Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over de overgangsmaatregel voor maatwerkbedrijven
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de vraag handelt over het decreet over de lokale diensteneconomie en het maatwerk. Uiteraard staan we volledig achter dat decreet, want het is een goed decreet. De omzetting ervan is de afgelopen maanden door uw administratie in bilaterale gesprekken en veel communicatie met de sector intensief begeleid. Twee maanden na de implementatie heerst er nogal wat ongerustheid in de sector. Nogal wat ondernemingen weten niet of al hun personeel gesubsidieerd zal blijven. Een officiële communicatie daarover is nog niet gebeurd.
Over de maatwerkbedrijven hebt u al enkele uitspraken gedaan, onder meer in antwoorden op vragen van volksvertegenwoordigers. Daarin stelde u dat er een aantal problemen zijn die u kent, en dat u er alles aan zult doen om die problemen op te lossen. Op zich is dat een goede zaak, want zo kan de overgangsfase zo vlekkeloos mogelijk verlopen. Officieel zijn er nog geen beslissingen genomen, wat verklaart waarom nogal wat ondernemingen ongerust zijn. Ze weten niet zeker of er oplossingen zullen komen. We staan kort voor de zomervakantie. Veel maatwerkbedrijven en lokale diensten worden almaar ongeruster. Ze sturen signalen uit dat ze geen antwoorden op hun vragen krijgen. Vandaar deze vraag.
Er heerst onduidelijkheid. Hebben de lokale diensten de officiële beslissingen wel of niet ontvangen? Zo niet, waarom is dat zo en wanneer zou dat dan wel gebeuren? Hetzelfde geldt voor de maatwerkbedrijven. Hebben ze de officiële beslissingen wel of niet ontvangen? Zo niet, wanneer zou dat dan wel gebeuren?
Hebt u een oplossing uitgewerkt voor het probleem van de referteperiodes bij enkele maatwerkbedrijven? Zo ja, wanneer wordt die oplossing gecommuniceerd aan de betrokken ondernemingen? Kunnen de maatwerkbedrijven waar er geen problemen zijn, vooral met de referteperiodes indicatieve cijfers, het contingent en de subsidie-enveloppe van begin maart ook effectief als definitief beschouwen? Of kan het zijn, omdat er nu een vertraging is, dat er een andere periode zal worden gebruikt voor de berekeningen waardoor die indicatieve cijfers niet meer als definitief kunnen worden beschouwd? Kunnen die cijfers dan eventueel nog veranderen?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Mijn vraag om uitleg is gelijkaardig. De vorige vraag ging over de indicering en de opstartproblemen die daarmee gepaard gaan. Uiteindelijk is dit een gelijkaardige vraag. De maatwerkbedrijven hebben een indicatie gekregen van hun betoelaging op basis van de referteperiode 2013. Een aantal bedrijven hebben aangegeven dat ze op dat ogenblik met een hoge tijdelijke werkloosheid zaten. De heer De Meyer heeft daarover een eerste actuele vraag gesteld. Er is dan een tweede actuele vraag gesteld. Daarbij hebt u aangegeven dat u rekening zou houden met die uitzonderlijke situaties. Op dat ogenblik hebben de bedrijven kunnen aangegeven of ze inderdaad in een uitzonderlijke situatie zaten. Een aantal bedrijven hebben gereageerd dat ze argumenten hebben waarom ze zich niet akkoord kunnen verklaren met die referteperiode 2013.
Dan is het stil geworden. Er is geen communicatie meer geweest met de bedrijven. Dat heeft voor ongerustheid gezorgd. Uiteindelijk is het voor bedrijven toch belangrijk dat ze een goede bedrijfsvoering kunnen doen en dat ze weten op welke basis ze volgende tewerkstellingen kunnen doen. Want als ze de mensen die ze vandaag tewerkstellen niet erkend krijgen, ontstaat er in 2015 natuurlijk een gigantisch probleem. Daarom dringt men erop aan om een daarover beslissing te nemen, zodat men echt weet waar men als bedrijf aan toe is. Ik denk dat dat essentieel is voor een goede bedrijfsvoering.
Minister, hoeveel bedrijven hebben aangegeven dat ze niet akkoord gaan met indicering en dat ze een aparte regeling willen? Ik heb vernomen dat het er een twintigtal zijn. Klopt dat? Is er een analyse gebeurd van deze bedrijven? Kunt u hen volgen in hun vraag? Wat zijn voor u de criteria om te spreken van een atypische situatie in die periode van 2013, maar ook in 2015? Hoever staat u met het uittekenen van die regeling? Hoe zal die eruitzien? Wanneer wordt er gecommuniceerd naar de bedrijven zodat zij duidelijkheid krijgen, zeker in het licht van het opstellen van hun begroting 2015? Het wordt nu toch wel echt essentieel.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, het systeem van de enveloppefinanciering werd tijdens de vorige legislatuur vastgesteld, namelijk een gemiddelde van de laatste acht afgerekende kwartalen voor maatwerk van start ging. Er zijn inderdaad een aantal bedrijven die tijdens een deel van of tijdens de acht volledige kwartalen een atypische periode kennen, bijvoorbeeld een hoge economische werkloosheid, waardoor het enveloppebedrag niet representatief is voor de volledige huidige tewerkstelling.
Minister, zijn er ook bedrijven die extra tewerkstelling indienen als atypisch?
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s, ik heb geprobeerd een gestructureerd antwoord te formuleren op de vele vragen van de twee vraagstellers.
Ik begin met LDE, waarover enkel de heer Beenders concreet een vraag heeft gesteld. U vroeg of de LDE-bedrijven reeds een individuele beslissing hebben ontvangen. Ik heb er bewust voor gekozen om nog geen individuele beslissing, dus een vastgelegde enveloppe, te verzenden naar de bewuste LDE-ondernemingen. Deze beslissing betekent de definitieve vastlegging van het contingent en van de subsidie-enveloppe tijdens de overgangsperiode. Verschillende LDE-ondernemingen moeten echter nog een aantal achterstallige fiches en prestatiestaten indienen. De beslissing nu vastleggen, wil dus zeggen dat men een deel van de subsidies zou kunnen mislopen. Ik neem aan dat we de mening delen dat dat absoluut niet de bedoeling kan zijn. Ik heb ze de kans gegeven de achterstallige fiches en prestatiestaten alsnog in te dienen. Dat is nu gebeurd. Op basis daarvan zullen we de beslissing overmaken. Ik dacht dat het niet koosjer was om, voordat we al die achterstallige documenten hadden – en het gaat over 2014 – daarover al een beslissing te nemen en dat sommige LDE-ondernemingen dan eigenlijk financieel negatieve implicaties zouden ondervinden. Ik denk dat niemand hier aanwezig dat een goede zaak zou vinden. Ook ik niet.
Ik kan u wel meedelen dat mijn administratie ondertussen alle achterstallige fiches en ook alle prestatiestaten heeft ontvangen. Ze zijn nu bezig om de gegevens voor de beslissingen te herrekenen. Het is mijn bedoeling om die beslissingen zo snel mogelijk aan de betrokken organisaties te bezorgen. Sta me toe om hierop geen timing vast te pinnen. ‘Zo snel mogelijk’ wil echt wel zeggen ‘zo snel mogelijk’. Maar stel dat de administratie zegt dat voor een bepaalde LDE-onderneming toch nog één achterstallige prestatiestaat ontbreekt, dan wil ik het niet op mijn geweten hebben dat ze, door het feit dat ze net iets te laat zijn met het indienen van een document, dat middel zouden verliezen. We moeten de administratie de tijd geven om de volledigheid van het dossier te checken, zodat geen enkele onderneming minder middelen krijgt.
Ondertussen gebeurt er echter wel een maandelijkse voorafbetaling naar de desbetreffende LDE-onderneming op de vergoeding van het inschakelingstraject.
Mijnheer Beenders, mevrouw Claes en mevrouw Vermeulen, u hebt verschillende vragen gesteld over maatwerk. Mevrouw Claes, u hebt zelf aangegeven dat dit al verschillende keren aan bod is gekomen tijdens actuele vragen in de plenaire vergadering. Het gaat over de atypische referteperiode. U weet wat de referteperiode is, namelijk de laatste twee compleet afgerekende jaren. Er is natuurlijk wel een verschil tussen de voormalige sociale werkplaatsen, waarbij het over de jaren 2013 en 2014 gaat, en de voormalige beschutte werkplaatsen, waarbij het gaat over het laatste kwartaal 2012 tot en met het derde kwartaal van 2014. Er zit wel een beetje verschil op. Dat is een detail, maar ik dacht toch dat het goed was om het verschil even mee te geven.
Mevrouw Claes, hoeveel bedrijven vroegen een dergelijke aparte regeling aan? In uw vraagstelling had u het zelf over een 20-tal. Ik moet u helaas teleurstellen, want het zijn er meer. Ik zal u de concrete opsplitsing van de cijfers geven. Van de 53 voormalige beschutte werkplaatsen hebben er 27 zich beroepen op de atypische referteperiode. Voor de 92 voormalige sociale werkplaatsen zijn het 26 dossiers. In totaal hebben 53 werkplaatsen van de 145 een dossier ingediend. Als u het mij vraagt, is dat redelijk veel.
Mevrouw Claes, u vroeg wat de analyse voor deze bedrijven zegt en of ik hen nog kan volgen in hun vraag. Wat zijn voor mij de criteria om te kunnen spreken van een atypische hoge werkloosheid in die periode? Ik zou eigenlijk liever spreken over een atypische referteperiode, want het gaat natuurlijk veel breder dan enkel en alleen hoge werkloosheid.
U kunt zich niet voorstellen welke redenen sommige bedrijven hebben aangehaald om als atypisch te kunnen worden beschouwd. Mevrouw Vermeulen heeft dat ook al gesteld.
Grosso modo kunnen we alle dossiers van de atypische referteperiode indelen in een drietal categorieën. Een eerste categorie zijn bedrijven die een atypische referteperiode kunnen aantonen. Een tweede categorie zijn bedrijven die na de referteperiode een groei kenden en het behoud van die tewerkstelling vragen. Een derde categorie zijn bedrijven die naar aanleiding van het aantrekken van de economie een mogelijkheid tot groei hebben aangevraagd, dus eigenlijk een groeipad. Dat wordt natuurlijk allemaal op een hoop gegooid. Er wordt gesproken van een atypische referteperiode, maar je moet natuurlijk wel een onderscheid maken. Alle beslissingen over het maatwerkbedrijf, ook de referteperiode, het vaststellen van de enveloppe enzovoort, zijn ook tijdens de vorige legislatuur goedgekeurd. Wij voeren dat nu uit, met veel plezier trouwens.
De gehanteerde criteria zijn dus niet eenduidig weer te geven. Ik denk dat dat voor iedereen duidelijk is.
Gelet op de budgettaire situatie is het niet mogelijk om iedereen bijkomende middelen te geven, zeker niet de bedrijven die enkel een groeipad vragen. Concreet heeft iedereen de mogelijkheid gekregen om te argumenteren wat er voor hun bedrijf nu eigenlijk specifiek is of ‘abnormaal’ specifiek is tijdens de referteperiode dat, indien de situatie nu genormaliseerd is, voor financiële problemen zou kunnen zorgen.
Niet alle 53 dossiers zijn even goed onderbouwd. Dat betekent dat niet voor alle dossiers een afwijking zal worden toegekend. Dat verklaart ook waarom het zo moeilijk is alle dossiers op een gelijke manier te behandelen en snelle beslissingen te nemen. Volgens mij moet ik alle dossiers goed onderzoeken. De bedrijven die echt kunnen aantonen dat ze met een atypische referteperiode te maken hebben, mogen niet de dupe worden van allerlei maatwerkbedrijven die hun aanvraag niet hebben onderbouwd. In feite hopen zij gewoon op een bijkomend groeipad. Die mogelijkheid is echter op voorhand duidelijk uitgesloten.
Mijnheer Beenders, het goedgekeurd Maatwerkdecreet is duidelijk over de regeling van het budget tijdens de overgangsperiode. Het gaat om individuele beslissingen op basis van de referteperiode die tot 2018 loopt. Daar is al veel over gezegd. Vanwege de gesignaleerde problemen heb ik de individuele beslissingen nog niet geofficialiseerd. Hierdoor kan ik nog afwijkingen toestaan, wat me een goede zaak lijkt.
U hebt me gevraagd van de geldende regelgeving af te wijken. Ik heb uw vraag althans zo geïnterpreteerd. Indien dit een verkeerde interpretatie zou zijn, mag u dat gerust laten weten.
Ik heb al meermaals meegedeeld dat ik bereid ben een oplossing te zoeken. Ik kan echter enkel van de regelgeving afwijken indien daar een goede motivering voor wordt gegeven. Die motivering moet voor iedereen gelijk zijn en ook gelijk worden toegepast. De beslissing moet op een objectieve, neutrale basis worden genomen. Dat is de enige wijze om iedereen op dezelfde objectieve manier te kunnen behandelen.
Op basis van de informatie die de bedrijven hebben aangeleverd, is het onmogelijk met betrekking tot de dossiers een objectieve lijn te trekken die tot een gelijke behandeling zou leiden. Ik heb de verschillende categorieën al overlopen.
Ik geef een concreet dossier als voorbeeld. Ik zal niet in detail treden over het maatwerkbedrijf waarover het gaat. In een dossier dat we hebben ontvangen, staat te lezen dat het bedrijf een heel zware winter heeft gekend en dat de referteperiode om die reden atypisch is. Als dit bedrijf een heel zware winter heeft gekend, neem ik aan dat dit ook voor andere bedrijven geldt. De redenen waarom een beroep op de atypische referteperiode wordt gedaan, is af en toe redelijk subjectief ingevuld. Het lijkt me dan ook beter op de gegevens in de afrekening van het tweede kwartaal van 2015 te wachten. Op basis van die objectieve afrekening kan ik de individuele dossiers beoordelen.
Het blijft mijn intentie het probleem van de atypische dossiers op te lossen. Ik wil dit echter op een objectieve en vooral een onderbouwde wijze doen. Geen enkel maatwerkbedrijf mag zich na verloop van tijd gediscrimineerd voelen. Iedereen moet het erover eens zijn dat de beslissingen op objectieve grondslag zijn genomen. Ik wil dat niemand die beslissingen kan aanvechten.
In afwachting van de objectieve gegevens neem ik natuurlijk flankerende maatregelen om te vermijden dat bedrijven met liquiditeitsproblemen zouden kampen. Ik ben me ervan bewust dat sommige bedrijven echt en objectief met een atypische referteperiode te maken hebben. De actuele vraag die de heer De Meyer tijdens een recente plenaire vergadering hierover heeft gesteld, illustreert dit zeer goed. Die bedrijven mogen niet met betalingsproblemen te kampen krijgen.
Om die reden heb ik een tussentijdse oplossing voor het probleem gezocht. Ik heb ervoor gezorgd dat het Sociaal Investeringsfonds (SIFO) over 1,5 miljoen euro meer kan beschikken om liquiditeitsproblemen op te vangen. Het komt erop neer dat bedrijven een overbruggingskrediet kunnen aanvragen. Indien de aanvraag wordt goedgekeurd, wordt het geld teruggegeven. Het SIFO biedt een goede oplossing. Ik heb in 1,5 miljoen euro voorzien om eventuele tijdelijke liquiditeitsproblemen op te lossen.
Mijnheer Beenders, de subsidie-enveloppe is conform de regelgeving berekend en kan bijgevolg in alle niet-atypische situaties als definitief worden beschouwd. Het is mogelijk dat ik uw vraag subjectief interpreteer – in dat geval mag u me altijd corrigeren –, maar volgens mij zou uw vraag erop gericht kunnen zijn u te informeren over een eventuele verlaging van de enveloppes. Dat zou betekenen dat ik de enveloppes van alle bedrijven zou verlagen om de atypische dossiers op te lossen. Ik kan u hopelijk goed nieuws brengen. De enveloppes kunnen enkel stijgen. Ik zal het geld niet van andere bedrijven afnemen en ik zal geen compensaties bij de andere bedrijven zoeken. Ik zal binnen mijn eigen budget, zoals ik met betrekking tot de sociale economie al veel heb gedaan, andere kredieten zoeken om deze problemen op te lossen.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, uw antwoord op de laatste vraag is nog aan het bezinken. Die vraag om verduidelijking zat eigenlijk niet in mijn vraag om uitleg verscholen. Uw antwoord maakt het echter enkel duidelijker.
Dat laatste punt is volgens mij het probleem. Er heerst al een tijdje onduidelijkheid in de sector. De actuele vragen die over dit onderwerp zijn gesteld, bewijzen dit. We hebben al eerder geprobeerd aan informatie te geraken. We voelen aan dat de sector niet op de hoogte is van de wijze waarop u de problemen momenteel probeert op te lossen.
Voorzitter, we hebben dit vijf keer geprobeerd en vijf keer is de vraag om uitleg onontvankelijk verklaard. Gelukkig hebben we vandaag toch de discussie kunnen voeren. Ik dank u voor het agenderen van deze vraag om uitleg.
Minister, het is hoog tijd om de ondernemingen te laten weten wat u net hebt verklaard. Ik zou u ook willen vragen om ten aanzien van de sector te communiceren. Indien u dat niet doet, zullen er procedures volgen. Misschien zijn die al aan de gang. Op die manier kunt u dit misschien vermijden, en kunt u de ongerustheid wegnemen. Voor een onderneming is niets zo erg als niet te weten of ze op financieel vlak nog het einde van de maand zal halen.
U voorziet in overgangsmaatregelen, kredieten en flankerende maatregelen. Dat is een goede zaak. Ik zou u echter echt willen vragen de ondernemingen die informatie nog voor de zomervakantie te bezorgen. Er heerst echt ongerustheid. Gezien het grote aantal dossiers dat in verband met afwijkingen op de referteperiode is ingediend, denk ik niet dat er op zeer korte termijn op individuele basis duidelijkheid zal komen. U moet tijd krijgen om die dossiers na te kijken en om degelijke beslissingen te nemen. De bedrijven die momenteel geen problemen hebben, mogen niet in onzekerheid blijven verkeren. Er moeten tenminste antwoorden komen met betrekking tot de lopende dossiers. Die ondernemingen moeten weten dat ze niet met terugwerkende kracht met financiële tegemoetkomingen zullen worden geconfronteerd. Misschien denken ze daar nu wel aan.
Minister, we zullen dit zeker blijven opvolgen. We steunen u in uw voornemen voor elk probleem een oplossing te vinden. De eerste stap moet een zeer communicatie met de sector zijn. U moet ervoor zorgen dat de ongerustheid verdwijnt. U moet procedures voorkomen die heel de uitvoering van het decreet zouden bemoeilijken. Daar zou niemand een boodschap aan hebben. Ik hoop dat u hiermee rekening kunt houden.
Mijnheer Beenders, ik hoop dat u niet de indruk wilt wekken dat ik als voorzitter bewust vragen om uitleg over de atypische referteperiode onontvankelijk heb verklaard. (Opmerkingen van de heer Rob Beenders)
U hebt het over vijf vragen om uitleg. Dat aantal lijkt me zwaar overdreven. Ik voelde me even persoonlijk aangesproken. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik moet zeggen dat het aantal dossiers me heeft verrast. Op een totaal van 145 bedrijven gaat het om 53 bedrijven. Dit betekent dat 92 bedrijven zich met de vastlegging van de referteperiode en met het hieraan verbonden bedrag akkoord hebben verklaard. U hebt net verklaard dat voor die bedrijven alles in orde is. Geldt dit voor die 92 bedrijven? Betekent dit dat ze kunnen uitgaan van het bedrag dat voor de volgende overgangsperiode is vastgelegd?
U hebt drie redenen opgesomd waarom bedrijven vinden dat de referteperiode niet de oorspronkelijke werking belichaamt. Ik heb altijd begrepen dat tijdelijke werkloosheid een reden was om zich als bedrijf niet akkoord met de referteperiode te verklaren. Dat is ook de reden waarom ik hier een vraag om uitleg heb gesteld.
Als we daarvan gaan afwijken en in de beslissingen de deur openzetten naar een verdoken groeipad, dan kan dat toch niet de bedoeling zijn geweest. Dan zouden we al degenen bestraffen die zich wel akkoord verklaard hebben met de referteperiode. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.
Minister, ik weet niet of het werkbaar zou zijn dat u die bedrijven afzondert die echt economische werkloosheid aangeven als reden waarom men niet akkoord gaat met de referteperiode, want dat zou het probleem misschien al een beetje verkleinen, als u ook duidelijk stelt wat de redenen kunnen zijn waarom men niet akkoord kan gaan met de referteperiode.
Ik heb ook de indruk uit uw antwoord – maar dat moet ik tussen de lijnen lezen – dat het nog wel een poos kan duren vooraleer u individueel duidelijkheid kunt verschaffen voor de bedrijven. Dat is natuurlijk moeilijk als je echt een goede bedrijfsvoering wilt hebben als onderneming. De oplossing van een overbruggingskrediet kost ook geld. Het is goed dat u in een oplossing voorziet maar ik vind het toch wel moeilijk dat men nog een hele poos nodig heeft vooraleer men een antwoord kan krijgen. De heer Beenders zegt het voorzichtig, maar we weten allemaal dat op dit ogenblik twee bedrijven een procedure hebben aangespannen bij de Raad van State en dat er op dit ogenblik bedrijven zijn die overwegen om daarbij aan te sluiten. Het zou goed zijn dat we vooral snel duidelijkheid geven, ook voor de bedrijven die een procedure hebben aangespannen, want procederen is voor mij nooit een goede oplossing. Ik wil aandringen om snel duidelijkheid te verschaffen en de knoop door te hakken over wat wel de goede redenen zijn om een afwijking te geven. U hebt de deur opengezet, maar misschien een beetje te breed.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Beenders, ik heb al eens gezegd in een debatje tussen ons, in de commissie of in de plenaire vergadering, dat de maatwerkbedrijven allemaal individueel zijn ontvangen door de administratie, ook in aanwezigheid van mijn kabinet, om hun concrete situatie te bespreken.
Ik denk dat hier toch ook mag worden gezegd dat de koepelorganisaties hier ook een verantwoordelijkheid in dragen. Het is hun taak om de juiste informatie aan de desbetreffende maatwerkbedrijven door te geven. Ik denk dat dat correct is en moet, omdat het zaaien van paniek niet altijd goed is. Een koepelorganisatie heeft natuurlijk ook haar eigen taak, en daar ga ik me niet mee moeien. Ze hebben hun autonomie, dat is geen enkel probleem. Maar ik denk dat de koepels hier wel een verantwoordelijkheid in hebben. Ik kan u wel zeggen, mijnheer Beenders, dat we de 53 betrokken bedrijven wel zelf vanuit het kabinet een brief zullen sturen. Binnen dit en een week zullen ze een brief ontvangen met wat de situatie concreet is.
Mevrouw Claes, het aantal, namelijk 53, is inderdaad hoog, ik deel absoluut uw mening. Ik heb ook geprobeerd om aan te geven dat niet alle 53 in aanmerking zullen komen om een beroep te kunnen doen op die atypische referteperiode. Voor de overige bedrijven is alles oké. Dat is al iets. Oef. Er zijn er natuurlijk 53 die zich beroepen op allerlei zaken. In die 53 moet nog wel een serieuze selectie gemaakt worden. Bijvoorbeeld de tijdelijke werkloosheid kan een reden zijn voor een atypische referteperiode, maar als bedrijven zich daarop beroepen en tegelijkertijd ook wel redelijk snel hun contingent weer hebben aangevuld, dan vind ik dat een legitieme reden. Veel van die 53 bedrijven zeggen echter dat ze werden geconfronteerd met een hoge werkloosheid, en twee jaar na datum hebben ze het contingent nog altijd niet aangevuld en beroepen ze zich nog altijd op die hoge werkloosheid, terwijl andere maatwerkbedrijven dat wel heel vlotjes kunnen invullen. Dat is geen objectieve basis om te kunnen oordelen.
Ik ben het wel volledig met u eens, mevrouw Claes, dat we zo snel mogelijk tot duidelijkheid moeten komen. De 1,5 miljoen euro die we via het SIFO geven, is toch flankerend. Het lost niet alles op, maar ik had evengoed niets kunnen doen. Ik denk dat het bepaalde maatwerkbedrijven verhindert om in liquiditeitsproblemen te komen. Ik denk dat dat een goede zaak is.
Het is mijn betrachting om tegen eind oktober ten laatste veel duidelijkheid te geven. Waarom eind oktober? Voor velen lijkt dat misschien veraf. Ik heb u de verschillende situaties geschetst van de 53 bedrijven en welke redenen ze allemaal aanhalen om te zeggen dat ze een atypische referteperiode hebben. Ik wil vooral één objectieve grondslag. Ik wil niet werken met verschillende criteria en verschillende grondslagen. Ik wil dat ieder maatwerkbedrijf over dezelfde kam wordt geschoren, in alle objectiviteit en in alle neutraliteit. Ik denk dat dat nog enig werk vergt, niet alleen van mijn kabinet maar ook van mijn administratie. Dat is de enige grondslag om te kunnen verantwoorden waarom we iemand wel via een atypische referteperiode laten meenemen en een ander bedrijf niet. Ik wil daar heel snel werk van maken, maar ik wil dat vooral ook heel grondig onderbouwd en objectief doen.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, dank u dat u een brief gaat sturen. Het is heel goed dat de sector die brief krijgt. Mag ik een suggestie doen over de inhoud van de brief: misschien kunt u eraan toevoegen op basis waarvan u 2015 gaat afrekenen zodat de sectoren en de ondernemingen weten op welke manier dat gaat gebeuren. Het zou ook leuk zijn als de commissieleden een kopie zouden krijgen van die brief. Ik denk dat net zoals ikzelf ook een aantal andere collega’s geconsulteerd worden door de sector. Dan kunnen we op dezelfde manier de informatie bezorgen en antwoorden. Versta ons niet verkeerd, wat wij willen, is hetzelfde: de sector laten doorgroeien. Ze moeten vooral hun energie steken in hun dagelijkse taken, en niet in ongerustheid. Laat ons die dan samen zo snel mogelijk wegwerken.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, u hebt gezegd dat u de 53 bedrijven een brief gaat sturen. Ik hoop dat u de 92 bedrijven waar geen probleem is... (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Neen, minister, ze weten dat niet. Ik denk dat het goed is dat u aan de 92 bedrijven waar er geen probleem is, zegt dat voor hen alles oké is. Van de 53 bedrijven zegt u nu heel duidelijk dat u eind oktober een afrekening wilt doen. De toelichting die u vandaag hebt gegeven, is voor mij heel erg verrijkend geweest. Ik vind het ook een valabele toelichting. Ik heb daarstraks gezegd dat ik heel erg was geschrokken dat het er zo veel zijn. Dat men op die manier een verdoken groeipad wil verkrijgen, vind ik niet correct. Ik denk dat we dezelfde mening delen. Als er een andere situatie is ontstaan in de periode 2013-2015, dan moeten we daar rekening mee houden, en niet met alle andere argumentatie.
Minister, u geeft ook aan dat de koepelorganisaties belangrijk zijn. U zegt dat het niet hun taak is om paniek te zaaien in de sector. Ik deel die mening. Ik denk dat het ook belangrijk is dat de koepelorganisaties de informatie hebben die u vandaag hebt meegedeeld zodat ze mee kunnen zoeken naar oplossingen. Ze zijn een stukje vakbond van de sector maar ze zijn ook belangrijk om mee oplossingen aan te reiken. Ik zou willen vragen dat ze geappelleerd worden aan de oplossingzoekende taak die ze hebben. Ik ga ervan uit dat ze daartoe bereid zijn.
Voorzitter, dank dat we die vraag toch hebben kunnen stellen. Het was niet zo evident om de vraag te stellen, want dat is aan bod geweest in de plenaire vergadering. Ik denk dat je na drie maanden wel een vraag kunt stellen. Het is alleszins heel verhelderend geweest.
Nogmaals, in deze commissie is de afspraak gemaakt dat, als er minder dan drie vragen zijn in de commissie, die normaal niet samenkomt, tenzij het parlementslid mij persoonlijk contacteert en vraagt om de vraag desalniettemin op korte termijn te agenderen omdat die zeer actueel van aard is. Dat is in dezen niet gebeurd. Gelieve mij alstublieft te contacteren in plaats van in de commissievergadering een dergelijke indruk te wekken. Ik stel voor dat we dat straks verder bespreken in de regeling der werkzaamheden. Mevrouw Claes, ondertussen kunt u mij misschien de mailtrafiek tonen waaruit blijkt dat u mij hebt gecontacteerd met de mededeling dat het een dringende vraag was.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.