Report meeting Commissie voor Onderwijs
Report
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik zal de historiek van de faciliteitenscholen niet opnieuw vertellen. Voor eventuele geïnteresseerden kan ik verwijzen naar het verslag van 14 januari 2016 toen ik u ondervroeg over de haperende controle op de Franstalige faciliteitenscholen, meer bepaald de gebrekkige naleving van de voorwaarden van het Interpretatiedecreet van 23 oktober 2009.
Ik vroeg u onder meer naar een verklaring over hoe het kwam dat Franstalige faciliteitenscholen in Vlaanderen nog steeds geen beleidscontract hadden afgesloten met een Vlaams centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), zoals het Interpretatiedecreet oplegt. Ik vroeg u tevens bij het Franstalig departement onderwijs aan te dringen op het verkrijgen van inspectieverslagen, zoals het decreet het voorschrijft en zoals het Grondwettelijk Hof heeft bevestigd. Hieraan werd tot dan immers niet voldaan.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 28 oktober 2010 bevestigde dat de Vlaamse eindtermen ook gelden voor de Franstalige faciliteitenscholen en dat het onderwijsdepartement die scholen van de Vlaamse eindtermen op de hoogte moet brengen. Het voegde er wel aan toe dat die scholen vervolgens een afwijking konden vragen voor het pedagogisch programma van de Franse Gemeenschap en dat de vraag daartoe aan het Vlaams Parlement moet worden voorgelegd die de aanvraag niet zou kunnen weigeren. Het Grondwettelijk Hof liet de bepaling dat de leerlingenbegeleiding in handen van de Vlaamse centra voor leerlingenbegeleiding stelt, onberoerd, op voorwaarde dat het personeel daarvan het Frans zou kennen.
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 17 november 2015 blijkt dat de schoolbesturen conform het arrest in februari 2011 schriftelijk werden verzocht om een aanvraag tot afwijking van de eindtermen in te dienen. Binnen de vooropgestelde termijn werd inderdaad een afwijkingsaanvraag ingediend waarbij gevraagd werd de eindtermen van de Franse Gemeenschap voor het basisonderwijs in de faciliteitenscholen te mogen volgen.
De Vlaamse onderwijsinspectie adviseerde eerder dat de gelijkwaardigheid zou kunnen worden uitgesproken, maar dan op basis van de uitzonderlijke situatie van de afwijkingsaanvragen. Wat er ook van zij, er werd nog geen gelijkwaardigheid vastgesteld en dus nog geen bekrachtigingsdecreet aan het parlement voorgelegd.
Minister, u antwoordde op 14 januari 2016 dat de Franstalige faciliteitenscholen inderdaad nog geen beleidscontract met een Vlaams CLB hadden lopen, maar dat hiertoe actie zou worden ondernomen. U antwoordde tevens dat u aan uw administratie had gevraagd om de inspectieverslagen van de Franstalige onderwijsinspectie op te vragen. In het schrijven van uw administratie aan de Franstalige collega’s zou volgens u ook de vraag worden gesteld naar de toetsing van de wettelijk voorziene lessen Nederlands in de faciliteitenscholen – een verplichting die voortvloeit uit de Taalwet –, een controle die dient te gebeuren door de Franstalige inspectie.
U stelde tevens op mijn vraag naar het functioneren van een Franstalige privéschool in Sint-Martens-Voeren dat naar analogie met de logica die het Grondwettelijk Hof over de inspectie volgde, het de Franse Gemeenschap toekomt dit privéonderwijs te inspecteren maar dat de Franse Gemeenschap dan wel verplicht is om de Vlaamse onderwijsadministratie een vertaalde kopie van het inspectieverslag te bezorgen. U zei eerder dit jaar dat ook wat dat betreft, de vraag intussen gesteld was of die privéschool is geïnspecteerd, en zo ja, wat de bevindingen zijn.
Minister, u bent een aantal engagementen aangegaan en u hebt een aantal acties aangekondigd. Vijf maanden later wil ik u het volgende vragen. Wat is de stand van zaken? Wat is het resultaat na de door u aangegane engagementen en ondernomen acties rond de niet-naleving door Franstalige faciliteitenscholen van diverse aspecten die in het Interpretatiedecreet worden opgesomd? Welke conclusies trekt u uit uw bevindingen? Neemt u nog bijkomende initiatieven?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, in januari hebben we er hier uitgebreid over gesproken. Ik zal niet alles wat ik toen heb gezegd, herhalen.
De inspectiebevoegdheid ligt bij de Franse Gemeenschap, maar hun inspectie is ertoe gehouden de inspectieverslagen te vertalen naar het Nederlands en ze te bezorgen aan de Vlaamse Gemeenschap. Mijn administratie heeft die op 2 februari opgevraagd, maar tot op heden nog niet ontvangen. Intussen is er een herinneringsbrief gestuurd.
Het zal u misschien enigszins gunstig stemmen dat ik de nieuwe bevoegde minister, minister Schyns, op 22 juni zie voor een eerste persoonlijk onderhoud. Wij zullen het onder andere hebben over de uitwisseling van gegevens waar voormalig collega Milquet en ik een aantal afspraken hadden gemaakt over de inschrijving voor kleuters. Er melden zich altijd een aantal kinderen aan voor het Nederlandstalig onderwijs die nadien in het Franstalig onderwijs terechtkomen. Het is belangrijk om alle afspraken die toen zijn gemaakt, ook na te komen. Ik zal dit punt ook mee op de agenda zetten, tenzij ik natuurlijk de inspectieverslagen op dat moment zou hebben gekregen. Wij zijn nog altijd in blijde verwachting, en ik geef toe dat ik samen met u vaststel dat het een vrij langdurige zwangerschap aan het worden is.
De scholen zijn er in principe toe verplicht de Vlaamse eindtermen te volgen. Maar als ze een afwijkingsaanvraag indienen en daarbij de geldende einddoelen van de Franse Gemeenschap als alternatief indienen, moet de gelijkwaardigheid worden toegekend. De Franstalige scholen hebben sedert 2011 zo’n aanvraag ingediend, maar de vorige Vlaamse Regering is niet tot een beslissing gekomen over de gelijkwaardigheid. De scholen moeten minstens voor de verplichte opdrachten – vaccinaties en profylactische maatregelen, leerplichtcontrole en -begeleiding – een beleidscontract sluiten met een Vlaams CLB.
De CLB’s moeten daartoe personeel in dienst nemen dat het Frans beheerst. Bij de laatste hernieuwing van de beleidscontracten zijn er geen contracten tussen Franstalige faciliteitenscholen en Vlaamse CLB’s gesloten.
Wat betreft de afwijkingsaanvraag op de eindtermen hebben alle scholen in het najaar van 2015 de bevestiging gekregen dat ze in afwachting van een beslissing hun verdere erkenning zouden behouden. De aanvragen tot afwijking gebeuren jaarlijks en de betrokken schoolbesturen sturen in de periode juni-juli een nieuwe afwijkingsaanvraag in. Daarvoor zullen we de geijkte procedure volgen. Ik ben trouwens zelf vragende partij om hier eindelijk een oplossing voor te verkrijgen.
Wat betreft de beleidscontracten met CLB’s moet een oplossing worden gezocht in samenspraak met de Vlaamse CLB’s in de regio. In dit dossier moet er zowel van de kant van de scholen als van de kant van een aantal van de Vlaamse CLB’s een bereidheid zijn om samen te werken. Aan de kant van de CLB’s zal in de nodige expertise moeten worden voorzien om de leerlingen en ouders in het Frans te helpen. Het veronderstelt van de kant van de scholen de bereidheid om met een Vlaams CLB samen te werken.
We kunnen minstens al toezien op wat administratief in orde zou moeten zijn, namelijk het krijgen van de inspectieverslagen. Ik hoop dat dit uiterlijk op 22 juni zal gebeuren.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, gezien de historiek van de totstandkoming van dit Interpretatiedecreet dat toch al dateert van 2009 en gezien het feit dat we dit jaar vaststelden dat er nooit enige actie ondernomen was, noch spontaan door de faciliteitenscholen, noch door uw voorgangers, dan mag het niet verbazen dat er ook nu, vijf maanden nadat ik u de vorige keer ondervroeg, nog maar weinig is bewogen.
Men kan ervan uitgaan dat dit alleen maar met onwil te maken heeft, maar ik neem aan dat u dit dan bij uw eerste ontmoeting met de minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschap zal kunnen bespreken. Het gaat er natuurlijk om dat het ontbreken van verslagen van de Franstalige onderwijsinspectie ons de mogelijkheid ontneemt tot kwaliteitscontrole, terwijl de betrokken schoolbesturen natuurlijk wel getuigschriften afleveren. Wanneer de mogelijkheid tot kwaliteitscontrole inderdaad wordt geblokkeerd, dan heeft de Vlaamse Gemeenschap geen enkele garantie dat dit onderwijs, dat nochtans met Vlaamse belastinggeld wordt gesubsidieerd, ook voldoet aan de door de Vlaamse Gemeenschap vooropgestelde kwaliteitseisen.
Ik hoop dat ondanks het feit dat u in uw onderwijsdepartement zonder twijfel andere en ook belangrijke prioriteiten heeft, u dit toch met aandrang wilt opnemen met uw collega-minister en haar meteen duidelijk maakt dat zeven jaar na de goedkeuring in dit parlement, quasi unaniem, van dat Interpretatiedecreet het wel eens tijd wordt dat de elementen uit dat decreet worden nageleefd of dat er in het andere geval alleen maar een einde kan worden gemaakt aan de onvoorwaardelijke subsidiëring van het Franstalig onderwijs in de Vlaamse Rand.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, dames en heren, stel u voor dat er morgen een basisschool is in Bredene die zegt dat ze geen akkoord wil sluiten met een CLB of dat een basisschool in Vilvoorde zegt dat de inspectie er niet moet komen. We zouden allemaal zeggen dat dit niet kan. We zouden verbouwereerd zijn. Dit is geen verwijt naar u, minister.
Ik wil in herinnering brengen dat er grondwettelijke bepalingen zijn over de manier waarop onderwijs wordt georganiseerd. Er zijn ook afspraken tussen de gemeenschappen, waarin ook uitzonderingen zijn bepaald. Het Interpretatiedecreet had net de bedoeling om de puntjes op de i te zetten inzake de onduidelijkheden omtrent de afspraken. Het is inderdaad zeven jaar geleden goedgekeurd. Toen is aan de andere kant van de taalgrens vanuit de Franse Gemeenschap te vuur en te zwaard tegen dit Interpretatiedecreet gestreden, tot belangenconflicten toe. Als je het vanop een afstand bekijkt, gaat het om peanuts, over een paar scholen. Desalniettemin is het belangrijk. Het gaat over bewaking van kwaliteit en controle van kwaliteit.
Ik vind het vreemd dat ze er moeilijkheden mee hebben om inspectieverslagen over te maken. Als ik een slecht karakter zou hebben, dan zou ik denken dat er niet wordt geïnspecteerd. Het meest eenvoudige is een kopie van een verslag te nemen en dat al minstens te bezorgen.
Ik blijf dan ook op mijn honger zitten, niet ten opzichte van het huidige beleid, want u doet alle moeite om te krijgen wat nodig is om de kwaliteitsbewaking te doen. Ik vind het pijnlijk dat we na die zeven jaar nog altijd staan te stamelen om te krijgen wat we moeten kunnen krijgen. Ik kijk dan ook uit naar de volgende stappen ter zake. Het is positief dat er steeds meer afspraken kunnen worden gemaakt met uw collega van de Franse Gemeenschap. We hebben in het verleden ook moeilijkheden gehad als het ging over leerlingen tellen, spijbelen enzovoort. Hopelijk komt er als gevolg van de betere samenwerking ook duidelijkheid in dezen. Nogmaals, het is niet om de ‘ambetanterik’ uit te hangen. Het gaat enkel om het uitoefenen van een controle, net zoals we dat willen en moeten doen op eender welke school van Voeren tot De Panne. Dat is onze verdomde plicht.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben het eens met wat is gezegd. Ik heb ook aangekondigd dat ik mijn collega zie op 22 juni. Ik plaats het op de agenda omdat ik duidelijkheid wil. Als er niet geïnspecteerd is, dan wil ik het ook weten. Het is zeer vervelend om geen antwoord te krijgen op vragen die vrij logisch en eenvoudig zijn.
Ik heb collega Schyns wel al gezien, maar dat was altijd op meetings waarop ook anderen aanwezig waren. Op 22 juni zie ik ook mijn Duitstalige collega, maar dat zal niet beletten dat dat punt geagendeerd wordt. Anderzijds vraag ik enig begrip. Ik zie dat mijn illustere voorgangers ook heel veel problemen hebben gehad in dit dossier. Ik zal proberen, zoals in veel dossiers, ook in dit dossier enige klaarheid te scheppen.
De heer Janssens heeft het woord.
U heeft door het veelvuldig noemen van 22 juni me er natuurlijk moreel toe verplicht om u op donderdag 23 juni in de commissie opnieuw te bevragen. Ik zal u misschien tijd geven tot na het zomerreces, maar ik vind het wel belangrijk genoeg om het op te volgen, ongetwijfeld mede met de steun van de heer Van Dijck.
U hebt ook mijn steun. Ik voel me betrokken, ook als het antwoord op de vraag is dat er niets is. We moeten gewoon klaarheid hebben. Uw vraag boezemt me geen angst in, integendeel. Ik hoop dat deze mededeling er onze vrienden zelfs toe zal aanzetten om er zeker voor te zorgen dat de informatie accuraat en volledig is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.