Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
De intercommunale Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening (TMVW) heeft bij haar jongste algemene vergadering 65 aandeelhouders een actieve deelname aan het debat en de stemming ontnomen. Dat verscheen in de pers en kwam ons ook ter ore. TMVW besliste de statuten strikt te interpreteren, waardoor aandeelhouders die geen formele volmacht hadden ingediend werden uitgesloten. Strikt juridisch is dat correct maar de uitgesloten aandeelhouders – steden en gemeenten – hekelen deze beslissing.
Ten eerste was de communicatie van de maatschappij niet optimaal. Ten tweede halen de aandeelhouders die zich uitgesloten voelen, aan dat de statuten in het verleden nooit zo strikt werden toegepast. Bij de vorige algemene vergaderingen maakte TMVW er nooit een probleem van dat de gemeenteraadsbeslissing over de mandaathouders niet werd overgemaakt. Een deelname aan het debat en de stemmingen werd in het verleden dus niet ontnomen.
De formalistische bezwaren kon TMVW ter zitting nog naast zich neerleggen, maar dat deed ze niet omdat het bureau van de vergadering dat zo adviseerde. Een aantal aandeelhouders beweren dat zij monddood worden gemaakt om op die manier de kritische stemmen over de statutenwijziging in de kiem te smoren. Bepaalde aandeelhouders dreigen met juridische stappen en een uittreding uit de intercommunale.
De kritieken over de statutenwijziging worden ook gevoed door het Vlaams Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Rond de uitkering van dividenden hangt nog een waas van onduidelijkheid en daarom werd vanuit verschillende hoeken gevraagd om de statutenwijziging uit te stellen zodat iedereen zich nog kan verdiepen in de materie.
Een ander opvallend element in de statuten is het feit dat aandeelhouders voor minstens achttien jaar vasthangen aan de intercommunale waar het voorheen makkelijk was om in– en uit te stappen. Vervolgens oordeelt het agentschap dat TMVW zich met de oprichting van ‘TMVW Recreatie’ te veel ruimte toe-eigent omdat gemeenten hun volledig recreatiebeleid zullen moeten afstaan.
In uw beleidsnota lezen we tot slot het volgende: “Conform het regeerakkoord wil ik streven naar zoveel mogelijk samenvallende samenwerkingsverbanden en wil ik het aantal intermediaire niveaus drastisch verminderen. Ik ben ervan overtuigd dat het afbakenen van clusters waarbinnen de gemeenten en andere partners in hoofdzaak samenwerken de transparantie op het intermediaire veld zal vergroten en de verrommeling zal tegengaan. Ik zal daarom samen met mijn collega’s binnen de Vlaamse Regering onderzoeken hoe we in eerste instantie de Vlaamse gebiedsgerichte structuren beter op elkaar kunnen afstemmen. De Vlaamse overheid moet daarbij rekening houden met de lokale situatie. Dat is een belangrijke stap, die wellicht ook de gemeenten zal stimuleren om in dezelfde setting zelf ook in sterkere mate samen te werken. De Vlaamse Regering moet er ook voor zorgen dat de gebiedsafbakeningen waarbij zij gemeenten aanzet of verplicht tot onderlinge samenwerking ook passen binnen de aldus uitgewerkte regio-indeling.”
Minister, de statutenwijziging bij TMVW/Farys heeft een enorme impact op de lokale besturen, niet het minst op de gemeentelijke financiën. Hoe beoordeelt u de kritiek van 65 aandeelhouders die, vanwege een strikte toepassing van de statuten, werden uitgesloten van het debat en de stemming over de complexe statutenwijziging van TMVW/Farys waar in het verleden diezelfde statuten minder strikt werden toegepast en een deelname aan het debat en de stemming wel verzekerd waren?
Minister Homans heeft het woord.
Nog niet zo lang geleden stelde de heer Segers een gelijkaardige vraag over VIVAQUA en intercommunales. Ik heb toen verwezen naar het samenwerkingsakkoord van de gewestgrensoverschrijdende intercommunales. De leden moesten zich uiterlijk op 30 juni van dit jaar conformeren aan de regelgeving van het gewest waar ze onder vallen. Die uitleg heb ik toen heel uitgebreid gegeven.
Mijnheer Meremans, TMVW moest haar statuut aanpassen aan het Vlaams decreet op de intergemeentelijke samenwerking van 2001. Uiterlijk op 30 juni 2015 moest TMVW haar statuten gewijzigd hebben. Daartoe hebben ze een algemene vergadering bijeengeroepen op 29 juni. Ik heb tot op vandaag – en we hebben nog gecheckt voor we naar hier kwamen – geen enkele beslissing in dat verband ontvangen zodat ik me niet kan uitspreken over de vraag of de statuten in overeenstemming zijn met het decreet van 6 juli 2001 op de intergemeentelijke samenwerking zoals het samenwerkingsakkoord vereist.
Mijn eigen oordeel of mening doet er hier weinig toe. Ik kan het als minister niet maken om me persoonlijk uit te laten. Ik ben hier in functie. Ik ga mijn mening voor mezelf houden.
U vraagt naar mijn mening over het verloop van de algemene vergadering op 29 juni. Als toezichthoudend minister moet ik wel nagaan of een besluit al dan niet correct werd genomen met toepassing van het recht en enkel als dat niet het geval is, bestaat er een rechtsgrond voor mij tot een goedkeuring of vernietiging van de genomen beslissing.
U weet dat ik geen beslissing kan nemen op basis van mijn eigen visie. U weet dat wel en dat is ook niet de grond van uw vraag, mijnheer Meremans. We moeten dat doen op enige rechtsgrond, anders komen we in de problemen.
Ik heb dus geen enkele beslissing ontvangen, maar ook geen klacht; geen enkele officiële klacht over de gang van zaken van de algemene vergadering van 29 juni 2015. Voorafgaand aan een onderzoek te gronde, lijkt het mij geen goed idee om nu al conclusies te trekken; ik ga dat dan ook niet doen, ook niet inhoudelijk. Ik moet eerst een dossier of een klacht hebben, of allebei. Nu heb ik geen basis om iets te doen.
Mijnheer Meremans, als ik de statuten zal ontvangen zoals ze werden aangepast op 29 juni, zal ik natuurlijk heel correct laten nagaan of ze in overeenstemming zijn met het decreet van 6 juli 2001. Ik kan niet voortuitlopen op de zaken.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister.
Ik begrijp uw houding. U hebt nog niets ontvangen. Ik heb het nu wel aangehaald omdat het actueel is. Niettemin bereiken ons, mijzelf toch, heel wat signalen dat een aantal steden en gemeenten daar niet over te spreken zijn. Ik vermoed dat zij de nodige stappen zullen ondernemen, er was ongenoegen. We gaan alleszins een afspraak maken. Als u de statuten binnenkrijgt, zult u daar als toezichthoudende overheid de nodige aandacht aan schenken.
Ik zal wel mijn visie geven. Bij TMVW moet men een en ander nakijken. Ze moeten de steden en gemeenten daar volop bij betrekken. Het gaat wel degelijk over hen. Ze hebben zich over een aantal zaken kritisch geuit, ook in de pers. De top van TMVW moet daar rekening mee houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.