Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de vakantieregeling bij De Lijn
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over de vakantieregeling bij De Lijn. Het zijn katholieke scholen die daaromtrent de kat de bel hebben aangebonden. In verschillende provincies is er beroering over de vakantieregeling van De Lijn. Terwijl in de meeste scholen het schooljaar eindigt op 29 of 30 juni, start De Lijn al op 25 juni met zijn vakantieregeling, en dus met een verminderd aanbod.
We kennen ook allemaal de problematiek van het luxeverzuim en de inspanningen die de minister van Onderwijs op dat vlak moet leveren om leerlingen tot op de laatste schooldag ook daadwerkelijk in de school te krijgen.
Het verminderde aanbod leidt ertoe ervoor dat veel leerlingen en leerkrachten, en mogelijkerwijs ook ouders voor het afhalen van de rapporten van zoon- of dochterlief, vanaf 25 juni moeilijkheden zullen ondervinden om met het openbaar vervoer op de school te geraken. Het betreft niet elke entiteit, maar het zal toch voor problemen zorgen.
Dat kan niet de bedoeling zijn, vooral omdat veel Vlaamse scholen door De Lijn bevraagd zijn over de vakantieregeling. Dat is op zich een positief gegeven. Wij kunnen alleen maar achter een dergelijke klantvriendelijke werkwijze staan. De meeste scholen hebben dan ook geantwoord tot wanneer hun schooljaar liep en tot wanneer er noodzaak was aan bussen bij de aanvang en het einde van de schooluren.
Nu blijkt echter uit de communicatie van een aantal scholen dat De Lijn geen rekening heeft gehouden met hun mening. Dat valt te betreuren, vooral ook omdat De Lijn na het nemen van de beslissing niet meer opnieuw met de scholen gecommuniceerd heeft. De Lijn is baas over zijn aanbod, maar zou dan ook aan de scholen moeten laten weten wat zijn uiteindelijke beslissing is.
Minister, ik heb twee vragen voor u. Zal De Lijn alsnog in overleg treden met de scholen in kwestie en de vakantieregeling aanpassen?
Het overleg met de scholen is een positief gegeven. Dat zou een opstap kunnen zijn om ook met andere stakeholders geregeld rond de tafel te zitten. Ik denk aan gemeentebesturen, zorginstellingen, bedrijven. Kan zo’n overleg een vervolg krijgen met andere stakeholders in onze samenleving?
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, de vakantieregeling van De Lijn gaat inderdaad in op 25 juni, terwijl het schooljaar pas eindigt op 30 juni. We weten dat zeker bij middelbare scholen het traditionele ritme in de laatste week minder is, maar er zijn natuurlijk ook heel wat leerkrachten en lagereschoolkinderen die gebruik maken van het openbaar vervoer om op school te geraken. Bovendien wordt van het reguliere aanbod van De Lijn niet alleen gebruik gemaakt om naar school te gaan, maar ook vaak om naar het werk te gaan. Het is dus niet zo evident dat die vakantieregeling al ingaat voor 30 juni, hoewel daar natuurlijk ook wel goede redenen voor te bedenken zijn.
Het is een heel positieve zaak dat De Lijn in heel wat entiteiten overleg gepleegd heeft met de scholen. We kunnen dat alleen maar toejuichen, maar toch is er hier en daar blijkbaar nog iets misgelopen.
Hoe kijkt u terug op het beslissingsproces dat hieraan vooraf is gegaan? En wanneer denkt u dat die beslissing over de vakantieregeling het best genomen wordt? We hebben nu redelijk laat weet gekregen van de problemen die er her en der waren. Ook voor scholen is eind mei, begin juni vrij laat. Scholen hebben hun programma vaak al vastgelegd. Als daar wijzigingen aan gebeuren, is dat niet zo evident. Wanneer valt de beslissing over het ingaan van de vakantieregeling?
Er is nog een ander belangrijk element om mee te nemen. Tijdens de laatste week van het schooljaar zijn er ook heel wat scholen, zowel lager als secundair, die buitenschoolse uitstappen organiseren en daarbij vaak gebruik maken van De Lijn, wat een goede zaak is. Kunt u aangeven in welke mate daar gebruik van wordt gemaakt? Is dat bij De Lijn eventueel een argument voor het vervroegd laten ingaan van de vakantieregeling?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik heb zeer veel begrip voor de vraag, maar ze is mijns inziens een beetje achterhaald. We zijn allen meegenomen in de ‘loop’ van mails van een terecht verontruste directeur, maar we hebben dan onmiddellijk ook het mijns inziens zeer correcte antwoord kunnen lezen van de directeur-generaal, die erop wijst dat er een bevraging is geweest en dat het hier om een menselijke fout ging, dat men de afstemming blijkbaar niet heeft doorgevoerd voor die specifieke school.
Hij zei daar ook bij dat die afstemming meestal gebeurt. Dat is een goede zaak, omdat je op die manier in de vraaggerichtheid zit te werken. Men gaat echt kijken voor welke scholen het nog noodzakelijk is voor die paar dagen, en voor welke scholen niet.
Als het over occasionele verplaatsingen gaat, zitten we natuurlijk in een ander verhaal. Als dat past in de voortzetting van de examens of verplaatsingen die alle leerlingen moeten maken, lijkt mij dat een verhaal voor het geregeld vervoer. Maar als men nadien nog een occasionele uitstap maakt, is dat misschien een ander verhaal. Ik kijk uit naar het antwoord van de minister op dat punt, of dat daar mee onder valt.
Ik denk dat er een menselijke fout is gebeurd, maar dat de directeur-generaal daar heel correct op heeft geantwoord. Ik was tevreden te lezen dat De Lijn streeft naar een vraaggericht aanbod voor de scholen.
Ik ben er voorstander van dat als De Lijn op basis van een vraag een specifiek aanbod verzorgt en die vraag er niet meer is, het aanbod dan ook niet meer wordt verstrekt. Dat is logisch. In sommige gevallen wilde men overgaan naar een vervroegde invoering van de zomeruurregeling. We zijn het erover eens dat lege bussen voor niemand een meerwaarde bieden. Ik heb wel altijd benadrukt dat De Lijn rekening moet houden met de scholen die na 25 juni wel nog leerlingen op de school verwachten. Blijkbaar waren er uitzonderingen op die regel. Ik dacht dat scholen openblijven tot de reglementair voorziene periode. Dat kan geen generieke maatregel zijn. Het moet worden afgestemd op maat, vraag en aanbod moeten op elkaar worden afgestemd.
Om dat te realiseren heeft De Lijn een methodiek ontwikkeld die arbeidsintensief was. Op basis van ervaringen in het verleden – wanneer welke school stopt – heeft De Lijn een voorstel gedaan van examenperioderegeling en dat verspreid naar de scholen. Men heeft de scholen ook gevraagd om onmiddellijk te repliceren als ze vragen hebben. Blijkbaar heeft men dat niet overal gedaan. Alleen een strikte minderheid heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid tot maatwerk.
Op de school waar daarover enige heisa was, is er heel snel een antwoord gekomen van de directeur-generaal. Op basis van een miscommunicatie was het probleem ontstaan, maar dat is onmiddellijk rechtgezet. We kunnen hier een meer structurele oplossing wel gebruiken. Vandaar dat De Lijn een overleg heeft aangevraagd met het kabinet van Onderwijs voor het hanteren van een meer gefinetunede methodiek in functie van alle onderwijsnetten, zowel het officieel onderwijs, als het officieel gesubsidieerd onderwijs en het vrij onderwijs.
Inzake bijkomende schooluitstappen is De Lijn gemachtigd om geregeld vervoer en bijzondere vormen daarvan uit te voeren. Het gaat dan over het inschakelen van zwembaddiensten of het ophalen van leerlingen op al geëxploiteerde lijnen. Schooluitstappen zitten onder de noemer van ongeregeld vervoer. Dat is eigenlijk autocarvervoer, wat geen taak is van De Lijn. Dat kan ze dan ook niet uitvoeren.
De heer Keulen heeft het woord.
Het is positief dat men in de vakantieperiodes zorgt voor extra aanbod op de middaguren in de examenperiode, zodat de leerlingen ook dan thuis geraken om aan hun blok te beginnen. Op 1 juni hebben we naar De Lijn in Limburg gebeld. Die wisten niet wanneer de vakantieregeling zou beginnen, want dat zou worden bepaald in Mechelen.
Je hebt ook de leerlingen van het lager onderwijs. In het middelbaar moeten de leerlingen in de laatste week alleen nog boeken binnenbrengen en wat afspraken nakomen op ongeregelde momenten. Het lager onderwijs functioneert meestal tot op het einde. Als men een beslissing neemt, moet men terugkoppelen, zodat mensen zich kunnen organiseren. Het ideaal is de vijand van het goede. Als de minister van Onderwijs het luxeverzuim beteugelt, moet je in de randvoorwaarden zo weinig mogelijk incidenten creëren waardoor sommigen zich op dat luxeverzuim kunnen beroepen.
Er zijn grotere problemen dan dit. Dit heeft te maken met waar mensen op rekenen, tot op het einde, ook al is de groep kleiner. Minister, u hebt gelijk: voor lege bussen pleit niemand. Dat hoort u mij ook niet zeggen. Door van meet af aan duidelijk te communiceren, had heel veel heisa kunnen worden voorkomen.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, ik heb deze vraag om uitleg niet gesteld door één probleem dat werd gemeld, maar wel vanuit het algemene principe. Scholieren van de lagere school en van het secundair onderwijs maken veel gebruik van het openbaar vervoer. Als we dat allemaal steunen, gebeurt dat ook op die manier. De vakantieregeling van De Lijn heeft een impact op het gehele aanbod van De Lijn. In juli en augustus vermindert met de vakantieregeling het algemene aanbod van De Lijn, wat ik ook begrijp. Er zijn veel mensen met vakantie, er wordt minder gebruikgemaakt van het openbaar vervoer, en niemand is voor het rijden van lege bussen.
Maar zoals collega Keulen heeft gezegd, is het in het proberen aanpakken van luxeverzuim enerzijds en absoluut ook stimuleren van het openbaar vervoer in het kader van woon-schoolverkeer anderzijds, toch absoluut te overwegen om goed na te denken op welk moment die vakantieregeling in de toekomst ingaat en dat daar op een goede manier en tijdig over wordt gecommuniceerd. Het initiatief dat De Lijn op een aantal plekken heeft genomen – ik geloof u dat dat zeer tijdsintensief is – om in overleg te gaan met de scholen, is een goede aanzet. Ik denk dat het niet alleen met scholen maar ook met andere gebruikers, zoals bedrijven, zorginstellingen enzovoort, verder kan worden uitgebreid om in de toekomst te komen tot een nog beter aanbod van het openbaar vervoer.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.