Report meeting Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Report
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, we zijn allemaal tegen fiscale fraude en voor de bestrijding van fiscale fraude, daar ga ik toch van uit. Dus moeten we fiscale fraude correct aanpakken. Iedereen moet correct zijn deel bijdragen op basis van de fiscale regelgeving die er is.
In 2011 besliste de Vlaamse Regering de inning van de registratie- en successierechten in eigen beheer te nemen met ingang van 1 januari 2015. De betrokken belastingen zijn dus vanaf 1 januari 2015 ondergebracht in de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF). Tot daar geen probleem. Die belastingen zijn, volgens de VCF, van toepassing sedert 1 januari 2015. Het Vlaamse Gewest staat vanaf dat moment dus zelf in voor de dienst van die belastingen, zoals dat in het jargon heet. Het is dus ook verantwoordelijk en staat in voor de taxatie, de inning en de controle. In fiscale fraudedossiers geldt het zogenaamde una-viaprincipe, dat bepaalt dat een fraudedossier ofwel via administratieve weg ofwel via gerechtelijke weg moet worden afgehandeld.
Minister, u verklaarde in de plenaire vergadering van 11 mei 2015 een onderhoud te hebben gehad met de federale minister van Justitie, dat tot doel had eveneens tot een samenwerking te komen tussen de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) en de diensten van de federale minister. Hoe vaak heeft VLABEL, sinds Vlaanderen de dienst van de successie- en registratierechten verzekert, 1 januari 2015, een una-viaoverleg gevraagd en/of gekregen? Zijn er richtlijnen bij VLABEL in dit kader, en zo ja welke zijn dat? Welke bijkomende afspraken wenst u te maken met het departement Justitie over de aanpak van fraudedossiers? Is op dit overleg, dat u hebt aangekondigd in de plenaire vergadering van 11 mei 2015, ook de samenwerking in het kader van de zogenaamde una-viawetgeving ter sprake gekomen? Zo ja, wat was daarvan het concrete resultaat, om te vermijden dat fraudedossiers in de soep lopen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bertels, dank u voor uw vraag. Het una-viaprincipe werd in deze commissie al meermaals besproken. U weet dat het werd opgenomen in de VCF. Het Vlaams Parlement heeft vorig jaar nog enkele correcties aangebracht om te conformeren aan de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof.
Dit una-viaprincipe impliceert onder meer een overleg tussen de fiscale administratie en het parket over de aanpak van dossiers van fiscale fraude. Dit overleg moet leiden tot een keuze tussen een administratief ofwel een strafrechtelijk parcours. VLABEL heeft hiervoor binnen de organisatie de nodige aanspreekpunten en de verantwoordelijke ambtenaren aangeduid.
Toen VLABEL enkel de onroerende voorheffing en de verkeersbelasting in eigen beheer had, was dit een veeleer onontgonnen terrein. Maar met de overname van de dienst van de geregionaliseerde registratie en erfbelasting is hier uiteraard verandering in gekomen. Voor enkele dossiers werd al effectief overlegd tussen VLABEL en het Openbaar Ministerie, zoals voorzien door de una-viabepalingen. Hierbij wordt VLABEL door het parket op de hoogte gebracht van het bestaan van een strafrechtelijk onderzoek. Ook brengt het parket VLABEL op de hoogte van de dossiers waarbij een minnelijke schikking wordt getroffen. Dit heeft immers tot gevolg dat er geen administratieve sanctie meer kan worden opgelegd.
In het belang van het onderzoek kan ik over deze dossiers geen gedetailleerde concrete informatie verstrekken. Maar ik kan u wel bevestigen dat bij VLABEL een aantal dossiers worden onderzocht, na voorafgaande kennisgeving door het Openbaar Ministerie.
Tijdens het, overigens zeer constructieve, overleg met het kabinet van minister van Justitie Geens van 11 mei 2016 werd, zoals ik heb aangegeven in de plenaire vergadering van diezelfde dag, de stand van zaken van de federale hervorming van het erfrecht besproken. Het is immers de bedoeling om op de eerste plaats zelf te zorgen voor een eerlijk en transparant belastingsysteem, waardoor we de verleiding tot fiscale fraude kunnen verminderen. Daarom is het belangrijk dat we de federale hervormingen van het erfrecht van zeer nabij blijven volgen.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, u geeft zelf aan dat fiscale fraude verminderd moet worden. Fiscale fraude ondermijnt ons belastingsysteem en moet op correcte wijze aangepakt en bestraft worden. Fraudeurs mogen aan hun gerechtvaardigde straf niet ontsnappen, daarvoor zijn afspraken met het gerecht nodig, maar ook een snelle actie bij de vaststelling van oneigenlijke toepassing van de fiscale wetgeving.
Minister, ik heb iets niet helemaal begrepen. U zegt dat het parket, VLABEL in dit geval, de aangeduide ambtenaar op de hoogte brengt van het bestaan van een strafrechtelijk dossier en/of een minnelijke schikking. Maar mijn vraag is ook omgekeerd: stel dat VLABEL zelf een administratieve actie wil ondernemen, nemen zij dan contact op met, in dit geval, het parket om te bekijken of er al dan niet strafrechtelijke dossiers bestaan? U moet mij geen details geven over strafrechtelijke dossiers, maar wat is de verhouding van het ene tot het andere, van de informatiedoorstroom van VLABEL naar het parket en/of van het parket naar VLABEL?
Minister, u bent het immers met mij eens, denk ik, dat er duidelijke afspraken nodig zijn en dat er een wisselwerking is van informatie-uitwisseling om te vermijden dat fiscale fraudeurs door het ontbreken van goede afspraken ontsnappen aan om het even welke straf, hetzij een administratieve boete, hetzij een strafrechtelijke sanctie. Mijn vraag is: is er tweerichtingsverkeer, en niet alleen eenrichtingsverkeer van parket naar VLABEL toe?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bertels, ik weet dat niet. Maar ik wil u nog eens attent maken op het feit dat dit zeer recent is. Het is onontgonnen terrein. U vraagt naar statistische gegevens, of dat gebeurt en hoe vaak, van een situatie die nog maar pas gestart is. Ik wil en zal het uitzoeken. Ik denk dat het niet uitgesloten is dat er wederzijds contact is. Als de ene de andere inlicht, zou het ook wel kunnen zijn dat de andere de ene ook informeert. Ik weet het niet. Ik ga hier niet zomaar eventjes in naam van VLABEL op antwoorden. Trouwens, als het gebeurt, zal het zeker niet over een groot aantal dossiers gaan, en niet over de grote massale fiscale fraude waar u op doelt, en ook niet de grote massale sociale fraude. Maar ik weet het niet en kan daar niet over uitweiden.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, ik ga graag in op uw toezegging om het na te vragen want het is volgens mij absoluut nodig dat we tweerichtingsverkeer hebben, niet alleen van parket naar VLABEL maar ook omgekeerd, voor dossiers die sinds 1 januari 2015, toch al anderhalf jaar, een administratieve gerechtelijke weg zouden kunnen volgen. VLABEL doet dat terecht, laat daar geen misverstanden over bestaan. Als u me toestaat, voorzitter, zou ik graag detailinformatie – ik moet geen dossiers hebben – hebben over of er tweerichtingsverkeer is. In het kader van een correcte bestrijding van fiscale inbreuken, hebben we dat tweerichtingsverkeer nodig en moeten we dat ontwikkelen, zoals het ook gegroeid is bij de federale administratie. Minister, ik roep u op om die vraag te stellen en ons het antwoord door te spelen zodat we zeker zijn dat daar geen ‘quacks’ in fiscale dossiers in het kader van bestrijding van fiscale fraude ontstaan. Het is niet omdat het niet gaat om wat u de grote fiscale fraude noemt, dat we de kleine en andere fiscale fraude – er kan ook grote fiscale fraude zitten bij erfrecht – niet op een correcte manier moeten bestrijden, samen met uw administratie.
Mijnheer Bertels, als u gelaatsuitdrukkingen kunt ontleden en mimiek kunt verstaan, zult u gemerkt hebben dat de minister inderdaad deze toezegging doet en u van de nodige informatie zal verzekeren. Mag ik het zo begrijpen, minister?
Absoluut. Ik wil de heer Bertels niet onthouden waar hij recht op heeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.