Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Remen heeft het woord.
Begin januari 2015 is in Limburg de outplacementbegeleiding van ex-Fordwerknemers van start gegaan. Voor werknemers die jonger zijn dan 45 jaar duurde het outplacementtraject 30 uur, te volgen over 3 maanden. Dat is reeds beëindigd. Het outplacementtraject voor werknemers ouder dan 45 jaar duurt 60 uur, te volgen over 6 maanden. Ik denk dat het vandaag is afgerond, of toch een dezer dagen.
Uit een schriftelijke vraag van een paar maanden geleden blijkt dat zowat 4500 werknemers in aanmerking kwamen voor een outplacementtraject. Zo’n 2924 ex-Fordwerknemers – ontslagen op 31 december 2014 – hebben daarvan effectief gebruik gemaakt of zitten in een tewerkstellingscel. Ook bleek dat circa 3 op de 4 mensen die in zo’n traject zitten nog werkzoekend zijn. Een opdeling volgens leeftijdsgroep werd hier echter niet gemaakt.
In de beleidsnota Werk en Economie wordt vermeld dat de Vlaamse Regering blijft inzetten op activering, sensibilisering en bemiddeling van getroffen werknemers van collectief ontslag. Dat is noodzakelijk. Zeker als je weet dat een op vier Belgische bedrijven vacatures moeilijk ingevuld krijgt. 24 procent van de Belgische en 26 procent van de Vlaamse werkgevers spreekt van een tekort aan talent.
Minister, bent u van plan om in de zomermaanden het outplacementaanbod voor ex-Fordwerknemers te evalueren? Welke initiatieven zullen worden genomen met de groep ex-werknemers ouder dan 45 jaar die na een outplacement nog niet aan de slag geraken? Zijn er nog projecten gepland om ex-Fordwerknemers bij te scholen, te begeleiden of te informeren?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik heb één bijkomende vraag. Er is een heel groot verschil tussen die eerste groep van outplacementbegeleiding en de tweede groep.
Ziet u redenen daarvoor? Misschien kan ik al een suggestie geven: misschien ligt het aan de ingesteldheid van de eerste groep en welk plan ze met hun leven en hun werk al hadden op het ogenblik dat men intekende. Als dat de enige verklaring is, is dat plausibel. Maar dat 80 procent van de tweede groep geen job heeft, is natuurlijk wel heel erg veel.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik denk dat uw verklaring de juiste is. De eerste groep die vertrok, bestond uit mensen die de koe bij de horens wilden vatten, die zeiden ‘let’s go for it’, en misschien ook degenen die dachten dat ze het gemakkelijkst alternatieven zouden vinden op de arbeidsmarkt en daarom de stap hebben gezet. Dat is de enige verklaring die ik zie, zonder de anderen te stigmatiseren, want er zijn waarschijnlijk ook goede redenen om niet bij die eerste groep te zijn.
Wat ik zeker ga doen, is de evaluatie rond het outplacement. Een overleg tussen VDAB en de outplacementkantoren van Ford en toeleveranciers is gepland. Daar zullen de knelpunten en ‘good practices’ in elk geval aan bod komen. In juli loopt het outplacement effectief af voor nagenoeg alle ex-werknemers van Ford en de toeleveranciers. Voor degenen die 50 jaar of ouder zijn, is er in een contact- of infomoment voorzien. Indien ze wensen, kunnen ze ook naar de 50+-club gaan. De ex-werknemers tot 55 jaar zitten in de reguliere werking van de VDAB en de dienstverlening op maat. Zoals ik daarstraks aan collega Bothuyne heb gezegd, is die toch nog verschillend van de klassieke die de diverse werkwinkels aanbieden. Specifiek voor de 56- tot 59-jarigen is er de 50+-club en een aangepaste dienstverlening. Die dienstverlening zal gebeuren op vier locaties in Limburg.
VDAB Limburg heeft in partnerschap met stakeholders een actieprogramma uitgewerkt in het kader van de samenwerkingsovereenkomst Provincie Limburg-VDAB en het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK). Het bouwt ook voort op het jaarlijks ondernemingsplan van de VDAB. Het actieprogramma dat met die stakeholders is opgebouwd, loopt over drie jaar. De bedoeling moet zijn om de beschikbare middelen maximaal in te zetten om de kwetsbare werknemers te begeleiden en op te leiden. Daarnaast moeten de acties optimaal afgestemd zijn om de atypische stijging van de werkloosheid op te vangen.
De acties hebben betrekking op vier vlakken: additionele trajectbegeleiding en bemiddeling, competentieversterking, ondernemerschap en de uitbouw van partnerschappen. Het specifieke aanbod wordt via de opleidingengids op de VDAB-website bekendgemaakt aan de werkzoekenden. Specifieke begeleidingsinitiatieven worden opgezet in functie van de toename van oudere werkzoekenden in de werkloosheid. De blijvende aandacht voor jeugdwerkloosheid, de taalzwakken en andere knelpunten zullen in de specifieke begeleidingsinitiatieven opgenomen worden.
Ten aanzien van ondernemerschap is een bijkomende tender gerealiseerd, waardoor meer Limburgse werkzoekenden een traject op maat kunnen volgen bij een partner. Al het bijkomend aanbod komt via persoonlijke dienstverlening op maat van de klant aan bod met het oog op een duurzaam tewerkstellingsresultaat op de kortst mogelijke termijn. Andere mogelijkheden worden nog verkend voor alle Limburgse werkzoekenden en werkgevers uit Limburg en de grensregio rond een concreet jobaanbod.
Ik denk dat we dit heel goed beseffen en er heel sterk op inzetten, conform wat in het verleden is afgesproken.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister, die eerste groep van mensen, waar ook collega Claes over sprak, die al dadelijk werk hebben gevonden, zijn hoofdzakelijk bedienden, techniekers en geschoolde arbeiders. Het is die tweede groep waar we ons eigenlijk op moeten focussen.
Ik heb één bedenking. Stimulerende begeleidende initiatieven zijn heel positief, maar we moeten ook een kat een kat durven noemen. Minister, misschien kunt u met de federale collega’s afstemmen. Er zijn immers nog heel veel werknemers die geen werk hebben en die dan terugvallen op een hoge werkloosheidsuitkering en zich nog niet geroepen voelen om dadelijk werk te zoeken. Maar goed, het is een federale materie, dat weet ik wel. Ze krijgen nu een tegemoetkoming van rond de 1600 tot 1700 euro. Als ze nu een nieuwe job moeten vinden, zijn die vooral in de horeca en de retail te vinden. Maar daar liggen de lonen ook al fors lager. Kunnen we daar ergens inzetten met de federale collega’s om betere stimuleringsmaatregelen en activering te kunnen bepleiten? Dit is zeer cruciaal. Dit leeft bij de mensen, ook de werkgevers, in Limburg.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Die laatste piste is wel een heel gevaarlijke piste. Ik denk dat je mensen moet overtuigen dat er een tijd komt dat men dat hoog werkloosheidsinkomen niet heeft en dat men beter op de arbeidsmarkt is en zo snel mogelijk een nieuwe job heeft. Men is aantrekkelijker als men een nieuwe job heeft. Het is mijn mening dat daarover overleg hebben, weinig zinvol is. Ik denk dat men vooral mensen moet overtuigen, wat ook deels hoort bij outplacement, veronderstel ik, om zo snel mogelijk aan het werk te gaan omdat dat gemakkelijker is.
Minister Muyters heeft het woord.
Naar aanleiding van de schoolverlatersenquête werd me gevraagd als men een VDAB-opleiding of een ondernemerschapsopleiding heeft gevolgd, waarom men dan ook geen inschakelingspremie krijgt. Dat is bijna het antwoord dat u nu geeft. Je volgt geen opleiding om een premie te krijgen. Ik dacht dat je een opleiding vooral volgt om een job te vinden. Dat is hier ook een beetje de filosofie. Men moet ervan overtuigd zijn dat de doelstelling niet is om zo lang mogelijk een werkloosheidsuitkering te krijgen maar zo rap mogelijk weer een job vinden, en dan liefst een job waar je fluitend naartoe gaat, want dan doe je die job met plezier.
De vraag om uitleg is afgehandeld.