Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, in uw beleidsnota formuleerde u het voornemen om te streven naar de integratie van de verschillende levensbeschouwelijke strekkingen in de algemene programma’s van de VRT. Toen stelde ik al dat we moesten opletten dat het geen verwatering wordt met homeopathische druppeltjes.
Gisteren luisterde ik toevallig, toen ik hier om 20 uur vertrok, op Radio 1 een half uur naar de Moslim Televisie- en Radio-Omroep (MTRO). Ik ben blijven luisteren omdat het zo interessant was. Het ging over de Arabische wetenschappers die tussen 700 en 1500 na Christus, toen wij in de duistere middeleeuwen zaten, fantastische zaken hebben uitgevonden. Algebra en veel meer dan dat. Het werd heel boeiend verteld. De link werd ook gelegd naar de Arabische universiteiten vandaag, minder florissant dan bijvoorbeeld de Amerikaanse, Chinese en Europese. Ik vond het superinteressant. Ik wist eerst niet wat het was, maar het was de MTRO. We mogen dat niet allemaal zomaar weggooien.
U kondigde in de beleidsnota een vermindering van de subsidies aan, die intussen is goedgekeurd, en beloofde om in gesprek te gaan met de erkende levensbeschouwelijke strekkingen. We hechten daar veel belang aan. Het huidige systeem van de erkende organisaties heeft toch ook voordelen. Het is gebaseerd op de expertise en de betrokkenheid van de levensbeschouwelijke organisaties, de zendtijd wordt evenredig verdeeld en uiteindelijk is het een relatief goedkoop systeem.
U stelde toen te streven naar een ander model. Sindsdien hebben we daarover niet veel meer vernomen, tot de organisaties onlangs per brief op de hoogte werden gesteld van het subsidiebedrag voor dit jaar, en er werd aan toegevoegd dat de erkenningen zullen aflopen op het einde van 2015. Dat is een automatisme volgens het decreet.
Op zich is dat niets nieuws, maar u hebt ook gevraagd dat de organisaties de raad zouden opvolgen om de nodige maatregelen te treffen voor hun personeel. Ik vind dit belangrijk genoeg om daar een aantal vragen over te stellen.
Minister, welke maatregelen zult u eventueel nemen voor het sociaal passief van deze organisaties? Welke model hebt u voor ogen voor de levensbeschouwelijke uitzendingen vanaf 2016? Werd over het belang van levensbeschouwelijke programma’s overleg gepleegd met de VRT en met de erkende levensbeschouwelijke verenigingen? Welke rol zullen zij in de toekomst nog spelen?
De heer Meremans heeft het woord.
Er wordt nu een oefening gemaakt om die uitzendingen of levensbeschouwelijke derden op te nemen in het programma-aanbod. Wie dat brengt, is voor mij minder belangrijk: het gaat vooral over de inhoud. Momenteel bestaat er nogal wat onduidelijkheid. Ik moest vorige week iets vroeger vertrekken, maar ik heb toen tijdens de hoorzitting met de VRT ook niet gehoord hoe men daarmee verder zal gaan. Wie gaat wat doen, en is daarover overleg gepleegd met de organisaties? Zullen zij een inbreng hebben in de inhoud?
Ik heb geen zin in het zoveelste debatprogramma over religie. We zouden ook een programma kunnen maken waarbij aan de ene kant van de tafel een katholiek en aan de andere een vrijzinnige zit. De vrijzinnige drinkt vier glazen wijn en de katholiek twee. Ze praten over hun jeugd en drinken en eten de hele dag, en aan het eind van de dag zingen ze samen een liedje. Ik houd mijn hart daarvoor vast. Dat zou leuke televisie kunnen zijn maar heeft niets te maken met duiding geven aan levensbeschouwingen. Ik vrees dat we evolueren naar een soort van verkleutering.
Ik vind dat levensbeschouwingen de kans moeten krijgen om duiding te geven, en dat ze daar de nodige tijd en mogelijkheden voor moeten krijgen. Dat is de essentie. Wij leven in een maatschappij met heel veel religies en levensbeschouwingen waarin enige duiding nodig is. Ik hoop dat zij de kans krijgen om hun ding te doen. Ik heb niet de indruk dat er momenteel een dialoog bestaat tussen die levensbeschouwelijke derden en de VRT. Hoe gaat dit verder? Welk format wordt er vooropgesteld? Wie het brengt, is ondergeschikt aan de inhoud. Zal er voldoende inhoud en diepgang zijn om die belangrijke zaken aan het publiek voor te stellen?
Mevrouw Soens heeft het woord.
Voor onze fractie is aandacht voor levensbeschouwing uiteraard belangrijk. Er staan ook een aantal engagementen in de resolutie over deradicalisering die bepalen dat de VRT samen met andere omroepen verantwoordelijk is voor de aandacht voor levensbeschouwing. Het zou goed zijn indien zij daarbij een beroep zouden kunnen doen op de expertise van de levensbeschouwelijke derden om te garanderen dat er nog altijd genoeg aandacht voor bestaat, hetzij in de reguliere programmering, hetzij in een aparte uitzending.
De heer De Gucht heeft het woord.
Ik vind dit een bizarre vraag. Wij gaan ervan uit dat de subsidies aan levensbeschouwelijke derden stoppen. Dat betekent niet dat er op de openbare omroep en op andere zenders geen aandacht meer zal zijn voor levensbeschouwingen.
Wij leven in een maatschappij waarin levensbeschouwingen nog altijd een belangrijke rol spelen. Ook op internationaal vlak zien we dat misverstanden die soms tussen individuen ontstaan, hun basis vinden in de misinterpretatie van een levensbeschouwing. Communicatie over, een goed begrip van en respect voor elkaars levensbeschouwingen en religies is dan ook belangrijk. Wanneer we streven naar diversiteit bij de openbare omroep, dan moet dit een van de doelstellingen zijn voor de toekomst.
Betekent dit nu dat wij aparte uitzenduren of een aparte cel moeten oprichten die daarmee bezig is? Daar ben ik niet van overtuigd. Hoe zou wel goed zijn een reflectiegroep te hebben die ervoor zorgt dat er op regelmatige basis kan worden gereflecteerd met de vertegenwoordigers van levensbeschouwingen en religies. Zij moeten hun mening kunnen zeggen en moeten worden gehoord door de minister. Ik vind niet dat dit in dezelfde vorm moet gebeuren als in het verleden. Ik vind het echter verkeerd om de levensbeschouwelijke derden af te schaffen maar toch nog elke zondag een eucharistieviering uit te zenden. Men kan kiezen voor een systeem waarbij die eucharistieviering wordt afgewisseld door de uitzending van andere erediensten. Kiezen voor één bepaalde godsdienst op een openbare omroep in een tijd waarin ons land niet langer één enkele godsdienst naar voren schuift, vind ik verkeerd. Ik hoop dat we daar in de nabije toekomst een oplossing voor vinden.
De heer Caron heeft het woord.
Ik ben niet pro of contra één strekking binnen levensbeschouwing en religie. Ik ben een pluralist en ik vind dat veel levensbeschouwingen waardevolle elementen bevatten die mij kunnen inspireren in mijn leven. Ondanks alles bleef ik wel eens plakken bij uitzendingen als Braambos of Lichtpunt. Het is zinvol om na te denken over inspiratie, levensbeschouwing en bezieling. Minister, ik wil niet pleiten voor het behoud van het bestaande systeem, maar het zou fijn zijn indien de expertise en het netwerk van de verschillende zendverenigingen in de nieuwe formule een plaats zouden krijgen op de VRT. Ze hebben heel veel kennis en hebben nu goed samengewerkt om hun belangen te verdedigen. Ik denk dat zij mee de invulling kunnen geven aan of inspiratie kunnen leveren voor goedgemaakte programma’s.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik heb in mijn beleidsnota duidelijk gesteld dat de gastprogramma’s op radio en televisie in hun huidige vorm zullen worden stopgezet met ingang van 1 januari 2016, wanneer de bestaande erkenningen aflopen. Ik heb in mijn beleidsnota ook aangegeven dat er zal worden gestreefd naar de integratie van de verschillende strekkingen in de algemene programma’s van de VRT. Intussen zijn er diverse contacten geweest waarvan ik u hier het overzicht zal geven.
Op 23 september 2014 heb ik de vertegenwoordigers van de diverse levensbeschouwelijke verenigingen op mijn kabinet ontvangen voor een gesprek waarbij ik mijn intenties duidelijk heb gemaakt.
Op 17, 18 en 23 december 2014 hebben de vertegenwoordigers van de verschillende verenigingen, elk afzonderlijk nu, opnieuw een onderhoud gehad met mijn kabinet. In die gesprekken werd de boodschap gegeven dat wat in de beleidsnota staat, in de praktijk zou worden omgezet. We hebben de diverse verenigingen dan ook uitgenodigd om mee te denken op welke wijze levensbeschouwing aan bod zou kunnen komen op de VRT.
In april 2015 heeft mijn kabinet bij de eerste voorbereidende gesprekken over de nieuwe beheersovereenkomst aan de VRT gevraagd zich voor te bereiden op haar nieuwe opdracht.
De verschillende vertegenwoordigers van de levensbeschouwelijke verenigingen zijn op 4 juni, op hun vraag, opnieuw op mijn kabinet ontvangen. Daar hebben we van gedachten gewisseld over de wijze waarop levensbeschouwing kan worden geïntegreerd binnen de VRT. Ik heb hen erop gewezen dat het de bedoeling is dat artikel 7 van het Mediadecreet onverkort van kracht blijft. De VRT zal dus autonoom zijn programma-aanbod en uitzendschema vaststellen. Dat betekent echter niet dat de VRT geen contacten zou onderhouden met de diverse strekkingen. We verwachten evenzeer dat de publieke omroep de lijnen openhoudt met bijvoorbeeld culturele stakeholders. In het kader van levensbeschouwelijke programma’s kan dat wat mij betreft dus ook.
Ik heb de verschillende vertegenwoordigers van de verenigingen alvast voorgesteld om contact op te nemen met het VRT-directiecollege voor een gesprek. Op 5 juni hebben de verenigingen inderdaad een brief ontvangen van mijn administratie waarin officieel staat dat de erkenningen na 31 december niet zullen worden verlengd. In de brief wordt ook nadrukkelijk gesteld dat de subsidie vanaf 2016 wordt stopgezet, waardoor mogelijk maatregelen moeten worden getroffen voor de vooropzeg van personeel.
Op 8 juni laatstleden heb ik expliciet aan het directiecollege van de VRT de opdracht gegeven om in het licht van de opmaak van de nieuwe beheersovereenkomst te werken aan de eerste concepten over de wijze waarop levensbeschouwing kan worden geïntegreerd in de programmatie van de VRT. We moeten nu nog niet voortuitlopen op de invulling daarvan en de wijze waarop de verschillende strekkingen een toekomstige rol kunnen spelen. Dat zal worden vastgelegd bij de opmaak van de nieuwe beheersovereenkomst.
De gesprekken tussen VRT en de vertegenwoordigers lopen, en ik wil die niet doorkruisen. Ik wil u wel informeren over de verschillende pistes die tijdens het gesprek op 4 juni voorlagen. Sommige daarvan zijn realistischer dan andere. Zo is er sprake van een gezamenlijk extern productiehuis vanuit de levensbeschouwelijke derden, van een gezamenlijke productie van het aanbod van levensbeschouwelijke derden en van de eigen productie door de VRT met een programmaraad samengesteld uit levensbeschouwelijke derden die de VRT daarbij zouden kunnen assisteren. Er zijn zeker nog varianten mogelijk. Daarmee wil ik zeggen dat er een debat is geopend om concreet na te gaan hoe we dit het best kunnen verankeren, niet alleen in de nieuwe beheersovereenkomst maar ook in de programmatie van de VRT. Wie ervoor gepleit heeft om de levensbeschouwelijkheden bij de VRT verder hoor- en zichtbaar te maken, kan ik dan ook geruststellen dat dit zal en moet gebeuren.
Wat de problematiek van het sociaal passief betreft, wijs ik erop dat de werking van de verschillende levensbeschouwelijke verenigingen inzake personeel niet gelijklopend is. Sommigen werken met losse medewerkers of freelancers en hebben geen vast personeel in dienst voor het verzorgen van uitzendingen. Andere verenigingen, meestal zij die beschikken over meer uitzenduren, werken wel met eigen personeelsleden. Er is een vereniging die ons eind 2014 gewezen heeft op een mogelijk probleem. De Vlaamse Regering kan echter niet verantwoordelijk worden gesteld voor het beleid, of dat nu van financiële of HR-matige aard is, van de diverse vzw’s door de jaren heen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik ben tevreden dat u zegt dat er gesprekken lopen tussen de levensbeschouwelijke strekkingen en de VRT en dat op uw kabinet al is gesproken over een drietal pistes. Het is goed dat daarover wordt gepraat. Wij wensen immers dat in het nieuwe model rekening wordt gehouden met een blijvende betrokkenheid van de huidige erkende verenigingen, zowel bij het format als bij de inhoud van de levensbeschouwelijke programmatie op de VRT. Het is nog niet duidelijk hoe zij dat dan zullen overnemen, want die beslissing is intussen duidelijk gecommuniceerd. U hebt het vandaag nog eens herhaald.
Wij zouden ook graag hebben dat er specifiek aandacht wordt besteed aan alle levensbeschouwingen, vanuit hun eigenheid, kennis en expertise.
We hopen, net zoals de heer Meremans, dat het intellectueel eerlijke informatie wordt, geen half amusementsprogramma of een potpourri. We hopen dus dat het een ernstig programma wordt.
We vinden ook dat de aandacht en zendtijd een stuk evenredig moeten zijn met het gewicht van de levensbeschouwing in de Vlaamse samenleving.
Wat wij ook vragen, is dat er aandacht gaat naar de dialoog tussen de verschillende levensbeschouwingen. Dat zullen we extra in de verf kunnen zetten door op een andere manier te werken, en dat is zeker een voordeel.
Ik wens toch nog even te reageren op collega De Gucht, die wat vragen had bij de uitzending van de eucharistievieringen.
Mijnheer De Gucht, ik weet niet of u vorige week nog aanwezig was toen de voorzitter van de raad van bestuur van de VRT het daar even over had. Het gaat trouwens niet alleen over katholieke missen, maar ook over orthodoxe, protestantse enzovoort. De voorzitter van de raad van bestuur heeft uitdrukkelijk gezegd dat hij dit, net zoals wij, beschouwt als een publieke dienstverlening aan de samenleving.
Wij zijn wel bereid om over de praktische modaliteiten van een en ander mee na te denken. Nu is de kostprijs misschien relatief hoog omdat men regelmatig verandert van locatie en zo. Misschien kan daarover worden nagedacht, maar we blijven het uitzenden van de eucharistievieringen echt bekijken als een dienstverlening aan de samenleving voor mensen die niet meer ter plaatse geraken. In rustoorden bijvoorbeeld, staat dat de zondagmorgen overal op – enfin, misschien niet overal, maar toch in heel veel rustoorden. Voor die mensen is dat belangrijk.
Ik wil hier nog eens herhalen wat we u ook al persoonlijk hebben gezegd: wij hebben er vanuit CD&V geen probleem mee dat er uitzendingen van bijeenkomsten van de loge getoond worden op tv.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitleg. U zei dat u wilde proberen om met uw uitleg de gesprekken niet te doorkruisen. Ik zal dat ook niet doen. Ik merk dat er een aantal pistes zijn, en ik meen dat we rustig moeten afwachten wat eruit komt. Ik merk ook uw intentie om de mensen van de levensbeschouwing daarbij te betrekken, en dat verheugt me ten zeerste. Ik kijk met vertrouwen uit naar het alternatief dat op komst is.
Ik zou nog een ding willen zeggen, geheel terzijde, betreffende de erediensten die op zondagvoormiddag worden uitgezonden. Dat heeft ook eens plaatsgevonden in de prachtige parochiekerk van de plaats waar ik woon. Toen zei de regisseur van de VRT tegen de toenmalige pastoor dat hij zich klaar moest houden aan de telefoon omdat hij heel wat reacties zou krijgen. Ik vroeg me bij mezelf af wie daarover zou telefoneren. Maar u kunt het zich niet voorstellen met welke vragen mensen bellen. Heel wat mensen zitten met vragen, ook mensen die in se misschien niet religieus zijn. Mevrouw Brouwers heeft hierover dus gelijk. En ik kan me voorstellen dat dit ook voor andere erediensten geldt. Ik geef u dit gewoon mee als een beschouwing.
De heer De Gucht heeft het woord.
Ik wil gewoon meegeven dat ik levensbeschouwing uitermate belangrijk vind. Dat is het punt niet. Ik vind ook dat die aan bod moet komen doorheen de verschillende programma’s. Het zou ook goed zijn indien er genoeg reflectie is bij vertegenwoordigers van de verschillende religieuze stromingen die in ons land erkend zijn.
Wat betreft de uitzendingen van de eucharistievieringen, is het inderdaad zo dat ook de verschillende protestantse strekkingen op een regelmatige basis aan bod komen. De islam komt volgens mij echter niet aan bod.
We moeten er ons ook van bewust zijn dat zulke zaken perfect mogelijk zijn op internet. Als parlementsleden kunnen we ondersteunen dat we naar een verdere digitalisering van onze maatschappij gaan waarbij iedereen toegang heeft tot internet. Laat ons die zaken dan eventueel via internet doen. Ook binnen de kerkgemeenschappen en andere levensbeschouwingen zijn de financiële middelen er om internet aan te wenden voor het uitzenden van de erediensten.
Mevrouw Brouwers, wat betreft de opmerking over de loge, het volgende. Ik maak geen deel uit van de loge, maar ik vind het positief dat u geïnteresseerd bent in de verschillende levensbeschouwingen die er zijn. Onze medewerker Jimmy Koppen heeft er een bijzonder interessant boek over geschreven. Ik zal na de vergadering de e-mailadressen van de geïnteresseerden noteren, dan kan hij u een bestelformulier doorsturen via internet.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik maak nog enkele slotbeschouwingen. U hebt inderdaad goed begrepen dat ik nu eerst de gesprekken tussen de VRT en de levensbeschouwelijke derden wens af te wachten wat betreft resultaten en de goede inbedding die ik in de context van mijn antwoord geschetst heb.
Wat de erediensten betreft, zal ik nu geen uitspraken doen. Puur juridisch is de uitzending van de levensbeschouwelijke derden niet volledig hetzelfde als de uitzending van de erediensten. De erediensten behoren tot een soort erfdienstbaarheid uit het verleden. Iedereen in deze zaal begrijpt echter wel dat er een nauwe verbondenheid is. Ik wens dus eerst de goede inbedding van de levensbeschouwelijke derden in de programmatie van de openbare omroep af te wachten en dan te kijken hoe een en ander met elkaar kan stroken of niet strookt en bekijken of we er oplossingen voor kunnen vinden en dergelijke. Zelfs al is het begin van 2016 niet meer veraf, de gesprekken zijn gaande en de mogelijkheid is er om hiervoor een breed draagvlak te vinden, ook in deze commissie.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
We kijken uit naar de resultaten van de lopende gesprekken. We hopen dat het allemaal de goede richting uitgaat en dat iedereen er zich voor een groot stuk in kan vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.