Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, sinds de overname van de inning van de successierechten door Vlaanderen, is het de regel dat de taxaties die gebeuren in verband met de nalatenschappen uitsluitend zijn toegewezen aan de landmeters-experts die in het bezit zijn van een kwaliteitscharter, ondertekend door de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL). Tal van vastgoedexperts zijn echter, alvorens dit kwaliteitscharter er kwam, op regelmatige basis bezig geweest met deze taxaties. Dit heeft voordien nooit tot enig probleem geleid, neem ik aan. Ik kan me niet voorstellen dat er vroeger problemen waren. De beroepsopleiding van de professionele vastgoedtaxateur biedt alle garanties op vakkundigheid.
Deze opleiding kan onder meer worden gevolgd bij Syntra Vlaanderen. De opleiding vastgoedexpert omvat 68 opleidingsuren. Het aantal geplande opleidingsuren is beduidend meer dan het geplande aantal uren in de huidige opleiding van bachelor landmeter-expert en master landmeter-expert.
Meerdere gediplomeerde en gekwalificeerde vastgoedexperts hebben jarenlang ervaring opgebouwd inzake de taxaties bij nalatenschappen en werden tot 1 januari 2015 in die hoedanigheid ook aangesteld door de registratiekantoren. Zelfs de registratiekantoren hebben gebruikgemaakt van hun diensten teneinde hun schattingsverslagen neer te leggen bij de griffie van de vredegerechten.
Taxateurs beschikken over een doorgedreven opleiding en bovendien over een niet te miskennen jarenlange ervaring als schatter. Helaas, sinds de invoering van het kwaliteitscharter worden ze niet meer uitgenodigd om dit te ondertekenen. Er is dus grote ongerustheid bij de vastgoedexperts.
Vastgoedexperts die aangesloten zijn bij de Kamer van VastgoedExperten (KAVEX) zijn ook onderworpen aan een strenge beroepsdeontologie, die minstens gelijk kan worden gezet met de voorschriften inzake plichtenleer voor de landmeters-experts. Ze hebben de schattingen vroeger altijd gedaan en hebben daarvoor een opleiding die minstens evenwaardig is aan die van de landmeter-experts, en ze hebben hun deontologie. Toch zegt VLABEL dat de volgende overwegingen ertoe hebben geleid de doelgroep die het kwaliteitscharter mag aangaan, te beperken tot alleen de landmeters-experts. Zowel de titel als het beroep van landmeter-expert zijn wettelijk geregeld. Een onafhankelijke federale raad controleert de toelatingsvoorwaarden en volgt continu op of de landmeter-expert zijn wettelijke verplichten naleeft. De deontologie is vastgelegd in het KB van 15 december 2005. Men mag zich pas landmeter-expert noemen indien men hiertoe specifiek is opgeleid.
Minister, er is een grote ongerustheid. Daarom enkele vragen: bent u op de hoogte van de problemen – ik neem aan van wel – die de vastgoedexperts hebben ondervonden na invoering van het kwaliteitscharter? Bent u het eens met de objectieve criteria die door VLABEL werden gehanteerd om de vastgoedexperts niet mee op te nemen in het kwaliteitscharter? Gaat u dus akkoord met de beslissing van VLABEL?
Welke oplossing plant u voor de vastgoedexperts die, sinds de invoering van het kwaliteitscharter, geen taxaties meer mogen uitoefenen bij nalatenschappen? Tegen welke voorwaarden bent u bereid de vastgoedexperts alsnog op te nemen in het kwaliteitscharter?
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, over het kwaliteitscharter voor schattingsverslagen hebben we het vroeger al gehad. U hebt dat gevalideerd. Ik wil de vraag om uitleg van de heer Lantmeeters niet beperken tot vastgoedexperts. U weet ongetwijfeld dat er ambtenaren zijn bij de Vlaamse overheid die met problemen worden geconfronteerd omdat het kwaliteitscharter zoals het door u is gevalideerd, ervoor zorgt dat landmeters-experten in dienst van de Vlaamse overheid geen schattingsverslagen meer mogen opstellen. Dat geeft problemen voor de uitvoering van het decreet Landinrichting, dat moet gebeuren door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Die ambtenaren van de VLM mogen geen schattingen meer doen. Ze hebben dat wel nodig in het kader van hun planologische ruilen, volgens welke hun vergoeding wordt bepaald.
Minister, hoever staat de discussie over de uitsluitingsgrond in artikel 3 van het kwaliteitscharter voor ambtenaren in dienst van de Vlaamse overheid, om dat al dan niet te beperken en specificeren tot het voorbeeld dat heeft gecirculeerd, de ambtenaren van VLABEL zelf? Om bijvoorbeeld andere diensten die daar ook nood aan hebben, niet in het gedrang te brengen in de uitvoering van hun taken, die ook worden opgelegd door de Vlaamse overheid.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik wens eerst te benadrukken dat de Vlaamse Belastingdienst met de invoering van een kwaliteitscharter voor schattingsverslagen geen afbreuk heeft willen doen aan de kwaliteit van de schattingen van de vastgoedexperts, maar heeft gezocht naar objectieve garanties op het vlak van onafhankelijkheid, onpartijdigheid en deskundigheid. Daarbij werd rekening gehouden met het bestaande wettelijk kader, met rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, en met het advies dat de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO op 17 februari 2015 uitbracht over het verzoekschrift tot bescherming van de beroepstitel van de vastgoedexpert.
Ik citeer uit het arrest van 10 mei 2012 van het Grondwettelijk Hof over de vraag of OCMW’s en gemeenten erkende landmeters aanstellen voor het opmaken van de schattingsverslagen in het kader van onroerende verrichtingen die worden gesteld door de provincies, gemeenten en OCMW’s: “Voorts heeft hij zich kunnen beperken tot de beroepsgroep van landmeters-experten omdat hij kon uitgaan van hun bekwaamheid om schattingsverslagen op te maken vanwege hun meer specifieke opleiding daartoe, en omdat bij de landmeters-experten het schatten van onroerend goed uitdrukkelijk is opgenomen in de omschrijving van hun beroepsbezigheden.” En een tweede citaat: “Bovendien bieden de plichtenleer en de controle daarop zoals georganiseerd in het kader van de vzw Kamer van Vastgoed-Experten niet dezelfde waarborgen, als die welke voortspruiten uit de plichtenleer en de controle daarop door landmeter-experten die op het tableau van de beoefenaars van dat beroep zijn geschreven.”
Indien de commissie dat wenst, kan ik dat arrest altijd laten doorsturen, maar het is ook publiek consulteerbaar.
Er is dus zeker niet lichtzinnig te werk gegaan bij het uitwerken van het charter en de vastgoedexperts werden niet over het hoofd gezien. De objectieve criteria die u in uw vraag opsomt, hebben ertoe geleid dat de doelgroep van het charter wordt beperkt tot de categorie van de landmeters-experten. Deze objectieve criteria hadden niet tot doel een bepaalde beroepsgroep uit te sluiten, maar enkel een kader te creëren waarin kwaliteitsborging en vooral rechtszekerheid voor de erfgenamen worden geboden.
Een schattingsverslag dat volgens de bepalingen van dit kwaliteitscharter wordt opgemaakt door een toegetreden landmeter-expert, biedt een alternatief voor de vroegere federale procedure van voorafgaande schatting inzake nalatenschappen, die niet als dusdanig werd overgenomen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Ik ben ervan overtuigd dat ook de vastgoedexperten streven naar een professionele dienstverlening, maar op dit ogenblik overweeg ik niet om het charter uit te breiden. Inzake de vastgoedexperten wil ik wel nog meegeven dat noch het voeren van de titel beschermd is, noch de inhoudelijke expertise gereglementeerd is.
Ik benadruk ook dat de erfgenamen nog steeds de keuze hebben op wie ze een beroep doen om hen bij te staan bij de waardering van de onroerende goederen die van de nalatenschap afhangen. De invoering van het charter wil dus niet per definitie zeggen dat er geen schattingen door vastgoedexperten meer mogen gebeuren. Indien de geschatte venale waarde correct is en het schattingsverslag is kwalitatief in orde, zal die schatting evenzeer bruikbaar zijn, ongeacht of die door een landmeter, een vastgoedexpert of zelfs door de erfgenamen werd gedaan.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik begrijp dat ze op dit ogenblik niet worden toegelaten tot het charter, maar ze kunnen natuurlijk nog steeds optreden als iemand die een schatting doet, en die schatting zal in normale omstandigheden aanvaard worden.
Ik wil toch een oproep doen om het charter uit te breiden, en misschien niet alleen naar de vastgoedexperten, onder bepaalde voorwaarden. Ondanks het feit dat iedereen op dit ogenblik een schatting kan doen, worden er toch twee categorieën gecreëerd, namelijk zij die in het charter voorkomen en zij die er niet in voorkomen. Dat zorgt voor redelijk wat onduidelijkheid. U haalt weliswaar rechtspraak aan, maar het komt dikwijls aan de wetgever toe om te bepalen wie wat mag doen. Rechtspraak zal zich baseren op bepaalde criteria, maar wij kunnen de rechtspraak in bepaalde richtingen duwen. Het is niet omdat het Grondwettelijk Hof gezegd heeft dat er voldoende redenen zijn om een bepaalde categorie uit te sluiten, dat wij het daarmee eens moeten zijn. We kunnen dat in de vorm van een decreet veranderen.
Ik wil u in elk geval vragen om daar duidelijkheid in te creëren. Die vastgoedexperten hebben in het verleden goed werk verricht, dat aanvaard werd. Die mensen werden zelfs door de FOD Financiën aangesteld om schattingen te doen. Uiteindelijk zitten we nu met een vlees-noch-visverhaal, waarbij we tegen de mensen moeten zeggen dat iedereen schattingen mag doen, maar dat sommigen meer deskundig zijn, omdat zij in het charter voorkomen, en anderen niet.
Er is dus een ongelijkheid. Ik wil vragen om een gelijkheid te creëren en daar objectieve criteria tegenover te stellen, zeker voor mensen die aangesloten zijn bij een bepaalde beroepsvereniging, waarbij er een voorwaarde is van deontologie en van opleiding. Ik zag die beide voorwaarden tot op heden vervuld voor de vastgoedexperten. Ik zie bijvoorbeeld bij de KAVEX, en ook bij andere organisaties, dat dat is toegestaan. Daarom wil ik u vragen om, in het kader van uw steeds terugkerende voortschrijdend inzicht, daar toch nog aandacht aan te willen besteden.
De heer Bertels heeft het woord.
De minister zegt geen intentie te hebben om het charter uit te breiden, en ik heb dan het pleidooi gehoord van collega Lantmeeters om daar toch nog wat voortschrijdend inzicht te zoeken.
Minister, als u zegt dat u het charter niet wilt uitbreiden, betekent dat dan ook dat er geen wijzigingen komen aan artikel 3, waar het verbod staat om Vlaams ambtenaar te zijn? Daar raken praktische problemen momenteel gewoon niet opgelost.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Een belangrijke aanvulling, die ik eigenlijk al in mijn eerste antwoord had moeten geven, is dat dit een tijdelijke maatregel is, tot op het moment dat ambtenaren de schattingen zullen doen voor VLABEL. Omdat we niet in staat waren om het te doen vanaf 1 januari, maar we wel schattingen nodig hadden, zijn we tot de piste van het kwaliteitscharter gekomen. Ik weet niet of we het al in het najaar zullen kunnen doen, maar de bedoeling is om zo snel mogelijk over te gaan naar ambtenaren die zelf die schattingen kunnen doen. Dat zet het charter toch wat in perspectief. Het heeft ons een garantie gegeven, ook op basis van het arrest van het Grondwettelijk Hof. Op die manier zijn we zeker van kwaliteitsgaranties. Maar natuurlijk willen we zo snel mogelijk overgaan tot de definitieve situatie. Ik heb de Vlaamse Codex Fiscaliteit niet bij, maar er is een artikel waarin staat waar we definitief naartoe willen.
Dat is effectief de geest geweest. Niemand betwist dat er kwaliteit en objectiviteit moet zijn en dat er gekwalificeerde mensen moeten zijn. Maar we komen wel in een redelijk kafkaiaanse situatie terecht. Dit is nu tijdelijk, in afwachting tot Vlaamse ambtenaren het kunnen, en ondertussen verbieden we het in de artikels voor Vlaamse ambtenaren, die het al deden in het kader van het decreet Landinrichting van diezelfde Vlaamse overheid, waardoor die ambtenaren het niet meer kunnen. Dat is een beetje kafkaiaans.
Minister, als ik mij niet vergis, staat in de Vlaamse Codex Fiscaliteit niets in verband met vastgoedexperten of landmeters-experten. Er staat alleen in dat Vlaanderen dat zelf zal doen. Waar mijn vraag over gaat, is vanzelfsprekend de tijdelijke maatregel die u hebt aangekondigd in antwoord op een vraag om uitleg in het begin van dit jaar. Toen hebt u gezegd dat, omdat we nog niet kunnen naleven wat is vastgelegd in de Vlaamse Codex, we er voorlopig een beroep op zullen doen. Op het moment dat Vlaanderen het zelf zal doen, zal niemand het nog mogen doen, bij wijze van spreken. Dan zal de Vlaams ambtenaar het doen. Dan zullen de landmeters-experten ook uit de boot vallen.
Dit is een tijdelijke maatregel. Verwacht u dat nog in de loop van dit jaar of begin volgend jaar? Ik wil u niet op een maand na met die termijn confronteren, maar ik wil gewoon duidelijkheid creëren. Hoelang zal die tijdelijke maatregel duren? Kunt u bevestigen dat niemand het dan nog mag doen? Dan vervalt het charter immers. Wanneer denkt u dat de landmeters-experten het ook niet meer kunnen doen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Zodra de ambtenaren van VLABEL het zelf kunnen doen, zullen zij het ook doen. Dan vervalt het charter. Het charter is een tijdelijke maatregel om bij een overdracht van bevoegdheden ervoor te zorgen dat je nog altijd de schattingen kunt doen.
Voor mij zou het najaar het ideale moment zijn om dat te verhelpen. Maar ik weet niet of we dat halen. Het is echter niet de bedoeling om dat naar de Griekse kalenden te verschuiven. We werken er heel hard aan. We moeten ervoor zorgen dat de capaciteit en de opleiding er ook voldoende zijn, zodat het effectief kan lukken.
Mijnheer Bertels, ik begrijp u maar ik begrijp u toch ook niet. Ambtenaren van VLABEL moeten de dossiers behandelen maar moeten tegelijk, met een andere pet op, schattingen doen waarvoor ze betaald worden als zelfstandige in bijberoep. Dat is toch een heel moeilijke situatie? Dat is niet de bedoeling. (Opmerkingen van de heer Jan Bertels)
Er zijn ook anderen. Maar dat is wel de reden waarom wij hen hebben uitgesloten. Op die manier willen wij vermijden dat een ambtenaar twee petten heeft: een pet als ambtenaar en een pet als ondernemer. Let op, ik vind het goed dat mensen ondernemend zijn. Dat is een heel mooie kwaliteit.
Wat betreft de bijberoepers hebt u gelijk, minister. Daar moet een duidelijke scheiding zijn en men kan daar geen zweem van partijdigheid – zonder grote woorden in de mond te nemen – laten bestaan. Maar tenzij ik mij vergis – maar ik denk het niet – zijn er nu ook ambtenaren in andere diensten die alleen schattingen doen in het kader van hun bevoegdheden en die dus geen bijberoeper zijn. Over hen had ik het.
Dat is niet in het kader van de erfbelasting. Hier gaat het om de erfbelasting.
Dat klopt. Het is niet in het kader van de erfbelasting. Ik heb dan ook heel bewust verwezen naar het decreet Landinrichting. Die worden nu ook gestraft omdat ze nu, op basis van dat artikel 3, en volgens de interpretatie die daar gegeven wordt aan het kwaliteitscharter, daartoe niet kunnen behoren. Tenzij u mij nu komt zeggen dat daarvoor het kwaliteitscharter niet zou gelden. Dat zou voor mij iets nieuws zijn.
Ik neem er het charter bij. Dit gaat alleen over het kader van de erfbelasting. Wat u zegt, valt niet onder het charter. (Opmerkingen van de heer Jan Bertels)
Ja, die boodschap is heel duidelijk. Bij ‘doelstelling’ staat: “Het kwaliteitscharter voor schattingsverslagen heeft tot doel een definiëring te bieden voor een uniforme opbouw waaraan een deskundig verslag inzake schattingen van onroerende goederen minimaal moet voldoen.” Daarnaast staat: “Aldus biedt een schattingsverslag dat volgens de bepalingen van dit kwaliteitscharter werd opgemaakt een alternatief voor de procedure van de voorafgaande schatting inzake nalatenschappen die niet als dusdanig werd opgenomen in de Vlaamse codex Fiscaliteit.” Als je dat samen met artikel 3 leest, dan vallen de mensen over wie u spreekt niet onder dit charter.
Dat is goed om te horen want daar bestaat veel discussie over en er zijn geen eenduidige antwoorden.
Mijn antwoord is zeer eenduidig. In het begin was er tussen ons enige spraakverwarring, maar het is heel duidelijk: zij vallen daar niet onder. Want het klopt: als je totaal niets met die dienst te maken hebt, als je zelfstandige in bijberoep bent en je hebt je kwalificaties, dan moet je die job kunnen blijven doen. Het is alleen zo dat als je die twee petjes draagt, het om deontologische redenen niet mag kunnen. Dat is ook logisch.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
We hebben de standpunten voldoende duidelijk gemaakt. Minister, ik heb kennis genomen van uw zeer duidelijke antwoord. We kunnen hiermee verder, dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.