Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Turan, het onderwerp van uw vraag om uitleg is zeer breed. Ik vraag u om een aantal precieze vragen te stellen. Het brede debat zullen we nog vaak voeren in de commissie.
Ik heb één opmerking. Ik ben heel breed in het ontvankelijk verklaren van vragen. Ik wil de collega’s dan wel vragen om gerichte vragen te stellen en niet tot een breed debat te komen. Dat gebeurt soms namelijk wel, door mijn flexibiliteit. Ik zou die flexibiliteit graag houden en niet door de omstandigheden gedwongen worden om tegen mijn natuur in minder flexibel te worden.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Voorzitter, het zou natuurlijk een oplossing zijn als ze onze vraagstelling gewoon in het verslag zouden opnemen en we ze niet volledig moeten stellen. Ik zal proberen om het zo kort mogelijk te houden.
Op 28 mei werd er een akkoord bereikt over het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). In dat akkoord wordt door de Europese Commissie en de Raad richting gegeven aan de aard van de investeringen die voor de Europese garantiesteun in aanmerking komen. Het gaat dan onder meer om investeringen in onderzoek en ontwikkeling, energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, interconnecties en slimme netten, energieopslag, duurzame stedelijke mobiliteit, prioritaire projecten van het Trans-Europees Netwerk voor Transport (TEN-T), circulaire economie enzovoort.
De verschillende ingediende projecten zullen via een Europees scorebord worden gewogen en gewaardeerd, vooral op hun duurzaam karakter. Duurzame projecten binnen de afgebakende prioritaire investeringsdomeinen hebben meer kans om een hoge rating en garantiesteun te krijgen. Elke lidstaat zal proberen om geloofwaardige projecten in te dienen en om zo veel mogelijk te voldoen aan de Europees geformuleerde prioriteiten en criteria, om zo het project binnen te halen.
Een tweede aspect van het akkoord betreft de middelen die men uit de bestaande Europese fondsen Horizon 2020 en Connecting Europe Facility (CEF) zal halen om als startkapitaal te dienen voor EFSI. Wat aanvankelijk 6 miljard euro was, is nu nog 5 miljard euro. Dat is nog altijd aanzienlijk veel geld dat moet verhuizen. De vraag is of hiermee geen andere infrastructuurprojecten van Vlaanderen verloren dreigen te gaan.
Minister-president, op 24 februari 2015 heeft Vlaanderen samen met Nederland een heel belangrijk project ingediend, namelijk een aanvraagdossier voor de nieuwe zeesluis in Terneuzen. Door de budgetverlaging binnen CEF dreigt die financiering nu weg te vallen.
Minister-president, we moeten zeer goed kiezen welke projecten we indienen. In het persbericht dat de Vlaamse Regering enkele weken geleden uitstuurde rond de zes Vlaamse EFSI-prioriteiten, lezen we dat voor de werf ‘infrastructuur en mobiliteit’ onder andere Oosterweel, de Noord-Zuidverbinding in Limburg en de Brusselse ring zullen worden ingediend bij het EFSI. Hoe schat u de kansen van die projecten in, rekening houdend met het feit dat ze niet als prioritair zijn aangeduid binnen het TEN-T-netwerk en met de nadruk die Europa legt op duurzaamheid? Hoe motiveert u die focus op transport en dan nog op wegenbouwprojecten? Zouden projecten in het kader van duurzame stedelijke mobiliteit, openbaar vervoer en binnenvaart niet meer kans maken om te worden geselecteerd? Waarom dient Vlaanderen het project van de nieuwe sluis te Terneuzen niet in als een EFSI-project, zodat het zeker gesteund wordt? Juist dit project dreigt immers als gevolg van de budgetverminderingen binnen CEF Europese subsidiesteun te verliezen.
Ziet u mogelijkheden om het EFSI te laten aansluiten op Vlaamse steunmechanismen voor energiebesparende maatregelen? Kan bijvoorbeeld het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) of het aangekondigde ESCO-fonds (Energy Service Company) niet als investeringsplatform voor EFSI-steun in aanmerking komen zodat er meer investeringen mee kunnen worden gelanceerd? Welke rol kan de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) hierin spelen?
Hebt u weet van Vlaamse projecten, onderzoeksinstellingen of universiteiten die financiering dreigen te verliezen als gevolg van de transfer van middelen uit Horizon 2020 en Connecting Europe naar het EFSI? Indien dat zo is, hoe zult u daaraan iets verhelpen?
Waarom nam de Vlaamse Regering in haar EFSI-prioriteiten geen enkele werf op met investeringen in milieubescherming en milieubeheer, het versterken van ecosysteemdiensten, bijvoorbeeld de aanleg van natuurlijke overstromingsgebieden of bosuitbreiding en het bevorderen van een kringloopeconomie? Dit wordt nochtans uitdrukkelijk als een EFSI-investeringsdomein naar voren geschoven.
Welke initiatieven bent u van plan te nemen om de opportuniteiten die EFSI biedt, te promoten en projecten te identificeren die een grote kans maken om geselecteerd te worden voor EFSI-steun?
Minister-president, ik dank u alvast voor uw antwoorden in verband met dit zeer belangrijke Juncker-plan.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Dit is een zeer interessante vraag om uitleg. Ik wil nog twee opmerkingen maken. Het is toch wel jammer dat een deel van het budget bij Horizon 2020 en Connecting Europe Facility (CEF) wordt gehaald. Men heeft hard onderhandeld voor een budget en op het moment dat men van start gaat, wordt een deel van de middelen weggenomen. Dat geeft een signaal van wispelturigheid, van onbetrouwbaarheid als partner. Misschien is dat net niet het signaal dat we willen geven.
Minister-president, kunt u nog eens uitleggen hoe het investeringsplatform precies in elkaar zit? Ik hoor daarover verschillende signalen. Wordt het Vlaams of Belgisch georganiseerd? Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Het is nodig om daar wat duidelijkheid over te krijgen.
De heer Kennes heeft het woord.
Dit is inderdaad een belangrijk dossier voor onze commissie. Minister-president, wat is de stand van zaken van de operationaliteit van dat EFSI? Is het operationeel of wanneer wordt het dat? Dat is nu niet zo duidelijk. Er zijn zes prioritaire werven vastgelegd. Op welke termijn zal de Vlaamse Regering invulling geven aan die zes werven? Op grond van welke criteria zal men dan die selectie finaal maken? Voor welk totaal bedrag kan Vlaanderen een beroep doen op die EFSI-steun?
Minister-president, ik heb een heel pak bemerkingen bij dit dossier, maar ik heb die al in andere gremia, inclusief in het Vlaams Parlement, aan bod gebracht. Ik kijk dus uit naar uw antwoord.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Dat is work in progress. U mag niet denken dat de EFSI-verordening nu al klaar is. De laatste verwachtingen zijn dat het Europees Parlement definitief tot goedkeuring overgaat op 25 juni en dat er een verordening zou worden gepubliceerd op 1 juli. Pas dan zal een en ander duidelijk zijn. Nu zijn er nog heel veel zaken in beweging.
Dit is geen fonds dat geld verdeelt per lidstaat, deelstaat of sector. Op welk deel kunnen we mikken? Zo werkt het niet. Er is absoluut niet gewerkt met quota, zoveel voor Duitsland, Frankrijk of België. Er wordt geen geld uitgeleend. Het is een garantiefonds ten bedrage van 21 miljard euro, samengesteld door twee parketten. De bedoeling is dat die 21 miljard euro uiteindelijk een multiplicatoreffect heeft van 15. Daardoor zouden investeringen kunnen gebeuren van 315 miljard euro.
Hoe alles concreet in zijn werk zal gaan, daar zijn nog veel vragen over. Wij werken met de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) als investeringsplatform. Daar zou de privé bij moeten worden betrokken. Het is nog niet duidelijk in welke mate dat moet zijn. Is het fiftyfifty, is het meerderheid overheid of meerderheid privé? Dat is allemaal nog niet uitgeklaard. Ik heb in Luxemburg een gesprek gehad met mensen van de Europese Investeringsbank (EIB). We hebben over veel punten gepraat, maar ook daar is afgesproken dat we in dialoog blijven om op de voet te kunnen volgen wat er gebeurt. De zaken zijn dus nog niet allemaal uitgeklaard.
Een van de punten die ik heb aangekaart is wie de due diligence gaat doen van die projecten. Gaat dat centraal gebeuren? Heeft de EIB de capaciteit om honderden, misschien duizenden projecten te beoordelen? Gaan zij de zware doen en de light projecten volgens bepaalde guidances overlaten? Ook dat zal moeten worden uitgewerkt. Op die vraag heb ik nog geen duidelijk antwoord gekregen.
Het is niet omdat we bepaalde werken infrastructureel hebben opgesomd, dat die werven daaronder zullen vallen, of dat er geen andere onder zullen vallen, die zijn opgesomd. Die staan in het Vlaams regeerakkoord. Ik heb van Europees Commissaris Katainen begrepen dat men vooral mikt op privé-investeringen. De projecten zullen moeten worden ingediend en beoordeeld aan de hand van de verordening die is goedgekeurd en de regels die de Europese Centrale Bank zal formuleren. Dit is geen exhaustieve lijst. Het is niet dit of niets anders. Er zijn prioriteiten naar voren geschoven door Vlaanderen, maar welke concrete projecten het zullen zijn, daarop is het onmogelijk nu te antwoorden. Er zullen Vlaamse privéprojecten zijn, er zullen onderzoeksinstellingen bijkomen met projecten, er zullen ook universiteiten zijn.
Mevrouw Turan, ik betreur samen met u dat het geld deels is weggenomen van Horizon 2020 en van Connecting Europe. De meeste fracties in het Europees Parlement hebben daarvan een punt gemaakt. Ik wil er wel op wijzen dat die twee budgetten stijgen. Het meerjarenprogramma van Horizon 2020 stijgt van 56,9 naar 67,5 miljard euro. Ook Connecting Europe stijgt van 13,3 naar 16,5 miljard euro. Men heeft beslist om die stijging iets minder groot te maken, en daar geld weg te halen. Na veel tegenspraak in het Europees Parlement is die aanvankelijk geplande vermindering iets minder groot geworden, telkens een half miljard euro.
Wat zal daarvan het gevolg zijn voor ons? Dat weet ik niet. Ik kan wel zeggen dat er geen afspraak is dat Horizon 2020 voor zoveel procent naar die en die lidstaat gaat. Vlaanderen haalt daar disproportioneel veel uit. In de periode 2014-20 is er een groter budget dan in de vorige periode. Ik hoop dat Vlaanderen daar weer disproportioneel veel uithaalt. Dat heeft te maken met de zeer hoge kwaliteit van onze universitaire instellingen en onderzoekscentra, die projecten indienen die fantastisch goed zijn. Daardoor hebben we daar in de laatste periode meer dan 2 procent uitgehaald.
Ik kan niet inschatten wat de impact zal zijn van de minder grote stijging. Ik hoop alleen dat we nog veel middelen zullen krijgen. Daar zijn we heel sterk in, het is een van de basissen waarop onze economie zich ontwikkelt. Dat wordt bevestigd door elk internationaal contact. Ik heb er vertrouwen in dat onze onderzoeksinstellingen niet bij de pakken zullen blijven zitten.
Alle terreinen afdekken zal niet gebeuren. Wij zullen vooraf ook niet zeggen wat wel of niet in aanmerking komt. Het zal met een investeringsplatform zijn waar de politiek zich zelf niet over zal buigen. Het is dus nog prematuur om daar nu heel concreet op in te gaan. Duurzaamheid zal bij alle zaken die aan bod komen, een belangrijke rol spelen. Het is een van de criteria die nu al duidelijk zijn.
Ik ben van plan om met het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (vleva) in samenwerking met de Vlaamse Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie en met de EIB op 14 september een event te organiseren om toelichting te geven, om bedrijven en andere autoriteiten, die daarvoor belangstelling hebben, erbij te betrekken. Op dat moment zullen we dat goed kunnen voorbereiden. We hebben een EFSI-wergroep op Vlaams niveau.
Op 30 juni zal het vleva voor zijn leden, samen met de Vlaamse leden van het Europees Parlement, met de Europese Commissie en de EIB een infolunch organiseren. Daar zullen de belangengroepen zoals Voka, UNIZO en de havenbedrijven bij zijn om zo de informatie uit de eerste hand te krijgen.
Het is moeilijk om eenduidige antwoorden te geven omdat het Europees nog allemaal niet is uitgeklaard. Toen Juncker aantrad, heeft hij snel het plan-Juncker gelanceerd. We zijn een jaar verder en moeten vaststellen dat de heel concrete modaliteiten nog niet klaar zijn. Op een aantal vragen kan ik dus nog geen antwoord geven. Ik kan alleen zeggen dat we dat proactief opvolgen. Dat doen met onze Permanente Vertegenwoordiging en met onze andere kanalen.
Tot mijn grote verrassing heb ik vastgesteld dat op de vergadering van de EIB naast de Italiaanse secretaris-generaal die de vergadering voorzat en Oostenrijkse en andere deelnemers, er toch veel Vlamingen aanwezig waren. In die internationale instellingen hebben we toch vaak hele sterke mensen die een rol spelen. Niet dat die enig gunstig vooroordeel hebben ten opzichte van de Vlaamse vraag. De hardste interventies kwamen soms van de Vlaamse collega’s.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister-president, er moeten inderdaad nog heel wat vragen worden beantwoord door Europa voor we van alles kunnen beginnen invullen. Er is toch al een richting aangegeven met de verschillende terreinen. U zegt dat we niet alle terreinen zullen kunnen afbakenen en dat dat ook niet nodig is. Ik ben het daar niet mee eens omdat er zoveel mogelijkheden zijn om projecten in te dienen. Uw lijst is inderdaad niet limitatief maar exhaustief. U zegt dat er een investeringsplatform komt en dat we alle bedrijven gaan informeren. Probeer zeker alle terreinen af te bakenen om zoveel mogelijk projecten binnen te halen. Op de lijst die we vandaag in handen hebben en die niet beperkt is, staat geen enkel dossier inzake milieu en natuur. Dat is nochtans een van de punten die Europa aangeeft. Maak daar gebruik van. U hebt een paar data opgegeven van initiatieven die u samen met het vleva en de EIB wilt nemen om de eigen investeerders en belangengroepen te informeren om daar projecten voor in te dienen. Probeer om alle terreinen af te bakenen voor het indienen van projecten.
Op mijn vraag over de nieuwe sluis te Terneuzen hebt u nog niet geantwoord. Op dit ogenblik is dat nog niet ingediend als een EFSI-project. Dat is juist een project dat, naar ik heb vernomen, de subsidiesteun dreigt te verliezen door de budgetverminderingen binnen CEF bij Europa. Dat project is net heel belangrijk voor de binnenvaart van heel de regio, voor de kanaalzone. De vraag die bij Europa is ingediend betrof een subsidie van 40 procent. Waarom zouden we, om zeker te zijn, dit project ook niet als een EFSI-project indienen of zo organiseren dat het zo wordt ingediend?
Dat kan natuurlijk nog altijd, maar we mikken in de eerste plaats op een TINT-project, met 40 procent subsidie. Als we een subsidie kunnen krijgen, is dat natuurlijk veel beter dan dat we een garantie krijgen voor een lening. Wij lenen namelijk zeer goedkoop. Het effect van het Junckerplan zal verschillend zijn van land tot land. Waar de rente wat duurder is, zal men wellicht zeggen dat het met een Europese garantie is zodat het aan een iets lagere rente kan. Ons hoofdprobleem is op dit ogenblik niet de hoge rente. Voor Gent-Terneuzen zou ik liever een Europese subsidie krijgen van 40 procent dan een garantie. Dit belet niet dat dit eventueel nog zal worden ingediend. Die drie werken zijn belangrijke werken. De derde Scheldekruising, de ring zijn zeer belangrijk, maar dat belet niet dat Gent-Terneuzen aan bod zou komen. In de eerste plaats mikken we op een subsidie.
Minister-president, ik volg u daarin.
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Minister-president, is er enig zicht op wat er in de ander gewesten gebeurt en hoe dat wordt gematcht in Europa?
Minister-president, uw belangrijkste uitspraak was: “Liever een subsidie dan een garantie.”
Het is geen subsidie, noch een financieringsvehikel, maar een investeringsvehikel. Dat betekent dat heel het Junckerfonds investeert, dus kapitaal inbrengt in in principe rendabele projecten. Dat is de uitleg die ik op diverse fora heb gekregen, waarbij 80 procent van de projecten en middelen privaat zijn. Er blijven nog altijd misvattingen bestaan, zelfs over het ruime kader dat men vandaag heeft geschetst.
Dat is een enorm belangrijk gegeven. Zoals ik het vandaag lees, betekent het meteen dat grote infrastructuurwerken bijna uitgesloten worden. Dat is een mogelijke interpretatie, al is het nog niet zeker, tenzij infrastructuurwerken een bepaalde rendabiliteit kunnen aantonen, bijvoorbeeld via tolheffing, die de investeerder een rendement kunnen geven. De opmerking over de 21 miljard, en de opmerking van collega Van Overmeire over Horizon en andere is 100 procent terecht, want het komt neer op indeplaatsstelling. Het is eigenlijk geen garantiefonds, het is gewoon een first-loss fund. Dat betekent dat wanneer een bepaalde investering slecht gaat, het eerste verlies, voor een vijftiende, gewoon netto wordt betaald vanuit die middelen.
Ik ben professioneel actief in investeringsfondsen, ik kom dus uit de sector. Voor mij is het absoluut niet duidelijk wat dit nu juist is. In die zin vind ik het een goede beslissing dat PMV de draaischijf zou moeten worden van de werking vanuit Vlaanderen die hiermee verband houdt, want PMV is een van de investeringsfondsen die ter zake een goede expertise hebben. We kunnen dit niet opvolgen vanuit een administratie of vanuit een universiteit. Daarvoor heb je professionals nodig die op het veld in dit soort zaken actief zijn met een track record. PMV heeft wat dat betreft een goed track record.
Ik heb nog één bedenking, die ik ook in de plenaire vergadering al heb gemaakt. Als het al gaat over bedrijven die investeringen vragen om zich te ontwikkelen, om op te starten of uit te breiden, van venture capital over private equity tot mezzanine financiering, hebben we hier een grote opportuniteit. Vlaanderen heeft immers een enorm veld van MKB’s, midden- en kleinbedrijven, die op dat vlak in de wereldtop staan. In die zin is het initiatief van 14 september uitzonderlijk belangrijk om aan het bedrijfsweefsel aan te geven dat de Vlaamse Regering paraat is, via PMV of andere, om dat soort projecten te kunnen dragen naar dat investeringsfonds. Daarin zijn we sterker dan andere. Het enige nadeel, vrees ik, is het aantal en het volume projecten dat men dan krijgt. In de veronderstelling dat een investering van 1 miljoen euro per bedrijf zou worden overwogen, wat geen kleine investering is voor een MKB, hebben we het letterlijk over honderden potentiële investeringsvoorstellen. Met 3 tot 5 miljoen euro gaat het immers al over een mid cap fund, met 10 miljoen spreekt men al bijna over een wereldspeler zoals Barco, want we moeten de size van Vlaanderen goed inschatten.
De Vlaamse Regering moet dus een enorme oefening maken, die heel veel kan opbrengen, maar ik denk dat er ook heel veel middelen moeten worden geïnvesteerd om het waar te maken. PMV is de juiste schelp, naar mijn persoonlijke inschatting. De regering is die oefening overigens al aan het maken, en de beslissing van 14 september is essentieel om het project goed van start te laten gaan, met een zo groot mogelijke kans op succes, om uiteindelijk het Fund Management Committee te overtuigen van de kwaliteit van ingediende projecten.
Dit is gewoon een bemerking, ik stel geen vragen. In onze commissie is TTIP ongetwijfeld een van de grote werven aan het worden, en terecht. Ook het EU-reflexgegeven is een grote werf. Daarbij is de meerwaarde die wij kunnen bieden aan andere commissies voor ons van essentieel belang. In dit geval gaat het vooral om een meerwaarde voor de commissie Economie. We hebben daarover trouwens al afspraken gemaakt. Het gaat er dus om hoe we ons zo goed mogelijk kunnen positioneren om letterlijk honderden heel interessante, kleinere projecten in de pipeline te krijgen om gesteund te worden. Het risico van heel dit gebeuren is dat de grote jongens in Europa met grote projecten komen om grote investeringen te krijgen, waarbij de rendabiliteit een groot vraagteken is, alleen maar wegens het feit dat één investeringscomité met zes mensen uiteraard niet over duizenden projecten kan beslissen. Dat is het grote risico waar wij een beetje tegen aankijken. Een specifieke aanpak via PMV lijkt mij althans absoluut de juiste invalshoek die u met de Vlaamse Regering ter zake hebt gekozen.
Let op voor de grote ontgoocheling.
Ik ben het daar ook mee eens, mijnheer De Croo.
Ik wil nog één zinnetje toevoegen aan wat u gezegd hebt, voorzitter. Ik heb PMV meegenomen naar de Europese Centrale Bank en ik heb ter plaatse trouwens de afspraak gemaakt dat die mensen permanent in dialoog blijven, van nu tot aan het moment van de beslissing. Er zijn immers nog zo veel onduidelijkheden waarin ik nu niet moet interfereren en die technisch moeten worden aangepakt. Een van die punten is dat het gaat om veel kleine projecten. Wie zal daar instaan voor de due diligence enzovoort? Er zijn goede afspraken gemaakt opdat de twee mensen van PMV die daar aanwezig waren, contact zullen houden. Er ligt een rechtstreekse lijn open.
Absoluut, ik denk dat het de juiste weg is, maar een weg met nog veel werk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.