Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ikzelf betwist de voordelen van melk niet, maar ik heb er toch over gelezen.
Maandag 1 juni was het Wereldmelkdag. Die dag deelde het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) melkcocktails uit in een aantal grote Vlaamse stations om het melkgebruik te promoten. Diezelfde dag verscheen in De Standaard een opiniestuk van Tobias Leenaert onder de titel ‘Laten we een koe een koe noemen’, dat precies inging tegen het objectief om melk meer in de markt te zetten omdat er alternatieven zijn die minstens even gezond zijn voor de mens, maar beter voor dier en planeet. Het opiniestuk in De Standaard ging uit van de stelling dat de gezondheidsvoordelen van melkconsumptie door steeds meer studies in twijfel worden getrokken. Zo zou de link tussen melk drinken en een verminderd risico op botbreuk allesbehalve duidelijk zijn.
In de Verenigde Staten nemen plantaardige melkalternatieven bijna 10 procent van de zuivelmarkt in. Net zoals men aardig op weg is om ‘kunstvlees’ te ontwikkelen, is ook ‘kunstmelk’ in aantocht. Het alternatief zou vooral ecologisch interessant zijn met het oog op het tegengaan van broeikasgassen, die zoals bekend worden uitgestoten door runderen via hun maag- en darmgassen en via de mest.
Minister, hoe staat u tegenover studies die de gezondheidsvoordelen van melkconsumptie in twijfel trekken? Zijn er hiervan inmiddels sluitende bewijzen? Bent u van oordeel dat VLAM aan ‘boerenbedrog’ zou doen zoals in het bovengenoemde opiniestuk in De Standaard wordt beweerd, als het de boodschap blijft verspreiden dat we drie glazen melk of porties melkproducten per dag moeten consumeren? Wordt er bij VLAM op toegekeken dat het voedingsadvies niet selectief wordt gegeven? Welke plaats krijgen calciumrijke sojaproducten hierin naast melk? Wordt er binnen het ILVO of andere onderzoeksinstellingen nagedacht over alternatieven voor melk met het oog op het verhogen van de diervriendelijkheid en het verlagen van de ecologische impact van de rundveestapel?
De heer Caron heeft het woord.
Ik heb het filmpje van VLAM over melk ook gezien op televisie, in een van die boodschappen van openbaar nut, weet u wel. De vraag is zeer zinvol. Maar ik wil eraan toevoegen dat er strijd over dit verhaal wordt gevoerd. Er is discussie over het gebruik van termen als yoghurt of zuivelproducten voor plantaardige varianten, sojaproducten. Voor de Vlaamse markt gaat het in belangrijke mate om producten die je ook in het selfservicerestaurant van het Vlaams Parlement kunt krijgen, met name van Alpro. Het wijst op een weerbarstigheid in de groei van plantaardige producten versus dierlijke producten. Ik maak geen keuze, ik ben geen wetenschapper, dus ik houd me op de vlakte. Maar ik volg net als de heer Vanderjeugd wat de media erover schrijven en ik vind het zinvol om dat debat maatschappelijk te voeren. Het zal niet klaar zijn vandaag, dat is duidelijk.
Ik volg met bijzonder veel belangstelling dit debat. Ik wil mijn enige bemerking in één zin uitdrukken: nuance is soms op zijn plaats.
Minister Schauvliege heeft het woord.
U verwacht die nuance van mij, veronderstel ik, mijnheer De Meyer.
Mijnheer Vanderjeugd, bedankt voor uw vraag. We beginnen met een les biologie. We zijn allemaal zoogdieren. De mens is een zoogdier. En melk is voor zoogdieren van nature een primaire voedselbron. De gezondheidsvoordelen kunnen momenteel niet in twijfel worden getrokken. Dat is wetenschappelijk onderbouwd. We moeten afgaan op wat wetenschappelijk wordt vooropgesteld, namelijk dat melk en melkproducten een onderdeel zijn van een gevarieerde gezonde voeding. Dat vertaalt zich in de algemene Belgische en Vlaamse voedingsrichtlijnen, die door experten worden opgemaakt. Naast groenten, fruit en volkorengranen maakt ook melk daarvan deel uit.
De kerntaak van VLAM is het verzorgen van de promotie van de Vlaamse landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten. De promotiewerking wordt gefinancierd door de betrokken sectoren zelf. Voor zuivel zijn dit meer dan vijfduizend Vlaamse melkveehouders. In de promotiecampagnes van VLAM voor zuivel gaat het dan ook om de zuivelproducten die op basis van de lokale melk van onze Vlaamse melkveehouders worden gemaakt.
VLAM zegt niet dat melk ‘moet’. VLAM benadrukt wel de troeven van melk als een onderdeel van een gezonde voeding, zoals aanbevolen in de actieve voedingsdriehoek. Dat gebeurt volgens de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad. Sinds 1997 publiceert de Hoge Gezondheidsraad voedingsaanbevelingen. Zij kijken naar de meest recente informatie, volgen op wat essentiële voedingsstoffen zijn en richten zich op preventie van chronische aandoeningen zoals overgewicht, hart- en vaatziekten, diabetes type 2, osteoporose en kanker. Deze adviezen worden regelmatig getoetst aan de stand van zaken binnen de voedingswetenschappen. Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ), onder de bevoegdheid van minister Vandeurzen, vertaalt de aanbevelingen naar de actieve voedingsdriehoek. Dat is een kwestie van wetenschap en volksgezondheid, waarop we niet hoeven door te gaan in deze commissie.
Het ILVO doet heel wat onderzoek naar de impact in termen van grondstoffengebruik en emissies, met als doel de rundveehouderij nog meer ecologisch te verduurzamen. Wat specifiek melkproductie betreft, dient in acht te worden genomen dat melkvee in heel wat regio’s wordt gehouden op gronden die moeilijk voor andere gewassen in aanmerking komen. Als we de ecologische impact van een voedingsproduct nagaan, moeten we ook kijken naar de ecologische impact van het vervangproduct. Wanneer dit in rekening wordt gebracht, komen studies tot de conclusie dat het weren van zuivelproducten uit het dieet de klimaatimpact niet noodzakelijk zal oplossen, maar dat dit wel zal kunnen leiden tot negatieve nutritionele gevolgen voor de consument.
Daarop baseren we ons. Dus, VLAM baseert de informatie op wetenschappelijk onderzoek en de Hoge Gezondheidsraad, en wordt gefinancierd door de sector zelf.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het kan me zeker geruststellen. Op 1 juni 2015 heb ik me zelf ook begeven tussen die koeien met een glas melk, om promotie te maken. Soms denken mensen dat melk uit een doos komt en niet van een koe. We kunnen nog altijd stellen dat melk goed is voor elk. U bevestigt dat.
Minister, in de wetenschap over voeding is er ook een hele evolutie. Vroeger werd boter bijvoorbeeld uitermate gezond genoemd, daarna heel ongezond en vandaag opnieuw gezonder. Ik weet dat ik iets te kort door de bocht ga. Maar vele zaken zijn een kwestie van evenwicht, van mate. Groenten en fruit krijgen hoe dan ook een nog meer prominente plaats in de voedingsdriehoek.
Met mate en met maten, zeggen ze.
De vraag om uitleg is afgehandeld.