Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Report
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, in uw eerste beleidsnota lazen we dat u wilt streven naar een optimale samenwerking met de politiediensten in het kader van dierenwelzijn. In de daaropvolgende beleidsbrief gaat u al iets verder en lezen we dat er verder geïnvesteerd zal worden in opleidingen voor politiemensen omdat kennis over dierenwelzijn vaak nog ontbreekt. Er wordt ook bekeken of het mogelijk is om een juridisch kader uit te werken om GAS-boetes (gemeentelijke administratieve sanctie) te kunnen uitschrijven voor vaststellingen met betrekking tot dierenwelzijn.
In oktober 2016 lezen we in de pers dat u de opstap wilt maken naar een echte dierenpolitie. Een capaciteitsuitbreiding van 60 procent van de handhavingsdienst van het dierenwelzijnsbeleid moet hun de kracht geven om alle meldingen op te volgen en op te treden waar nodig.
In het verleden hebben we in deze commissie al meermaals een debat gevoerd rond malafide praktijken. Er zijn duidelijk een aantal verbeterpunten op het vlak van dierenwelzijn en het is goed dat we die kunnen aanpakken.
Begin oktober herhaalde u uw voornemen om een echte dierenpolitie op te richten. Dat is een mooie intentie, maar ik had daarbij toch een aantal vragen, zodat de bevoegdheden duidelijk worden afgebakend. Door het gebruik van het woord ‘politie’ zou er enige verwarring kunnen ontstaan.
Minister, ziet u de dierenpolitie als een onderdeel van de korpsen in de verschillende politiezones, zijnde effectief politionele zaken? Of verstaat u onder dierenpolitie de Inspectiedienst Dierenwelzijn? Hoe zullen de medewerkers van ofwel de lokale politie ofwel de inspectiedienst hiervoor worden opgeleid en/of wordt er een personeelsuitbreiding gepland? Hebt u voor ogen tegen wanneer er eventueel een oproep van aanstelling zal gebeuren? Of is het een verschuiving van taken?
Waarvoor wordt de dierenpolitie, zoals u ze omschrijft, effectief ook bevoegd? Welke sancties en instrumenten hebben zij? Is er een juridisch kader uitgewerkt om met GAS-boetes te werken?
Geldt de bevoegdheid voor gezelschapsdieren en voor landbouwdieren? Destijds is er een akkoord gemaakt met de federale overheid om na de overheveling van de bevoegdheid Dierenwelzijn het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) effectief de controles te laten doen op het vlak van dierenwelzijn op landbouwbedrijven. Of is het zo dat, wanneer het FAVV inbreuken vaststelt op het gebied van dierenwelzijn, het dan de inspectiediensten inlicht die dan eventueel gericht kunnen optreden? Welke afspraken zijn er in verband met de samenwerking?
Minister Weyts heeft het woord.
Het sluitstuk van een kordaat en resoluut dierenwelzijnsbeleid is natuurlijk een efficiënt controlesysteem. In vergelijking met het vorige federale systeem is de belangrijkste overgang die we hebben gemaakt, volgens mij die van een reactief naar een proactief controlesysteem.
Het kader is de Dierenwelzijnswet. Dat is een goed kader, dat niet onmiddellijk aan verandering toe is. Wat de controles betreft, is enerzijds de Inspectiedienst Dierenwelzijn bevoegd en anderzijds de politie. De handhaving van uitgevaardigde regels gebeurt politioneel.
Voor heel wat controles is er echter een grondige kennis van dieren en hun welzijnsbehoeften vereist om de situatie correct te kunnen inschatten en om te zien in welke mate er in functie van dierenwelzijn moet worden opgetreden. Diegenen die bij de inspectiedienst de baan op gaan, zijn ofwel dierenartsen, ofwel bachelors dierenzorg. Zij hebben specialistische kennis met betrekking tot dieren. Ze hebben een opleiding genoten en hebben een grondige expertise.
Het is evident dat er voor de verdere uitbouw van een gespecialiseerd controleteam in de eerste plaats gefocust wordt op de inspectiedienst. Daarom investeren we in een forse uitbreiding van de administratie Dierenwelzijn met elf personen. Zeven daarvan worden rechtstreeks ingezet voor controles en vier personen komen terecht op ondersteunende functies, zodat de inspecteurs beter hun taak kunnen verrichten. Acht vacatures die extern zullen worden ingevuld, staan momenteel open. Ze staan online. De drie interne vacatures, voor ondersteunende functies, volgen.
Op federaal niveau heeft men altijd eerder een reactief controlesysteem gevoerd, namelijk door het werken op basis van klachten en vervolgens pas in gang te schieten. Wij hebben de zaak omgedraaid. Zo werken we met een controlebeleidsplan, waarbij we op basis van een risicoanalyse heel duidelijk aanmerken welke inrichtingen we in de volgende periode zullen vatten voor een controle. Wat de erkenning betreft, was vroeger een papieren dossier voldoende voor de erkenning van hondenfokkers. Wij hebben daarin verandering gebracht. Eerst wordt er namelijk altijd ter plaatse afgestapt. In dat papieren dossier kon men beweren wat men wou, maar nu moet men altijd eerst ter plaatse afstappen en controle uitoefenen, ook in de inrichting, vooraleer een erkenning wordt toegekend.
Dat maakt dat die personeelsuitbreiding er nu komt. Het is een grote, maar noodzakelijke stap vooruit in dit proces. Op die manier wordt de inspectiedienst effectief uitgebouwd tot een echte dierenpolitie. Wat de landbouwdieren betreft, werd er een protocol afgesloten met het FAVV voor routinecontroles op landbouwbedrijven, op veemarkten en in slachthuizen. Dat heeft ermee te maken dat zij veel meer ter plaatse zijn en dat we niet dubbelop preventieve controle moeten doen.
In het protocol zit vervat dat ze ook een checklist mee hebben van zaken die ze voor ons moeten controleren. We betalen daar trouwens ook voor, want dat levert ons dan weer een besparing op. Als ze een probleem vaststellen, dan nemen die FAVV-inspecteurs rechtstreeks contact op met onze Inspectiedienst Dierenwelzijn, waar onmiddellijk kan worden opgetreden. Vroeger ging dat naar de federale administratie. Dan wordt dat dossier verder behandeld aan onze kant.
Er zijn echter ook heel wat landbouwdossiers waarbij het FAVV niet tussenbeide komt, zoals de opvolging van klachten, vergunningen van vervoermiddelen voor het transport van dieren en de controle op de reisplannen voor lange transporten. Wij doen dat rechtstreeks, omdat dat niet echt deel uitmaakt van de preventieve controle ter plaatse. Die taken worden dus door de Inspectiedienst Dierenwelzijn uitgevoerd, die zo het volledige gamma aan diergroepen bestrijkt.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik begrijp duidelijk de taken. Ik ben het ook volledig met u eens dat, als je regels opmaakt over welzijn, je erover moet waken dat er een sluitstuk, een sluitende handhaving moet zijn. Er komen dus goedgeschoolde inspecteurs bij de Inspectiedienst Dierenwelzijn die daarvoor bevoegd zijn. Dat lijkt me de juiste weg. Dat zou je ‘dierenpolitie’ kunnen noemen. U geeft dat zelf ook aan. Ik zou willen vragen om toch nog eens even na te denken over die term. Je kunt natuurlijk zeggen: 'What’s in a name?' Het zou echter kunnen dat burgers naar onze politiediensten bellen als ze de dierenpolitie aan de lijn willen hebben. Dat zou niet de eerste keer zijn. Dat kan dus tamelijk verwarrend zijn. Natuurlijk is de doelstelling het belangrijkst. Daarover ben ik het met u eens. De politiediensten zijn echter een specifieke dienst in ons land, en daar dreigt toch wel verwarring over te ontstaan. Vandaar ook mijn vraag naar verduidelijking daarover.
Ik vind het goed dat dit binnen de Inspectiedienst Dierenwelzijn zit, omdat daar de kennis ook effectief zit. Welke bevoegdheden en welke instrumenten heeft de diereninspectie dan specifiek in handen? Er is ooit gesproken over GAS-boetes, maar ik ga ervan uit dat het niet de inspectiedienst is die GAS-boetes gaat uitschrijven. Ik zou daarover toch graag iets meer informatie krijgen.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, dat onze maatschappij zich steeds meer bewust wordt van dierenleed, merken we allemaal. Het aantal meldingen is inderdaad toegenomen, fel toegenomen zelfs. Het lijkt me dus echt wel evident dat deze meldingen kunnen worden opgevolgd door consequente en kordate controles, en dat men ook proactief kan controleren. Minister, dat hebt u daarnet ook gezegd. Hoedje af voor het feit dat u in tijden van besparingen een uitgebreide inspectiedienst kunt realiseren. Bovendien hebt u er met uw kwalificatieaanpak, met het doorsturen naar het parket of het opleggen van administratieve boetes, voor gezorgd dat mensen die dieren mishandelen of verwaarlozen, hun straf niet meer kunnen ontlopen. U had vroeger ook al ingezet op de inspectiedienst. U zegt dat er ook een versterkte samenwerking met de politie komt. Er wordt voorzien in meer opleiding, bijstand en advies. Ik vind dat allemaal zeer mooi, mijnheer de sheriff.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, kunt u dieper ingaan op de opleidingen die politiemensen zullen krijgen? Hoe zullen die worden bekeken, zodat we er zeker van zijn dat die op een kwalitatieve manier zullen gebeuren, zodat het onthaal van mensen die klachten komen melden en de vaststelling en beoordeling van klachten kunnen worden verbeterd? Kunt u specifiek op die opleidingen an sich wat dieper ingaan?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, dat er meer inspecteurs zijn, is een heel goede zaak. Ook meer controle ter plaatse, waar u achter staat, is natuurlijk een goede zaak. Ik moet collega Rombouts echter wel gelijk geven: die term ‘dierenpolitie’ is een beetje verwarrend. Voor alle duidelijkheid, ik heb helemaal geen probleem met een dierenpolitie op zich, maar als u de term ‘dierenpolitie’ hanteert, dan verwachten mensen dat dat inderdaad een soort politionele eenheid is. Daar is wel wat over verschenen in de media, en toen dat in de media kwam, dacht ik ook dat dat team inspecteurs ruimere bevoegdheden zou krijgen ten opzichte van vandaag. Als parlementslid dat dat thema toch volgt, had ook ik die indruk, maar dat blijkt dus niet het geval te zijn. Er is helemaal geen verruiming van bevoegdheden. Dan werkt de term inderdaad verwarrend.
Minister Weyts heeft het woord.
De vorige regering had de doelstelling om 6 à 7 procent op de koppen te besparen. Ik denk dat het finale resultaat 7 procent was. Deze regering herhaalt die oefening. Ik ben mijn collega’s dus zeer dankbaar dat ik tegen de stroom in mag roeien, dat, terwijl we op alle vlakken op de koppen moeten besparen, we voor Dierenwelzijn extra mensen mogen aanwerven. Dat is ook nodig, en dat werpt ook zijn vruchten af. Mijn inspecteurs hebben politionele bevoegdheden. (Opmerkingen van Hermes Sanctorum-Vandevoorde)
Dat wil zeggen dat ze ook pv’s kunnen opstellen, dat ze administratieve boetes kunnen opleggen, met enig succes, mag ik zeggen. Niet alleen hebben we de boetes verhoogd – maal twee in vergelijking met het federale –, er worden ook veel meer pv’s uitgeschreven. Het aantal pv’s van waarschuwing is gestegen met 154 procent. Het aantal gewone pv’s is gestegen met 57 procent.
Het werpt dus zijn vruchten af. We willen er resoluut verder mee gaan. Waar we iets aan willen doen, is aan het probleem dat we aan heel wat klachten die worden geformuleerd door burgers, geen feedback kunnen geven door een gebrek aan mankracht. We zijn zo overbevraagd dat hier geen tijd voor is. Vandaar dat we enkele administratieven willen inschakelen om voor de nodige terugkoppeling te zorgen. Vele burgers denken dat er met hun klacht niets is gebeurd omdat ze er niets meer over hebben vernomen terwijl dat niet of zeker niet altijd het geval is.
Voor de opleiding gelden de diplomavereisten. De verdere opleiding gebeurt on the floor door de inspectiediensten zelf.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Je kunt natuurlijk discussiëren over ‘what’s in a name’. Voor mij was het vooral belangrijk om duidelijkheid te hebben over wie welke verantwoordelijkheid heeft. Er wordt gesproken over meer samenwerking met de lokale politie. Ik heb begrepen dat ze zelf pv’s kan opmaken. Ik blijf wel geïnteresseerd in andere handhavingsinstrumenten, want een pv is een vaststelling. Kunnen zij ook een gemeentelijke administratieve sanctie opleggen?
Een administratieve boete is een niveau hoger dan GAS-boetes, en GAS-boetes worden uitgeschreven door de gemeente. Het reglement wordt bepaald door de gemeente, en de gemeente bepaalt dus wie de GAS-boetes mag uitschrijven.
Dat was mijn vraag: wie kan welke instrumenten wanneer inzetten? Zij mogen met een pv werken en ze zijn niet bevoegd om GAS-boetes uit te schrijven.
U zegt dat ze een politionele taak hebben. Het is gewoon belangrijk dat duidelijk is wie welke bevoegdheden heeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.