Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Enkele weken geleden heb ik minister Muyters ondervraagd over de screenings. Sinds 1 april gebeuren alle toeleidingen naar maatwerkbedrijven en lokale diensteneconomie (LDE) via een screening bij de VDAB. Heel wat bedrijven laten ons weten dat dit niet helemaal vlot loopt. Minister Muyters gaf toe dat de eerste screenings met startproblemen kampen.
Tijdens de voorbereiding van mijn vraag vernam ik nog het volgende. Indien maatwerkbedrijven en lokalediensteneconomiebedrijven zelf kandidaten ter screening voorstellen, heeft de VDAB drie maanden voor een effectieve toeleiding. Minister Muyters wil dat terugbrengen van drie naar één maand. Maar vandaag stellen we vast dat het toch wel een tijd duurt eer de nieuwe werknemers echt aan de slag kunnen.
Ik heb aan minister Muyters gevraagd of hij deze bedrijven zou afstraffen aan het einde van de rit omdat ze hun contingent waarvoor ze erkend zijn, niet halen.
Minister Muyters antwoordde dat hij dat niet zal doen. Maar u bent bevoegd. Vandaar dat ik die vraag herhaal. Het zou niet correct zijn dat de verantwoordelijkheid voor de opstartproblemen inzake de toeleiding van medewerkers naar maatwerk en lokaledienstenbedrijven bij de bedrijven wordt gelegd. Die liggen eerder bij de toeleiding, die de VDAB verzorgt. Zult u ermee rekening houden dat de bedrijven zelf niet bevoegd zijn, en dat de opstartproblemen niet hun verantwoordelijkheid zijn? Zij mogen op het eind van het jaar niet worden afgestraft wanneer zij de vooropgestelde capaciteit niet halen.
Minister, zoals mevrouw Claes al zei, werden deze vragen ook al aan minister Muyters gesteld. Uw antwoorden stellen me enigszins gerust; het is begrijpelijk dat er wat kinderziekten zijn. De VDAB stelt dat ongeveer zes maand nodig zijn om op kruissnelheid te komen. Er is beloofd dat men hierna mag rekenen op een toeleidingsduur van één maand vanaf de bekendmaking van de vacature. Dat lijkt me een zeer billijke referteperiode. De overgangsperiode voor maatwerk duurt drie jaar. Die periode heet niet voor niets ‘overgangsperiode’. Ik ga er dan ook van uit dat men in die periode de bedrijven de kinderziektes niet zal aanrekenen.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega's, uw bezorgdheid is terecht, Ik weet dat de vraag ook aan minister Muyters is gesteld. Misschien is het goed te zeggen dat de VDAB volledig onder zijn bevoegdheid valt. Dat neemt niet weg dat we ermee te maken hebben als het gaat over induceringsinstrumenten voor de sociale economie. Ben ik op de hoogte van de problemen? Ja. Er is regelmatig overleg tussen de VDAB, de koepels, de administratie en mijn kabinet om de stand van zaken, knelpunten en oplossingen te bespreken. Dat is echt nodig. Op basis van de informatie die ik heb ontvangen en die u ook van minister Muyters – wellicht in de commissie – hebt ontvangen, heb ik er vertrouwen in dat dit een tijdelijk probleem is. Ik ben erg optimistisch. Het is eigen aan de opstart van een nieuwe methodiek, en de VDAB zal alles in het werk stellen om dit op zeer korte termijn op te lossen.
Minister Muyters heeft in zijn antwoord gezegd dat de doelstelling moet zijn om een toeleidingsduur van één maand te realiseren. U hebt in uw repliek op zijn antwoord ook gezegd dat deze termijn u redelijk lijkt. Ik onderschrijf echter ook wat minister Muyters in zijn antwoord nog meer heeft gezegd, namelijk dat er een samenwerking van twee kanten moet komen. De VDAB moet haar verantwoordelijkheid nemen, maar ook de maatwerkbedrijven moeten dat doen, en dan heb ik het over wat ze in hun vacatures nu precies vragen. De signaleert bijvoorbeeld een mismatch in vraag en aanbod: heel wat vacatures staan op het niveau van het reguliere circuit, en niet op het niveau van de sociale economie. Het beroepsprofiel is dikwijls niet realistisch. In de sociale economie komen laaggeschoolden terecht, dat is gewoon zo. En het is goed dat we ze via de sociale economie aan een job willen helpen. Iedereen is het daar allicht over eens.
Maar sommige maatwerkbedrijven vragen zware competenties, of bijvoorbeeld een diploma op bachelorniveau. Of men vraagt dat men een rijbewijs of een auto bezit, wat voor bepaalde doelgroepmedewerkers niet altijd het geval is. Ik ontken niet dat er zich bij de VDAB een probleem voordoet. Maar ook de maatwerkbedrijven hebben een verantwoordelijkheid. Ze moeten bij het opstellen van vacatures toch iets meer rekening houden met het profiel van de mensen die in de sociale economie moeten terechtkomen. De VDAB meldt dat men sommige kandidaten te zwak vindt en dat daarom extra selectieproeven moeten worden georganiseerd. Erg vind ik dat niet, want een bijscholing of een extra proef kan altijd in het voordeel van de betrokkenen zijn, dus dat is niet per se erg. Mevrouw Claes, ik blijf dit uiteraard zeer goed opvolgen, samen met mijn collega, minister Muyters. Ik zal binnenkort een overleg plannen tussen de kabinetten, het Departement Werk en Sociale Economie, de VDAB en de koepels om dit vacatureprobleem te bespreken op basis van reële voorbeelden.
Uw laatste vraag betreft een zorg die iedereen koestert. Het kan echt niet dat maatwerkbedrijven worden afgestraft als zij hun capaciteit niet halen wegens zaken die zich buiten hun eigen wil voordoen. Ik zal geen enkel maatwerkbedrijf zeggen dat het minder doelgroepmedewerkers krijgt omdat er een mismatch is tussen de VDAB en het bedrijf. Ik ga er wel van uit dat deze problemen snel van de baan zijn. Als de problemen niet van tijdelijke aard blijken te zijn, zal ik mijn verantwoordelijkheid nemen en op tafel kloppen om die zo snel mogelijk op te lossen.
Minister, ik ben over de hele lijn tevreden met uw antwoord. We worden geconfronteerd met opstartproblemen. Het is belangrijk dat u samen met de minister bevoegd voor de VDAB en de koepels – volgens minister Muyters worden de koepels daarbij betrokken – het probleem bespreekt. Het probleem van de vacatures kunt u daar aankaarten. Nog het meest tevreden was ik over uw woorden dat de bedrijven niet zullen worden afgestraft op het einde van de rit. Minister Muyters had daarover uitspraken gedaan. Hij mag dat, maar u bent verantwoordelijk. Vandaar dus mijn vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.