Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, recent verscheen het Jaarrapport 2014 van de afdeling Toezicht. Die afdeling Toezicht is belast met de controle op de naleving van de regelgeving door de sociale woonactoren. Uit het rapport blijkt onder meer dat op regelmatige basis domiciliefraude vastgesteld wordt bij het inspecteren van woningen van sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s).
Voor het toezicht op domiciliefraude wordt er gewerkt met een team van gespecialiseerde toezichthouders. Het feit dat er gespecialiseerde toezichthouders nodig zijn voor die vorm van misbruik, bewijst alvast dat het een inbreuk betreft die niet zo evident op te sporen valt. Er zijn dus wel blijvende inspanningen nodig om dat te bestrijden. Ook blijkt dat negen SHM’s geen voorziening aanlegden voor grote onderhouds- en herstellingswerken. De zes SHM’s die daar geen omstandige verklaring voor konden geven, zullen verder worden opgevolgd.
Wat de registers en de toewijzingen betreft, werden vijftien woonactoren gecontroleerd en werden bij twaalf van die actoren tekortkomingen vastgesteld. Daarbij bleek onder meer dat er tekortkomingen waren met betrekking tot de parameters in de software van de prioriteiten vermeld in de artikelen 19 en 20 van het kaderbesluit Sociale Huur. Uiteindelijk werden deze parameters opgevraagd bij alle SHM’s en werd vastgesteld dat veel actoren die parameters niet hadden aangepast.
Dit is een belangrijk aandachtspunt gelet op het feit dat de artikelen 19 en 20 handelen over de voorrang die aan bepaalde kandidaat-huurders gegeven wordt. Dat is toch een van de cruciale elementen in de werking van het sociaal huurbeleid. Bij elke actor werden ook onvolkomenheden vastgesteld bij de registratie of attestering van de kandidatendossiers.
Verder staat in het jaarrapport te lezen dat de afdeling Toezicht zelf de lokale besturen op de mogelijkheid wijst om hun patrimonium over te dragen of in beheer te geven aan een sociale woonorganisatie.
Minister, hoe zal de opsporing van domiciliefraude verder versterkt worden? Zal er verder ingezet worden op het werken met gespecialiseerde toezichthouders? Kunt u verduidelijken op welke manier en volgens welke richtlijnen deze gespecialiseerde toezichthouders te werk gaan?
Op welke manier worden de SHM’s die geen voorziening voor grote onderhouds- en herstellingswerken hebben aangelegd, verder opgevolgd? Welke verklaringen hebben zij gegeven voor het niet aanleggen van dergelijke voorzieningen?
Werd intussen gecontroleerd of de vastgestelde tekortkomingen met betrekking tot de parameters in de software van de prioriteiten van de artikelen 19 en 20 van het Sociaal Huurbesluit weggewerkt zijn?
De afdeling Toezicht stelt de lokale besturen voor om hun patrimonium over te dragen of in beheer te geven aan een sociale woonorganisatie. In welke mate gaan die lokale besturen daar ook effectief op in?
Minister Homans heeft het woord.
Mijn antwoord is redelijk uitgebreid. Ik zal proberen alle vragen te beantwoorden. Ik zal mijn antwoord ook schriftelijk bezorgen.
Ik verontschuldig me alvast voor het saaie antwoord. Ik zal niet alles opsommen, maar me beperken tot wat ik het belangrijkste vind. Het volledige, schriftelijke antwoord zal ik u laten overhandigen.
Ter versterking van de strijd tegen domiciliefraude zal ik bij de eerstkomende decreetswijzigingen alvast enkele voorstellen formuleren, zodat de uitwisseling van gegevens tussen Inspectie RWO en de lokale, regionale en federale overheden gefaciliteerd kan worden en domiciliefraude gemakkelijker opgespoord en gesanctioneerd kan worden.
Ik heb hieromtrent onder andere ook al overleg gepleegd met staatssecretaris Tommelein.
Er zal verder worden gewerkt met een team van gespecialiseerde toezichthouders met de bevoegdheid van officier van gerechtelijke politie. De wooninspecteurs hebben bijvoorbeeld deze bevoegdheid ook. Zij hebben dus politieopdrachten die ertoe strekken het misdrijf op te sporen, vast te stellen en de dader te zoeken en ze worden altijd gesteld onder de leiding en het gezag van de procureur des Konings.
De aanleg en/of bijsturing van een voorziening voor grote onderhouds- en herstellingswerken gebeurt jaarlijks, veelal tijdens de afsluitingswerkzaamheden van de boekhouding van het desbetreffende boekjaar.
De actoren zonder voorziening voor grote onderhouds- en herstellingswerken in het boekjaar 2014, zullen in de loop van 2015, na de goedkeuring en de neerlegging van de jaarrekening, door de afdeling Toezicht gecontacteerd worden. Naar analogie met vorig jaar wordt aan deze maatschappijen gevraagd om, indien ze grote onderhouds- en herstellingswerken gepland hebben, binnen de eerstkomende jaren voor deze werken een voorziening aan te leggen in overeenstemming met de desbetreffende planning.
De belangrijkste tekortkomingen in de registratie en attestering waren de volgende.
De inschrijvingsvoorwaarden werden niet voor alle meerderjarigen geattesteerd of nagegaan. Meestal werden de voorwaarden wel afgetoetst voor de referentiehuurder en zijn partner, maar niet voor de meerderjarige kinderen.
De kandidaat-huurder werd niet op de correcte datum ingeschreven – namelijk op het ogenblik dat alle attesten ter staving van de inschrijvingsvoorwaarden in bezit van de verhuurder waren.
De inkomens- of de eigendomsvoorwaarde werd niet geattesteerd of de verklaring op eer werd niet altijd ter bevestiging bezorgd aan de FOD Financiën.
De afdeling Toezicht wijst de lokale besturen op de mogelijkheid hun patrimonium over te dragen of in beheer te geven van een sociale woonorganisatie. Dit gebeurt via een omzendbrief van 23 mei 2014 van de vorige Vlaamse minister. Die wilde daarbij vooral wijzen op de mogelijke voordelen van een lokaal patrimonium – gemeente of OCMW – onder te brengen bij een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) en dus onder het sociaal huurstelsel. Er kunnen voordelen zijn op het vlak van administratieve organisatie en huurreglementering. Gemeenten zijn op dit punt vaak minder uitgerust en minder productief dan de betreffende SHM’s. Om die reden wijst Toezicht de betrokken besturen op de mogelijkheid beschreven in voornoemde omzendbrief.
De afgelopen jaren hebben een aantal lokale besturen hun sociale woningen al daadwerkelijk in beheer gegeven van of overgedragen aan SHM’s. Bij anderen wordt een overdracht voorbereid. Onder meer in Gent is er een operatie aan de gang. Dat is een positieve evolutie, die we in de andere steden en gemeenten alleen maar kunnen aanmoedigen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw toelichting en voor het schriftelijk antwoord. Het is altijd goed dat er een rapport wordt opgesteld, in dit geval door de afdeling Toezicht. Positief is dat onmiddellijk op de inbreuken wordt geanticipeerd. Na het zomerreces zal waarschijnlijk een concrete regelgeving in een aantal besluiten of decreten worden opgenomen, zodat aan een aantal zaken die in het rapport staan, kan worden tegemoetgekomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.