Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over het principeakkoord met de VDAB in Brussel
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
De Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling Actiris en de Vlaamse tegenhanger VDAB hebben een hele tijd naast elkaar geleefd. Sinds vijf à tien jaar is er een dynamiek ontstaan waardoor er meer en meer wordt samengewerkt tussen beide diensten. Voor alle duidelijkheid: in Brussel is het zo dat Actiris instaat voor de begeleiding van de werkzoekenden en dat er voor de opleiding een beroep wordt gedaan op de VDAB aan Nederlandstalige kant en op Bruxelles Formation aan Franstalige kant.
Er is dus een nieuwe dynamiek ontstaan. Enige tijd geleden is er zelfs beslist om samen te gaan wonen in de Astrotoren iets verderop, die nu volop wordt verbouwd.
Recent werden er ook een aantal belangrijke stappen gezet voor de Brusselse werkzoekenden. Er werd een principeakkoord afgesloten waardoor ook Frans- en anderstalige werkzoekenden door de VDAB kunnen worden begeleid naar een job in Vlaanderen.
Tussen haakjes, in 2012 werkten er 43.000 Brusselaars in Vlaanderen: een stijging van 10 procent ten opzichte van 2006. Het aantal Walen is daarentegen stabiel gebleven. Van die 43.000 werken er 29.000 in Vlaams-Brabant, vooral in de luchthavenregio. Vorig jaar heeft Actiris 1920 Brusselaars een job bezorgd in Vlaanderen.
Het principeakkoord dat nu is gesloten tussen de VDAB en Actiris, is een hele verwezenlijking en komt die interregionale mobiliteit alleen maar ten goede. Brusselaars kunnen hierdoor gebruikmaken van de begeleidingsdiensten van de VDAB en idealiter vinden ze zo een gepaste job in Vlaanderen. De voorwaarden zijn wel dat je door Actiris wordt doorgestuurd en dat je voldoende Nederlands kent. Minister, wat is het vereiste niveau Nederlands? Is dat gelijk voor iedereen, is dat generiek? Of wordt dat gekoppeld aan een functieomschrijving?
De VDAB was al veel langer vragende partij voor een verhoogd niveau van samenwerking. Dat is uiteraard begrijpelijk, omdat het een win-winsituatie kan betekenen. Vooral voor de Brusselaars is het goed nieuws. Meer en meer werkzoekende Brusselaars volgen taalcursussen en zullen ongetwijfeld gebruikmaken van de diensten van de VDAB.
Minister, waarom heeft het zo lang geduurd voordat deze stap werd gezet? Wat heeft als katalysator gefungeerd om de gesprekken hierover toch te doen vlotten? Hoeveel extra Frans- en anderstalige werkzoekenden verwacht VDAB Brussel voor deze activering te ontvangen? We hebben gezien dat de voorbije jaren ongeveer zevenhonderd Brusselaars een taalopleiding Nederlands volgden bij de VDAB. Zou dat misschien nog verhogen? Worden hiervoor extra middelen uitgetrokken? Ik dank u.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, het is mijn eerste vraag om uitleg in de commissie Economie. Het verheugt mij, net zoals de heer Poschet, dat ik dit kan doen door een link met onze stad, onze gezamenlijke hoofdstad Brussel.
Er is inderdaad een principeakkoord afgesloten tussen de VDAB en Actiris, waardoor de VDAB ook actiever zal worden in Brussel en waarbij zij naast Nederlandstalige ook Frans- en anderstalige werkzoekenden zou begeleiden bij de zoektocht naar werk, goed wetende dat er hier nog steeds een enorm probleem van werkloosheid is, meer bepaald van jongeren- en jeugdwerkloosheid. Verwacht wordt dat het principeakkoord begin juli definitief wordt goedgekeurd. Het principeakkoord zou het resultaat zijn van onderhandelingen tussen de Brusselse arbeidsbemiddelaar Actiris en zijn Vlaamse tegenhanger VDAB, die in Brussel momenteel enkel de opleidingen verzorgt.
Zoals ik reeds heb aangehaald, hebben de VDAB en Actiris in het verleden al een samenwerkingsakkoord over de uitwisseling van vacatures gesloten. Dit mag een succesvol samenwerkingsakkoord worden genoemd. Met dit principeakkoord trachten ze opnieuw de krachten te bundelen en op die manier werkzoekenden beter te begeleiden.
Het is de bedoeling dat een werkzoekende die voldoende Nederlands kent door Actiris naar de VDAB kan worden doorverwezen. De VDAB kan hem dan vervolgens helpen om een job in Vlaanderen te zoeken. De doelgroep bestaat uiteraard uit Brusselse werkzoekenden die in Vlaanderen willen werken of die een Nederlandstalig beroepsperspectief hebben. Dit kan, bijvoorbeeld, nadat ze een Nederlandstalige beroepsopleiding hebben gevolgd. Iedereen weet dat de toekomst van Brussel enkel in de meertaligheid of minstens in de tweetaligheid ligt.
Het akkoord zou tevens de interregionale mobiliteit moeten vergroten. Brusselse werkzoekenden zouden vlotter vacatures in de Rand moeten kunnen invullen. We weten immers dat er, onder meer in Zaventem, vacatures zijn.
Minister, naar aanleiding van deze ontwikkelingen zou ik graag een paar vragen stellen die aansluiten bij de vragen die de heer Poschet net heeft gesteld. Hebt u enig zicht op de concrete uitwerking van het principeakkoord? Staan in dit akkoord nog andere beslissingen of voorstellen? Zal enkel naar de Nederlandstalige of tweetalige jobs in Vlaanderen worden gekeken? Op de doorstroming van hoeveel Franstaligen of anderstaligen mikt u? Hoe zult u ervoor zorgen dat dit systeem geen Vlaamse depannage wordt indien bepaalde verantwoordelijkheid niet zouden worden opgenomen?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, dit principeakkoord is zonder meer een goede zaak. Dit geldt zowel voor Brussel, waar de jeugdwerkloosheid hoog is, als voor Vlaanderen, waar bedrijven in de Vlaamse Rand valabele arbeidskrachten zoeken. Het akkoord zet uiteraard in op een verbetering van de interregionale mobiliteit. We juichen dit uiteraard toe. Volgens de heer Vanlouwe is er een risico op depannage. Uit de feiten zou moeten blijken dat de afstemming tussen vraag en aanbod tot een win-winsituatie zal leiden.
Naast de vraag over de verwachte bijkomende instroom van Brusselse werkzoekenden, vraag ik me ook af of de kwantitatieve impact van het principeakkoord op de VDAB ook is ingeschat. Voor Actiris zal dit een supplementaire inspanning betekenen. Het mag echter geen communicerend vat worden. Er moeten effectief meer Brusselaars en niet gewoon even veel werkzoekenden een kans krijgen.
Mijnheer Vanlouwe, u hebt al aan het samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en Brussel over de interregionale mobiliteit verwezen. Ik vraag me af of dit tot een aanpassing van de engagementen zal leiden. In het actieplan zijn een aantal numerieke Brusselse en Vlaamse engagementen opgenomen. Het gaat om een uitwisseling van vacatures. De VDAB probeert tenminste 1500 arbeidsplaatsen aan Actiris over te maken. Actiris streeft op zijn beurt naar een verwijzingsratio van zes werkzoekenden per wervingsplaats.
Minister, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) heeft in zijn advies over het samenwerkingsakkoord vraagtekens bij die streefcijfers geplaatst. Aangezien er in werkelijkheid al meer werkzoekenden zijn doorverwezen, vindt de SERV zes doorverwijzingen nogal weinig. Dit sluit aan bij mijn vraag of dit tot een aanpassing van de engagementen zal leiden.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, als ik me goed herinner, is het streefcijfer van zes kandidaten per vacature nooit gehaald. Volgens de SERV zou dit te weinig zijn. Het is echter nooit gehaald. Ik zou dit nog eens moeten nakijken om zeker te zijn.
Ik wil eerst en vooral stellen dat daarnet terecht naar een principeakkoord is verwezen. Dat betekent dat de gezamenlijke raden van bestuur van de VDAB en Actiris het samenwerkingsprotocol nog moeten goedkeuren. Dat zou op 1 juli 2015 moeten gebeuren.
Het gaat om een strategisch samenwerkingsprotocol in uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2011 dat we tijdens de vorige legislatuur decretaal hebben verankerd.
Wat de katalysator en de concrete uitwerking betreft, wil ik stellen dat, in tegenstelling tot wat hier en daar in de pers is verschenen, de VDAB het initiatief heeft genomen om met Actiris rond de tafel te zitten. Op zich vind ik dit niet zo belangrijk, maar hier mogen de puntjes toch wel op de i worden gezet.
De VDAB heeft de bestaande samenwerking onder de loep genomen. In Vlaanderen kunnen cursisten die een beroepsopleiding volgen, al tijdens die opleiding worden bemiddeld. Dat levert de beste resultaten op. We hoeven niet tot wachten tot de opleiding voorbij is om de bemiddeling te starten. Het probleem is dat dit in Brussel wel het geval is. Grondwettelijk gezien, moet Actiris tot na het einde van de opleiding wachten alvorens de bemiddeling te mogen starten. Die bemiddeling mag dan nog enkel in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest plaatsvinden.
De VDAB gebruikt een geïntegreerde methode die vanuit de bemiddeling vertrekt. De werkzoekende wordt, al dan niet met behulp van een beroepsopleiding, aan werk geholpen. De VDAB heeft zijn online tools, zoals Mijn Loopbaan, aangepast. De VDAB heeft het initiatief genomen om ook voor de Brusselse werkzoekenden in een beroepsopleiding de eigen methode te kunnen toepassen. Ook zij kunnen op die manier al worden bemiddeld. Aangezien de bemiddeling een gewestelijke bevoegdheid is, moet hiervoor een aangepast samenwerkingsprotocol worden gesloten. De VDAB kan niet zomaar de mensen die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een beroepsopleiding volgen, zonder samenwerkingsprotocol beginnen te bemiddelen. De nieuwe scope van het principeakkoord houdt in dat de VDAB Brusselse werkzoekenden met een Nederlandstalig beroepsperspectief kan bemiddelen.
Mijnheer Poschet, ik heb de informatie over een eventueel verschil in taalniveau niet bij me. Ik weet niet of het om een vast of een verschillend taalniveau gaat. Ik ga ervan uit dat dit niveau in functie van de job staat. Er moet altijd enige kennis van het Nederlands aanwezig zijn. Die kennis kan eventueel nog wat verder worden aangescherpt.
Mijnheer Vanlouwe, wat het bereik van het samenwerkingsprotocol betreft, kan ik u melden dat in het akkoord geen beperkingen over de scope van de bemiddeling zijn opgenomen. De VDAB zal de Brusselse werkzoekenden naar een job in Vlaanderen en in Brussel kunnen bemiddelen. Actiris zal de werkzoekenden met een Nederlandstalig beroepsperspectief naar de VDAB doorverwijzen. Dit kunnen Nederlandstalige Brusselaars, maar ook Franstaligen of anderstaligen zijn.
Er is me eveneens naar de streefcijfers gevraagd. Tot nu toe zijn in het samenwerkingsprotocol geen streefcijfers opgenomen. Als ik het goed heb begrepen, zou daar de komende maanden aan worden gewerkt.
Wat de financiering en het opnemen van verantwoordelijkheden in het principeakkoord betreft, wil ik opmerken dat arbeidsbemiddeling een gewestelijke bevoegdheid is. Dit betekent dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de VDAB zal betalen. Actiris zal hiervoor instaan. Actiris en de VDAB hebben een akkoord gesloten om de VDAB e financieren voor de bemiddeling van de Brusselaars in Vlaanderen. Dit toont aan dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Vlaamse Gewest hun verantwoordelijkheid opnemen.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest creëert bijkomende mogelijkheden voor de eigen werkzoekenden. Hiervoor wordt de knowhow van de Vlaamse partner, de VDAB, ingezet. Dit lijkt me een goede werkwijze. Voor Vlaanderen betekent dit ook een winst. Er is uiteraard nood aan geschoolde arbeidskrachten om de vacatures van de werkgevers te kunnen invullen. Dankzij dit samenwerkingsakkoord boren we nieuwe opties aan.
Het belangrijkste punt is de pragmatische samenwerking op het terrein. De klant staat centraal. Het lijkt me een goede zaak de competenties op een effectieve wijze te versterken. Ik ben zelf enthousiast over dit principeakkoord. Ik herhaal echter dat het nog moet worden goedgekeurd.
Ik dank u voor het antwoord. Het is zo dat bij Actiris een nieuwe wind waait. Dankzij Select Actiris kan men veel doelgerichter kijken welk profiel bij welke functie past. Ik denk dat dit de verwarring over de zes kandidaten per vacature verklaart. Vroeger trok Actiris gewoon een blik werkzoekenden open en stuurden ze dertig of veertig werkzoekenden naar een vacature. Dat waren dan bijvoorbeeld loodgieters, hoewel men slagers vroeg. Werkgevers waren dus niet altijd tevreden over de kandidaten die opdaagden. Vandaag is dat veranderd. Vandaag stuurt men zes goed gescreende kandidaten per vacature uit, en dat zorgt voor resultaten. Voorts zorgt de begeleiding op maat ervoor dat de jeugdwerkloosheid in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest sterk is verminderd, van een goede 31 procent vorig jaar naar een goede 26 procent vandaag. Dat is goed nieuws. Dat komt ten dele dankzij federale maatregelen, maar grotendeels toch dankzij de samenwerking tussen werkgevers, Actiris en de VDAB, die daarin een zeer positieve rol speelt.
Als ik het goed heb begrepen, mogen we de komende maanden meer verwachten, nadat volgende week het dossier – onder meer inzake de streefcijfers – is goedgekeurd. Ik denk dat het belangrijkste erin bestaat dat men op het terrein op een pragmatische manier samenwerkt. Daarvan kunnen we langs beide zijden van de gewestgrens beter worden. Ik hoop dat we op die ingeslagen weg voort kunnen gaan.
Ook ik dank de minister voor zijn uitvoerig en goed antwoord. Ik denk inderdaad dat er bij Actiris een nieuwe wind waait. Dat was ook nodig, gezien de bijzonder hoge werkloosheid in Brussel. We stellen vast dat de jeugdwerkloosheid stilaan aan het dalen is, en dat is uiteraard in het belang van onze economie in Brussel, maar ook van de economie elders in Vlaanderen. Het verheugt me dat u zei dat dit een initiatief van de VDAB is. Het is de werking en de aanpak van de VDAB die in Brussel wordt gewaardeerd door Actiris. Actiris heeft ook het initiatief genomen om zijn aanpak inzake de beroepsopleiding hier verder uit te bouwen. Ik verwees ernaar: in het verleden werden vacatures uitgewisseld, wat ertoe heeft bijgedragen dat de werkloosheid werd aangepakt. Laten we hopen dat dit in de toekomst nog kan gebeuren en dat de Vlaamse werking ook in Brussel zich zal laten gevoelen. Opnieuw is dit een voorbeeld van het feit dat Vlaanderen blijft inzetten op Brussel. Dat verheugt me als Brusselse Vlaming.
Ik moet niet veel aanvullen. Inmiddels kreeg ik de informatie: men moet één niveau van Nederlands halen om de stap te kunnen zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.