Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, op 3 maart heb ik u een vraag gesteld, of eigenlijk een suggestie voorgelegd, namelijk om een gedeelte van het wagenpark van de Vlaamse overheid dat daar geschikt voor zou kunnen zijn, gedeeltelijk beschikbaar te maken voor burgers, bijvoorbeeld ’s avonds of in het weekend wanneer die wagens toch maar staan te roesten in de garage of op de overheidsparking, iets wat trouwens al redelijk wat lokale besturen in Vlaanderen met succes doen.
U antwoordde positief op mijn suggestie. U zou kijken of u geen pilootproject kon opstarten in een of andere buitenentiteit met een parking. U verwachtte spontane kandidaturen na het doen van een oproep. U riep ook mij op om zeker een opvolgingsvraag daarover te stellen. Ik heb dat gedaan. Maar mijn enthousiasme over uw antwoord was helaas niet zo geweldig groot, want wat stond er in dat antwoord? Misschien wel het grootste probleem, namelijk dat de entiteiten niet staan te springen om mee te doen aan een pilootproject. Verder hebben uw diensten vastgesteld dat een aantal elementen een autodeelproject bemoeilijken of de kosten-batenbalans negatief zouden bezwaren. U verwijst onder andere naar de vrijstelling van wegbelasting die zou wegvallen. Als een overheidsvoertuig ook door anderen wordt gebruikt, is het strikt genomen geen overheidsvoertuig meer en is het onderworpen aan belasting. U verwijst naar een duurdere verzekering bij gemengd gebruik. En u zegt vervolgens: als we die wagens uitlenen, zien we die dan nog terug op het moment dat wij dat willen, en in welke staat?
Minister, ik denk dat dat geen onoverkomelijke problemen zijn. Wat betreft het betalen van de wegbelasting: het betreft een belasting die de Vlaamse overheid aan zichzelf betaalt. Ik zie het probleem eerlijk gezegd niet. Wat betreft de hogere verzekering: het klopt dat voor autodeelwagens de verzekeringspremie wat hoger ligt. Ik heb mijn licht daarover opgestoken bij cambio en anderen. Maar heel de ratio achter autodelen is dat de kosten die gepaard gaan met de verzekeringspremie, gedeeld worden door alle gebruikers. Het is niet zo dat die hogere kosten niet alleen op uw schouders terechtkomen maar dat wie de wagen ontleent, a rato van het gebruik van de wagen daarin deelt waardoor de kosten wel eens lager zouden kunnen uitvallen voor de eigenaar van de wagen. Wat betreft de onzekerheid inzake beschikbaarheid en of die in goede staat wordt teruggebracht, heb ik me laten vertellen dat autodelende burgers niet bepaald geboekstaafd staan als vandalen maar dat er duidelijke regels verbonden zijn aan het gebruik van een deelwagen. Wie die niet op tijd of in slechte staat terugbrengt, is daar ook voor aansprakelijk en verantwoordelijk. Daarvoor kan in een boete of iets dergelijks worden voorzien. Zo werkt dat ook bij andere autodeelprojecten.
Minister, ik denk dat u of de diensten die u adviseren nog een beetje last hebben van koudwatervrees en dat het grootste probleem het vinden van een entiteit is die hier mee in wil springen. Nu begrijp ik die entiteiten ook wel. Er wordt stevig bespaard bij hen, personeel wordt niet vervangen, er mogen minder fotokopies genomen worden. Ze zitten allemaal op hun tandvlees. Ze zijn wellicht niet aan het wachten om extra taken op te nemen. Maar misschien is het een idee om met de figuur van de Chinese vrijwilliger te werken op een positieve manier, waarbij u bijvoorbeeld een beperkt opstartbudget toewijst aan een entiteit om mee te doen aan een pilootproject.
Ik heb naar aanleiding van uw antwoord op mijn schriftelijke vraag nog eens contact opgenomen met de mensen van cambio, waar u aandeelhouder van bent. Ze zijn nog steeds zeer enthousiast om u te begeleiden om een pilootproject alsnog van de grond te krijgen. Verder hebt u ook een positief element aangebracht in uw antwoord, namelijk dat u verder werk wilt maken van entiteitsgrensoverschrijdend gebruik van wagens om op termijn te komen tot een vermindering van het aantal wagens van het Vlaamse wagenpark. Dat is natuurlijk zeer goed.
Minister, is er een becijferde kosten-batenanalyse gebeurd voor de opstart van een autodeelproject met een gedeelte van het eigen wagenpark? Is die balans effectief onmiskenbaar negatief? Heeft er zich inmiddels alsnog een entiteit kandidaat gesteld? Bent u bereid om nog eens samen te zitten met cambio en om eventueel een entiteit aan te duiden om een pilootproject op te starten? Kunt u meer duiding geven over het traject dat werd opgezet met de diverse entiteiten die u wilt laten samenwerken om het wagenpark te verkleinen? Staat daar een duidelijk becijferde ambitie tegenover?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, ik zei daarnet al lachende dat ik vorige week alles al had gelezen in de krant. Het is u van harte gegund, mijnheer Vandenbroucke, dat u met dit onderwerp twee keer de media hebt gehaald.
U hebt ook op 5 mei nog een schriftelijke vraag gesteld. Die heb ik ongeveer twee weken geleden beantwoord. Mijnheer Vandenbroucke, u mag zo veel vragen stellen als u wilt, maar ik vind het persoonlijk heel vermoeiend om elke twee weken op dezelfde vraag te moeten antwoorden. Ik vind het heel raar dat een week nadat ik de vraag beantwoord heb, dezelfde vraag om uitleg geagendeerd staat in deze commissie. Maar, mijnheer Vandenbroucke, ik ga gewoon antwoorden op uw vragen, al is het misschien een beetje vervelend voor u want u kent de antwoorden al grotendeels.
Ik ben het niet eens met uw analyse. We zien binnen de Vlaamse overheid dat de verschillende entiteiten gewoon verschillende eilanden zijn. Iedereen zit op zijn eigen erf en wil vooral niets delen met iemand anders. Dat is misschien heel kort door de bocht, maar daar komt het wel op neer. Het is vooral heel belangrijk om binnen de Vlaamse overheid naar efficiëntiewinsten te zoeken. Dan gaat het niet alleen om het financiële aspect van de zaak, maar gewoon over een betere manier van samenwerken en dergelijke meer om die entiteiten over hun grenzen heen met elkaar te laten samenwerken. Dat gebeurt vandaag niet of nauwelijks, gewoon omdat er een eilandmentaliteit is en iedereen zijn eigen eiland beschermt. Dat heeft absoluut niets te maken met besparingen die zijn opgelegd. Dat is altijd al zo geweest.
Wil ik dat doorbreken? Ja. We moeten in eerste instantie vooral werken aan het laten samenwerken, ook wat autodelen betreft, van die verschillende entiteiten. Het gaat ook over een gemeenschappelijke aankoopcentrale en dergelijke meer. U kunt zich niet voorstellen hoeveel discussies mijn kabinet al heeft gehad met verschillende entiteiten of het niet mogelijk zou zijn om een lot van 2000 bureaustoelen te kopen, over de entiteiten heen, in plaats van voor elke entiteit 20 bureaustoelen. Dat vergt heel veel inspanning en heel veel tijd, en stoot grotendeels op een njet van de betrokken entiteiten. Daar hebben we absoluut nog heel veel werk. Maar u kent me een beetje, mijnheer Vandenbroucke, ik ga ervoor. Ook voor autodelen moeten we een lans breken.
– Mercedes Van Volcem treedt als voorzitter op.
Er werd nog geen gedetailleerde becijferde kosten-batenanalyse gemaakt. Er is wel op grote lijnen een analyse gebeurd. Op basis van die cijfers en gegevens zijn we op zoek gegaan naar kandidaten voor dit ongelooflijk goed pilootproject. Maar u weet al wat het resultaat was: geen kandidaten. Heeft er zich spontaan een entiteit kandidaat gesteld? Neen. U zegt dat we misschien het principe van de Chinese vrijwilliger moeten huldigen. Ik wil dat perfect doen, maar ik weet niet of dat in dank zal worden afgenomen. Ik weet ook niet of dat de juiste aanpak is. Wat is de grootste vrees van de administratie? Ik denk dat we vooral moeten werken aan het wegwerken van die vrees, namelijk wie er later moet blijven om de papieren in te vullen, wie waar de autosleutels moet leggen. U kunt ermee lachen, mijnheer Vandenbroucke, maar zo gaat dat binnen de Vlaamse overheid en binnen bepaalde entiteiten. Je houdt het echt niet voor mogelijk wat voor zaken wij horen op vergaderingen als het over een dergelijke thematiek gaat.
We blijven op zoek gaan, want ik deel absoluut uw mening, het was een heel goede suggestie. Ik denk wel dat het nooit goed is om iemand te verplichten om iets te doen tegen zijn zin, want men heeft nu al de kans om het vrijwillig te doen.
Ik wil uiteraard nog samenzitten met cambio. We hebben dat ook al gedaan. Ik wil die mensen hun tijd niet verdoen. Ik denk dat het pas zin heeft om opnieuw met cambio samen te zitten als je effectief een entiteit hebt die dat pilootproject op zich wil nemen. Ik en mijn medewerkster naast mij hebben er al veel tijd in gestoken en we zullen dat blijven doen. Ik hoop dat we iemand vinden. Misschien kunnen we er een wedstrijdje aan koppelen om het iets attractiever te maken, want ik geloof echt wel in de suggestie van de heer Vandenbroucke. Ik denk ook dat we hier absoluut een voorbeeldfunctie hebben naar private bedrijven en naar lokale besturen. Ik ken verschillende lokale besturen die dat al succesvol doen.
Hoe meer wij het voorbeeld geven, hoe beter. Het maakt me niet uit of het privé- of publieke bedrijven zijn. Hoe meer auto’s gedeeld kunnen worden, hoe beter. Er zijn veel redenen voor, zoals milieu en dergelijke.
De vier entiteiten, Kanselarij en Bestuur, Financiën en Begroting, Leefmilieu, Natuur en Energie en Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, zijn mee in het autodelend project van de Vlaamse overheid gestapt. De eerste verkennende gesprekken zijn achter de rug. Het wagenpark van het Facilitair Bedrijf en van Kanselarij en Bestuur werd reeds afgeslankt voor het einde van het jaar. De oude wagens worden verkocht, indien nodig worden ze vervangen door elektrische en hybride wagens of CNG-wagens (compressed natural gas), milieuvriendelijke wagens.
Ik ga u nog wat cijfers meegeven, ik weet dat u dat leuk vindt, net zoals andere parlementsleden. Elf voertuigen worden verkocht en niet vervangen. Dat is goed voor onze voorbeeldfunctie. Tien wagens – binnen de twee entiteiten die ik net nog genoemd heb – worden vervangen door zuiniger of milieuvriendelijker wagens, waardoor de gemiddelde ecoscore van het wagenpark stijgt 56,3 naar 63,4. Daar kunt u toch niets tegen hebben, mijnheer Vandenbroucke, nietwaar?
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik stelde mijn vraag om uitleg als reactie op uw antwoord op een eerder gestelde schriftelijke vraag.
Uw voluntarisme is nog steeds aanwezig. Dat is positief. Als u gewoon blijft wachten op een vrijwilliger, zult u nog lang kunnen wachten. Er is die koudwatervrees. Wie gaat de papieren invullen? Wie houdt de sleutels bij? Dat zijn typische reacties. Ik zou u willen aanraden om zo’n entiteit eens over haar koudwatervrees te laten praten. Praten helpt, zoals u weet. Laat ze eens praten met cambio, waar u zelf aandeelhouder van bent. Ik ben ervan overtuigd dat dat binnen de kortste keren kan worden weggewerkt. Ik kijk uit naar het resultaat van uw voluntarisme. Het zou toch jammer zijn dat de Vlaamse overheid niet in staat is om te doen waar ze de lokale besturen toe aanzet.
Dank u voor de hoopgevende cijfers. Doe zo voort.
De vraag om uitleg is afgehandeld.