Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Report
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik dacht dat deze vraag om uitleg bij de commissie Visserij zou terechtkomen, maar de commissiesecretaris heeft me uitgelegd waarom ze bij Leefmilieu hoort.
Op het eerste gezicht is dit een banaal thema, maar ik krijg deze vraag regelmatig vanuit de visserijsector. Voor de vissers maakt het blijkbaar een groot verschil aan welke kant van de taalgrens of rivier ze wonen. Aan de Grote Gete in Hoegaarden is het vanaf half april verboden aan Vlaamse kant te vissen, terwijl het nog veertien dagen langer mag aan de Waalse kant.
Daarenboven zijn er nog een aantal verschillen voor Waalse en Vlaamse vissers. Aan Vlaamse kant moeten er beekforellen uitgezet en gevangen worden terwijl de Walen regenboogforellen uitzetten. Dat klinkt misschien grappig, maar het is echt zo. Aan Waalse kant mag men gekleurde maden als aas gebruiken, aan Vlaamse kant moeten het witte zijn. Wie maar één vergunning heeft, mag met zijn lijn maar tot in de helft van de 4 meter brede rivier komen. En dan zijn er nog de aalscholvers die de vissen op onze vijver komen roven. Daar heb ik ook al een vraag gesteld. Vlamingen mogen daar niet op schieten want die vogels zijn beschermd, maar in Wallonië mogen ze wel afgeschoten worden.
Minister, bent u op de hoogte van de verschillende reglementen die er zijn tussen de Vlaamse en Waalse vissers? Hebt u al overleg gepleegd met uw Waalse collega met het oog op het verkrijgen van een uniform systeem? Voor de vissers zijn dit echt wel problemen. Ze gaan overal in België vissen en worden dan geconfronteerd met de verschillende reglementeringen. Die mensen willen op een correcte manier werken, maar met de discrepantie tussen beide wetgevingen kan dat soms voor problemen zorgen, en dat gebeurt dus ook.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er zijn natuurlijk verschillen. Dat is niet alleen voor de visserij, dat is voor het hele beleid rond leefmilieu het geval. De gewesten vullen de gewestbevoegdheden in zoals ze dat verkiezen en goedachten. Dat is eigen aan de bijzondere wet van 8 augustus 1980.
U hebt het over de riviervisserij, en daar zit wel een redenering achter. Het is al een verschillende uitgangssituatie. Ik probeer dat duidelijk te maken. In Vlaanderen zijn er geografisch gezien vooral benedenlopen en laaglandbeken. Deze worden gekenmerkt door karperachtigen, dat is een specifieke vissoort. De regelgeving is vooral gebaseerd op het instellen van de nodige visserijmaatregelen, in functie ook van de paaitijd van die karperachtigen.
Wallonië heeft een andere geografische ligging en vooral bovenlopen en sneller stromend water. Daar zitten dan – u weet het nog wel uit uw biologieles – vooral forelachtigen in. De regelgeving is in belangrijke mate afgestemd op deze vissoort. Die hebben verschillende paaiperiodes, en dat impliceert inderdaad dat er in andere periodes mag worden gevist.
Als het gaat over grensoverschrijdende wateren, kan dat inderdaad soms eigenaardige gevolgen hebben, maar dat geldt evengoed voor bijvoorbeeld waterlopen die de Nederlandse of Franse grens overschrijden. Zelfs indien de visserijreglementering op grensoverschrijdende wateren tussen Wallonië en Vlaanderen dezelfde zou zijn, dan nog heb je een verschillend visverlof. In Wallonië moet je dan een visverlof hebben, en in Vlaanderen. Dat is nu eenmaal het gevolg van de regionalisering.
Artikel 6 van de bijzondere wet voorziet in het plegen van overleg. Dat gebeurt ook, in de Interministeriële Conferentie Leefmilieu. Gelet op de fundamenteel verschillende uitgangspunten en principes acht ik het opstellen van een uniforme regeling niet gewenst, en denk ik dat het goed is om de reglementering te behouden zoals die vandaag bestaat, uiteraard zeker ook rekening houdend met het veiligstellen van onze vissoorten in onze waterlopen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Op school was ik niet zo goed in biologie. Ondertussen heb ik in de loop der jaren echter toch al wel veel bijgeleerd over biologie, maar dat terzijde.
Ik begrijp wel dat er regionale verschillen zijn, vandaar ook mijn vraag. Die vraag klinkt misschien een beetje grappig, maar dit zorgt wel voor problemen en onduidelijkheid. Minister, ik wil u dus toch vragen om te overleggen met uw Waalse collega, om eens te bekijken waar dingen nog beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Dat lijkt me toch zeker mogelijk te moeten zijn. Daarna zou men daar ook eens op een goede manier gezamenlijk over moeten communiceren ten overstaan van de vissers, want het is ook niet altijd duidelijk hoe de vork precies in de steel zit. Ik heb daar al diverse vragen over gehad. Ik wil dus vragen dat u dat toch nog eens zou bekijken met uw Waalse collega. Het feit dat ik die vraag hier stel of moet stellen, toont toch enigszins aan hoe onjuist en onnatuurlijk ons land eigenlijk is. We zijn een heel klein landje, met maximaal 10 miljoen inwoners en een kleine oppervlakte. Ik vind het dan heel raar dat al die reglementeringen zo verschillend zijn. Dat zorgt inderdaad voor verwarring.
De heer Vandaele voelt zich aangesproken over de verschillende reglementeringen in de verschillende taalgebieden.
De heer Vandaele heeft het woord.
Uiteraard. Ik ben het helemaal eens met de minister als ze vraagt waarom we dat allemaal op elkaar moeten afstemmen. Collega’s, waterlopen zijn natuurlijk per definitie grensoverschrijdend, dus als men moeite heeft met de verschillen qua regelgeving, dan zouden er eigenlijk ook met Nederland en met Frankrijk afspraken moeten worden gemaakt over welke visjes er wanneer mogen worden gevangen. Ik denk trouwens dat wat u over aalscholvers zei, niet klopt. Ik dacht dat er ook in Wallonië, en in Frankrijk trouwens ook, een verbod gold op de jacht op aalscholvers tenzij men een uitzondering aanvraagt in het kader van het beheer van viswateren enzovoort.
U noemt dat een probleem. Ik weet niet of dat een probleem is voor die vissers, want bijvoorbeeld heel wat van onze Vlaamse jagers gaan in Wallonië jagen, en die hebben daar blijkbaar geen enkel probleem met die andere regelgeving. Ik denk dat er altijd verschillen zullen zijn tussen de beide kanten van een grens, of dat nu een regiogrens of een gemeentegrens is. Ik geef een concreet voorbeeld. De Haan en Bredene zijn buurgemeenten, ze maken deel uit van eenzelfde politiezone, en toch gelden er verschillende politiereglementen. Ik geef u een anekdote: ik was ooit eens, toen dat nog in was, in een verkiezingsperiode met een autokaravaan op stap. In De Haan was dat toen helemaal in. Ik kwam toevallig, natuurlijk zonder dat dat per opzet gebeurde, op het grondgebied van Bredene, en mijn hele karavaan werd daar onder politie-escorte van het grondgebied verwijderd, want daar mocht dat niet. (Gelach)
De heer Vandenberghe heeft het woord.
De jagers hebben ook klachten over die verschillen qua regelgeving. Ik weet niet of dat van die politiereglementen zoveel ter zake doet. Ik ga er wel akkoord mee als men zegt dat dan moet worden bekeken hoe er in Nederland of Engeland wordt gevist, dat dit op Europees niveau moet worden bekeken. Ik vind het toch wel belangrijk om dat mee te geven, want het is een bezorgdheid die bij veel vissers heerst.
De vraag om uitleg is afgehandeld.