Report meeting Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Report
Mevrouw Pira heeft het woord.
Planbaten en planschade zijn hier al een paar keer ter sprake gekomen, minister. Via het antwoord op een schriftelijke vraag heb ik nu ook concrete cijfers gekregen, maar ik lees toch even mijn vraag om uitleg om ze correct te kunnen situeren.
Bij een bestemmingswijziging van een perceel verandert ook de verkoopwaarde ervan. Om dat te compenseren werden twee systemen in het leven geroepen. Enerzijds is de planbatenheffing, een belasting op de meerwaarde die een grond krijgt door bestemmingswijziging, die tussen 1 en 30 procent van de geschatte meerwaarde van een perceel bedraagt. Anderzijds is er de planschaderegeling, een vergoeding voor eigenaars van gronden die door een bestemmingswijziging waarde verliezen. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 399 van 9 februari 2016 blijkt dat de Vlaamse overheid door bestemmingswijzigingen in de periode 2011-2014 voor een geschat bedrag van 700 miljoen euro meerwaarde creëerde. Na de planbatenheffing en een reeks vernietigingen, opschortingen, vrijstellingen enzovoort blijkt uit diezelfde cijfers dat er uiteindelijk 6,5 miljoen euro werd geïnd, amper 1 procent van de geschatte meerwaarde. De planbatenregeling is dus financieel gezien niet erg voordelig voor de overheid. Dankzij de planschaderegeling krijgt de eigenaar 80 procent van de waardevermindering na bestemmingswijziging. Dat kost de overheid veel geld.
Minister, in februari vorig jaar, in antwoord op een vraag om uitleg van collega Wilfried Vandaele, zei u over de planbaten- en planschaderegeling in deze commissie nog dat u een globale visie zou ontwikkelen en dat er een harmonisering zou komen. U verwees naar de afspraken hierrond in het regeerakkoord. De heer Vandaele heeft een hele reeks zaken opgesomd die er gebeurd zijn: in 2013 een conceptnota, in 2014 opnieuw een conceptnota, een studie van Antea en opnieuw een studieopdracht. Allemaal hadden ze in mindere of meerdere mate met planbaten of planschade te maken. Hij vroeg zich toen ook af wanneer er eens iets zou gebeuren. Na het antwoord dat ik van u, minister, heb gekregen, is dat ook de strekking van mijn vraag. We zijn nu meer dan een jaar verder. Hoever staat het met de globale visie en de harmonisering van planbaten/planschade? Ik weet wel dat u hebt gezegd dat we dat in een globale visie moeten stoppen met andere instrumenten, maar toch vraag ik u nu naar de stand van zaken.
De planbatenheffing is eigenlijk gebaseerd op gedateerde cijfers. In antwoord op mijn schriftelijke vraag liet u weten dat 6,5 miljoen euro is geïnd.
Dat doet vermoeden dat de gerealiseerde meerwaarde in werkelijkheid hoger ligt dan 700 miljoen euro. Waarom werden de meerwaardecijfers in 2014 of sindsdien niet geüpdatet, zoals de Vlaamse Codex voorschrijft?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Pira, u weet dat wij bezig zijn met een harmonisering van de compenserende vergoedingen. Er is een opdracht uitgeschreven, die loopt tot 1 oktober. In het najaar komen wij met een ontwerp van decreet naar de Vlaamse Regering. We zijn daarmee bezig.
Wat de meerwaardecijfers, de analyse en de update betreft: we werken aan een aanpassing van de codex. Naar aanleiding daarvan zullen wij de meerwaardecijfers actualiseren. Er wordt uiteraard een indexering toegepast, zoals dat ook is voorgeschreven.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, u zegt wat u vorige keer al hebt gezegd: dat u werkt aan een harmonisering. Nieuw is dat er een opdracht loopt tot 1 oktober. Die opdracht komt er dan na alle conceptnota’s en opdrachten enzovoort, die de heer Vandaele vorig jaar heeft opgesomd. Dat is dus weer al eens onderzoek. U zegt dat u in het najaar met een ontwerp van decreet naar de regering gaat. Dat is voor de eerste keer zeer concreet.
De aanpassing van de codex zal leiden tot een aanpassing van de meerwaardecijfers. Ik begrijp uit uw antwoord dat dit nog niet voor morgen is. Wellicht zal er twee keer een termijn van vijf jaar overgaan vooraleer die cijfers worden aangepast. Maar u zegt wel dat de meerwaardecijfers werden geïndexeerd. Werden ze geïndexeerd in 2014, na de eerste termijn van vijf jaar? Of zijn er al verschillende indexaties gebeurd? In januari 2009 ging die eerste termijn van start.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mevrouw Pira zei dat ik over dit onderwerp al een tijd geleden iets zei. Minister, ook wij vroegen toen om echt werk te maken van een evenwichtig systeem van planbaten en planschade, voortbouwend op de conceptnota van intussen al 2013. U zegt dat u ermee bezig bent. Zo zullen we er in Vlaanderen voor kunnen zorgen dat de ruimtelijke ordening betaalbaar blijft op de drie niveaus en dat het ruimtelijk beleid dat deze regering wil – met het maximale behoud van open ruimte, het schrappen van slechtgelegen woonuitbreidingsgebieden, de bescherming van natuur en van bosgebieden – mogelijk wordt. Daarom hebben wij dat performante systeem van planbaten en planschade nodig. Ook wij pleiten er dus voor om er werk van te maken. U zegt dat u ermee bezig bent: wij kijken er dus naar uit.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Pira, de indexering werd door de Vlaamse Belastingdienst doorgevoerd vanaf het aanslagjaar 2014.
Mijnheer Vandaele, wij zijn er zeker mee bezig. We worden wel geconfronteerd met een bijkomende moeilijkheid, die ook een opportuniteit is, maar het maakt het wel iets ingewikkelder: in het regeerakkoord is afgesproken dat er in dat kader ook wordt gekeken naar de mogelijkheid tot de invoering van verhandelbare bouwrechten. Als je die invoering bekijkt, spreekt het voor zich dat je ook de meerwaarden, de planbaten en de planschade in dat opzicht moet bekijken. Dat zorgt ervoor dat er een extra dimensie bij is gekomen. Dat is een opportuniteit. Maar dat zorgt er ook voor dat alles grondig moet worden bekeken.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik hoop dat de commissie binnen een jaar een pak verder staat dan nu. Wanneer u het over onze ruimtelijke ordening hebt, hebt u het al meermaals gehad over het feit dat we 6 hectare per dag verliezen. Zo staat het ook in uw beleidsbrief. Dat systeem van planbaten en planschade is een van de mechanismen die ervoor zorgen dat we onze open ruimte aan een soldenprijs verkopen. De voortschrijdende verkaveling, verharding enzovoort gebeurt op een zodanige manier dat we er amper greep op hebben. Enkel door grip te krijgen op de onderliggende mechanismen, zoals de peanuts die de overheid krijgt door de planbatenregeling, zullen we een beetje greep krijgen op onze open ruimte, die voor onze ogen verdwijnt. Ik hoop dus dat u in het najaar met een ernstig voorstel naar de commissie en naar het parlement komt.
Dit is niet het enige mechanisme dat ervoor zorgt dat onze open ruimte voor onze ogen verdwijnt zonder dat we er greep op krijgen. Er zijn nog andere mechanismen. Dit is er een van. Dit is een belangrijk mechanisme. Ik hoop dat u een ernstig evenwicht vindt tussen de planbaten en de planschade.
De vraag om uitleg is afgehandeld.