Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, ik heb deze vraag om uitleg al een tijdje geleden ingediend. Ze is niet aan een concrete datum of een concreet feit verbonden. De hervorming van het Vlaams Bouwmeesterschap is een item dat het Vlaams Parlement zou moeten bezighouden.
Tijdens de vorige legislatuur is er kritiek geuit op de invulling van het Vlaams Bouwmeesterschap. Op een bepaald ogenblik is er een klein incident geweest. Daarover gaat mijn vraag om uitleg absoluut niet.
Mijn zorg is de zorg van voormalig minister Demeester, die destijds aan de basis lag van het Vlaams Bouwmeesterschap als instelling. De vraag is nog steeds hoe het architectuurbeleid in Vlaanderen duurzaam en kwaliteitsvol kan zijn, hoe we goede praktijken kunnen uitwisselen en hoe door middel van de open oproep een nieuwe dynamiek in de architecturale vormgeving en kwaliteit kan worden ondersteund, gelanceerd en gepromoot.
Eind jaren 1990 is het Vlaams Bouwmeesterschap hier in het leven geroepen. Een aantal landen hadden hier meer ervaring mee. Het is een goede zaak dat we op een bepaald ogenblik ook mee zijn gestart.
De Vlaamse Bouwmeester heeft de opdracht gekregen vanuit een langetermijnvisie en in overleg met de verschillende administraties en met de betrokken externe partijen bij te dragen tot de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering van het architecturaal beleid van de Vlaamse Gemeenschap. Het doel is in Vlaanderen een architecturaal kwalitatieve leefomgeving te helpen creëren. Dit is een heel brede opdracht. In de loop der tijden hebben we om de drie of vier jaar telkens een andere Vlaamse Bouwmeester gehad. Zij hebben hun opdracht elk op hun eigen manier en met eigen accenten ingevuld.
Het Vlaams regeerakkoord stelt een hervorming van het Vlaams Bouwmeesterschap in het vooruitzicht. Er is sprake van de oprichting van een bouwmeestercollege met een veeleer adviserende rol. Dit college zou bestaan uit vijf deeltijdse experts-architecten met een tijdelijk mandaat. De experts zouden deels door het architecturaal middenveld worden gekozen. De voorzitter van het college zou dan de titel van Vlaams Bouwmeester dragen.
Een van de punten van kritiek die in het verleden zijn gegeven, houdt in dat alles te veel rond één persoon draaide. Dat begon in Vlaanderen bijna een cultfiguur te worden. Er werd een zeer groot gewicht op een enkele persoon gelegd. Ik heb altijd ervaren dat het team achter de Vlaamse Bouwmeester, dat vaak gemeentebesturen en andere besturen assisteerde, dit ook mee bewaakte. De Vlaamse Bouwmeester woog hier persoonlijk niet zo zwaar op. Hij leidde het in goede banen en gaf zijn input, maar er zat toch heel wat meer achter dan een enkele persoon.
Inmiddels blijkt dat de Vlaamse Regering in dit verband voor een enigszins andere benadering opteert. Begin april 2015 is bekend geworden dat de Vlaamse Regering veeleer de weg wil inslaan van een enkele bouwmeester die onder de bevoegdheid van de minister-president zou vallen. De Vlaamse Bouwmeester zou worden ondersteund door een expertengroep die eenmaal per jaar zou vergaderen.
Minister-president, kunt u bevestigen dat de Vlaamse Regering opnieuw voor de aanstelling van een enkele bouwmeester opteert? Zo ja, op basis van welke elementen is de Vlaamse Regering tot deze conclusie gekomen?
In welke mate is met de belanghebbenden uit de sector over deze nieuwe optie overlegd? Ik denk dan aan de organisatie van de architecten en aan de bouwsector.
Binnen welke tijdspanne zal de nieuwe Vlaamse Bouwmeester worden aangesteld? Hoe ziet u de samenstelling van de zogenaamde expertengroep? Welke expertises lijken u noodzakelijk om een dergelijke expertengroep optimaal te laten functioneren en de multidisciplinariteit te waarborgen? Volgens het Vlaams regeerakkoord zouden de vijf deeltijdse experts elk een bepaalde discipline vertegenwoordigen. Een persoon kan al die disciplines niet in zich verenigen. Het werken met een team zou de multidisciplinariteit kunnen waarborgen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, ik kan bevestigen dat het de intentie van de Vlaamse Regering is ook in de toekomst met een Vlaams Bouwmeester te werken. We hebben een bevraging georganiseerd, die door IDEA Consult is uitgevoerd. Hieruit is uitdrukkelijk naar voren gekomen hoeveel iedereen ervoor opteert om met de instelling van enkele bouwmeester verder te werken. Dit is een zeer ruim gedragen aanbeveling. De Vlaamse Regering heeft principieel beslist dat advies te volgen.
Ik bereid momenteel een conceptnota voor. De politieke besluitvorming moet nog volgen. De conceptnota moet vorm geven aan de nieuwe opvatting die we in de toekomst willen realiseren.
De bevraging is zeer breed geweest. Ongeveer alle klanten zijn tot deelname uitgenodigd. Het gaat onder meer om de academische wereld, inclusief de vakgroepen architectuur, de bouwsector, de wereld van de architecten en hun organisaties, de planners en hun verenigingen en ook de culturele sector.
De vragen en de antwoorden zijn zowel voor als na de bevraging met vier experts besproken. De twee experts in de stedenbouw en de planning waren professor Loeckx en professor Allaert. De twee experts in de bestuurskunde waren professor De Rynck en professor Ackaert.
Ik werk momenteel aan een conceptnota die zeer binnenkort aan de Vlaamse Regering zal worden voorgelegd. Die nota bevat onderdelen over de missie en de opdracht van de Vlaamse Bouwmeester. Die onderdelen zijn geformuleerd in overeenstemming met het advies van IDEA Consult, de krachtlijnen en de werking van het Vlaams Bouwmeesterschap en de krachtlijnen van het vernieuwd instrumentarium.
Het zal daarbij van belang zijn om een ruime groep ontwerpers en opdrachtgevers aan te spreken, een grotere diversiteit aan projecten aan te trekken, de realisatiegraad te verhogen enzovoort. Ik denk ook aan de procedure, de timing en de modaliteiten van aanstelling van de volgende Vlaamse Bouwmeester. Het is mijn bedoeling om die conceptnota voor het reces ter goedkeuring voor te leggen aan de regering, om dan, onder voorbehoud van goedkeuring door de regering, werk te maken van een expertengroep die fungeert als kwaliteitskamer, als klankbord, om het draagvlak van het Vlaams Bouwmeesterschap te versterken.
Als alles goedgekeurd is, zal er ook een functieprofiel moeten worden uitgewerkt, om vervolgens te kunnen overgaan tot de procedure voor de aanstelling van de Vlaamse Bouwmeester.
De heer Kennes heeft het woord.
Ik bedank de minister voor zijn antwoord. Ik begrijp dat er een conceptnota in voorbereiding is. Dat het een beetje voorbarig zou zijn om daar nu al veel meer uitspraken over te doen, daar heb ik uiteraard alle begrip voor.
Ik vind het heel goed dat die ruime bevraging gebeurd is, want het is wel een instelling, hoewel er in politieke kringen wat kritiek op was, die in het veld en bij mensen die in de culturele en stedenbouwkundige sector actief zijn, heel erg gewaardeerd wordt. Iedereen beklemtoont dat we dat in Vlaanderen nodig hebben. Het is dus heel positief dat er een brede bevraging gebeurd is, ook met stedenbouwkundige mensen, bestuurskundigen enzovoort. En wat ook mijn waardering wegdraagt, is dat u de verdere vormgeving van het Vlaamse Bouwmeesterschap daarop wilt enten, rekening houdend met alle input die er gekomen is.
Ik kijk nu vooral uit naar de conceptnota. Wellicht kunnen we daar in het najaar, bijvoorbeeld in het kader van de beleidsbrief, op terugkomen. Als dat voor het reces aan de regering wordt voorgelegd, zullen wij dat na het reces zeker in het parlement kunnen bespreken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.