Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Zo nu en dan proberen we het thema sociale dumping in deze commissie op de agenda te zetten. Dat is belangrijk, want onze economie ondervindt dagelijks schade van dergelijke praktijken, die ook voor menselijke drama’s zorgen. We proberen u suggesties aan de hand te doen, minister, om ook op het Vlaamse niveau de strijd tegen sociale dumping te voeren.
Een van de vormen van sociale dumping is het inzetten van schijnzelfstandigen. Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, het RSVZ, gaat de strijd tegen die schijnzelfstandigen aan. Kunnen we op dat vlak de krachten niet bundelen en de acties op elkaar afstemmen zodat ook Vlaanderen zijn steentje kan bijdragen?
Sinds begin 2013 heeft het RSVZ bijna 3000 niet-Belgische EU-burgers als zelfstandigen geschrapt. Het valt op dat het voor het merendeel om Roemenen gaat. In 2013 werd de procedure die het RSVZ daarbij hanteert, wat scherper gesteld en dat zien we ook in de cijfers. Het is intussen zonneklaar dat het niet de bedoeling is bonafide zelfstandige ondernemers te pesten. Het RSVZ wil gewoon ingaan tegen mensen die met frauduleuze bedoelingen via het zelfstandigenstatuut willen ontsnappen aan het werknemersstatuut en zijn verplichtingen. Ik ben er trouwens ook van overtuigd dat sommige van die schijnzelfstandigen eigenlijk ook slachtoffer zijn van filières waarin ze niet de bescherming krijgen die aan het werknemersstatuut verbonden is.
Opvallend is de verdeling van de schrappingsdossiers naar nationaliteit en de dominantie van Roemeense schijnzelfstandigen. Het kan geen toeval zijn dat er plotseling een paar duizend Roemenen voor het zelfstandigenstatuut kiezen. Dat lijkt me een georganiseerde vorm van fraude. Als de fraude wordt georganiseerd, dan moet de overheid zich ook organiseren. Zo eenvoudig is dat.
Daarom wil ik graag nagaan welke steun de Vlaamse Sociale Inspectie kan bieden voor de acties van het RSVZ en van de federale overheid in het algemeen. Ik heb dan ook volgende vragen, minister.
Wordt er vandaag met het RSVZ samengewerkt en kunt u de inhoud van deze samenwerking toelichten?
Gebruikt de Vlaamse Sociale Inspectie de gegevens van het RSVZ, bijvoorbeeld bij het toekennen en verlengen van arbeidskaarten? Ik heb een vaag vermoeden dat namen in verschillende bestanden opduiken en dat daaruit enige conclusies kunnen worden getrokken.
Geeft het intrekken van het zelfstandigenstatuut wegens misbruik aanleiding tot een meer doorgedreven onderzoek door de Vlaamse Sociale Inspectie in het kader van het uitreiken of verlengen van arbeidskaarten? Hoe motiveert u die aanpak? Acht u eventueel bijsturing noodzakelijk?
Hanteert de Vlaamse Sociale Inspectie een gerichte aanpak ten aanzien van gekende malafide werknemers en/of werkgevers? Overweegt u om de zoekstrategie van de Vlaamse Sociale Inspectie aan te passen en in welke zin dan?
De heer Hofkens heeft het woord.
In het begin van het jaar heb ik een schriftelijke vraag gesteld over het aantal arbeidskaarten en intrekkingen. Mijnheer Van Malderen, u benadrukt terecht het belang van een goede controle, maar ik zie het verband helemaal niet met een schrapping van zelfstandigen bij Roemenen en Bulgaren.
Uit het antwoord op mijn vraag bleken twee tendensen. Er is een vermindering van het aantal arbeidskaarten, omdat precies die groepen geen arbeidskaart meer nodig hebben. Als zij als zelfstandige worden geschrapt, weet ik niet wat de minister kan doen voor de arbeidskaarten, want die hebben ze niet nodig. Daarnaast is er een stijging van het aantal schrappingen.
Het beeld dat er niet wordt geageerd, klopt niet. De gecoördineerde acties leiden waar nodig inderdaad tot schrappingen van arbeidsvergunningen. Maar ik vraag me af, en ik neem aan dat de minister dat kan bevestigen, waar de link zit tussen de schijnzelfstandigen en de problematiek van de arbeidsvergunningen.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, er is al sinds 1 juni 2011 een samenwerkingsakkoord afgesloten tussen de federale staat, de gewesten en de gemeenschappen over de coördinatie van controles. Daarnaar hebben we in de commissie al regelmatig verwezen. Het gaat vooral over illegale arbeid en sociale fraude. Er wordt samengewerkt tussen de federale en regionale sociale-inspectiediensten. Dat gebeurt voornamelijk met het oog op de vaststelling van inbreuken op de migratiereglementering en de arbeids- en socialezekerheidswetgeving. Bepaalde sectoren zijn meer kwetsbaar dan andere voor uitbuiting en fraude. Twee weken geleden hebben we het daarover nog gehad hier in de commissie.
De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) geeft als afzonderlijke dienst ondersteuning aan zowel de federale als de gewestelijke inspectiediensten in de strijd tegen illegale arbeid en sociale fraude. Dat gebeurt zowel in de arrondissementscellen, waarin we samenwerken, als daarbuiten. De Inspectie van het RSVZ is net zoals onze afdeling Toezicht en Handhaving aanwezig bij de arrondissementscellen en is op deze manier betrokken bij de coördinatie van de controleacties op het terrein. Binnen de SIOD is de inspectie van het RSVZ bevoegd om na te zien of zelfstandigen hun verplichtingen nakomen en meer specifiek zijn zij uiteraard betrokken in de strijd tegen de schijnzelfstandigen, schijnwerknemers en valse ondernemingen. In de praktijk doet mijn inspectie samen met de inspecties van het RSVZ gezamenlijke controles binnen de arrondissementscellen. Die samenwerking is er in elk geval.
Daarnaast, als mijn inspectie inbreuken rond schijnzelfstandigheid vaststelt, geeft zij de informatie door aan het RSVZ via een pv van inlichting. Bij eigen onderzoeken wordt informatie opgevraagd bij de Dienst Verplichtingen van het RSVZ over het al of niet aangesloten zijn bij een sociaal verzekeringsfonds. Dat doen we meestal wanneer we vermoeden dat personen hun toevlucht zouden kunnen nemen tot schijnzelfstandigheid, bijvoorbeeld bij weigering van een arbeidskaart. Een ander element is wanneer het verblijfsrecht in het gedrang komt door de stopzetting van de tewerkstelling. Dan is er een vermoeden dat men zou kunnen overgaan tot schijnzelfstandigheid. Achteraf kan dan blijken dat ze ofwel geen zelfstandigen zijn, ofwel wel zelfstandigen zijn, maar hun verplichtingen niet nakomen. Dat kan dan weer worden doorgegeven.
U vraagt of de Afdeling Toezicht en Handhaving de gegevens van het RSVZ gebruikt bij het toekennen en verlengen van een arbeidskaart. De Afdeling Toezicht en Handhaving zal de visu vaststellingen, verhoren en ingewonnen informatie bij het RSVZ verwerken in haar inspectieverslagen. Dat lijkt me logisch: ze vragen die informatie op en verwerken die mee in de verslagen. Voor verder gevolg sturen ze de verslagen door aan de Dienst Economische Migratie en/of maken de informatie via een pv van inlichting over aan de federale dienst.
Het intrekken van het statuut van zelfstandige is een zuivere federale aangelegenheid. Ik ben hiervoor niet bevoegd. Mijnheer Hofkens, ik verwijs naar uw opmerking. Mijnheer Van Malderen, wat betreft de intrekking van het statuut van een zelfstandige en de invloed die dat zou kunnen hebben op de al dan niet intrekking van een beroepskaart voor zelfstandigen, speelt het door u aangehaalde voorbeeld van Roemenen natuurlijk niet. Roemenen zijn EU-burgers en zij kunnen een beroep doen op het vrij verkeer van diensten, personen en werknemers. Zij zijn niet onderworpen aan de beroepskaartenregeling voor zelfstandigen en hebben geen arbeidskaart nodig.
Binnen de arrondissementscellen zetten de verschillende inspectiediensten gecoördineerde en gerichte acties op. Binnen het actieplan 2015 van de SIOD is een sectorale aanpak opgenomen evenals de voortzetting en de monitoring van de controles naar schijnzelfstandigheid. Ik wil de huidige samenwerking, waarover ik tevreden ben, tussen onze Afdeling Toezicht en Handhaving en het RSVZ voortzetten. De zoekstrategie is onder meer gebaseerd op de risicoanalyse. Daarnaast zal er binnen de zoekstrategie versterkt worden ingezet op ‘datamatching’ en ‘datamining’ van de federale gegevens, ook die van het RSVZ, binnen het breder kader van opsporen. Dat is ook een antwoord op uw vraag hoe we omgaan met mensen die regelmatig opduiken.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, uw laatste toevoeging is de essentie van de vraag. Het is ook een antwoord op de opmerking van collega Hofkens. In de artikels die verschenen zijn, kwam naar voren dat er een correlatie bestaat met een methode die men gebruikt om onder marktcondities te duiken via zelfstandigheid of schijnzelfstandigheid. Uiteraard kan men ook verbanden leggen met sectoren, wat u zelf ook in uw antwoord hebt gedaan. Feit is dat men eigenlijk verschillende systemen door elkaar gebruikt en serieel. Als de ene poort dichtgaat, dan probeert men er langs een andere weg alsnog onder te duiken. In die zin lijkt het mij bijzonder belangrijk om de data aan elkaar proberen te koppelen om zo gericht mogelijk proberen te zoeken.
Ik ga ervan uit dat als mensen geschrapt worden als zelfstandige, een deel van hen opnieuw een aanvraag doet via een arbeidskaart. Ik ga er dan ook van uit dat die schrapping gekend is op het moment dat het uitreiken van een arbeidskaart beoordeeld wordt.
Minister, ik heb een bijkomend vraagje. De echte stok achter de deur moet natuurlijk vervolging zijn, inzonderheid van diegenen die eigenlijk het netwerk ‘runnen’ want we kunnen we degelijk over netwerken spreken. Als we die cijfers nemen, dan hebben we nog wel een behoorlijke stap te gaan. Het is in de eerste plaats niet uw verantwoordelijkheid, minister, maar u zult mij vergeven dat ik die opmerking hier toch maak.
Minister Muyters heeft het woord.
U zegt dat als ze geen zelfstandige kunnen worden of geschrapt worden, ze een arbeidskaart aanvragen. U mag niet vergeten dat het nog altijd de werkgever is die een arbeidskaart aanvraagt. Ik zie het andersom meer gebeuren. Je weigert de werkgever een arbeidskaart en de persoon in kwestie wordt zelfstandige of schijnzelfstandige.
Ik zal uiteraard de scheiding der machten respecteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.