Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, in de vorige legislatuur is er een nieuw decreet Integrale Jeugdhulp tot stand gekomen. Ik heb in een andere hoedanigheid de eer gehad om daaraan mee te werken.
De integrale jeugdhulp is zeer grondig bijgestuurd door dat nieuwe decreet, ook in het kader van wie kan doorverwijzen, wie erin wordt betrokken. De comités voor bijzondere jeugdzorg zijn verdwenen, Ontwikkelen Criteria Bureaus jeugdzorg (OCB) heeft een andere rol gekregen enzovoort.
Het nieuwe decreet was een initiatief van toenmalig minister van Welzijn Jo Vandeurzen en toenmalig minister van Onderwijs Pascal Smet, en werd op 3 juli 2013 door het Vlaams Parlement goedgekeurd. Het decreet is in werking getreden op 1 maart 2014, met een voorstart – een pilootproject – in de provincie Oost-Vlaanderen op 16 september 2013.
In de afgelopen weken zijn er in de commissie Welzijn heel wat hoorzittingen geweest over het decreet Integrale Jeugdhulp omdat daar werd vastgesteld dat er een aantal problemen zijn. Ook de CLB’s zijn daar de revue gepasseerd. Door de wijziging van het decreet Integrale Jeugdhulp is het doel dat elke jongere met een probleem zo snel mogelijk de juiste hulp vindt. Het loket en de toegangspoort zijn ingevoerd. Er is hulpverlening voor de toegangspoort en hulpverlening na de toegangspoort. Voor de doorwijzing na de toegangspoort tot de niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp is een intermediair, multidisciplinair team nodig.
Door in te grijpen op de organisatie en de werking van de bestaande jeugdhulp, wordt het nieuwe landschap veel overzichtelijker – dat was althans het doel –, in het bijzonder voor de cliënt, maar ook om de jeugdhulpverleners zelf duidelijk te maken wie wat moest doen en wat al dan niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp zou zijn.
De CLB’s – vandaar de co-agendering – worden rechtstreeks gevat door dit nieuwe decreet en hebben een draaischijffunctie gekregen, omdat ze al een vorm van multidisciplinair team (MDT) hadden, om te vervullen tussen onderwijs en welzijn. De kerntaak van scholen is kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden, maar scholen situeren zich in het voortraject en hebben in het kader van hun zorgbeleid en de leerlingenbegeleiding een belangrijke rol op te nemen bij signaaldetectie van problemen. Ze moeten een eerste doorverwijzing zijn om dan terecht te komen bij het CLB.
Minister, mijn vraag om uitleg zit in de richting van de vragen van de heer De Ro in de commissie Welzijn. We hebben dezelfde vraag om uitleg ongeveer tegelijk ingediend, maar in een andere commissie. Welke administratieve handelingen moet een CLB gezien zijn taakstelling in integrale jeugdzorg allemaal stellen? Welke doen ze? Daar zit een belangrijke nuance. Hoeveel tijd wordt er door de CLB’s besteed om een dossier in orde te brengen? Dat is ook aan bod gekomen in de hoorzittingen. Welke bijkomende financiering werd er sinds de inwerkingtreding van integrale jeugdhulp bijkomend gepland vanuit Welzijn voor de CLB’s om hun nieuwe taakstelling uit te voeren? We weten dat het 335 euro is voor en A-document, maar de vraag is of dat de kosten dekt?
Wordt er nog in andere middelen vanuit Welzijn voorzien? Is er al een tussentijdse evaluatie gebeurd van het decreet Integrale Jeugdhulp, specifiek op de impact op onderwijs en de taakstelling van de CLB’s? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, wanneer is dit gepland, zowel voor de CLB’s als voor de impact op het onderwijs?
Minister Crevits heeft het woord.
De vraag om uitleg is inderdaad tegelijk aan minister Vandeurzen gesteld. Ik heb het verslag bij, en ik zal verwijzen naar de discussie die daar is gevoerd, omdat het zinloos is om die hier opnieuw te voeren. Het is wel interessant om de historiek van het decreet, hoe het tot stand is gekomen, wat de diverse taken zijn, te bekijken.
Er is een eerste financiering. Heel wat opdrachten die de CLB’s doen in het kader van het nieuwe decreet zijn geen geheel nieuwe opdrachten, maar sluiten aan bij hun reguliere opdrachten en de draaischijffunctie die ze hebben. Een aantal dingen moeten sinds de invoering van het nieuwe decreet wel anders gebeuren dan vroeger. De CLB’s besteden hieraan evenals aan het leren kennen van het nieuwe landschap en het opzetten van samenwerkingen met de nieuwe diensten, wel heel wat tijd en werk.
Bovendien hebben de CLB’s het gevoel dat ze de leemte moeten opvullen die is ontstaan door de afschaffing van de comités voor bijzondere jeugdzorg. Voor deze implementatie hebben de CLB’s wel ondersteuning gekregen van de minister van Welzijn, die een voltijdsequivalent (vte) ter beschikking heeft gesteld van de CLB’s vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 voor de voorstart in Oost-Vlaanderen, en deze ondersteuning heeft uitgebreid naar vijf vte’s vanaf 1 december 2013 tot en met 31 mei 2015, met een laatste verlenging tot 30 juni 2015. In totaal gaat het over een budget van 375.000 euro.
CLB’s die erkend zijn als multidisciplinair team, worden vanuit de erkennende overheid, nu nog het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), bovendien bijkomend vergoed voor die specifieke MDT-werking. MDT-werking is geen opdracht voor de CLB’s vanuit het decreet CLB. Het is momenteel nog niet helemaal duidelijk hoe de vergoeding er zal uitzien, aangezien de regelgeving hierover nog niet volledig klaar is.
Het decreet en het besluit van de Vlaamse Regering over de integrale jeugdhulp bevat een aantal administratieve handelingen die de CLB’s moeten stellen. Zoals daarnet al aangeven, zijn die vaak vervangend voor vroegere handelingen. Nieuw is wel dat al die aanmeldingen nu elektronisch gebeuren en dat heeft uiteraard ook wat aanpassing gevergd van de medewerkers op het terrein.
Ik som de verschillende documenten en procedures even op. Aanvragen van niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp bij de intersectorale toegangspoort via het invullen en doorsturen van een aanvraagdocument niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (A-doc). Aanmelden bij een gemandateerde voorziening via het invullen en doorsturen van een document maatschappelijke noodzaak (M-doc). Aanvragen van specifieke actie internaat via het invullen en doorsturen van een A-doc of via een versnelde indicatiestelling en toewijzing specifieke actie internaat naar de intersectorale toegangspoort. Tot slot het invullen en doorsturen van de versnelde indicatiestelling diagnostiek voor CLB’s met een erkenning als multidisciplinair team naar de intersectorale toegangspoort. Ook wordt er bij sommige verwijzingen naar rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp vanuit sommige voorzieningen verwacht dat er met een specifieke aanmelding wordt gewerkt. Dit kan echter niet de bedoeling zijn. De problematiek van schriftelijke aanmelding voor rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp is daarom mee opgenomen in het remediëringstraject dat al door de administratie Welzijn is opgestart. Dat moet er dus uit.
Heel vaak is het aanvragen van hulp bij de intersectorale toegangspoort of een doorverwijzing naar andere vormen van rechtstreeks toegankelijke hulp een gevolg van verschillende stappen die kunnen worden gezet in leerlingenbegeleiding op school en binnen het CLB. Het is dus heel moeilijk om in te schatten hoeveel tijd een dossier in totaal kost aan het CLB.
Het is nu al duidelijk dat het invullen van de documenten de nodige tijd vraagt en een vereenvoudiging is aangewezen. Daarom heeft minister Vandeurzen vorige week ook reeds aangekondigd dat er een evaluatie en herwerking van het A-document en een bijsturing van de processen wordt gepland.
Er is nog geen tussentijdse evaluatie gebeurd. Het nieuwe decreet van 2014 is al een bijsturing na een evaluatie van het vorige decreet. Nu al opnieuw tussentijds evalueren is wel heel snel. Wel moeten we de knelpunten die er vandaag op het terrein bestaan mee helpen oplossen. Vanuit Onderwijs moet ik ook hulp bieden. De totale evaluatie is gepland in 2018. We zullen ervoor zorgen dat hierin een specifiek luik rond de taakstelling van de CLB’s is opgenomen.
De audit van de CLB’s die nu loopt, zal worden opgeleverd in september. Daar zullen heel interessante zaken uit voortvloeien om de toekomstige werking te bekijken en de nodige aanpassingen te doen. Mijnheer De Ro, ik heb begrepen dat u hebt gevraagd om de audit niet alleen in Onderwijs te bespreken, maar ook in Welzijn. Ik neem die suggestie met veel plezier mee. U hebt voorgesteld om hem in primeur voor te stellen in de commissie. Dat is een goede praktijk. In het verleden deed ik dat niet altijd, maar wel vaak voor belangrijke zaken, in de commissie Openbare Werken. Deze namiddag krijgt u de KU Leuven ook in primeur. Ik zal er niet over communiceren. Het is goed dat de onderzoekers dat hier kunnen doen om het niet verkeerd te interpreteren.
De heer Daniëls heeft het woord.
Er is inderdaad nog geen tussentijdse evaluatie gebeurd. Het zou goed zijn om dat toch mee te nemen om de klachten die we te horen krijgen, te objectiveren. Dat dat meer tijd vraagt, oké, maar het mag niet persistent zijn. De extra ondersteuning, de vijf vte’s, die vanuit Welzijn worden gesubsidieerd, zijn nu weggevallen.
Ik wil de vraag verruimen. We moeten proberen de taken die Onderwijs krijgt vanuit bijvoorbeeld Welzijn op last van kredieten van Onderwijs te objectiveren om te vermijden dat we welzijnstaken doen met onderwijsmiddelen. Uiteraard is Onderwijs een belangrijk element in de ketting, maar het is goed om taken zuiver te krijgen, ook voor degenen die ze moeten uitvoeren. Die lopen van het kastje naar de muur. Bij wie moeten ze zijn om te zeggen dat iets niet goed loopt, en hoe moeten ze communiceren? Daar kunnen we te weinig tijd en middelen tegenover zetten.
Onze CLB’s zijn netgebonden georganiseerd. Een deel van de taken en middelen gaan naar die structuur. Bijgevolg kunnen we minder inzetten op het geheel, maar dat is een ander debat.
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, ik neem uw suggestie mee. Voor mij is het cruciaal dat, zonder te wachten op decretale aanpassingen, een aantal zaken onmiddellijk worden aangepast. Wellicht hebt u het antwoord van minister Vandeurzen gelezen. U was aanwezig, dan staat uw naam daarbij. Een aantal zaken kunnen we zeker al aanpassen.
Dank u wel. Het is goed dat u de vraag over welke taken er vanuit Welzijn op Onderwijs afkomen, meeneemt in de onderzoeken die u voorstelt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.