Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, mijn vraag gaat over de Deaf Red Devils. Dat is onze nationale dovenvoetbalploeg. Ik ben daarop gestuit bij het lezen van Het Laatste Nieuws.
Minister, in uw beleidsnota Sport staat op pagina 17 onder het punt ‘Faciliteren van breedtesport via diverse partnerships’ van de strategische en operationele doelstellingen de volgende passage: “Sport is het middel bij uitstek om maatschappelijke inclusie te bevorderen. Het Vlaams regeerakkoord stelt dan ook dat initiatieven die de sportparticipatie van senioren, personen in armoede, personen met een migratieachtergrond en personen met een beperking bevorderen, zullen gestimuleerd en ondersteund worden.”
Begin deze maand las ik in Het Laatste Nieuws de noodkreet van Nico De Weghe. Dat is de hoofdtrainer van de Deaf Red Devils, onze nationale voetbalploeg voor doven. Dat was aan de vooravond van het EK in Hannover. Op dat EK zijn de Deaf Red Devils trouwens tot in de kwartfinales geraakt, wat een mooie prestatie is. Ze hebben daar de eer van ons land mooi hooggehouden.
In het interview kaartte De Weghe de onbetaalbaarheid van het Belgische dovenvoetbal aan. Omdat ze geen enkele vorm van subsidiëring krijgen, moeten ze hun deelname volledig zelf bekostigen. Dat komt neer op 900 euro per persoon. Het probleem is echter ook ruimer, volgens De Weghe. Ik citeer uit het interview: “Steeds meer spelers haken af omdat hun hobby onbetaalbaar wordt.” Het dovenvoetbal wordt noch door de Koninklijke Belgische Voetbalbond, noch door de overheid ondersteund, zo stelt hij. Ik vervolg mijn citaat: “We krijgen steeds hetzelfde antwoord: er is geen geld. En dus moeten we alles uit eigen zak betalen. Onze spelers komen uit het hele land en moeten zich voor de trainingen verplaatsen naar Gent en Tubeke. Ook stages betalen we zelf. Geselecteerd worden voor een EK is leuk, maar tegelijk een probleem. Het EK in Hannover zal per persoon negenhonderd euro kosten aan vervoer, overnachtingen, … Bovendien moeten verschillende spelers onbetaald verlof nemen om mee te kunnen. We proberen via eetfestijnen, snoepverkoop, crowdfunding, … zo veel mogelijk geld bijeen te sparen, maar dat volstaat niet. Hierdoor kunnen een aantal spelers niet mee. Volgend jaar vindt het WK plaats in Italië en worden we met hetzelfde verhaal geconfronteerd. Naast hoofdtrainer van de nationale dovenploeg ben ik ook hulptrainer bij de nationale damesploeg in het dovenzaalvoetbal. In november trekken zij naar het WK in Thailand en ook daar is geen centen voor. Ik weet niet eens of ik wel zelf mee zal kunnen.” Dit aldus Nico De Weghe in Het Laatste Nieuws.
Minister, op basis van dat interview heb ik een paar vragen voor u. Betreurt u het niet, gezien het belang dat u terecht hecht aan sport als motor tot maatschappelijke integratie van mensen met een beperking, dat onze nationale voetbalploeg voor doven, die bij uitstek een voorbeeldfunctie heeft voor veel jonge, dove voetballertjes, aan crowdfunding moet doen om haar activiteit te kunnen beoefenen? Wat is uw eerste reactie op de noodkreet van Nico De Weghe? Wat vindt u van zijn opmerkingen?
Zonder subsidies en ondersteuning kan het dovenvoetbal niet overleven. Welke rol ziet u hierin weggelegd voor de Vlaamse overheid, en dat met het oog op de nationale voetbalploeg voor doven in het bijzonder, maar ook op het bredere dovenvoetbal?
Welke initiatieven neemt de Vlaamse overheid op dit ogenblik om het dovenvoetbal te ondersteunen?
Kan er binnen G-sport Vlaanderen naar een oplossing worden gezocht voor dit probleem? Heeft G-sport Vlaanderen niet net tot taak om alle G-sportactoren te verzamelen en om het G-sportbeleid in optimale omstandigheden te laten functioneren?
Kunt u, aangezien het over onze nationale dovenploeg gaat, hierover in overleg treden met uw Waalse collega van Sport om tot een gezamenlijke oplossing te komen voor de nationale voetbalploeg voor doven?
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik wil graag beginnen met een verhaal uit mijn eigen sportcarrière. Ik heb een aantal heroïsche momenten beleefd. Een ervan was dat we met de ploeg van het Klein Seminarie Mechelen tegen Coloma speelden. Daar liepen een paar dove spelers rond. Qua integratie was het een fantastische belevenis. Het was vooral de scheidsrechter die zich moest aanpassen. Een fluitsignaal is dan immers vrij belachelijk. Met een duidelijk teken, lukte het vrij aardig. Die wedstrijd is me dan ook altijd bijgebleven, het was een heel positieve ervaring.
Het probleem dat de heer Annouri schetst voor het dovenvoetbal, bestaat voor alle G-sporten, zeker indien ze internationaal willen gaan. Ik geef u opnieuw een lokaal voorbeeld. We hebben een atletiekclub waar heel veel internationale G-sporters trainen. Het probleem van al die mensen is om de nodige budgetten te vinden om deel te nemen aan Europese kampioenschappen en wereldkampioenschappen. Bij ons in de club Wapper is het zo dat er ook altijd een begeleider mee moet. Natuurlijk hangt daar een prijskaartje aan om u tegen te zeggen.
Wat wordt er lokaal aan gedaan? Er worden benefietavonden georganiseerd, mosselsoupers, wafelverkopen en cavaslagen. Dat is een belangrijke insteek. Toch is er ook heel wat ondersteuning, zowel vanuit Vlaanderen, met u die als minister hoog inzet op G-sport, maar ook provinciaal gebeuren er heel veel inspanningen. Dit is wellicht een vorm van sport en maatschappelijke beleving waarvoor we altijd te weinig geld zullen hebben als we iedereen alles willen gunnen. Links of rechts is het altijd weer Paralympics. Alle ploegen er ook naartoe krijgen, kost handenvol geld. Het is een unieke belevenis voor die mensen, daar ben ik van overtuigd, want we hebben het in Antwerpen zelf mogen meemaken. De vraag stellen, is ze eigenlijk ook beantwoorden: centen zijn het probleem.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, mijnheer Annouri, ik ben blij met de vragen. U zei het in uw vraag al dat ik al heel wat doe rond het stimuleren en het faciliteren van breedtesport en topsport voor personen met een handicap. Aan de hand van uw vraag, kan ik dit wat breder illustreren dan alleen met het EK voetbal.
Voor het Vlaamse sportbeleid is de Vlaamse Dovensportbond het aanspreekpunt voor dove of slechthorende sporters en niet elke federatie op zich. De Vlaamse Dovensportbond is sinds 22 oktober 2013 een actief lid van de stuurgroep G-sport Vlaanderen. Ik ben daar blij mee, want daardoor is er een nauwere band met het Vlaamse sportbeleid enerzijds en met de diverse G-sportactoren anderzijds. Het was een eis van mij om dit voor een stukje te kunnen stroomlijnen. Het is al een succes geweest, want de kruisbestuiving van ervaringen heeft een positief effect. Ik stel vast dat de Vlaamse Dovensportbond de laatste jaren op een gerichte en onderbouwde wijze hun clubwerking aan het uitbouwen is. Ik ben daar heel tevreden mee. Daardoor komt er effectief steeds meer jong talent aan de oppervlakte en krijgen atleten de nodige kansen om deel te nemen aan internationale wedstrijden.
Ik wil wel zeggen dat ze wel een ondersteuning krijgen. Wij geven al twee jaar na elkaar 10.000 euro, alleen al voor de deelname aan toernooien. Verschillende atleten hebben ook succesvolle resultaten behaald. Zo behaalde Flore Stappers goud op het EK Youth 2014 op 100 en 200 meter. Dat is heel mooi. Er zijn ook steeds meer teamsporten die aan populariteit winnen.
In maart 2015 heb ik dus opnieuw een subsidie van 10.000 euro aan de Vlaamse Dovensportbond gegeven zodat die zelf kan kiezen waar ze ondersteuning geven voor internationale toernooien. In hun subsidieaanvraag stonden: judo, atletiek volleybal, tafeltennis en voetbal, zowel dames als heren. Het EK voetbal in Hannover staat mee op de lijst van de subsidieaanvraag.
De Vlaamse Dovensportbond bepaalt zelf, in afstemming met hun sportcomité welk subsidiebedrag waar naartoe gaat en ten behoeve van welke Vlaamse sporters het wordt ingezet. Ik besef goed dat ze met 10.000 euro niet alles kunnen doen, maar net zoals ik, zullen zij moeten focussen en zien waar ze prioriteit aan geven.
Nota bene, ze hebben zwaar verloren in de achtste finale. Ze moesten dan spelen voor plaats vijf tot acht. Ze hebben gisteren verloren met 2-0 tegen Duitsland. Morgen spelen ze voor de zevende of achtste plaats tegen Zweden.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik sluit me aan bij het verhaal van de heer Wouters. Uiteraard, toen ik zelf in het middelbaar zat, waren er ook dove jongeren die bij ons op school zaten en die ook mee voetbalden. Dat was een heel sterk geslaagd, inclusief verhaal. Het zijn dingen waar ook ik met veel plezier aan terugdenk.
Minister, bij uw antwoorden heb ik nog twee extra vragen. U zei dat ook in het document van de Vlaamse Dovensportbond stond dat er geld zou gaan naar de voetbalploeg om deel te nemen aan het EK in Hannover.
Ik zou graag direct reageren. Ik heb gezegd dat dit in hun subsidieaanvraag stond. Daarna bepalen ze zelf wat ze ermee doen. Ik heb dus niet gezegd dat zij hebben gezegd dat het daarnaartoe zou gaan.
Goed, want u voelde mij al aankomen. Als de coach van de ploeg zelf zegt dat er absoluut geen middelen voor zijn vrijgemaakt, dan denk ik dat er daar misschien iets is fout gelopen. Het is interessant om hier akte van te nemen. Er zijn dus aanvragen ingediend en dan is er ‘en cours de route’ wellicht iets fout gelopen. Ik wil hier geen intentieproces maken of wat dan ook. Het is wel interessant om daar akte van te nemen.
Daarnet werd gezegd dat de vraag stellen, de vraag beantwoorden is, dat het inherent is en zal blijven dat er te weinig geld voor is. Met alle respect, ik denk dat een nationale dove voetbalploeg meer is dan enkel een leuk hoogtepunt voor die mensen die er zelf aan deelnemen. De voorbeeldfunctie van die ploeg valt absoluut niet te onderschatten. Dove mensen, niet alleen jongeren, zien dat er mogelijkheden zijn om aan sport te doen en worden daardoor gestimuleerd om te excelleren, om goed te zijn in wat ze doen. De voorbeeldfunctie van dergelijke evenementen mogen we zeker niet onderschatten.
Mijn laatste vraag is of de nationale voetbalploeg daar ook onder valt. Hebt u daarover contacten gehad met uw Waalse collega? Welke collega? Zijn daar nog mogelijkheden?
Ik weet niet of er Vlaamse en Waalse spelers zijn. Er is mij in elk geval niets gesignaleerd over problemen. Ook op andere plaatsen hebben wij goede contacten met de Waalse collega’s. Zolang u volksvertegenwoordiger bent, mijnheer Annouri, maar zelfs in de vorige periode, mijnheer Caron, is nog nooit gebleken dat er problemen zouden zijn in de teamsporten omwille van het Vlaams-Waals karakter. Er zijn goede afspraken. Op vrijdag kom ik regelmatig samen met mijn collega’s. Mochten er problemen zijn, dan zullen die daar zeker worden uitgeklaard.
Ik geef 10.000 euro. Ik heb een aanvraag gekregen waarin er verschillende sporten stonden. Zij moeten de verdeelsleutel tussen de sporten bepalen.
Ik volg u wel als u het hebt over de voorbeeldfunctie. Dat is hetzelfde als bij topsporters en breedtesporters. Ik had het er gisteren in de plenaire vergadering nog over: dat is de bevruchting die er altijd moet zijn en die zeker ook hier telt.
Ik wou zeker niet aangeven dat er een conflict was, Waals-Vlaams of wat dan ook. Ik wou gewoon vragen of er contacten zijn geweest.
U geeft jaarlijks 10.000 euro om deel te nemen aan toernooien. Neem nu dat een voetbalploeg naar een EK gaat met vijftien of zestien spelers, en dan nog een coach en een technische staf. Als die allemaal 900 euro moeten betalen, dan zien we dat dat een dure bedoening is. Is er dan geen enkele andere mogelijkheid in Vlaanderen zodat die nationale dovenvoetbalploeg geen mosselsouper moet gaan organiseren om aan die middelen te geraken? Moeten we daar niet over nadenken, dat daar toch wel iets mogelijk is? Dat is de oorspronkelijke vraag.
Mijnheer Annouri, het is heel moeilijk. Er zijn Pink Devils, er zijn de dove ‘devils’, er zijn zoveel verschillende teams. Ook bij de G-sporten. Denkt u dat de zwemmers uit de G-sport ook niet vinden dat ze allemaal moeten worden ondersteund en dat alles moet worden betaald? En dan zult u daarna tegen mij zeggen dat ik moet focussen op de topsporters. U begrijpt wat ik wil zeggen. We maken keuzes en we proberen het maximaal te ondersteunen. Maar dat moet binnen de budgettaire ruimte. Die keuzes moeten altijd gemaakt worden.
Ik begrijp het zeker. Het is een moeilijk budgettair evenwicht. We kunnen inderdaad niet alles financieel dichtrijden. Maar het is vooral van ontzettend belang – en u volgt mij waar ik zeg dat die nationale dovenvoetbalploeg een voorbeeldfunctie heeft – dat we ervoor zorgen dat de frustratie die de trainer van die ploeg uit in de pers, wordt weggenomen. We moeten duidelijk communiceren waarom die vork zo in de steel zit, waarom er bepaalde bedragen wel of niet worden afgesproken. De transparantie waarover ik het in mijn eerste vraag had, is blijkbaar ook hier in de communicatie niet optimaal, als een coach in de pers moet klagen. Ik begrijp u zeker: er moeten keuzes worden gemaakt. Maar we moeten er ook voor zorgen dat de informatie terechtkomt bij de mensen die haar nodig hebben.
De heer Wouters heeft het woord.
Ik wou het daarnet wat breder trekken, zonder af te doen van de verdienste van de dovensport. Mijnheer Annouri, ook individuele sporters, zoals Marieke Vervoort, hebben een voorbeeldfunctie. We kunnen dat niet genoeg benadrukken. Ik denk dat u mij daarnet een klein beetje verkeerd hebt begrepen. Ik vind het belangrijk dat elke mens met een lichamelijke handicap aan sport kan doen. Dat ook daar, net als in andere sporten, naar een top wordt gewerkt, vind ik logisch.
De vraag om uitleg is afgehandeld.