Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, EventFlanders is een belangrijk project. In de beleidsnota hebben we daar een belangrijke passage over kunnen lezen. Aangezien de voorzitter heeft gevraagd snel te zijn, zal ik het citaat uit de beleidsnota dat is opgenomen in de schriftelijke versie van mijn vraag, niet herhalen. Ondertussen heeft ook collega Coudyser ook al een vraag daarover gesteld. In uw antwoord daarop hebt u aangegeven dat de regering bezig is met de opstart van EventFlanders.
Minister, ik heb hierover drie vragen aan u. Wat is de stand van zaken van de concrete oprichting van de Cel EventFlanders binnen Toerisme Vlaanderen en hoe zal deze cel worden samengesteld? Wat is de concrete inhoud van het coherente en gecoördineerde topevenementenbeleid? Welke criteria werden opgesteld om de businesscases te selecteren die als topevenement door EventFlanders zullen worden ondersteund?
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik sluit me aan bij de vraagstelling van mevrouw Bastiaens. Aansluitend bij evenementen die enorm belangrijk zijn voor Vlaanderen, heb ik al de suggestie gedaan in deze commissie om de verantwoordelijken van de vzw Toeristische Attracties, werkzaam binnen Toerisme Vlaanderen, ook eens uit te nodigen naar hier omdat dit zeer goed aanleunt bij de vraag van collega Bastiaens over evenementen. De vzw Toeristische Attracties is bijzonder actief wanneer het gaat over toeristische attracties die zij zelf inricht of die plaatsgrijpen in Vlaanderen en een grote aantrekkingskracht hebben vanuit het buitenland. Daarom pleit ik ervoor de verantwoordelijke van de vzw hier eens uit te nodigen om, aansluitend bij de vraag van collega Bastiaens, te vernemen welke belangrijke rol de vzw hier kan spelen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik wil me ook aansluiten. Ik heb vorige week hieromtrent een schriftelijke vraag ingediend. We hebben er vorige week in de commissie Cultuur met minister Gatz over gedebatteerd. Ik heb daar vooral onthouden dat we het over de visie op de oprichting van de cel EventFlanders allemaal eens zijn maar dat nu nog de concrete operationele werking op het terrein moet gebeuren en dat die gesprekken daarover nog altijd aan de gang zijn. Als EventFlanders zal worden opgericht, zullen die samenwerkingen over verschillende beleidsdomeinen heen zorgen voor efficiëntiewinsten, wat op zich ook al voor besparingen zal zorgen. Minister, ik ben benieuwd of u, die eigenlijk de trekker bent van de cel EventFlanders, nog meer informatie hebt voor ons.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, als ex-coördinator van een voormalig evenement, namelijk Brugge 2002 Culturele Hoofdstad, kan ik alleen maar het belang van die kwestie onderstrepen. Toen hebben we trouwens heel erg veel, goed en nauw samengewerkt met Toerisme Vlaanderen. Dat was een beetje een voorbode. Het heeft me geïnspireerd om later in een andere functie op een kabinet een poging te doen om een geïntegreerde aanpak van grote evenementen in Vlaanderen voor elkaar te krijgen, sectoroverschrijdend of transversaal zoals dat modieus heet. Ik ben blij dat dat ervan kan komen.
Ik zou alleen graag hebben, minister, dat ook de kwaliteitstoets – je zou het ook de artistieke of culturele toets kunnen noemen, maar laat het me breder stellen – daarin een plaats krijgt, en niet alleen een commerciële of economische toets. Die is ook belangrijk, ik doe daar niets van af. Die kwaliteit moet er zijn voor de evenementen as such, maar ook voor de bezoekers omdat we daarmee aan buitenlandse en ook binnenlandse bezoekers tonen hoe belangrijk wij de kwaliteit van evenementen achten, of dat nu iets rond koken en eten of rond de grote kunst is, dat maak mij as such niet uit. Ik wil de kwaliteitstoets bij wat van ons is in Vlaanderen, waar we sterk in zijn. Dat moeten we koesteren. Ik wil graag dat u in de beoordelingscommissies en de procedure voldoende de culturele kant van de evenementenbenadering mee bewaakt in de evaluatie en de keuze voor de projecten.
Minister Weyts heeft het woord.
Aangezien de vraag al aan bod is gekomen in een andere commissie en minister Gatz er al op geantwoord heeft, kan ik in aanvulling daarvan nog het volgende meegeven, want we hebben daarop betrekkelijk gelijklopende visies.
Ongeveer anderhalve maand geleden heb ik een visienota over het topevenementenbeleid gekregen van het Managementcomité Internationaal Cultuurbeleid en Culturele Diplomatie (MACO ICCD). Het is een heel goede visienota waarbij men het begrip topevenementen tracht te concretiseren en dieper ingaat op de mogelijke werking van EventFlanders met heel concrete punten en de intentie om dat in eerste instantie vooral uit te bouwen als uniek loket voor de organisatoren van topevenementen. Dat is de eerste bedoeling.
In eerste instantie trachten we vooral een dienstverlenende organisatie te zijn en organisatoren te ondersteunen. We willen ook – en dat zit vervat in de visienota – een beeldproject lanceren om EventFlanders uit te rollen waarbij we een, twee of drie kandidaat-topevenementen onder de loep nemen en begeleiden. Na een periode van drie jaar kunnen we dan lessen trekken uit de opgedane ervaring en desgevallend bijsturen. Op dit moment schatten we in dat we daarvoor vier tot vijf voltijdse medewerkers nodig zullen hebben. Er moeten eerst nog wel concrete competentieprofielen voor die toekomstige medewerkers worden opgesteld. Daarna kunnen we het pilootproject evalueren en bijsturen.
Het is ook onze intentie om versnippering te vermijden. Transversaal optreden heeft ook het voordeel dat we subsidieshopping vermijden. Nu kan men aan verschillende loketten een subsidieaanvraag doen om dan vanuit verschillende hoeken ondersteuning te krijgen. Het is niet zo dat we spreken over een aparte begrotingsallocatie. We weten dan dat er een aanspreekpunt is en er kunnen wel verschillende begrotingsallocaties worden aangesproken. Er is één toegang en waar de middelen vandaan komen, zal de betrokkene worst wezen. We vermijden ook dat de organisator zich moet richten tot allerhande kanalen en daar tijd en geld aan moet spenderen.
Het is mijn bedoeling om EventFlanders in het najaar op te starten.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat uw antwoord aanvullend is op het antwoord dat uw collega Gatz vorige week heeft gegeven in de commissie Cultuur. Minister Gatz zei toen een gecoördineerd antwoord te geven.
U hebt toch een aantal nieuwe argumenten aangegeven zoals de timing in het najaar. Wil ‘najaar’ zeggen het einde van het reces in september of bedoelt u eerder Kerstmis? De reden van mijn vraag was om mee te helpen trekken aan dit dossier om er wat vooruitgang in te krijgen. Ik ben dus blij dat u spreekt over het najaar, maar ik zou het graag nog wat specifieker hebben. Ik begrijp dat er wat overleg en dialoog nodig is tussen u en uw collega’s en tussen verschillende departementen om mensen samen te brengen. De consensus over dit initiatief is er en de meerwaarde ervan wordt door iedereen gesteund.
Heb ik u goed begrepen en zult u niet verschillende budgetten samenbrengen, maar zullen er voor het loket wel op verschillende allocatieposten middelen kunnen worden vrijgemaakt? In de commissie Cultuur heb ik aan minister Gatz ook gezegd dat het af en toe wel kan helpen dat budgetten worden samengebracht, want dan is het duidelijk. Het kan zijn dat ik u verkeerd heb begrepen. Vandaar mijn vraag of u dit wat kunt verduidelijken.
U zegt dat het een, twee of drie events kunnen zijn. Zijn er dat tot drie per jaar, of is dat een dit jaar, twee volgend jaar en drie het jaar daarop? Ik weet ook dat het niet allemaal te organiseren is. We zullen zelf geen events opzetten, het zullen andere partijen zijn die aan EventFlanders zullen vragen of hun event in aanmerking komt om het label ‘topevent’ te krijgen.
U hebt een paar keer verwezen naar de visienota die aan u werd overgemaakt. Het is misschien interessant dat ze ook aan de commissie en de commissieleden wordt overgemaakt zodat we er kennis van kunnen nemen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, het is inderdaad een aanvullend antwoord op het antwoord van minister Gatz. Als ik het goed begrijp, wordt het een uniek loket waar men in een eerste fase met een drietal evenementen start. Verbeter mij als ik het verkeerd begrijp, maar er zijn in Vlaanderen nu al evenementen die volgens de criteria van die visienota als topevenement kunnen worden beschouwd. Het unieke loket kan van in het begin van de organisatie van het evenement tot op het einde in alle facetten, van praktische organisatie tot marketing, ondersteunen, in samenspraak met alle partners en spelers op het terrein. Ook de budgetten zullen via dat uniek loket verlopen.
Hiermee zal versnippering worden vermeden en ook dat men via diverse kanalen meerdere keren langs de kassa passeert. Alles zal gecoördineerd gebeuren, waardoor er efficiëntiewinsten zullen worden gecreëerd en samenwerking zal worden gerealiseerd. De facto zal dit tot besparingen leiden, en misschien is er straks wel geld over dat voor iets anders kan worden ingezet. Dat lijkt me de filosofie die erachter steekt.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik zou zeggen: doet u maar, u bent goed bezig. Ik heb wel een aanvullende vraag. Tot vandaag heeft Toerisme Vlaanderen in belangrijke mate gewerkt met een sterrensysteem. Er was een verschillende mate van ondersteuning op basis van de sterren die een evenement kreeg. Zo waren er een, twee of drie topevenementen per jaar – er is natuurlijk niet elk jaar een toptentoonstelling in het KMSKA, mevrouw Bastiaens … Dit jaar vallen de Triënnale in Brugge en Beaufort 05 toevallig ongeveer samen. Het is natuurlijk eigen aan het evenementiële dat er een roulatie is.
De vraag is wat er ondertussen nog gebeurt. Wordt het oude sterrensysteem nog gehanteerd of is dat al vergeten?
Minister Weyts heeft het woord.
Het sterrensysteem als kwalificatie is al een tijdje gedaan. Ik kan er geen jaar op kleven, maar het is alleszins al een jaar of vier, vijf verdwenen.
Het is inderdaad de bedoeling om te werken met één loket waar organisatoren zich kunnen aanmelden. Ik zei om te starten met één, twee of drie. Dat is natuurlijk afhankelijk van de bereidwilligheid van de organisatoren van grote evenementen om mee te doen. Wij zeggen duidelijk dat het er maximaal drie mogen zijn om mee te starten; dat zal volstaan indien we het echt grondig willen doen.
Het doorspelen van de visienota moet absoluut kunnen.
Er was nog een vraag over de timing in het najaar. Er is natuurlijk enerzijds september en anderzijds december. Ik verwacht om daar enigszins middenin te kunnen landen – dit bij wijze van compromis. Dat is ongeveer de timing die we vooropstellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.