Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, onlangs werd de eerste belangenvereniging voor alleenwoners in België opgericht. Het aantal alleenwoners is de afgelopen decennia sterk toegenomen: tot ongeveer één op de drie huishoudens. In grote steden kan dit cijfer oplopen tot één op twee. Alleenwoners worden met een aantal specifieke problemen geconfronteerd, niet het minst op het vlak van financiën en fiscaliteit. Daardoor hebben zij minder kans om een eigen woning te verwerven. Indien dat wel lukt, hebben ze maar recht op één woonbonus, terwijl een koppel dit voordeel tweemaal kan genieten. Een single kan ook slechts 156 dienstencheques fiscaal aftrekken, samenwonenden kunnen er dubbel zoveel aftrekken. Ook de onroerende voorheffing blijft dezelfde. Een groot nadeel is ook de erfbelasting: erfgenamen van alleenstaanden zonder kinderen moeten de maximale tarieven betalen.
Minister, in uw antwoord op een actuele vraag van 4 februari 2015 stelde u dat u vanuit uw bevoegdheid Gelijke Kansen moet vaststellen dat er een aantal oneerlijkheden zijn ten opzichte van mensen die alleen wonen. De vraag rees of hierover een conceptnota zou kunnen worden geschreven, maar dat moest eerst nog worden afgetoetst met uw collega’s in de Vlaamse Regering. U gaf toen ook te kennen dat u bereid was om de moties over alleenstaanden uit 2011 onder de loep te nemen.
Minister, is er inmiddels overleg gepleegd met uw collega’s in de Vlaamse Regering om de problematiek van alleenwoners aan te pakken? Zult u een conceptnota over alleenwoners opmaken, met daarin een opsomming van de problemen waarmee alleenwoners worden geconfronteerd en van bestaande regels die nadelig zijn voor alleenwoners? Zult u werk maken van een screening van bestaande niet-levensvormneutrale regelgevingen en de nodige initiatieven nemen om deze discriminaties weg te werken? Zal er in de toekomst preventief een singlereflex plaatsvinden bij het maken van nieuwe regelgeving, om die vooraf te toetsen op haar neutraliteit qua levensvorm?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Talpe, ik heb kennisgenomen van het initiatief in Brussel voor alleenwoners. Wat betreft Gelijke Kansen zijn de doelgroepen in mijn beleidsnota en in het regeerakkoord zeer duidelijk afgelijnd. Ik vind het een beetje vreemd dat al uw voorbeelden betrekking hebben op de bevoegdheden van minister Turtelboom. U hebt het over successierechten, de woonbonus, de onroerende voorheffing … Dat zijn allemaal bevoegdheden van uw eigen minister. Ik vind het dan ook zeer vreemd dat deze vraag aan mij wordt gesteld. Maar u mag dat doen, geen enkel probleem. De doelgroepen werden echter zeer duidelijk afgelijnd binnen het gelijkekansenbeleid.
Ik ben het met u eens dat we steeds meer worden geconfronteerd met alleenwoners en eenoudergezinnen. Ik voel mij trouwens persoonlijk aangesproken door deze vraag, maar dat is nog het minste van mijn zorgen. Mijn administratie is wel bezig met het uitstippelen van een horizontaal gelijkekansenbeleidsplan. Daarbij zal zeker ook aandacht zijn voor alleenwoners binnen alle doelgroepen die we hebben afgebakend.
Ik ben niet van plan om een conceptnota uit te werken. Ik zie daar het nut totaal niet van in. Maar als er door de Vlaamse Regering iets wordt besproken, vind ik het wel nuttig om dat vanuit mijn bevoegdheid voor Gelijke Kansen te bekijken. Zo hadden we het recent over de verhoging van de waterfactuur, een bevoegdheid van minister Schauvliege. Toen hebben wij vastgesteld dat dit een veel te grote impact had op alleenwoners en eenoudergezinnen. Minister Schauvliege heeft dat toen aangepast – met heel veel plezier, ik heb haar arm niet moeten omwringen. Maar als je een conceptnota moet maken over mensen die alleen wonen, dan kun je voor veel doelgroepen een conceptnota maken.
Mevrouw Talpe, al uw voorbeelden zijn terecht. Maar u moet die vragen stellen aan uw eigen minister, die bevoegd is voor de woonbonus, de registratierechten, de onroerende voorheffing, de successierechten. Ik wil er zeker mee over waken dat dat allemaal in orde komt. De doelgroepen in de beleidsnota Gelijke Kansen zijn zeer duidelijk afgelijnd. Het zou niet zinvol zijn om nog een bijkomende doelgroep aan te maken. Het is absoluut zinvol om met die doelgroep rekening te houden. Maar dit zijn vragen voor de verschillende functioneel bevoegde ministers. Mevrouw Talpe, als u het hebt over woonbonus en onroerende voorheffing en energiefactuur, kunt u daarmee in uw eigen partij meer resultaat behalen dan bij mij.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik heb mijn vraag tot u gericht omdat u minister van Gelijke Kansen bent, in de wetenschap dat dit een horizontaal dossier is waar uiteraard ook andere ministers bij betrokken zijn voor de concrete uitwerking en voor voorstellen om het in de praktijk aan te pakken. Ik hoopte eigenlijk dat u zou coördineren en daarbij een trekkende rol zou spelen.
Ik ben verheugd dat u de problematiek onderkent. De alleenwoners vormen een groeiende groep. We kunnen daar niet blind voor zijn. Ik had liever een conceptnota gezien. Het is nuttig en nodig om dat grondig te onderzoeken en te bekijken hoe we dit kunnen aanpakken. Volgens mij is een conceptnota daartoe een ideaal instrument.
De groep groeit. Ze kloppen heel wat arbeidsuren en betalen heel wat belastingen. Ze hebben zeker recht op een degelijk onderzoek van hun situatie en op een beleid dat rekening houdt met hun verzuchtingen en problemen. Ik ben al heel blij te horen dat u de singlereflex al toepast op nieuwe regelgeving. Ik wil er blijven op hameren dat we daar werk van moeten maken. Uiteraard zal ik blijven vragen stellen, om concreet te bekijken hoe we hun situatie kunnen verbeteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.