Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Remen heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, de handtassen, juwelen en andere accessoires van het luxelabel Hermès vereisen niet enkel een goed gevulde bankrekening, maar ook de koelbloedigheid om krokodillen op gruwelijke wijze te doden.
In 2009 startte Hermès zelf met het kweken van deze dieren om aan de vraag voor handtassen en accessoires te kunnen blijven voldoen. Dierenrechtenorganisatie PETA (People for the Ethical Treatment of Animals) ging undercover bij enkele kweekboerderijen en ontdekte dat de krokodillen en alligators gruwelijk behandeld worden. In deze kweekboerderijen leven de dieren met hopen op elkaar in een veel te kleine ruimte, omgeven door uitwerpselen en bruin water, om na amper drie jaar op gruwelijke wijze gedood te worden. Kleine bassins met 220 krokodillen zijn geen uitzondering. Vorig jaar werden zo’n 43.000 krokodillen gedood. En dat allemaal voor designerhandtassen en -accessoires. Voor een handtas zijn immers al snel 3 tot 4 krokodillenhuiden nodig.
Weinigen staan erbij stil welk productieproces aan zo’n luxeproduct voorafgaat en waar de huiden van de krokodillen vandaan komen. Dat schijnt ook een huzarenstuk te zijn. Zo pretendeert Hermès op zijn website dat men “in de bedrijfsvoering respect toont voor de ecologische, sociale, economische en culturele omgeving”. Die bewering staat in schril contrast met de horrorbeelden van de undercoverreportage van PETA.
Het prijskaartje mag geen uitgangspunt zijn om het ethisch verantwoord ondernemen van een bedrijf te beoordelen. Zo’n designerhandtas van Hermès kost immers 37.000 euro. Er zijn dus andere maatstaven nodig om te kunnen nagaan of een productieproces ethisch verantwoord, en dit geval ook diervriendelijk, verloopt. Ketentransparantie moet daarom het uitgangspunt zijn.
Ik verwijs graag naar de kamerbrede resolutie betreffende het ethisch verantwoord en duurzaam ondernemen. Daarin wordt ervoor gepleit om het bestaan van het kenniscentrum Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een grotere ruchtbaarheid te geven, met speciale aandacht voor de bestaande Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-labels en multistakeholderinitiatieven die onafhankelijke controle garanderen. Ook wordt daarin gevraagd om het thema onder de aandacht te brengen van Flanders Investment & Trade (FIT), in het kader van de internationaleringsstrategie. De consumenten en alle schakels in de productieketen horen te weten op welke wijze hun producten gemaakt worden. Vlaanderen kan daarin een voorbeeld geven.
Minister-president, wat kan FIT betekenen voor de ketentransparantie in de modesector? Op welke manier kan de Vlaamse Regering een boodschap geven aan de consument om zich bewust te worden van het productieproces van kleding en accessoires? Op welke manier kan de Vlaamse Regering bedrijven aansporen om ervoor te zorgen dat hun productieproces transparanter en ethisch verantwoord wordt? Kan de Vlaamse Regering concrete acties ondernemen om dergelijke wanpraktijken te veroordelen?
Mevrouw Soens heeft het woord.
Mevrouw Remen, dank u voor uw vraag. Ketentransparantie is natuurlijk breder dan enkel het aspect van gruwelijke dierenpraktijken. Ook arbeidsomstandigheden en het geval van de Kandla Grey-kasseien, dat we onlangs hebben meegemaakt, horen daarbij. Ik sluit mij aan bij uw vierde vraag: hoe kan de Vlaamse Regering concrete acties ondernemen om dergelijke wanpraktijken, ook in het licht van slechte arbeidsomstandigheden, te veroordelen en aan te pakken?
De heer Caron heeft het woord.
Ik deel de zorg van mevrouw Remen en mevrouw Soens. Het paradoxale is dat de specialist Dierenwelzijn in onze partij Hermes Sanctorum heet. (Gelach)
Ik sluit me helemaal aan bij de bekommernissen van collega Remen. Ethisch ondernemen is een steeds belangrijker aandachtspunt voor de klanten en kopers. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat de betrokken bedrijven daar meer aandacht aan besteden.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Remen, u was een van de indieners van de breed gedragen resolutie 389 betreffende het ethisch verantwoord en duurzaam ondernemen, meer specifiek met betrekking tot de kledingproductie in het kader van het Bangladesh-charter. Die resolutie werd goedgekeurd op 10 juni 2015. Ik heb de resolutie van het Vlaams Parlement, waarvoor dank trouwens, ook onder de aandacht gebracht van mijn collega’s in de Vlaamse Regering.
Het is inderdaad de taak van FIT om Vlaamse bedrijven op een duurzame en ethische manier te ondersteunen in hun internationale activiteiten. Dat is al ten overvloede herhaald. Er zal in het nieuwe decreet dat nog aan de regering moet worden voorgelegd, een dubbele missie worden meegegeven. Daarbij zullen we voor zowel het binnenlandse als het buitenlandse netwerk vragen om bij te dragen aan duurzaamheid, aan het duurzaam bevorderen van export, aan de internationalisering van ondernemingen en het duurzaam stimuleren van economische groei. Ethisch en duurzaam ondernemen staat daarbij voorop. FIT moet daarbij informeren, sensibiliseren en faciliteren binnen een ethische en duurzame context.
Ik heb in de plenaire vergadering al geantwoord op de diverse acties die we ondernemen met betrekking tot de bedrijven maar ook met betrekking tot onze eigen medewerkers, die op dat vlak gevormd worden, zodat zij zelf ook altijd die reflex hebben en kunnen optreden als bewakers daarvan, tot zij in zekere zin zelfs de ambassadeurs zijn van duurzaam maatschappelijk verantwoord internationaal ondernemen. Dit moet ingebed zijn in de werking van FIT.
Er is een actieprogramma van FIT inzake maatschappelijk verantwoord internationaal ondernemen. Ik verwijs ook naar de publicatie van de ter zake geldende richtlijnen ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (MVO) of naar de MVO-links op de nieuwe tradewebsite van FIT. Daar wordt verwezen naar een aantal labels, die ik hier niet allemaal ga voorlezen. Er is een directe link naar een aantal links. Nieuw op de website is de MVO-riskchecker. Deze online tool laat bedrijven toe om alle risico’s inzake MVO in te schatten, in het kader van hun internationale ondernemingsactiviteiten.
FIT blijft de Vlaamse internationale ondernemers sensibiliseren om de OESO-richtlijnen te respecteren en stimuleert ook het lidmaatschap van de UN Global Compact. Ik verwijs ten slotte ook naar het forum dat we hebben georganiseerd op 8 juni 2015. Mevrouw Remen, ik heb gemerkt dat u, of Damhert, daaraan hebt deelgenomen. Daar hebben we expliciet ketenbeheer en businessmodellen over duurzaam ondernemen besproken. Ik heb terugkoppeling gekregen van dat forum. Ik heb tevreden reacties gekregen over de aanpak ervan.
Ik zal vragen aan de heer Sanctorum of hij meer uitleg kan geven over Hermès. Neen, grapje natuurlijk.
We hebben het bedrijf gecontacteerd. Het voert een intern onderzoek en zal daarover uitleg verstrekken. Dan moeten wij zien of er stappen moeten worden ondernomen, of er in dialoog moet worden gegaan, of er een publieke actie moet worden ondernomen. We moeten het bedrijf nu de tijd geven om te antwoorden op de zaken die in de media zijn gekomen. Zodra we dat weten, zullen we dat onderzoeken en nagaan welke de gepaste actie is.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister-president, u hebt Hermès zelf gecontacteerd vanuit de Vlaamse Regering? Kunt u ons op de hoogte houden wanneer er een antwoord komt van dit modehuis? Is er een timing? Zij kunnen ons nu zeggen dat zij ons gaan antwoorden, maar het zou goed zijn te weten wanneer wij dat antwoord kunnen verwachten.
Minister-president, ik heb nog een bijkomende vraag. Het aspect ethisch verantwoord ondernemen is voor de Vlaamse Regering een belangrijke beleidslijn. U besteedt daar als minister-president veel aandacht aan. In uw antwoord op mijn eerdere actuele vraag over het ethisch verantwoord ondernemen in de modesector zei u dat u met de sectorfederaties contact zou opnemen, met Creamoda en Fidustria. U ging met hen afspraken maken. Heeft dat contact al plaatsgevonden en is daar iets uit voortgekomen? Of hebt u met hen al een datum afgesproken? Dit fenomeen past ook in de schone kleren-vraag die ik eerder heb gesteld.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Die bijeenkomst moet nog plaatsgrijpen. We hebben wel al een bijeenkomst gehad met betrekking tot die natuurstenen. We zorgen voor een label dat door de sector zou worden toegepast. Ik heb het gevoel dat er bij onze bedrijven een omslag aan de gang is. Zij zijn er zich van bewust dat zij er alle belang bij hebben om erover te waken dat de hele keten beantwoordt aan normen met betrekking tot de internationale arbeidsvoorwaarden, de normen van de International Labour Organization (ILO) en dergelijke. Ik heb toen persoonlijk contact gehad met het natuursteenbedrijf uit Harelbeke. Die man is voorzitter van de organisatie. Ik heb daar iemand ontmoet die blijk gaf van een zeer grote verantwoordelijkheidszin op dat vlak. Hij heeft mij gezegd dat zijn sector er alles aan zou doen om maatregelen te nemen.
Wij kunnen in een aantal landen een 100 procent waterdichte controle nooit garanderen. Maar de zaak is dat er een omslag komt. Meer en meer van die federaties nemen effectief die houding aan en bewaken hun keten. Zij beginnen dat op te nemen in hun bestekken en gaan, waar dat kan, werken met steekproeven en controles.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Ik zal die online riskchecker sowieso wel checken. UNICEF heeft ondertussen ook een publicatie over bedrijven en hun impact op kinderen. Houdt FIT ook daar rekening mee? Dat is misschien ook wel een interessante denkpiste.
Ik kan daar nu niet op antwoorden. Ik zal meegeven aan FIT dat er een recente richtlijn of resolutie is van UNICEF. Maar dat valt natuurlijk nu al onder de ILO-regels. Die regels gelden voor iedereen. Het is er wellicht een versterking van. Ik kan daar niet op antwoorden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.