Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, in oktober van vorig jaar heb ik al naar uw mening gevraagd over de rol van Paspartoe, en vooral over de rol van het sociaal-cultureel werk in de cultuurparticipatie in Brussel. Paspartoe is er gekomen als opvolger van de succesvolle cultuurwaardebon, die alle Brusselaars het recht gaf om drie cultuurwaardebonnen ter waarde van 6,20 euro aan te vragen. Dat was een succes: in het werkjaar 2012-2013 waren er maar liefst 47.173 bonnen. De helft daarvan werd gebruikt via welzijnsorganisaties en culturele verenigingen. 21.227 bonnen werden door individuele cultuurliefhebbers besteld. Dat is dus goed voor minstens 7000 individuele gebruikers.
In de vorige legislatuur was er dan een wijziging: onder VGC-collegelid De Lille werd Paspartoe ingevoerd. Daarbij uitte het verenigingsleven meteen de vrees dat een groot deel van de gebruikers niet meer zouden kunnen worden bereikt. Uit de eerste cijfers over het gebruik van Paspartoe blijkt dat die vrees niet geheel ongegrond was. Ze hebben hierop trouwens ook al gereageerd, via een opiniestuk in Brussel Deze Week.
Paspartoe komt heel traag op gang in Brussel. Amper 5199 mensen hebben zo’n pas, waarvan 3372 passen voor mensen in armoede. Met andere woorden, voor mensen in armoede is dat wel een relatief succes. Zij worden wel redelijk goed bereikt, qua aantal toch. Het gebruik van Paspartoe door mensen in armoede is echter beperkt. Er is namelijk sprake van gemiddeld slechts twee spaarpunten per houder. Ook is er sprake van slechts ongeveer 1800 gebruikers die geen mensen in armoede zijn, wat toch bijzonder weinig is.
Ondertussen zou de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) werk maken van een verbetering van het systeem. Zo zouden meer zuilen en een vereenvoudiging van Paspartoe een aantal problemen moeten verhelpen met betrekking tot het gebruik van de pas. Onlangs spraken een aantal gebruikers me daar nog eens over aan. Ze zeiden dat ze met hun Paspartoe op zeer weinig plaatsen terechtkonden.
Wat het aantal bezitters van de pas betreft, moeten we misschien nadenken over andere mogelijkheden om meer mensen met een lager inkomen aan cultuur te kunnen laten participeren. Minister, voor welke deelactiviteiten wordt Paspartoe gebruikt? Hebt u daar een zicht op? Valt er een onderscheid te maken tussen cultuuractiviteiten en sportactiviteiten? Wat zult u doen als minister van Brussel én van Cultuur om de bekendheid en populariteit van Paspartoe in Brussel te vergroten? Hebt u al overlegd met uw collega, minister Smet? Zo ja, wat heeft dat opgebracht? Welke rol kunnen welzijnsorganisaties en culturele verenigingen hierin spelen, rekening houdend met het feit dat zij via het gebruik van meer dan 20.000 bonnen veel Brusselaars hebben aangezet tot deelname aan cultuur in Brussel?
Ik was verrast door de uitspraak van minister Smet in de commissie Cultuur van de VGC. Ik citeer even uit het verslag. Hij zegt letterlijk: “Inzake toeleiding naar het culturele en het vrijetijdsaanbod via groepsactiviteiten als vereniging, als onderwijs- of als gezinsinstelling moet het meest geschikte en laagdrempelige instrument ontwikkeld worden. De vraag is of de Paspartoe het meest geschikte instrument is voor dit aspect. (...) De vraag zal zich stellen of we een ander instrument moeten ontwikkelen (...).” Die uitspraak heeft me sterk verbaasd. Is daarover met u gesproken?
Hoe zit het met de deelname door niet-Brusselaars? Is dat een mogelijkheid die kan worden ontwikkeld? Een collega in de VGC heeft het voorbeeld van de A-pas gegeven. Kan Paspartoe misschien worden ontwikkeld tot een soort B-pas, hoewel dat als iets tweederangs klinkt, maar dan wel buiten het gebruik door scholieren en studenten die niet in Brussel wonen, maar er wel studeren?
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik sluit me graag hierbij aan. Paspartoe is helemaal op het einde van de vorige legislatuur gelanceerd door staatssecretaris De Lille. Eerlijk gezegd, het lijkt me op dit ogenblik nog gewoon te vroeg om te evalueren. Men is immers nog maar anderhalf jaar bezig. We mogen dus niet te ongeduldig zijn als het gaat over het trekken van conclusies.
Belangrijk is de rol van Muntpunt in dezen, als communicatiecentrum. Ik heb zelf de proef op de som genomen en ben in Muntpunt gaan zoeken naar de Paspartoe-zuil. Het is echt wel heel erg zoeken voor je die vindt, terwijl ik toch met de intentie was gegaan om die zuil te vinden. Ik denk dus dat er nog heel wat werk aan de winkel is als het erover gaat duidelijk of zichtbaarder te communiceren. Muntpunt speelt toch wel een belangrijke rol ter zake. Minister, welke rol ziet u voor Muntpunt in dezen?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Poschet, naar aanleiding van uw vorige vraag om uitleg over hetzelfde thema heb ik benadrukt dat Paspartoe een initiatief is van de VGC, in samenwerking, natuurlijk, met UiTPAS en Muntpunt. Logischerwijs zou u deze vraag dus moeten stellen en uw terechte bekommernis moeten aankaarten bij de collega’s in de Raad van de VGC. Dat is ondertussen ook gebeurd. Dat is het voordeel van het feit dat deze vraag is uitgesteld. Het is dus de VGC die in deze materie beslissingen neemt. De discussie over het verhogen van het gebruik van deze pas, al dan niet op individuele basis of in groep, moet in eerste instantie dus binnen de VGC worden gevoerd.
Een eerste evaluatie van Paspartoe is momenteel aan de gang. Het lijkt me aan de VGC om de cijfers en de analyse met betrekking tot Paspartoe toe te lichten aan de leden van de Raad van de VGC. Het is dus nog even wachten op die evaluatie. Minister Smet, het collegelid bevoegd voor de cultuur, heeft op 26 mei 2015 in de commissie Cultuur van de Raad van de VGC aangegeven de ambitie te hebben tegen eind juni een eerste evaluatie klaar te hebben. Dat weet u. Zodra die eerste evaluatie beschikbaar zou zijn, zouden de VGC-raadsleden worden betrokken in een participatief gesprek. Het lijkt me niet slecht dat de Vlaamse volksvertegenwoordigers uit Brussel mee in het debat zouden worden betrokken. Dat is een voorzet of een hint die ik geef. Dit kan ook een element zijn dat in de samenwerkingscommissie aan bod zou kunnen komen.
Zoals ik aangaf tijdens de vergadering van de commissie Brussel van 1 oktober 2014, zal ik de implementatie en de evaluatie van Paspartoe enerzijds en de afstemming tussen de UiTPAS in Vlaanderen en Paspartoe anderzijds met veel aandacht volgen. Ik wacht dan ook samen met u de evaluatie van Paspartoe af. In opvolging van een ontmoeting met de armoedeverenigingen uit Vlaanderen betreffende de evaluatie van het UiTPAS-systeem, ontving mijn kabinet op 24 april in het kader daarvan ook het Brussels Platform Armoede, om hun ervaringen met de Brusselse UiTPAS te vernemen. Uit het gesprek bleek dat ze een aantal specifieke Brusselse bekommernissen hadden. Zo was er onder meer de vraag om bijvoorbeeld te komen tot één vrijetijdspas voor Brussel. Aan Franstalige kant bestaat er immers Article 27, eveneens een systeem waardoor mensen in armoede kunnen deelnemen aan cultuur, voor een vaste ticketprijs van 1,25 euro. De vraag was om de twee systemen beter op elkaar af te stemmen of zelfs te integreren tot één Brusselse vrijetijdspas. Verder waren er vragen over de mogelijkheid om het gebruik van Paspartoe in Vlaanderen uit te breiden. U hebt daar bij uw vraagstelling ook gewag van gemaakt.
Ik kom tot uw vraag over het verhogen van de populariteit. Paspartoe zat, wegens de snelle opstart en het initieel beperkt houden van de publieke verkoopplaats, de spaarplaatsen en het aantal deelnemende organisaties, langer dan gepland in de operationele opstartfase. Om de bekendheid en het gebruik van Paspartoe in de nabije toekomst sterk te verhogen, hebben de partners, namelijk de VGC, Muntpunt en CultuurNet, een actieplan opgemaakt, dat momenteel ter goedkeuring voorligt en op het terrein zichtbaar zal worden bij de start van het nieuwe cultuurseizoen. De ingrepen in het actieplan zetten in op meer gebruikers, meer gespaarde punten en ruilvoordelen op maat.
Mevrouw Idrissi, zoals ik ook in mijn beleidsnota Brussel heb aangegeven, blijft Muntpunt als het centrale informatiecentrum dé toegangspoort van Brussel tot het ruime en gevarieerde netwerk van Nederlandstalige initiatieven en dienstverlening op het vlak van cultuur en vrije tijd, waarin Paspartoe een van de mijlpalen is. Ik heb de proef nog niet op de som genomen. Als dat kan worden bevestigd, en dat zal wellicht zo zijn, dan moeten er zeker bijkomende initiatieven worden overwogen met betrekking tot de zichtbaarheid en andere elementen. Laten we bij dit alles niet vergeten dat Paspartoe nog een jong instrument is, met ontzettend veel ontwikkelingspotentieel.
Dan was er de vraag over overleg met het VGC-college. Er is momenteel een eerste evaluatie van de werking van Paspartoe aan de gang. Ik verwees daar al naar. De diverse partners worden daarbij betrokken, om zo het systeem te verbeteren en de doelstellingen te verhelderen. Bovendien gaf ik recent ook aan CultuurNet Vlaanderen, samen met mijn Brusselse collega, minister Smet, de opdracht om de cultuurcommunicatie in Brussel en de inzet van de door Vlaanderen gesubsidieerde instellingen en instrumenten in kaart te brengen. Ook het instrument Paspartoe moet daarin zijn plaats vinden. Het element van die pas heeft natuurlijk ook raakpunten met de cultuuragenda van de Vlaams-Brusselse media en dergelijke meer. We verwachten in september een voorstel, in overleg met alle betrokken partijen. Het spreekt vanzelf dat we rekening zullen houden met de evaluatie van Paspartoe.
De welzijnsorganisaties en culturele verenigingen hebben een Paspartoe-bon, waarmee ze hun leden kunnen meenemen naar voorstellingen en activiteiten. Dat weet u. Voorlopig is dat nog beperkt qua budget en aanbod waarvoor de bon kan worden ingezet. Ik wil hierbij expliciet benadrukken dat Paspartoe als instrument heel wat meer behelst dan het systeem van de cultuurwaardebonnen, door het gelijktijdig inzetten op het verhogen én het verbreden – dat gaat dan over het spaarsysteem – van de vrijetijdsparticipatie via een sterk uitgebouwd communicatienetwerk. Er zullen in de nabije toekomst nog andere mogelijkheden worden verkend en nieuwe toepassingen worden ontwikkeld met het oog op het stimuleren tot kennismaking met en participatie aan het Nederlandstalige aanbod in Brussel, maar die aanzetten staan nog in de kinderschoenen.
Mijnheer Poschet, ik heb in het algemeen niet de gewoonte om te antwoorden op verklaringen van andere ministers, wie dat ook weze en in welke hoedanigheid. Dat is altijd een beetje een vreemde parlementaire techniek.
Ik vat kort mijn antwoord samen. Het opstarten heeft langer dan voorzien geduurd. Er zijn al een aantal interessante stappen gezet. Het moet meer, beter en dieper. We overleggen met de VGC, en uiteraard ook met CultuurNet en Muntpunt, om dat te kunnen doen. Op basis van de evaluatie van eind juni verwachten we in september, in het nieuwe cultuurjaar, toch al een gevoelige verbetering. Ik neem echter aan dat er ook dan nog tussentijdse evaluaties en vragen aan de orde zullen zijn om van dit instrument te maken wat wij er allemaal van hopen.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik zal niet zeggen dat ik op mijn honger blijf. Ik zal inderdaad nog even geduld moeten hebben. Ik zou toch nog een aantal suggesties willen doen in de aanloop van de herlancering of bijsturing van september. Gisteren was ik aanwezig bij een viering van 85 jaar Femma in een bepaalde gemeente. Het was zeer gezellig. Er was zelfs iemand die al meer dan 60 jaar lid was. Dat is niet het publiek dat automatisch op de bus stapt om naar Chagall of Permeke te gaan kijken. Dat zijn wel mensen die, als ze er de kans toe hebben, daar in groep met vrienden naartoe gaan. Daarom is het altijd onze bekommernis geweest de verenigingen voldoende ruimte te geven, zodat ze meer dan één keer een groepsactiviteit kunnen doen via Paspartoe. Ik wil die bekommernis meegeven.
Een ander punt is dat het 5 euro kost om die pas aan te kopen, en dat het krediet dat erop staat, 6 euro is. Als je dus maar op korte termijn denkt, zoals veel mensen, dan heb je eigenlijk maar een voordeel van 1 euro, waarvoor je dan wel eerst een zuil moet vinden, of dat ergens zien aan te vragen. Die inspanning staat dus in vrij sterk contrast met de opbrengst daarvan.
Wat de samenwerking met de Franstaligen en Article 27 betreft, ben ik geneigd om toch vooral te pleiten voor het behouden van die band met de Vlaamse UiTPAS, zodat mensen binnen de Vlaamse cultuurgemeenschap vlot over de grenzen met Brussel heen kunnen gaan.
Het is een zeer waardevolle suggestie om het te bespreken in de Samenwerkingscommissie. Het is aan ons als we dat willen doen.
Hebt u een idee van de verdeling over cultuur en sport, minister? Want het is inderdaad ruimer dan enkel cultuur sinds de overgang van cultuurwaardebon naar Paspartoe.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is logisch dat we de evaluatie afwachten en de bekendmaking van de cijfers. Als er kinderziekten zijn, moeten die worden aangepakt. Het verheugt me ook dat u mijn bekommernis over Muntpunt wilt meenemen. Zodra die evaluatie achter de rug is, zullen we er opnieuw over debatteren. De kern van het debat zit bij de VGC en niet hier, zoals u zelf hebt aangegeven.
Minister Gatz heeft het woord.
Het vorige systeem met de cultuurcheques was zeer eenvoudig. De leesbaarheid ervan voor de gebruiker was veel groter. Alleen – en dat zult u allemaal met mij eens zijn – was het mattheuseffect enorm. Daarom hebben we een ander instrument ontwikkeld. Het is een pas. Hoe werkt dat allemaal? De leesbaarheid en handelbaarheid ervan is moeilijker voor een bepaalde groep – en dan heb ik het zelfs niet over mensen in armoede, maar oudere mensen en zo. Die klik hebben we nog niet kunnen maken: om uit te leggen wat het juist is en om te kunnen overbrengen dat het leuk en nuttig is om te gebruiken. Dat is nu na jaar één of jaar nul de uitdaging. Het is mogelijk om die sprong te maken. U moet ons nog enige tijd geven.
De spreiding over cultuur en sport zal ik opvragen bij de VGC en aan de leden van de commissie bezorgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.