Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Minister, een artikel uit Het Belang Van Limburg van 15 mei 2015 haalt de bekommernissen aan van een zorghoeve in Maaseik. De zorghoeve vangt wekelijks 25 tot 30 jonge en oudere volwassenen met autisme op. Het gemotiveerde koppel kreeg hiervoor gemiddeld 7800 euro subsidies per jaar van de Vlaamse overheid.
In 2015 heeft men hier geen recht meer op omdat het bedrijfsresultaat per bedrijfsleider kleiner is dan 30.000 euro bruto per jaar. In het artikel staat dat uw kabinet de situatie betreurt en meldt men dat de ondergrens bestaat om enige zekerheid aan te bieden zodat de omvang van het bedrijf voldoende groot is. Zo voorkomt men dat personen subsidies krijgen terwijl ze van een ander inkomen genieten en de zorgboerderij een nevenactiviteit is. Gisteren nog zei minister Jo Vandeurzen in de commissie Welzijn aan mevrouw van der Vloet dat er een oplossing is voor dit bedrijf.
Een zorgboerderij is een land- of tuinbouwbedrijf waar zorgbehoevende personen kunnen meedraaien. De landbouwer krijgt hiervoor van de Vlaamse overheid een subsidie van maximum 40 euro bruto per dag. Het is begrijpelijk dat er aan subsidies enige voorwaarden worden gekoppeld, maar in dit specifieke geval wordt het gemotiveerde mensen onmogelijk gemaakt om hun activiteit voort te zetten en uit te breiden.
Er is ook een overlappend karakter met het domein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, waar er wachtlijsten zijn om onder andere dit soort van dagbesteding aan te bieden. Daarom zou overleg over deze kwestie niet overbodig zijn.
Als ik terugkoppel naar het Vlaams regeerakkoord 2014- 2019, waar er letterlijk staat dat men de werking van zorgboerderijen zal behouden en versterken, dan kan het niet-subsidiëren van een zorgboerderij die 25 tot 30 mensen per week opvangt, niet de bedoeling zijn. Ik begrijp dat we in krappe budgettaire tijden leven, maar dit betekent dat die zorgvragers ergens anders hun dagbesteding moeten zoeken, wat de wachttijden voor ondersteuning er zeker niet korter op zal maken. Zorgboerderijen bieden voor heel wat personen een ideale manier om tot de maatschappij toe te treden. De inclusiegedachte, de idee dat iedereen tot de maatschappij behoort, zit hier volledig in verweven.
Minister, hoe zal het engagement dat in het Vlaamse regeerakkoord staat, worden opgenomen in het beleid? Is het, in het kader van de inclusie en als link naar Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, volgens u geen opportuniteit om zorgboerderijactiviteiten op te nemen als land- en tuinbouwactiviteit in plaats van als land- en tuinbouwverbredingsactiviteit? Is een aanpassing van de reglementering volgens u een mogelijkheid om de zorgboerderijactiviteiten te verbreden voor kleinere bedrijven? Ziet u een mogelijkheid om samen met uw collega, minister Vandeurzen, de handen in elkaar te slaan, om de problematiek eens te bespreken? Het is natuurlijk goed dat er ondertussen een oplossing is voor dit bedrijf, maar hoe zullen andere bedrijven kunnen worden geholpen?
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Godderis heeft de vraag goed gesteld, in die zin dat deze bevoegdheid wordt gedeeld door meerdere departementen. Minister, u zult zich wellicht herinneren dat we een paar maanden geleden in Brakel de zorgboerderijen van Oost-Vlaanderen hebben gehuldigd. Naar aanleiding van die gelegenheid heb ik toch geprobeerd wat navraag te doen over hoe dat op het terrein functioneert. Onze goede collega, de heer Vanderjeugd, heeft hierover een vraag gesteld in februari jongstleden, en heeft daarover cijfers gekregen. In 2014 bleken 855 unieke zorgvragers te zijn opgevangen in zorgboerderijen, terwijl 396 zorgboeren prestaties indienden.
De zorgboerderij in Brakel is een plaats waar kaas wordt gemaakt. Ze is trouwens mooi gelegen. Daar was een andersvalide persoon bijna voltijds aanwezig. Dit is een goed initiatief. Het is goed dat men mensen met een handicap in zorgboerderijen opvangt en dat daarvoor een toelage wordt gegeven, want het ‘rendement’ van deze medeburgers is niet altijd wat men commercieel of anders zou kunnen verlangen.
Dat doet echter toch een aantal problemen rijzen. Ik steun de vraag van mevrouw Godderis. Is er ter zake nu een inventaris? Dat zit tussen twee departementen in. Is men bezig dat te bekijken? Men weet dat de welzijnssector sterk gereglementeerd is. Ik kan dat begrijpen. Dat is ten gunste van diegenen die zorgvrager zijn of de kans krijgen zaken te doen. Ik heb diverse gevallen gekend, beleefd, gevolgd. Dat is iets positiefs. Als men vandaag echter vraagt dat uit te breiden, dan weet ik het niet. Ik weet niet meer wat vandaag de dag nog een klein landbouwbedrijf is. Dat lijkt me moeilijk, want misschien heeft men nog niet de evaluatie op het terrein van wat precies die praktijk van zorgboerderijen en zorgaanvragers met zich meebrengt. Ik vind het idee genereus. Is het houdbaar? Ik zou me toch niet wagen aan een uitbreiding voor ik goed weet wat de stand van zaken is van wat er vandaag op het terrein gebeurt.
Collega’s, ik denk dat er in deze commissie kamerbreed altijd een grote waardering is geweest voor zorgboerderijen en zorgboeren, en dat er ook altijd de vraag is geweest om deze bedrijven en deze mensen in die situatie te ondersteunen.
Minister, ik las recentelijk dat een aantal zorgboerderijen worden geconfronteerd met terugvorderingen. Kunt u daar misschien iets meer over zeggen? Wat is de reden daarvan? Ik las in het bewuste artikel ook dat men overgangsmaatregelen vraagt.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Geachte leden, dit is natuurlijk een vraag die is ingegeven door een individueel geval. Het klopt dat we een oplossing hebben kunnen zoeken voor die individuele zorgboerderij, niet door een uitzondering te maken, want zo zijn er nog tal van zorgboerderijen. We geloven heel sterk in die zorgboerderijen. Vanuit Landbouw gaat er jaarlijks 1,4 miljoen euro naar die zorgboerderijen. Dat gaat niet naar structuren, maar rechtstreeks naar de mensen zelf, naar die zorgboerderijen. Vanaf 2013 is er een nieuwe regelgeving gekomen: op basis van de totale aangifte van het gemiddelde inkomen wordt inderdaad bekeken of er al dan niet sprake is van een zorgboerderij. Als je uit de boot valt als zorgboerderij op basis van die algemene gegevens waarover de diensten beschikken, heb je echter wel de mogelijkheid om aan te tonen, aan de hand van je specifieke boekhouding, dat je toch in aanmerking komt. Zo zijn er heel wat zorgboerderijen die op dit moment wel een oplossing hebben.
Wat dit specifieke bedrijf betreft, hebben wij zelf de stap gezet. Zij hadden immers niets gesignaleerd aan ons. Ze zijn meteen naar de pers gestapt, wat tegenwoordig wel meer gebeurt, maar goed. We hebben dus voor hen, maar net zo goed voor heel wat andere zorgboerderijen het goede nieuws kunnen melden dat ze inderdaad wel in aanmerking komen. Dat is geen uitzonderingsregel: daarin was al voorzien in de regelgeving. Eigenlijk had een eenvoudig contact met onze diensten dat dus al veel sneller kunnen oplossen. U ziet dus dat we op die manier altijd bereid zijn te bekijken hoe zaken kunnen worden opgelost.
Er is inderdaad een toenemende vraag naar die zorgboerderijen. We staan daar ook echt voor 100 procent achter. Het werkt ook. De regelgeving is in december 2013 aangepast. De bestaande zorgboerderijen hadden op dat moment eigenlijk al een overgangsperiode van een jaar om zich te conformeren aan die nieuwe regelgeving. Zo moesten ze onder andere voldoen aan de vereiste, die daarnet aan bod is gekomen, dat er een minimale bedrijfsomvang van 30.000 euro per bedrijfsleider moest worden gehaald. De redenering daarachter was de volgende. Het subsidiesysteem voor de zorgboerderijen is ontworpen voor land- en tuinbouwers. Hun activiteit is dus land en tuinbouw, en dan is er de verbredingsactiviteit van het ontvangen van zorgvragers. Er is dus een limiet opgelegd om te voorkomen dat er alleen nog sprake zou zijn van een zorgboerderij, en er geen landbouwactiviteit meer zou zijn. Men heeft zo een oplossing willen aanbieden.
De minimale bedrijfsomvang van 30.000 euro die elke bedrijfsleider moet halen, is vrij laag. Dat zorgt ervoor dat ook kleinere landbouwbedrijven de mogelijkheid krijgen om mee te doen. Als ook de inkomsten uit de zorgactiviteiten beschouwd zouden worden als land- en tuinbouwactiviteiten, bestaat immers het risico dat kleinschalige bedrijven met hoofdzakelijk verbredings- en zorgactiviteiten niet erkend zouden kunnen worden. De maatregel heeft echter niet tot doel om bedrijven of instellingen waar het verlenen van zorg de hoofdactiviteit is, te subsidiëren. Ik benadruk dat het om verbredingsactiviteiten moet gaan.
Uiteraard staan wij open voor een evaluatie. Er is overigens in een evaluatie voorzien. Het Departement Landbouw en Visserij, het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en zelfs het Departement Onderwijs en Vorming worden daarbij betrokken. Tijdens dat overleg zullen mogelijkheden tot verbetering van de huidige maatregel worden bekeken. Wat de terugvorderingen betreft, moet ik de informatie opvragen.
Wat dat betreft, steun ik op het laatste of voorlaatste nummer van Groene Zorg, dat online beschikbaar is.
We zullen dat bekijken. Uiteraard staan we steeds open voor verbetervoorstellen.
Ik dank u voor het positieve antwoord, minister. Ik ben er blij mee. Toch is het zo dat het aantal zorgboerderijen dat niet langer subsidies krijgt, stijgt. In 2009 waren het er 60; in 2013 186. Ik maak me daar zorgen over. In mijn eerder kleine plattelandsgemeente ligt een zorgboerderij. Het is een klein landbouwbedrijf. Men werkt er met mensen met autisme en andere beperkingen. Dat verloopt allemaal prima. Gisteren stelde ik de vraag aan minister Vandeurzen, maar ik kreeg geen antwoord. Wat verklaart die snelle evolutie?
De beslissing is in 2013 genomen. Het komt dus allemaal niet echt heel plots.
We zijn nu in 2015.
In 2013 is de regelgeving aangepast. Er is toen in een overgangsperiode voorzien. Dat is toen ook hier in het Vlaams Parlement aan bod gekomen, denk ik. Alle nodige informatie is meegedeeld. Iedereen was en is daarvan op de hoogte.
De vraag om uitleg is afgehandeld.