn, als we uiteindelijk maar de beste van de klas zijn. Ik reken erop dat dat met een goede voorbereiding ook effectief mogelijk is. Ik wil u wel vragen nog wat meer toelichting te geven over het overleg met de sector of met wie u daarover hebt overlegd.
Wat ons betreft, is een goede conceptnota een nota met een heel duidelijk alternatief waar geen discussie over ontstaat de komende weken en maanden. Die nota moet heel duidelijk en klaar zijn en investeerders een duidelijk kader bieden dat voldoende aantrekkelijk is zonder dus in oversubsidiëring te vervallen.
De heer Danen heeft het woord.
Wat de slimme meters betreft, is het van belang dat dat wordt gedragen en dat het – ik zal niet ‘snel’ zeggen – binnen een redelijke termijn tot stand kan komen. Hoe langer er wordt gewacht, hoe meer er de kans wordt gegeven aan mensen met slechte bedoelingen om dingen in de markt of in de pers te zetten die het draagvlak voor dit soort dingen volledig onderuithalen. Minister, op dat vlak volg ik u. Dat wil niet zeggen dat ik mij kritiekloos zal opstellen in sommige andere dossiers. Het klopt inderdaad dat sommige belangenverenigingen en sommige mensen er belang bij hebben om dingen verkeerd voor te stellen. Op die manier proberen ze dingen die van belang zijn voor een hernieuwbare energiemarkt voor zich uit te schuiven.
Heel wat onderzoeksinstellingen zijn bezig met het onderzoek naar de opslag van elektriciteit, onder andere EnergyVille, waarnaar u verwees. Ik ben ook heel erg voor samenwerking, maar het is wel van belang dat dat op een gecoördineerde manier gebeurt. Ik begrijp dat heel wat instellingen daarmee bezig zijn. Ik hoop dat ze niet allemaal net hetzelfde doen, maar dat er een coördinatieorgaan is. Ik zeg niet dat dat orgaan moet zeggen wat er precies moet gebeuren, maar wel dat de vaststelling dat men net hetzelfde onderzoek heeft gedaan, moet worden vermeden.
Minister, bestaat zo’n coördinatieorgaan? Heeft er iemand zicht op wat er allemaal precies gebeurt op het vlak van onderzoek naar energieopslag?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, ik pin mij niet vast op een datum wat betreft die nota flexibilisering. Waarvoor ik wel aandacht vraag, is dat er in het project Stroomversnelling heel wat zaken gebeurd zijn die niet onmiddellijk grote aandacht kregen voor de camera’s of in de pers, maar waar wel heel hard is gewerkt, ook, mijnheer Danen, op het vlak van opslag. Heel het concept van de Stroomversnelling is onmiddellijk in gang geschoten toen ik minister geworden ben. Eerst hebben we met een panel van experts gewerkt, waaraan trouwens alle Vlaamse universiteiten hebben meegewerkt. Alle kennis daaromtrent zit daar dus in. Er waren verschillende werkgroepen in die Stroomversnelling. Eerst hebben de meest praktische werkgroepen vergaderd, waarbij we nu een en ander finaliseren. Er moest namelijk input komen van een aantal werkgroepen naar de laatste werkgroepen. Ik heb in de vorige commissievergadering al gezegd dat die aan het finaliseren zijn. Vandaag is het 1 februari. Normaal gezien is er deze maand een finalisering van het project Stroomversnelling met een definitieve Vlaamse visie over hoe Vlaanderen het ziet wat zijn bevoegdheden betreft.
Dan krijg je natuurlijk de volgende stap, die vorige maandag al in gang is geschoten, namelijk het Energiepact, waarbij we met Vlaanderen aan de kar trekken en ik mijn rol speel als Vlaamse energieminister. Tegen 15 maart hebben we al een eerste samenkomst gepland, waarbij Vlaanderen de werkgroep Productie trekt. Het is belangrijk om te weten dat die Stroomversnelling een aantal elementen heeft die een beetje onder de radar zijn op communicatief vlak.
U weet dat ik zeer graag communiceer. In Stroomversnelling wordt aan een visie gewerkt, eerst vanuit experten, dan vanuit burgers. Het was een overdonderend succes, maar de media schonken er weinig aandacht aan. Nu wordt het gefinaliseerd in een visie. Dan zie ik zeer graag bepaalde media schrijven dat er niet wordt gewerkt aan een visie, terwijl er ondertussen zeer hard wordt gewerkt, niet alleen door de minister, maar door alle betrokken partijen. Ook de steun voor het project Stroomversnelling was ongezien: alle sociale partners, alle universiteiten, alle groeperingen die ook maar enige interesse hadden, hebben zich daarbij aangesloten. Ze hebben het Stroomversnellingspact ondertekend en gezegd: ‘We gaan ervoor’.
Het gaat dus wel degelijk vooruit, ook wat de digitale meters betreft. Ik blijf erbij: mijn nota is klaar. We moeten op een bepaald moment alleen maar beslissen: ‘Dat zal het nu zijn’. Zoals ik zei, is voor mij één zaak heel duidelijk. Iemand die investeert in zonnepanelen zal duidelijk, zelfs als dat is met een terugdraaiende teller die wordt afgeschaft, in een systeem terechtkomen dat nog altijd rendabel blijft. Ook diegenen die in het verleden hebben geïnvesteerd, moeten niet opeens worden benadeeld door een systeem van digitale meters. Het komt er dus op aan om een nieuw systeem te lanceren, met een digitale meter, dat minstens even interessant is als het huidige systeem en dat toch nog altijd een zeker rendement biedt.
Daarbij moeten we ervan uitgaan dat een aantal parameters vandaag zó zijn en morgen anders kunnen zijn. Zoals ik al zei, zijn er een aantal zaken die ik niet kan voorspellen, zoals de elektriciteitsprijs in 2025 en 2030. Ik ben geen waarzegger en heb evenmin een glazen bol. Er zijn nu eenmaal parameters. De elektriciteitsprijs is trouwens het gevolg van de markt, van vraag en aanbod, niet van een aantal gegevens die je poneert en waarbij je zegt: zo zal het zijn. Je kunt natuurlijk een aantal veronderstellingen doen, zoals ik dat ook af en toe moet doen in de begroting – ik heb daar ervaring mee –, maar het blijft voor een stuk toch altijd een veronderstelling.
Mijnheer Danen, die digitale meters moeten betaalbaar zijn. Ik heb dat al een aantal keren gezegd. Ik ben niet van plan om een Rolls-Royce te lanceren. Daarom hoort u mij ook zeer goed zeggen dat het digitale meters zijn die de overheid moet schetsen. Persoonlijk vind ik dat alle toeters en bellen op de private markt beschikbaar moeten zijn. Particulieren en bedrijven moeten zelf keuzes maken in verband met de opties die ze willen en die hun kunnen helpen in een aantal zaken.
We zijn inderdaad niet de eersten van de klas, maar wat later komen heeft ook een aantal voordelen. Het heeft een aantal nadelen. Zoals u zegt, kan men proberen het hele draagvlak hernieuwbare energie daardoor weer onderuit te halen, met een aantal nieuwe elementen die op het terrein moeten komen. Maar we hebben ook al geleerd. We hebben in Nederland gezien dat we rekening moeten houden met een aantal elementen, doordat men in het buitenland – waar men sneller is gegaan – een aantal inhoudelijk verkeerde opties had genomen. Het heeft dus ook een aantal voordelen.
Het vooruitschuiven in de tijd is absoluut niet de bedoeling, zeker als het gaat over opslag. Het is in de Stroomversnelling goed onderzocht en bestudeerd. Ik denk dat ik over enkele weken duidelijkheid zal kunnen verschaffen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, het is toch belangrijk nieuws dat, in weerwil van uw imago als de grote communicator, er ook achter de schermen wordt gewerkt. Sommige mensen zouden dat durven te betwijfelen.
Het is positief dat er voor het Energiepact eindelijk een samenwerking met de andere deelstaten is. Daarover zullen we het later zeker nog hebben.
Het is zeker niet erg dat we laat zijn met de digitale meters, zolang we er maar goed in zijn. Ik ben ervan overtuigd dat we, op basis van ervaringen in het buitenland, de beste keuze kunnen maken.
Bij de vervanging van de terugdraaiende teller moet de alternatieve ondersteuning die u biedt, juist, correct en heel duidelijk zijn zodat de investeerders – zowel zij die al hebben geïnvesteerd als zij die zullen investeren – transparantie hebben over het rendement dat ze mogen verwachten. De alternatieve ondersteuning die u plant als vervanging van de terugdraaiende teller moet ook heel evenwichtig zijn en ervoor zorgen dat er geen oversubsidiëring komt. Elke nieuwe ondersteuning die wordt opgezet, moet uiteindelijk ook worden betaald door anderen. We willen geen nieuwe facturen die er niet hoeven te zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.