Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
De voorbije jaren hebben we heel wat verbetertrajecten gezien voor de kwaliteit van de EPB-verslaggeving (energieprestatie en binnenklimaat), om zo ook het niveau van de energieprestatiecertificaten (EPC’s) op te drijven. Toch komen er nog regelmatig klachten binnen via de Vlaamse Ombudsdienst. Dat zien we in hun verslag. De ombudsdienst kaart aan dat op de lijst van energiedeskundigen personen staan die niet meer actief zijn. Zij zouden zelf kunnen aangeven dat ze niet meer actief zijn, zou je kunnen zeggen, maar het schept toch verwarring.
Het Vlaams Energieagentschap (VEA) beschikt blijkbaar niet over de mogelijkheid om bijvoorbeeld inactieve maar ook ondeskundige EPC-verslaggevers te schrappen. Energiedeskundigen die al enkele keren een negatieve beoordeling hebben gekregen over hun verslag, kunnen niet worden geschrapt. Een energiedeskundige kan wel zelf vragen om te worden geschrapt, maar dat gebeurt niet. In uw beleidsnota kondigde u aan dat u de erkenningsregeling voor energiedeskundigen wilt bijsturen.
Minister, hoe staat u tegenover het invoeren van een verplichte permanente vorming voor energiedeskundigen om hun erkenning te handhaven, zodat we de kwaliteit van de verslaggeving kunnen verhogen en duidelijkheid kunnen verschaffen aan de burgers die een degelijke energiedeskundige zoeken?
Wat is uw visie over de mogelijkheid tot het schrappen van energiedeskundigen door het VEA? Als het automatisch kan gebeuren, zijn de lijsten altijd correct. Bijvoorbeeld nu blijven burgers die om welke reden dan ook uit het bevolkingsregister zijn geschrapt, blijkbaar ook op de lijst staan. Er is geen enkele link met inactieven, ondeskundigen enzovoort.
Hoever staat u met de evaluatie van het EPC? Dat hebben we al herhaaldelijk gevraagd. We vragen om de communicatiekracht van het EPC te versterken en het niveau van de EPC-deskundigen te verhogen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik wil mijn pleidooi herhalen dat ik ook in de commissie Wonen heb gebracht. We zijn van oordeel dat er voor EPC en woonkwaliteit meer synergieën mogelijk zijn.
Onlangs zei minister Homans in de commissie, naar aanleiding van de resultaten van het grote woononderzoek door het Steunpunt Wonen, dat op dit moment de woonkwaliteit en het afleveren van een conformiteitsattest exclusief wordt toegewezen aan de Inspectie Wonen. De minister stelde dat ze van plan is om dat open te trekken en om ook externe deskundigen aan te wijzen om die woonkwaliteit in kaart te brengen. Daarop ontstond het debat, waarin werd voorgesteld om daarbij ook EPC te betrekken. Veel mensen zijn ervan overtuigd dat woonkwaliteit ook kan worden verbonden met EPC en dat daarvoor veel meer kan gebeuren.
Deze week kreeg ik een nieuwsbericht van het Steunpunt Wonen dat ze een analyse hebben gemaakt van de EPC-databank. Daar zitten momenteel 600.000 certificaten in. Dat lijkt me een zeer interessant rapport om in deze commissie te laten toelichten door het Steunpunt Wonen. We zijn ervan overtuigd dat we veel meer kunnen doen als we EPC combineren met woonkwaliteit voor onze Vlaamse woningen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik wil me graag aansluiten bij de excellente vraag van de heer Gryffroy. Minister, meermaals wordt aangegeven dat het EPC een interessant instrument is dat kan bijdragen tot een verstandigere aankoop van huizen. Maar het sputtert nog wat en mensen gaan onvoldoende in op het EPC. Ook blijven ons berichten bereiken dat de kwaliteit van de deskundigen niet altijd optimaal is. Wat is de stand van zaken voor het versterken van de EPC-verslaggevers?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik sta positief tegenover het voorstel om permanente vorming in te voeren om de kwaliteit van het geleverde werk door de energiedeskundigen te verhogen. Ik heb dat ook aangekondigd in mijn beleidsnota Energie 2014-2019.
Naar aanleiding van de evaluatie van de energieprestatiecertificatenregelgeving wordt de erkenningsregeling van de energiedeskundigen bijgestuurd. Naar analogie met de EPB-verslaggever, die vanaf 1 januari 2015 verplicht is om een aantal uren bijscholing te volgen, zal permanente vorming voor energiedeskundigen worden ingevoerd.
Er werden al heel wat initiatieven genomen om de lijst van energiedeskundigen actueel te houden. Zo is de Energieprestatiedatabank, waarin de erkenningen van de energiedeskundigen worden beheerd, gekoppeld aan de Vlaamse Kruispuntdatabank voor personen. Persoonsmutaties worden op die manier automatisch verwerkt, waardoor de toegang tot de databank in sommige gevallen, bijvoorbeeld bij overlijden, automatisch wordt verhinderd. Dat leidt ook automatisch tot het schrappen van de energiedeskundige van de lijst van energiedeskundigen. Energiedeskundigen die worden geschorst door het VEA en energiedeskundigen die geregistreerd zijn als werknemer van een rechtspersoon en aan het VEA melden dat de arbeidsrelatie met hun werkgever is beëindigd, worden eveneens automatisch verwijderd van de lijst van gepubliceerde energiedeskundigen.
Het schrappen van energiedeskundigen door het VEA wegens inactiviteit ligt een stuk moeilijker. Die energiedeskundigen blijven immers erkend. Bijgevolg worden die energiedeskundigen ook gepubliceerd zolang ze niet zelf aangeven dat ze niet langer willen worden opgenomen in de lijst van erkende energiedeskundigen. Om de lijst zo up-to-date mogelijk te houden, vraagt het VEA op regelmatige tijdstippen aan de erkende energiedeskundigen hun gegevens te controleren en indien nodig aan te passen. Het koppelen van voorwaarden, zoals permanente vorming, aan de erkenning zal er eveneens toe bijdragen dat de lijst van gepubliceerde energiedeskundigen meer up-to-date blijft. Energiedeskundigen die niet voldoen aan de eisen inzake permanente vorming en die bovendien niet aangeven dat ze hun activiteiten om bepaalde redenen hebben onderbroken, zullen tijdelijk of definitief van die lijst worden geschrapt.
Het EPC heeft bij de verkoop en de verhuur van bestaande woongebouwen nog maar weinig effect op de verkoop- of verhuurtransacties. Om een belangrijke meerwaarde te geven aan het EPC, wordt overwogen om dit instrument te koppelen aan het renovatieadvies. Die mogelijkheid wordt momenteel onderzocht in het kader van het Renovatiepact, in verband waarmee men zich op dit moment op het einde van de werkzaamheden bevindt. In de loop van volgende week komt men met de aanbevelingen. Er wordt dus nog druk overlegd tussen alle stakeholders die hebben deelgenomen.
Ik vermoed of sluit niet uit dat er ook over het conformiteitsattest aanbevelingen zullen worden gedaan in het Renovatiepact. U weet dat we een tijdje geleden met collega Schauvliege met een conceptnota zijn gekomen over de integratie van attesten. Ook het conformiteitsattest wordt meegenomen in heel die oefening. De timing die collega Schauvliege en ikzelf hanteren, is dat we daar tegen eind dit jaar toch wel stappen vooruit in willen zetten.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Als ik u goed begrijp, zal iemand die niet de permanente vorming volgt, de facto worden geschrapt van de VEA-lijst. Ik vind dat goed, voor alle duidelijkheid. Ook immobiliënmakelaars en andere beroepsgroepen moeten zich permanent vormen. Mijn buurman zegt me hier net dat ook advocaten dat moeten doen. Ik heb daar echter geen ervaring mee. Als immobiliën- en verzekeringsmakelaars zich niet permanent vormen, dan worden ze gewoon de facto geschrapt. Als ik u goed begrijp, dan zult u ook overgaan naar een dergelijk systeem. Als permanente vorming en bijscholing worden verplicht, dat zal dat inderdaad ook het niveau van de energiedeskundigen verhogen, en dan heeft het EPC ook een grotere inhoudelijke waarde. Als u kunt bevestigen dat die permanente vorming aanleiding kan geven tot het al dan niet schrappen binnen het VEA, dan is dat probleem voor mij opgelost.
De bedoeling is inderdaad dat ze dan wel van de lijst worden geschrapt, maar uiteraard kunnen ze weer worden opgenomen als ze de vorming volgen die ze moeten volgen. Ik ben het echter met u eens dat er op dit ogenblik te veel opmerkingen zijn over de energiedeskundigen. We moeten dus naar een systeem gaan om de kwaliteit te vergroten. Anders ondermijnt een heel beperkt aantal mensen toch wel de geloofwaardigheid van dat advies. Er is niets ergers dan dat iemand die wil investeren in energie, een fout advies krijgt en nadien moet merken dat dit hem eigenlijk niet vooruithelpt.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik had een gelijkaardige schriftelijke vraag gesteld, en ongetwijfeld hebt u een gelijkaardig antwoord gegeven. Het enige dat me niet duidelijk was, was vanaf wanneer die permanente vorming zou worden verplicht voor de betrokkenen.
Er moet ter zake een besluit worden voorbereid. We hebben daar eigenlijk ook al over gesproken met het VEA. We bevinden ons echter nog niet in een fase waarin we de criteria bepalen, en de manier waarop we dat zullen vormgeven. In het najaar hoop ik ter zake wel verder te kunnen staan.
Vanaf 2016?
Dat moeten we natuurlijk zien, want mensen moeten dan wel de opleiding kunnen volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.