Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
We leven niet langer met media, maar in de media, jong en oud, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Van het moment dat onze klokradio aanslaat, tot ’s avonds laat op Facebook of Twitter. Kinderen groeien op in een leefwereld waarin onlinemedia alomtegenwoordig zijn. Ze komen op steeds jongere leeftijd in contact met digitale media en gebruiken ze steeds vroeger, en worden dan ook steeds jonger geconfronteerd met zowel de opportuniteiten als de gevaren van digitale media.
Zo geeft recent onderzoek aan dat een op drie baby’s tegen zijn eerste verjaardag al eens een smartphone of tablet gebruikt heeft, terwijl de helft van tweejarigen apps gebruikt of op een tablet naar televisie kijkt. Ik refereer aan een onderzoek dat in De Standaard gepubliceerd werd.
Deze cijfers wijzen erop dat we kinderen op een zo jong mogelijke leeftijd moeten begeleiden om mediawijs door het leven te stappen. Hierbij lijkt zeker een rol weggelegd voor het lager, en zelfs het kleuteronderwijs. Gelukkig proberen de scholen zelf reeds aan deze noodzaak tegemoet te komen: verschillende ad-hocinitiatieven zagen reeds het licht.
Zo wordt binnen de leerplancommissie Muzische Vorming van het GO! momenteel de laatste hand gelegd een nieuw leergebiedoverstijgend leerplan media waarin mediawijsheid voorop staat. Een paar van de drijvende krachten achter de Europese website Tackle 2, een online hulpbron voor leerkrachten met kant-en-klare ideeën voor digitaal leren in de klas, zijn Vlaamse leerkrachten. Verder werd er recent een bijzonder mooie tool ontwikkeld, daar ging de tweet over gisteren, namelijk sCool, een soort Facebook voor kinderen. Dit werd ontwikkeld door Katia Schippers, oorspronkelijk voor kinderen in hun school, de Openluchtschool in Antwerpen. sCool zal ongetwijfeld ruim verspreid geraken in ons onderwijs en heeft ondertussen de belangstelling gewekt van Microsoft, zij zijn daarin geïnteresseerd, begrijp ik.
Dergelijke initiatieven zijn broodnodig, maar nog te zeldzaam, want laat ons duidelijk wezen: momenteel is mediawijsheid weliswaar reeds ingevoerd als vakoverschrijdende eindterm in het secundair onderwijs, maar naar mijn mening is dit te laat om daar aandacht aan te besteden.
Minister, wat is uw visie op het structureel invoeren van aandacht voor mediawijsheid in kleuter- en lager onderwijs?
De heer Van Dijck heeft het woord
Voorzitter, minister, het is niet de eerste keer dat we over deze thematiek spreken in deze commissie, en dat is ook goed. We zijn allemaal overtuigd van het grote belang van digitale competenties van zowel leerlingen als leerkrachten. We kunnen niet naast het belang kijken van ICT-vaardigheden, niet op de arbeidsmarkt en niet in de samenleving.
Voor de meeste kinderen en jongeren zijn deze applicaties een zeer belangrijk onderdeel geworden, ook in hun privéleven. Hierdoor is voldoende aandacht voor beeldgeletterdheid en mediawijsheid een belangrijke doelstelling. Kinderen en jongeren informeren over het juiste en veilige gebruik van IT-technologieën en ze sensibiliseren over de impact van sociale media op hun omgeving en hun privéleven, is natuurlijk een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is niet alleen de taak van de school, maar ook van de thuisomgeving. Ouders moeten er op een zeer verstandige wijze mee omgaan.
Ik pleit ook voor de nodige voorzichtigheid. Hoewel kinderen, en ook zeer jonge kinderen zoals mevrouw Segers zegt, vaak thuis in hoge mate worden geprikkeld door multimedia, moet het absoluut ons doel blijven om ICT-middelen op een pedagogisch verantwoorde wijze in te zetten. Het is geen technologie om de technologie. Neen, het is een technologie die ons ook op pedagogisch vlak moet helpen om een aantal vaardigheden aan te leren. We kijken in dat verband uit naar het nieuwe actieplan geletterdheid dat in 2016 te verwachten is en de nieuwe ICT-monitor in 2017.
Wat is uw visie op hoe we in het onderwijs het best een sensibiliserende rol kunnen opnemen, vooral op het vlak van sociale media?
Minister Crevits heeft het woord.
Dames en heren, binnen het huidige beleid inzake mediawijsheid liggen geen specifieke initiatieven voor om in het kleuteronderwijs in te zetten op mediawijsheid. Wel bevat het een aantal bouwstenen en concrete projecten voor het basisonderwijs.
Ik ga eerst in op de beleidslijnen. We werken aan competenties inzake mediageletterdheid en al zijn deelaspecten. Daarin zit vervat het omgaan met onlinereclame en beeldgeletterdheid. We willen ook inzetten op innovatieve leermiddelen, waaronder digitale media-archieven, educatieve games en allerhande digitaal lesmateriaal. Ook competentieontwikkeling in de lerarenopleiding staat op de agenda, aangestuurd vanuit het netwerk cultuureducatie van CANON Cultuurcel en uitgerold op de cultuurdagen voor de studenten. We willen scholen ook ondersteunen om een vernieuwende en veilige digitale leeromgeving op te zetten. U kent waarschijnlijk de communicatie met betrekking tot het eSafety Label.
Om deze doelstellingen te realiseren, werken we samen met een aantal partners, waaronder de begeleidingsdiensten, de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), het Kenniscentrum Mediawijsheid, het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA), CANON Cultuurcel, KlasCement en Bibnet.
De beleidslijnen vertalen zich in een aantal projecten. Op initiatief van het Kenniscentrum Mediawijsheid en de Vlor werd beslist om de werkgroep Mediawijsheid te laten samensmelten met het Overlegplatform Onderwijs van het Kenniscentrum Mediawijsheid onder de naam ‘Overlegplatform Onderwijs en Mediawijsheid’. Dit overlegplatform komt drie keer per schooljaar samen. Het kwam recent al tweemaal samen. Ze hebben dossiers gemaakt met betrekking tot cyberpesten en socialemediagebruik op school. Het is cruciaal dat het een overschrijdend samenwerkingsverband is.
In het geplande debat over de eindtermen dat in het najaar van 2015 wordt opgestart, zullen we nagaan of en hoe digitale geletterdheid meer kan worden verankerd in het curriculum. Inzake de digitale leermiddelen wordt verder structureel samengewerkt met het VIAA. Ik trek in 2015 een subsidie van 121.000 euro uit voor de educatieve werking binnen VIAA met het onderwijs als prioritaire doelgroep. Hierbij is er ook aandacht voor het basisonderwijs. Er is ook samenwerking met het Gamefonds en uiteraard ook met onze educatieve portaalsite KlasCement om de digitale leermiddelen veel beter te ontsluiten.
Het werken met digitale media biedt niet alleen veel kansen maar brengt ook beveiligingsrisico’s met zich mee. Daarom zijn er ook een aantal projecten opgestart met betrekking tot veilig ICT-gebruik. Er is het eSafety Label, waarbij scholen via een zelfevaluatie-instrument kunnen werken aan een geïntegreerd ICT-beleid. Daarbij komen zowel infrastructuur, schoolbeleid als klaspraktijk aan bod. Op 22 september 2015 wordt hierover een studiedag voor geïnteresseerde scholen georganiseerd. Scholen kunnen een infoavond voor ouders organiseren over het thema ‘Onze kinderen veilig online’ of ‘Cyberpesten… pesten in een modern jasje’. De Gezinsbond en Child Focus bieden deze vorming aan met financiële steun van de Vlaamse overheid. Dit aanbod bestaat ook voor leraren in de vorm van gerichte infosessies.
Op dit ogenblik gebeuren al heel wat inspanningen en initiatieven om mediawijsheid en digitale geletterdheid de nodige aandacht te geven in het basis- en secundair onderwijs. We mogen vooral niet vergeten om de hele lijn mediawijsheid mee te nemen in het debat over de eindtermen. We moeten nagaan hoe we enerzijds kunnen versoberen maar anderzijds ook verankeren.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, u hebt een opsomming gegeven van de initiatieven die al gebeuren binnen het lager onderwijs. Dat zijn er heel wat. Het zijn vooral initiatieven ad hoc. Het wordt echt belangrijk om ze te coördineren. In dat opzicht ben ik ook blij dat u bereid bent dit mee te nemen voor het lager onderwijs. We moeten ook durven nadenken over het kleuteronderwijs.
We moeten oppassen voor een aantal zaken. We mogen mediawijsheid absoluut niet reduceren tot digitale geletterdheid en al helemaal niet tot ICT. Dit gaat over educatie, over veel meer dan ICT. Ook de klassieke media blijven heel belangrijk. Een project als Kranten in de Klas (KiK) is een initiatief dat we moeten blijven ondersteunen. Het gaat over oude en nieuwe media. Mediawijs zijn we nooit. Er komen altijd nieuwe technologieën bij. Werken aan mediawijsheid is een job die nooit klaar is.
Mijnheer Van Dijck, u hebt gelijk dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is. Dat is ook mijn perspectief in mijn onderzoek naar mediawijsheid. De stakeholder ‘governance’ is in dezen heel belangrijk. Het gaat over én onderwijs én ouders. Vooral voor kinderen waar in de thuiscontext weinig aandacht is voor een veilig, kritisch en creatief gebruik van media, is het heel belangrijk dat ook die integratie binnen het onderwijs gebeurt. Er mag geen kloof zijn tussen wat ze thuis doen en wat op school. De technologieën moeten ook in de scholen worden binnengebracht.
Het was een heel goede zaak dat minister Gatz heeft gekozen om niet te besparen op mediawijs.be. Het speelt een belangrijke rol in de multistakeholder governance. Ze zijn een partner die de verschillende initiatieven verenigen. We moeten dat blijven ondersteunen.
Ik ben erg bezorgd over VIAA. We weten allemaal dat in plaats van de nodige 5,5 miljoen euro VIAA dit jaar amper kan rekenen op 1,5 miljoen middelen. Ik vraag u om er bij minister Muyters voor te pleiten om vanuit Innovatie opnieuw in middelen voor VIAA te voorzien.
We zijn op de goede weg voor het basisonderwijs. Als het debat over de eindtermen wordt gevoerd, wil ik heel graag meedenken. We moeten aandacht hebben voor zowel de functionele geletterdheid als voor de kritische geletterdheid als de creatieve vaardigheden. Nu staat dit in de vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs. Ik begin steeds meer te geloven dat we het misschien moeten alloceren aan één vak. Het risico van vakoverschrijdende eindtermen is dat niemand ze opneemt. Iedereen denkt dat ze er een beetje aan werken, maar finaal heeft niemand echt volop de verantwoordelijkheid genomen.
Dat er dan tools worden ontwikkeld als sCool, is broodnodig. Minister, ik begrijp dat u ook bereid bent om ze daarin te ondersteunen. Dat is heel goed.
Als je ziet dat leerkrachten in het basis- en kleuteronderwijs, maar vooral ook in het secundair onderwijs, eigenlijk koudwatervrees hebben, dan is dat omdat ze het gevoel hebben dat ze er minder van weten dan de kinderen zelf, dat ze niet genoeg mee zijn met ICT. In de nascholing moet daar absoluut aandacht voor zijn. Binnen de leerplancommissie muzische vorming van het GO! zal men heel hard inzetten op die nascholing.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Segers, uw aanvullingen zijn zeer waardevol. Je mag inderdaad niet verengen of herleiden. Het is anderzijds een enorme uitdaging omdat het zo veelzijdig is. Sommige zaken kan ik zeker onderschrijven. De ondersteuning aan het VIAA zal ik met de beide collega’s opnemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.