Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
In 2015, maar uiteraard ook eerder, is er in het kader van de EPB-regeling (energieprestatie en binnenklimaat) een attest nodig voor nieuwbouw of grondige renovaties. Elke aangifteplichtige, in principe de bouwheer, is verplicht in te staan voor het aanvragen van het EPB-attest en te bewijzen dat het gebouw voldoet aan de recente energievereisten.
Volgens de regels kan de EPB-aangifte slechts eenmaal definitief worden ingediend. Op de website van het Vlaams Energieagentschap (VEA) staat het volgende: “De voorlopige aangifte wordt gebruikt om mogelijke fouten op te sporen vóór de definitieve indiening. Tussen de datum van ingebruikname en de datum van indiening heeft men nog de mogelijkheid om extra energiebesparende maatregelen uit te voeren, bijvoorbeeld aan de hand van een luchtdichtheidsmeting. Na de indiening kunnen deze maatregelen niet meer worden opgenomen in de aangifte.”
De Vlaamse ombudsman geeft daarover in zijn laatste jaarverslag het volgende mee: “Zo wordt aan een particulier waarvan de woning niet aan de EPB-eisen voldoet op het moment van indiening van de aangifte, zonder enige voorafgaande waarschuwing of aanmaning, onmiddellijk een effectieve en soms aanzienlijke geldboete opgelegd, ongeacht of nog bijkomende maatregelen worden genomen om zich alsnog in regel te stellen.”
Het regeerakkoord heeft met betrekking tot de EPB-regeling het een en ander vastgelegd. We hebben daarover in het verleden in deze commissie ook al gesproken. In het regeerakkoord heeft men het over “een multisectoraal onderzoek met het oog op de maximale integratie en vereenvoudiging van allerlei attesten om de administratieve lasten en de kosten voor de bouwheer en de overheid tot een minimum te beperken. Met dit onderzoek streven we naar de invoering van een attest dat tegelijk de correcte uitvoering van een recent afgeleverde vergunning voor nieuwbouw attesteert.” In het regeerakkoord is er dus een aanleiding. In deze commissie hebt u ook al gezegd dat u een en ander zult herbekijken.
Er rijzen echter een aantal vragen in verband met attesten die verkeerd worden afgeleverd of fouten hebben die kunnen worden aangetoond met een nieuwe meting. Bouwheren hebben op dit moment geen kans om die fout recht te zetten na de definitieve aangifte. Het VEA zegt daarover het volgende: “De datum waarop de EPB-aangifte is ingediend, wordt in het kader van de energieprestatieregelgeving gezien als het formele einde van de werken en eventuele aanpassingen. (…) Na het verstrijken van de periode van zes maand na de ingebruikname, kan niet langer worden gepretendeerd dat er nog werken worden uitgevoerd in het kader van de nieuwbouw of de stedenbouwkundige vergunning en betreft het dan ook nieuwe werken die losstaan van de in de EPB-aangifte gerapporteerde werken. (…) Het opnieuw indienen van de EPB-aangifte is binnen de wettelijke context van de EPB-aangifte momenteel niet mogelijk.”
Ook in het jaarverslag van de Vlaamse ombudsman wordt er verwezen naar de mogelijkheden van flexibiliteit en het gebruikmaken van de beschikbare informatie: “Nochtans is het Vlaams Energieagentschap (VEA) perfect op de hoogte van wie aan de voorwaarden van de E-peilpremie voldoet. Als het VEA boetes kan sturen naar burgers met een te hoog E-peil, dan kan het VEA uit de EPB-databank ook lijsten genereren van mensen met een laag E-peil die in aanmerking komen voor de E-peilpremie. Op basis van die lijsten zouden de distributienetbeheerders dan heel gericht een aanvraagformulier kunnen opsturen.” Het is dan de bedoeling om een automatische toekenning te creëren van de premie. Uit die flexibiliteit zou een andere aanpak kunnen groeien om flexibeler om te gaan met de EPB-aangifte.
Minister, hebt u weet van de vermeende anomalie tussen de bevindingen in het jaarverslag van de Vlaamse ombudsman en de beloofde vereenvoudiging binnen het regeerakkoord? Op welke manier zult u eventueel tegemoetkomen aan de vraag van de Vlaamse ombudsman?
Tot nu toe is het niet mogelijk een nieuwe EPB-aangifte te doen als er fouten werden vastgesteld. Zult u dat hiaat aanpakken? Op welke manier en binnen welke termijn?
Hoe kan een bouwheer aan wie een EPB-attest werd afgeleverd dat berust op foutieve informatie, zich verweren? Via welke middelen kan de bouwheer een nieuw en correct attest verkrijgen? Kan de bouwheer aan wie een EPB-attest werd afgeleverd dat berust op foutieve informatie, ook na zes maanden een nieuw en correct attest aanvragen? Kunnen op basis daarvan bijvoorbeeld premies in het kader van het E-peil worden verkregen?
Met welke acties zult u ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk een aanpassing komt van de handhavingsmiddelen voor EPB-attesten in het kader van de geplande hervorming in het regeerakkoord?
Wat vindt u ten slotte van het voorstel van de Vlaamse ombudsman om het VEA automatisch te laten peilen naar het laag E-peil dat in aanmerking komt voor de E-peilpremie? Op welke manier zult u het VEA aanmoedigen hierin stappen te ondernemen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, het daarnet aangehaalde multisectorale onderzoek, met het oog op een maximale integratie en vereenvoudiging van allerlei attesten, is in april 2015 gestart. Het onderzoek zal tot het najaar van 2015 lopen. Begin 2016 zullen minister Schauvliege en ikzelf het resultaat van het onderzoek, met voorstellen tot mogelijke integratie, aan de Vlaamse Regering voorleggen.
Ik zal het VEA vragen het resultaat van het onderzoek niet af te wachten en sneller met de netbeheerders te overleggen over een uitwisseling van de gegevens van woningen die voor een E-peilpremie in aanmerking komen. De eerste contacten over de uitwisseling van EPB-gegevens in het licht van de fraudedetectie hebben reeds plaatsgevonden. Ik zal vragen dit punt ook op de agenda te plaatsen.
Mits de nodige machtigingen behoort een uitwisseling tot de mogelijkheden. Ik heb alvast het initiatief genomen om de netbeheerders door middel van een wijzigingsdecreet toegang tot de EPB-EPC-databank te verlenen. Op die manier kunnen ze de premieaanvragen gemakkelijker controleren.
Er is voorgesteld met betrekking tot de E-peilpremie proactief op te treden. Wat dat betreft, moet zeker rekening met de privacywetgeving worden gehouden. Indien we het principe van de proactiviteit voor de E-peilpremie invoeren, moeten we datzelfde principe ook voor de toekenning van de andere premies onderzoeken. Dat laatste lijkt echter niet zo eenvoudig.
Volgens het Energiedecreet is een EPB-aangifte het uniek document waarin de verslaggever alle uitgevoerde maatregelen tot naleving van de EPB-eisen beschrijft en al dan niet conform de eisen verklaart. Die eisen zijn aan een stedenbouwkundige vergunning gekoppeld. De EPB-aangifte dient dan ook in de eerste plaats als bewijsstuk om aan te tonen dat conform de EPB-eisen is gebouwd.
De datum waarop de EPB-aangifte is ingediend, wordt in de energieprestatieregelgeving als het formeel einde van de werken en van de eventuele aanpassingen beschouwd. Na het verstrijken van de periode van zes maanden na de ingebruikname kan niet langer worden gepretendeerd dat nog steeds werken worden uitgevoerd die binnen de stedenbouwkundige vergunning passen. Het betreft in dat geval nieuwe werken die van de in de EPB-aangifte gerapporteerde werken losstaan. De investeringsbeslissingen die buiten de context van de vergunning vallen, vallen buiten de scope van de EPB-regelgeving.
Indien een verslaggever of een bouwheer vaststelt dat de ingediende EPB-aangifte fouten bevat, is het momenteel mogelijk de EPB-aangifte opnieuw in te dienen. Het Energiedecreet voorziet hiervoor in een procedure.
Als het een administratieve fout betreft, zoals een verkeerde naam of een fout in het adres, kan dit door middel van een eenvoudig verzoek aan de helpdesk van het VEA. Dit kan binnen de week gebeuren.
Als het fouten in verband met de uitgevoerde werken betreft, bijvoorbeeld de invoering van een verkeerde productwaarde, kan dit op vraag en mits de voorlegging van de nodige stavingsstukken die de materiële vergissing aantonen. Aangezien de stavingsstukken steekproefgewijs worden nagekeken, kan het in dit geval iets langer duren voor het VEA het voor de verslaggever mogelijk maakt de EPB-aangifte opnieuw in te dienen.
Als het een EPB-aangifte met een boete betreft, doorloopt de nieuwe indiening van de EPB-aangifte de hoorzittingsprocedure. In tegenstelling tot de stelling in het jaarverslag van de Vlaamse ombudsman wordt de administratieve boete voor de niet-naleving van de EPB-eisen niet onmiddellijk opgelegd. Elke aangifteplichtige krijgt de kans zich in een hoorzittingsprocedure te verweren.
Zoals daarnet al is gesteld, biedt het Vlaams regeerakkoord ruimte om door middel van het onderzoek van de integratie van de verschillende attesten de correcte uitvoering van een vergunning voor nieuwbouw te attesteren. Zodra dit aspect aan bod komt, zullen we ook de doelmatigheid en de effectiviteit van de handhavingsprocedures evalueren.
Ik wil nu al even een gedeelte toevoegen van mijn antwoord op een vraag om uitleg die de heer Gryffroy straks zal stellen. Ik wil vooral benadrukken dat het moeilijk is een voorafname op de globale hervorming van de energiepremies te doen. Ik ben niet zeker dat de E-peilpremie in de toekomst zal blijven bestaan. Ik ben momenteel bereid te onderzoeken in welke mate het VEA de aangifteplichtigen die aan de eisen van de E-peilpremie voldoen over het bestaan van deze premie te informeren. Dat zal deel uitmaken van de hervorming van de energiepremies. Ik moet nu echter al meedelen dat ik niet zeker ben of dit zal blijven bestaan.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. De globale hervorming zult u, in samenwerking met minister Schauvliege, in het begin van 2016 aanpakken. We moeten goed naar het doel van de EPB-regelgeving kijken. Energiezuiniger woningen vormen het doel. De termijn van zes maanden die in dit verband is afgesproken, is natuurlijk belangrijk. U hebt er echter zelf op gewezen dat er mogelijkheden zijn om fouten recht te zetten. Er zijn procedures voor fouten bij de constructie en in de rapportering.
Die procedures moeten met de grootst mogelijke flexibiliteit worden aangewend. Indien in eerste instantie blijkt dat de investeringen onvoldoende zijn en de bouwheer bereid is dit alsnog in orde te brengen, moeten we ervoor zorgen dat het peil uiteindelijk op basis van de effectieve investeringen wordt toegekend. Op die manier kan de bouwheer boetes vermijden en in aanmerking komen voor een E-peilpremie, zolang deze premie nog bestaat.
Minister, ik roep u op om in dit verband de nodige flexibiliteit in te bouwen. U hebt al verklaard dat die flexibiliteit er is. Volgens mij moet het VEA hier ook op deze manier mee omgaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.