Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, Zonderwijs is een organisatie van leerkrachten die zich engageren voor leerlingen die worden uitgeprocedeerd uit ons land. Veel van die leerlingen zijn meerdere jaren naar school gegaan in Vlaanderen en hebben zich weten te integreren. Een aantal van hen is zelfs in België geboren. Het is voor die kinderen niet gemakkelijk om met die situatie te worden geconfronteerd. Het psychosociaal welbevinden van kinderen op de vlucht ligt dan ook heel erg laag. Uit een onderzoek uit 2012 bij 164 teruggekeerde kinderen in Kosovo blijkt dat bijna de helft van de kinderen depressief is, dat een op vier suïcidaal is en dat voor meer dan de helft de uitwijzing de verschrikkelijkste ervaring in hun leven was, wat begrijpelijk is.
Het Kinderrechtencommissariaat schreef in samenwerking met Zonderwijs een nota. Eerder deden ze in het dossier ‘Heen en retour. Rechtspositie van kinderen op de vlucht’ uit 2013 al aanbevelingen aan de Vlaamse overheid, die ze nu herhalen in een zeer recent uitgebrachte knelpuntennota, namelijk dit jaar in juni. Zo vragen ze de samenwerking te stimuleren tussen onderwijs, opvanginitiatieven en de betreffende migrantengemeenschappen in Vlaanderen, om te komen tot een aanbod dat kinderen en jongeren op de vlucht helpt de band met hun land en cultuur van herkomst te behouden of te verwerven. Het Vlaamse onthaalonderwijs focust nu immers op integratie in de Vlaamse samenleving, maar als leerlingen worden teruggestuurd naar het land van herkomst zonder de taal en cultuur daar te kennen, zijn ze opnieuw ongeletterd.
Een andere aanbeveling betreft het behalen van een diploma. Met een diploma in de hand staan jongeren sterker als ze worden uitgewezen, om ook in hun land van herkomst verder aan de slag te kunnen gaan.
Daarom vraagt het Kinderrechtencommissariaat om, in overleg met de federale overheid, te onderzoeken onder welke voorwaarden voor jongeren die een bevel kregen om het grondgebied te verlaten, en hun gezin, de verblijfsvergunning tijdelijk verlengd kan worden om hen in staat te stellen hun opleiding in België af te ronden. In de nota doen ze een aantal concrete voorstellen.
In december 2014 beloofde u om samen met staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken overleg te plegen en om met een gezamenlijk overlegplatform te starten waar leerkrachten van Zonderwijs mogen aanschuiven.
Minister, is er al een overleg geweest tussen u en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en welke afspraken zijn er ondertussen gemaakt?
Wat is uw visie op de concrete aanbevelingen van het Kinderrechtencommissariaat die opgenomen zijn in de nota van juni? Plant u concrete acties in opvolging van deze aanbevelingen?
Hoeveel kinderen werden in de schooljaren sinds 2012 uitgewezen die in Vlaanderen school liepen zonder dat zij hun diploma behaalden?
Het is ook interessant om te bekijken of dat gebeurde in het derde trimester of eerder.
Collega’s, twee zaken zijn niet onbelangrijk. Ik snap de vraag van mevrouw Helsen, maar het federale migratiebeleid heeft op dit moment tot doel om mensen zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. Dat is een cruciaal onderdeel. We moeten ervoor zorgen dat mensen en gezinnen zo snel mogelijk weten waar ze aan toe zijn. In de toekomst zal er hopelijk iets veranderen aan het aantal kinderen dat hier al jaren schoolloopt en die dan plots worden uitgewezen. Een snel en duidelijk beleid zal daar veel goed aan doen. We mogen mensen geen valse hoop meer geven.
We mogen ook niet blind zijn voor het volgende. De vorige federaal minister van Migratie, mevrouw De Block, en nu ook de betrokken staatsecretaris, zijn strenger gaan kijken naar mensen die wegens medische redenen toch in België zouden willen blijven. Ze bekijken dit kritisch. Bij een aantal mensen was dit echt de reden en dan moesten we ervoor zorgen dat ze hier de beste zorgen konden krijgen. Helaas maakten ook een aantal mensen er misbruik van. Ik wil er gewoon op wijzen dat we in het voorstel dat wordt gedaan, waarbij kinderen en jongeren en heel het gezin dan toch hier kunnen blijven, moeten opletten dat kinderen niet gebruikt worden om op de ene of de andere manier een verblijfsrecht in België uit te lokken. Ik druk me nu wat cru uit, maar we merken dat kinderen op allerlei manieren helaas soms worden gebruikt en uitgebuit om bepaalde doelen na te streven.
Mevrouw Helsen, ik verwijs naar alles wat hierover in het verleden al werd gezegd. Ik kan u melden dat Zonderwijs, de onderwijsverstrekkers en het Kinderrechtencommissariaat een nota hebben uitgewerkt die concrete voorstellen op tafel legt. Op 10 juli, dat is over acht dagen, zal hierover overleg plaatsvinden tussen mijn kabinet, het kabinet van staatssecretaris Francken, Zonderwijs, het Kinderrechtencommissariaat en de vertegenwoordigers van de onderwijsverstrekkers. Mijn adjunct-kabinetschef zal er ook aanwezig zijn. Dit wordt sowieso vervolgd. We laten het niet los.
De staatssecretaris en ik verschillen op een aantal punten van mening, maar ik begrijp zijn positie ook. Wat de heer Daniëls zei, is natuurlijk ook juist, er moet voor worden gezorgd dat er geen misbruiken zijn. We zitten anderzijds met een aantal situaties van kinderen die hier al heel lang zijn. Als zij dan midden in een schooljaar te horen krijgen dat ze weg moeten, dan is dat een heel vervelende toestand. We moeten in dezen ook de nuances zien. Ik ben minister van Onderwijs, ik ben niet bevoegd voor asiel en migratie. Voor mij is het evident dat ik pleit voor het universeel recht op onderwijs voor elk kind. Dat recht geldt zeker voor minderjarigen en het geldt ook voor kinderen en jongeren uit gezinnen die het bevel krijgen om het grondgebied te verlaten. Ik moet dat bekijken vanuit het recht op onderwijs.
Vanuit de onderwijswereld is er een heel sterke vraag om te vermijden dat leerlingen die het bevel krijgen om het grondgebied te verlaten, shockeffecten op die kinderen zou veroorzaken. Dat is niet zo aangenaam. Ik heb al voorgesteld, hier in de commissie, maar ook aan de staatssecretaris om te bekijken of het niet mogelijk is om het vertrek uit te stellen tot op het einde van het schooljaar. We hebben er vrij open over gesproken. Het creëert natuurlijk ook nieuwe problemen: als men dan in beroep gaat, kunnen ze zo in een carrousel geraken dat er iedere keer kan worden verlengd tot het einde van het schooljaar. Ik bespaar u de details, maar er zijn ook potentieel negatieve effecten.
Sowieso staan er in de nota van de kinderrechtencommissaris en Zonderwijs een aantal bijkomende voorstellen. Ze gaan verder dan het uitstel van het vertrek tot het einde van het schooljaar. Mijn administratie is al die voorstellen aan het analyseren. Sowieso is er op 10 juli een groot overleg waarbij we de hele problematiek nog eens van dichtbij moeten bekijken.
Ik kan u geen gegevens bezorgen over het aantal kinderen dat uitgewezen is zonder een diploma te behalen. De scholen hebben immers geen zicht op het verblijfsstatuut van hun leerlingen. Zij worden niet op de hoogte gebracht van een bevel om het grondgebied te verlaten, noch van een eventueel uitstel van vertrek. Ik vind dat heel vreemd, want zoiets heeft impact op een school en op een klas. Scholen worden niet gewaarschuwd. Ook voor de kinderen van de klas is het vreemd dat er plotsteling eentje weg is. Ik geef gewoon de bestaande regelgeving weer.
Dit wordt dus vervolgd. Mijn zorgen zijn een beetje anders dan die van de staatssecretaris, maar we moeten proberen om een consensus te bereiken. We hebben al een keer heel goed naar elkaar geluisterd, ook naar de wederzijdse bezorgdheden.
Ik ben ook met de staatssecretaris naar Arendonk geweest. Ik was er onder de indruk van het project voor leerplichtjongeren die zonder begeleiding bij ons aankomen. Ik heb er een paar gezien. Ze spreken geen woord Nederlands, communiceren is heel moeilijk. Om ze dan toch in een fatsoenlijk traject te steken, is er het project My Future. Het is gebaseerd op vrijwilligheid. Eigenlijk zou elke jongere die aankomt en de leerplichtleeftijd nog heeft, dit moeten volgen. Het is heel nuttig. Ze leren skills, ze leren zich goed te beredderen. Het zijn allemaal zaken die een meerwaarde betekenen als ze terugkeren. Zo kunnen ze de paar maanden dat ze hier zijn, toch nog zinvol invullen. Het gaat om jongeren van 17 jaar die snel weg moeten als ze 18 jaar zijn. Met het project kunnen ze die termijn overbruggen. Ik geef u dit alleen maar mee. Het heeft minder met deze vraag te maken, maar de toestand waarin niet-begeleide minderjarigen bij ons aankomen, is echt indrukwekkend. Voor mij was het weer een bewijs dat de papieren theorie minder indruk maakt dan de realiteit.
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Minister, ik ben tevreden te horen dat er voor u een ander verhaal in het overleg zit dan voor de staatssecretaris, dat het voor u over het recht op onderwijs gaat. Ik zou u met klem willen vragen om het kind inderdaad centraal te stellen.
De heer Daniëls verwijst naar ouders die kinderen misbruiken. We mogen dat in geen geval toelaten. Ik vind het van groot belang om de kinderen centraal te stellen en om echt te kijken hoe we op een menswaardige manier een problematische situatie kunnen aanpakken.
De aanbevelingen van het Kinderrechtencommissariaat in samenwerking met Zonderwijs vertrekken echt van het kind en houden rekening met wat voor de ontwikkeling van kinderen belangrijk is. Ook al worden ze uitgewezen, ze moeten toch ook kansen krijgen om op een andere plaats op een geestelijk gezonde manier hun leven voort te zetten. We moeten hen in die moeilijke situaties op een goede manier begeleiden.
U zegt ook dat we bij de kinderen die hier aankomen, moeten vaststellen dat het heel aangrijpend is hoe alles zijn verloop krijgt en in welke moeilijke omstandigheden deze kinderen moeten voortleven.
U geeft ook aan dat scholen niet op de hoogte zijn van het plotse verdwijnen van kinderen die ingeschreven zijn. Ik zou willen vragen of het mogelijk is om dat element ook op te nemen met staatssecretaris. Het is voor onze scholen van belang om te weten dat hun kinderen verdwijnen, maar ook voor de leerlingen die achterblijven. Het zijn schrijnende toestanden. Soms komt een heel dorp in beweging voor mensen die uitgewezen worden nadat ze hier al een aantal jaren zijn, volledig geïntegreerd zijn, participeren aan een gemeenschapsleven waarbij de kinderen ook meedraaien en echt een positieve bijdrage leveren aan onze samenleving. Mensen begrijpen niet hoe het komt dat zij nog worden uitgewezen. Vaak is het heel ingrijpend voor een school dat het gebeurt, maar soms ook voor een hele dorpsgemeenschap. Het is goed dat een school daarvan op de hoogte wordt gebracht zodat ze dit ook op een goede manier kan begeleiden en ook de nazorg in de klas kan verzorgen. Zoiets is niet enkel dramatisch voor de kinderen die moeten vertrekken, maar het is ook voor de kinderen die achterblijven, heel ingrijpend. Ook zij zitten met veel vragen over wat er gebeurt met hun klasgenoot. Dit moet juist geplaatst kunnen worden.
We hebben het hier vaak over het belang van welbevinden op school. Onlangs hadden we het in het licht van de werkingsmiddelen nog over het belang van het geven van boterhammen op school om een minimum aan welbevinden te hebben om tot leren te komen. Dit is een situatie waarin het welbevinden volledig weg is in een klas. We moeten er ook aandacht voor hebben en de gepaste begeleiding aanbieden. We vragen dus om dit zeker mee te nemen en om te vragen hoe we er beter aan kunnen tegemoetkomen.
Mevrouw Helsen, ik kan niet namens de staatssecretaris spreken, maar ik weet wel dat hij pedagoog is van opleiding en dat hij bijgevolg niet ongevoelig is voor schoolse zaken.
Als ik me niet vergis, staat in de omzendbrief dat de school op de hoogte wordt gebracht door de politiediensten. Dat loopt niet altijd zoals het moet, laat staan tijdig, laat staan op een manier dat er nog iets mee kan gebeuren. Ik zou vanuit onze fractie de suggestie willen doen om een vorm van automatische verwittiging te organiseren, misschien vanuit de Dienst Vreemdelingenzaken, aan de school. Zo weet de school wat er gaat gebeuren.
Het mag niet tijdens de schooltijd. Nu interpreteren de politiediensten dat op verschillende manieren. Een schoolvakantie, een stage, de opvang voor of na de school: is dat schooltijd of niet? We moeten daarover misschien duidelijkheid creëren zodat het niet kan voorvallen dat het gebeurt tijdens een schoolreis, want dat is niet de bedoeling, ook niet die van de staatssecretaris.
Er zijn al een aantal engagementen genomen. Het mag niet op de weg van en naar de school. Na Pasen mag men het schooljaar sowieso uitdoen.
Over het feit dat de scholen niet verwittigd worden of niet altijd correct, is er een voorstel uitgewerkt. Ik heb trouwens zelf die suggestie gedaan. Op 10 juli kunnen we bespreken hoe dit verder uitgewerkt en verbeterd kan worden.
Er is ook een voorstel om een telefoonlijn te openen. Dat moet dan een lijn zijn van de school naar de Dienst Vreemdelingenzaken, niet omgekeerd. Het is oké dat de scholen verwittigd worden, maar het moet de bedoeling zijn dat de school met vragen kan bellen naar de dienst en niet dat de dienst belt om van alles te vragen aan de school. Ook dit wordt mee bekeken op 10 juli.
De vraag om uitleg is afgehandeld.