Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord
Dit is een belangrijke vraag om uitleg, omdat er in het verleden wel wat discussie was over de noodzaak om een extensie .vlaanderen aan te maken. Mogelijk zijn er bepaalde risico’s aan de huidige situatie verbonden die onze aandacht vragen.
In 2011 besliste de Vlaamse Regering, na wat discussie, om de extensie .vlaanderen aan te vragen. Dat ging gepaard met de aanbesteding van een concessie die begin 2012 werd gegund aan DNS Belgium (domain name server). DNS Belgium draagt daarbij het volledige investerings- en exploitatierisico en verwerft in ruil de inkomsten die uit de exploitatie voortkomen voor een periode van tien jaar. DNS doet dat volgens de richtlijnen van de internationale domeinnaambeheerder Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN).
De lancering van de extensie .vlaanderen verliep in vijf fasen, wat niet onbelangrijk is voor de rest van het verhaal. Vanaf 1 september tot 1 oktober 2014 konden merkhouders intekenen. Vanaf 2 oktober tot 3 november 2014 was de fase voor overheden, bedrijven en organisaties. Van 13 november tot 15 december 2014 was de fase voor particulieren. Alle houders van een geldige Belgische eID-kaart, ongeacht de verblijfplaats – belangrijk detail – en de leeftijd, konden een aanvraag indienen voor de naam .vlaanderen. Van 16 december 2014 tot 15 januari 2015 liep de zogenaamde landrush-fase. Iedereen kon om het even welke .vlaanderen-domeinnaam registreren.
Vanaf 20 januari 2015 liep de fase van vrije registraties. Vanaf dat ogenblik kon iedereen vrij .vlaanderen-domeinnamen registreren. Er waren op dat moment geen specifieke toekenningsregels meer. Alleen het principe 'first come, first served' was van toepassing.
Op de website van DNS vinden we dat er vandaag 6366 .vlaanderen-domeinnamen zijn geregistreerd. Uit een onderzoek van DNS Belgium bij 500 kmo’s blijkt echter dat de bekendheid van .vlaanderen laag is. Bovendien blijkt het overgrote deel ook geen nut te zien in een extra internetextensie voor hun bedrijf. Nog opvallender is dat de interesse uit Nederland voor .vlaanderen wel bijzonder groot is. Meer zelfs, zo’n 20 procent van de .vlaanderen-domeinnamen zou in handen zijn van Nederlanders. Vooral Nederlandse webshops zouden kiezen voor een .vlaanderen-domeinnaam.
Ook hier is de creativiteit grensoverschrijdend. Een Nederlandse student registreerde onlangs sex.vlaanderen, internet.vlaanderen en casino.vlaanderen – niet onbelangrijk voor Antwerpen –, domeinnamen die potentieel veel geld waard zijn in tijden van e-commerce. Ook de domeinnaam van heel wat Vlaamse steden en gemeenten, bijvoorbeeld dendermonde.vlaanderen, zijn in handen van particulieren. Er dreigen problemen op het vlak van vertrouwen en imago. Mensen verwachten namelijk dat de echte gemeente eigenaar is van bijvoorbeeld zottegem.vlaanderen en dat er een betrouwbare, lokale webshop eigenaar is van de benaming webshop.vlaanderen, en geen malafide webwinkel in een al dan niet obscuur buitenland, beheerd door een obscure eigenaar. Waarmee ik niets gezegd wil hebben over het obscure karakter van Nederland.
Eerder al is in deze en andere commissies gewezen op de achterstand die we in dit land hebben opgelopen op het vlak van e-commerce. Een vertrouwensbreuk bij de Vlamingen kan deze achterstand nog vergroten. Dat is geen aan te bevelen situatie.
Minister-president, hoe evalueert u de invoering van de extensie .vlaanderen? Hoe reageert u op het feit dat websites met .vlaanderen worden geregistreerd door personen en bedrijven die klaarblijkelijk geen enkele band hebben met Vlaanderen maar enkel financiële belangen nastreven, die vooral zijn ingegeven door een speculatiemogelijkheid om de naam te gelde te maken? Acht u maatregelen nodig met betrekking tot het beheer en de concessie van de extensie .vlaanderen? Welke maatregelen acht u nodig om consumenten, bedrijven en gemeenten te sensibiliseren in de omgang met dit gegeven?
De heer Van Miert heeft het woord.
De hele vraagstelling is mij een beetje onduidelijk. Ze lijkt te insinueren dat het allemaal langer afgeschermd had moeten worden en dat de minister-president daarvoor had moeten zorgen. In zijn vraagstelling heeft de heer Van Malderen het over “obscure eigenaars”. Hij hanteert dat soort taalgebruik wel eens vaker.
De globale internetcontext is wat hij is. Je hebt daar bepaalde geplogenheden te volgen. In die zin was bijvoorbeeld de vraag van collega Kennes, in januari 2015, wel nog een beetje zinvol. Maar hier hebben we toch een aantal vragen bij. Wat willen we hier beleidsmatig nog mee bereiken? Voor ons is dit een eigenaardige vraag, omdat alles toch verlopen is in de globale internetcontext. In die zin is er weinig te doen aan wie daar al of niet op intekent.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, in 2014 lag de focus bij DNS Belgium op het operationaliseren van de twee nieuwe extensies in de portefeuille, .vlaanderen en .brussels. Die lancering is ook geslaagd, zo laat DNS weten. Dat was dus een investeringsjaar. Het is te vroeg om alles te evalueren. .vlaanderen is nog maar enkele maanden geleden algemeen beschikbaar geworden. De lancering volgde het scenario dat altijd gevolgd wordt. Dat kent een verloop als alle andere nieuwe geografische 'top level' domeinen.
De uitdaging voor DNS Belgium ligt nu in het verder bekend maken van het bestaan en de mogelijkheden. Bij de laatste tellingen is immers vastgesteld dat het aantal nieuwe reservaties per dag afneemt in communicatieluwe periodes.
Bovendien moeten ook nog veel nieuwe ‘generic top level domains’ toegevoegd worden, onder andere de zogenaamde ‘brand generic top level domains’, zoals .google, .apple enzovoort. Op het moment dat die met die domeinnamen zullen komen, zo zegt DNS, zul je weer een vernieuwde belangstelling krijgen voor die domeinen.
Er is van bij de aanvang van de concessie gekozen voor een open manier van werken, waarbij op een vlotte manier .vlaanderen-domeinnamen geregistreerd kunnen worden. Om iedereen de kans te geven ‘zijn’ domeinnaam te registreren voor de start van de registraties, volgens het principe wie eerst komt, eerst maalt, werd een ruime en multigefaseerde lanceerperiode gecreëerd.
De keuze voor een open gTLD (generic top-level domain) heeft geen buitenlandse invasie veroorzaakt. Van de .vlaanderen-domeinnamen is 71 procent geregistreerd in het Vlaamse Gewest en 21 procent in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Dat is samen 92 procent. Ik durf er ook van uit te gaan dat het grootste deel van de Brusselse registraties ook Vlaamse zijn, want er is ook nog een .brussels. Er is 3 procent in Wallonië en slechts 5 procent in het buitenland geregistreerd. Bij die 5 procent zijn de Nederlanders het talrijkst met 59 procent, gevolgd door Amerikanen met 16 procent en Duitsers met 9 procent. Van de 6404 domeinnamen zijn er 217 geregistreerd door iemand met een adres in Nederland. Dat is ongeveer 3 procent. Dat is een redelijk normaal cijfer, gelet ook op het feit dat wij met Nederland onze mooie Nederlandse taal delen.
Of aankopers van een .vlaanderen-domeinnaam enkel financiële belangen nastreven, kun je moeilijk nagaan. Ze kunnen ook overwegen om activiteiten in Vlaanderen te ontplooien, als ze dat al niet doen op dit moment. Dat is natuurlijk hun volste recht.
De uitgebreide en gefaseerde lancering eindigde met een zogenaamde ‘landrush’, waarbij dubbel aangevraagde namen in een veiling werden gestopt. De vermelde namen hebben geen noemenswaardige bedragen gehaald in die veiling. Het is met andere woorden niet te voorspellen of bepaalde namen ook een grote marktwaarde vertegenwoordigen.
Het is de verantwoordelijkheid van iedereen – burger, bedrijf, overheid – om tijdig de domeinnamen die voor hem of haar van belang zijn, te reserveren. Met het oog daarop is al tijdens de 'sunrise-periode' actief gecommuniceerd met al die partijen. Heel wat gemeenten hebben daar ook gebruik van gemaakt. Een aantal hebben er bewust voor gekozen om dat niet te doen, om hun domeinnaam onder .vlaanderen niet te reserveren. Zolang er geen misbruiken vastgesteld worden, zijn er ook geen problemen. En er zijn procedures voor het geval er wel misbruik gemaakt wordt. Er is een alternatieve geschillenprocedure, die vergelijkbaar is met die bij .be.
Bij een concessie is de concessienemer het eerst aan zet. DNS Belgium draagt het commerciële risico voor de exploitatie van .vlaanderen. Maar er is van bij de start gekozen voor een stuurgroep, waarin zowel vertegenwoordigers van mijn administratie als van DNS Belgium zitten. Zij volgen de evoluties op de voet en bespreken of bepaalde maatregelen nodig zijn. DNS zegt mij te blijven investeren in de bewustwording over en de bekendmaking van de domeinextensies die het bedrijf beheert. Aangezien zij op basis van die concessies de investering en de exploitatie financieren, heeft DNS daar ook alle belang bij. Ook binnen onze eigen overheidskanalen is al aandacht besteed aan de beschikbaarheid van .vlaanderen-domeinnamen, onder andere op de portaalsite vlaanderen.be. Het spreekt vanzelf dat we daar, indien nodig, opnieuw gericht over zullen communiceren of de inspanningen die DNS op dat vlak doet, zullen ondersteunen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister-president, dank u wel. Ik merk dat u een ander cijfer hanteert dan het cijfer dat ik bij DNS heb teruggevonden. Het ligt iets hoger, maar of het nu 6300 is of 6400, het is een behoorlijk bescheiden aantal domeinnamen, als je het over heel Vlaanderen bekijkt. Het is voorbarig om te spreken over een geslaagde lanceringsfase.
De buitenlandse registraties moeten we wat meer in detail bekijken. U hebt het over 3 procent. Volgens mij kwamen we aan gevoelig hogere getallen. Ik wil wel eens bekijken hoe dat eventueel te verklaren is. Er is veel gelegen aan – ik haal de mosterd bij de enquêtes bij kmo’s, maar je zou ook kunnen kijken bij steden en gemeenten – de desinteresse om met deze specifieke extensie bezig te zijn en meer in het algemeen aan de desinteresse voor hoe om te gaan met het internet en voor het belang van deze vorm van naamgeving in het eigen functioneren.
U zegt dat we daarmee, indien nodig, met hetzij de eigen administratie hetzij de stuurgroep binnen DNS aan de slag kunnen gaan. Maar het gebrek aan kennis, het relatief lage bereik op vandaag en het gegeven dat er nogal wat namen geregistreerd worden, waarbij we kunnen aannemen dat daarbij niet altijd het beste gebruik voor ogen staat, moeten ons doen beseffen dat er een aantal speculatieve aspecten meespelen om zowel organisaties als bedrijven hiervan gericht op de hoogte te brengen. Daar kan gerust een tandje bij worden gestoken. Ik ervaar daar van uw kant een gebrek aan enthousiasme. Maar u mag mij op dat vlak gerust tegenspreken.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw zeer uitgebreide antwoord. U zegt duidelijk dat de ondernomen stappen niet afwijken van eender welke andere vergelijkbare situatie. De cijfers die u noemt, wijzen erop dat er, in vergelijking met het buitenland, meer dan normaal in Vlaanderen is gebleven en in Brussel. Ook daar kun je niet spreken van een probleem. Bovendien is het heel kort dag. Er is geen gebrek aan enthousiasme. Maar later dit jaar of begin volgend jaar kan er wel misschien nog een sensibiliseringscampagne worden georganiseerd voor de gemeenten en bedrijven. Mijn fractie vindt dit verhaal niet meer dan de normale gang van zaken.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik wil rekening houden met de suggesties van de heer Van Malderen en de heer Van Miert. Het zou nu weinig zin hebben om nog eens een bijkomende sensibilisering te doen bij lokale besturen. Bij bedrijven kan het, eventueel via geëigende kanalen. Iedereen is vrij om het al dan niet te doen.
Mijnheer Van Malderen, ik had het niet over 3 procent buitenlandse; ik had het over 3 procent Nederlandse.
We moeten die cijfers eens in detail bekijken.
Mijnheer Van Miert, het hangt ervan af wat je ‘normaal’ noemt. De nuchtere vaststelling is dat je maar 6400 registraties hebt. Dat is objectief gezien weinig. In de praktijk is er het risico dat consumenten, bedrijven of organisaties in het beste vertrouwen transacties verrichten. Dat is een grote uitdaging voor onze manier van handeldrijven. Je moet daar met de grootste omzichtigheid mee omspringen. Een “het is goed want het is normaal” en een “business as usual” lijken mij in dezen een beetje te weinig ambitieus. Ik pleit voor een ambitieuzere aanpak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.