Report meeting Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Report
De heer Janssens heeft het woord.
De federale ministerraad heeft eind vorige maand het licht op groen gezet voor het spreidingsplan voor asielzoekers. Er is nu een ontwerp van koninklijk besluit gemaakt dat voor advies naar de Raad van State is gestuurd. Begin mei zou elke Belgische gemeente moeten weten hoeveel asielzoekers ze zal moeten opvangen in het kader van dat spreidingsplan. Nadien krijgen de gemeenten een half jaar de tijd om de nodige voorbereidingen te treffen om het verplichte aantal asielzoekers dat hun is toegewezen, te kunnen ontvangen.
In de eerste fase worden er 5000 extra opvangplaatsen gepland boven op die die er nu al zijn, zowel in lokale opvanginitiatieven (LOI’s) als in andere collectieve opvangplaatsen. Van die 5000 zouden er ongeveer 3000 aan Vlaamse gemeenten worden toegewezen. Ik spreek over een eerste fase omdat er naar alle verwachting in de loop van de komende maanden nog meer verplichte opvangplaatsen zullen worden toegewezen, onder andere naar aanleiding van de afspraken die eind deze week zullen worden gemaakt op de Europese top.
Het spreidingsplan van staatssecretaris Francken heeft vier parameters, waarmee rekening wordt gehouden in de toewijzing van het aantal asielzoekers per gemeente. Elke parameter krijgt een bepaalde wegingsfactor. Die parameters zijn: het aantal inwoners, het netto belastbaar inkomen van de inwoners, het aantal leefloners en de al geleverde inspanningen inzake gerealiseerde opvangplaatsen.
Gemeenten die het dubbele realiseren van het gemiddeld aantal opvangplaatsen tegen dat het KB in werking treedt, worden vrijgesteld. Begin mei krijgen alle gemeenten een brief met de definitieve cijfers van het aantal vluchtelingen dat ze verplicht zullen moeten opvangen van de federale overheid. De LOI’s die nu al worden gerealiseerd, worden dan volledig meegeteld in het aantal plaatsen dat de gemeenten zullen moeten realiseren.
Het plan zoals het nu is voorgesteld, voorziet in een sanctiemechanisme voor een gemeente die er niet in slaagt de nodige opgelegde plaatsen te creëren. Die kan een boete krijgen van zowat 75 euro per dag per plaats die niet is gerealiseerd. Dat bedrag komt neer op het dubbele van de dagprijs die een gemeente van het federale niveau krijgt voor de creatie van een lokaal opvanginitiatief.
Minister-president, Vlaanderen is toezichthoudende overheid voor de lokale besturen. Een groot aantal gemeenten en OCMW’s zullen worden belast door dit federale spreidingsplan. Werd Vlaanderen betrokken bij het opstellen van dit spreidingsplan? Hoe wordt Vlaanderen desgevallend betrokken bij het bepalen van het aantal asielzoekers per gemeente? Zijn de Vlaamse gemeenten in staat tegen het einde van het jaar voldoende opvang te vinden op hun grondgebied om te voldoen aan de verplichtingen van het spreidingsplan? Hoe reageert u op de sancties die zouden kunnen worden opgelegd aan gemeenten die onvoldoende plaatsen voor vluchtelingen realiseren? Minister-president, welke gevolgen heeft dit spreidingsplan voor de Vlaamse overheid?
Uiteraard was deze vraag om uitleg ook gericht aan minister Homans, bevoegd voor het binnenlands bestuur, maar de vragen waren aan u beiden gericht, en de regering heeft het opportuun geacht om namens u een gecoördineerd antwoord te verstrekken.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
De vragen die u stelt, hebben hoofdzakelijk, zo niet uitsluitend betrekking op de federale bevoegdheid. Het spreidingsplan en de vraag of de gemeenten in staat zijn daaraan te voldoen, zijn federale bevoegdheden. Ook de sancties en de dagprijs zijn federale bevoegdheden, waar Vlaanderen niet in tussenkomt.
Tot slot vraagt u welke gevolgen dit kan hebben voor de Vlaamse overheid. U kent de maatregelen die we hebben genomen. Van meet af aan hebben we gezegd dat we geen nieuwe maatregelen moeten treffen. We moeten alleen zorgen dat we onze capaciteit uitbreiden. Dat doen we ook, we zijn daarop voorzien. We doen dat in de eerste plaats voor integratie en inburgering, we doen dat met Werk en we doen dat met Onderwijs. Daarvoor hebben we 120 miljoen euro uitgetrokken.
Of die mensen in bijkomende LOI’s komen of niet, dat verandert de Vlaamse aanpak niet. Het verandert niets aan de impact op het Vlaamse niveau.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, het feit dat u zich samen met minister Homans hier snel van af wil maken, is net het probleem dat ik heb met deze Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering, in het bijzonder minister Homans, is toezichthoudende overheid, en die kijkt blijkbaar lijdzaam toe, laat zich de les spellen door de Federale Regering. De federale staatssecretaris zegt dat die en die gemeenten zoveel extra opvangplaatsen moeten realiseren, en indien ze daar niet aan voldoen, zullen ze ook nog eens worden gesanctioneerd.
De Vlaamse Regering vindt dat als toezichthoudende overheid blijkbaar allemaal normaal, neemt daar akte van en gaat over tot de orde van de dag. Terwijl we nu weten dat er in de komende maanden tienduizenden erkende vluchtelingen van tijdelijke opvanginitiatieven zullen moeten overgaan naar de gewone Vlaamse woningmarkt, die sowieso al onder Vlaamse druk staat. Ook alle gemeenten en OCMW’s staan op dit moment onder zware druk, zowel financieel als maatschappelijk. Bovendien hebben heel wat gemeenten en OCMW’s te kampen met een zware schuldenlast.
Er worden deze namiddag in de commissie Binnenlands Bestuur vragen over gesteld. Op dit moment zien we in principe een cascade-effect. De EU kan niet alle problemen aan, en duwt dan maar de lidstaten een spreidingsplan door de strot. De lidstaten kunnen op hun beurt dat allemaal niet aan. Die wijzen de lokale besturen een aantal verplichte opvangplaatsen toe. Blijkbaar zijn daar dan de problemen mee opgelost. Iedereen schuift de verantwoordelijkheid van zich af en schuift de problemen door naar een lager bestuursorgaan.
Met al die plannen en al die beslissingen die overal boven de hoofden van de bevolking worden genomen, wordt met de mening van de bevolking geen rekening gehouden. Nochtans weten we uit verschillende peilingen dat een grote meerderheid, ook in Vlaanderen, vindt dat we al genoeg asielzoekers opvangen. Men zou trouwens vanuit de overheid wel eens de moed mogen hebben om in een bindend referendum de mening van de bevolking te vragen over het aan gemeenten en aan ons land toegewezen aantal asielzoekers.
Minister-president, de Vlaamse Regering moet niet zomaar lijdzaam toezien. U moet mee betrokken worden in dit plan en er mee op toezien dat de Vlaamse gemeenten niet nog meer onder druk komen te staan dan nu al het geval is.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Janssens, u haalt alles door elkaar. Het gaat hier over individuele opvangplaatsen tijdens de asielprocedure. U hebt het over de spreiding van mensen die asiel verkregen hebben. Die worden niet gespreid. Die hebben de vrijheid om zich te vestigen. We hebben toch al tien keer herhaald dat zij, zoals naar gewoonte, op de bekende plaatsen zullen terechtkomen. Dat zal de as Antwerpen-Mechelen-Vilvoorde-Brussel zijn, en misschien ook nog voor een deel in Limburg.
Dit heeft daarmee niets te maken. Dit is geen bijkomende permanente last voor de gemeenten. Het gaat over mensen in een asielprocedure. Zij komen na de korte procedure bij Fedasil in een collectief opvangcentrum. Als ze een hoge erkenningsgraad hebben, komen ze na tien dagen in een individuele opvang. Dat kan een lokaal opvanginitiatief (LOI) zijn, of een ngo. Zijn ze na de procedure, die van vier op zes maanden wordt gebracht – er is daarvoor een ontwerp van wet –, nog in een collectief opvangcentrum, dan gaan ze na deze periode naar een individuele opvangplaats. Dat heeft nog altijd niets te maken met het vrije recht van vestiging van mensen die asiel gekregen hebben. U haalt die twee door elkaar.
De federale overheid betaalt voor de opvangcentra. Daar geeft de federale overheid een dagvergoeding voor. Daarvoor is inderdaad een sanctiemechanisme voorzien. Als de gemeente liever betaalt dan die mensen een plaats te geven, ondanks het feit dat ze er een vergoeding voor krijgt, dan is dat een keuze van die gemeente. Maar ze krijgt een vergoeding voor de tijdelijke opvang. Dat gaat over de procedure voor asiel. Wie erkend is, heeft net als elke andere persoon de vrijheid om zich te vestigen waar hij wil. Begin alstublieft die twee niet te vermengen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, mijn voornaamste bezwaar met dit federale spreidingsplan is dat de lokale bevolking er helemaal niet bij betrokken wordt en dat haar zomaar een aantal beslissingen door de strot worden geduwd, en dat inderdaad aan de gemeenten die oor hebben naar de verzuchtingen van hun burgers, die in grote mate vinden dat wij al voldoende inspanningen leveren, dat het genoeg is geweest en dat men beter een asielstop zou afkondigen, nog eens extra asielzoekers worden opgedrongen. Wie dat niet wenst en wie luistert naar de mening van de bevolking, wordt ook nog eens gesanctioneerd, krijgt een boete opgelegd en eventueel zelfs nog een inhouding op de federale dotatie. De autonomie van de lokale besturen wordt daarmee omzeild. Daarom had ik van deze Vlaamse Regering ter zake een forsere houding verwacht in plaats van alleen maar lijdzaam toe te zien wat staatssecretaris Francken allemaal in de praktijk brengt. Heel veel Vlaamse gemeenten hebben op dit moment al het water aan de lippen staan. Ze worden nu door staatssecretaris Francken nog eens kopje onder geduwd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.