Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Verstreken heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in november 2014, na de publicatie van de beleidsnota Toerisme 2014-2019, betreurde UNIZO uw beslissing om de subsidies voor de promotie van de Vlaamse kust te schrappen. Tot vorig jaar betaalden de kustgemeenten, Westtoer en Toerisme Vlaanderen nog samen voor de campagnes. Met de vorige minister was overeengekomen dat Toerisme Vlaanderen de volledige kost van 1,2 miljoen euro op zich zou nemen. U besliste om te besparen op het campagnebudget voor de kust in Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Het budget wordt teruggebracht naar 600.000 euro voor specifieke promotiecampagnes voor de kust in de buurlanden. Daarnaast wordt de kust ook meegenomen in de promotie van specifieke productlijnen zoals gastronomie, cultuur en erfgoed.
Volgens UNIZO bewijzen de cijfers van Toerisme Vlaanderen het nut van de promotie van de kust in het buitenland. In 2014 bleken buitenlandse toeristen goed voor 23 procent van de aankomsten en 41 procent van de overnachtingen, zo stond in een persbericht. Na wat rekenwerk blijkt dat daar een foutje in geslopen is, het moet 25,5 procent zijn.
De cijfers tonen aan dat een belangrijk deel van de toeristen uit de buurlanden komt. Vanuit de buurlanden kwamen de toeristen vooral vanuit Nederland, gevolgd door Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Volgens UNIZO liggen de doorgedreven promotiecampagnes uit het verleden ongetwijfeld aan de basis daarvan. Het is volgens UNIZO dan ook uiterst onverstandig om hierop zware besparingen door te voeren, ook al probeert Vlaanderen dit via omwegen te compenseren. Ook dat konden we lezen in hun persbericht.
Minister, wat is uw reactie op de vraag van UNIZO over de besparingen voor de kustpromotie in de buurlanden? Volstaan de huidige budgetten om de kust als toeristische trekpleister in de buurlanden te blijven promoten? Op welke manier wordt dit geëvalueerd? In de cijfers valt op dat er een daling is van het aantal Nederlandse toeristen voor de kust, zeker wat de aankomsten en overnachtingen betreft. Kent u de reden, de oorzaak of hebt u een vermoeden waarom dit zo is? Worden er inspanningen geleverd om dit tij te doen keren?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Collega van de kust, het siert u dat u net als ik de kust als een belangrijke toeristische regio beschouwt. We moeten er alle middelen voor inzetten. De ongerustheid was er inderdaad op het terrein, vooral in het najaar naar aanleiding van de aankondigingen dat de promotie van de kust een stuk minder zou zijn.
Ik meen dat dit ondertussen al rechtgezet is en dat we al geruststellend kunnen reageren op de berichtgeving van UNIZO. In het najaar was er inderdaad die – terechte – paniek, maar de minister heeft toen onmiddellijk de kustburgemeesters samengeroepen en heeft bevestigd dat er zeker 600.000 euro zou worden vrijgemaakt voor promotie van de kust.
Minister, op mijn schriftelijke vraag hebt u geantwoord dat er intussen 878.000 euro is vrijgemaakt. Waarschijnlijk zult u dat nog verder toelichten. Ik denk dat we ons niet al te veel zorgen moeten maken en dat er wel degelijk nog promotie wordt gemaakt voor de kust, vooral in de buurlanden. Het is dan ook beter de mensen gerust te stellen in plaats van verder paniek te zaaien.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
De Vlaamse Regering zet nu meer in op de zogenaamde hefboomprojecten. Het is goed dat er specifiek wordt ingezet op het belang van het toerisme, zeker aan de kust. Er is zeker geen paniek nodig omdat het voorziene bedrag intussen is verhoogd.
Minister, beschikken we ook voor het verleden over concrete cijfers wanneer het gaat over promotieacties voor de kust? Wat hebben die specifiek teweeggebracht aan de kust?
De heer Sintobin heeft het woord.
Dit is een terechte vraag. Uit de berichtgeving blijkt immers dat er toch wel wat ongerustheid en vaagheid blijft bestaan, zelfs na de discussie die we eind vorig jaar hebben gehad. Ik denk dat nu het moment is gekomen om klaarheid te scheppen. Minister, sommige mensen zijn ook niet echt tevreden met de koerswijziging die u hebt doorgevoerd, onder andere met die hefboomprojecten over de promotie voor de kust die wordt gemaakt in de buurlanden. We mogen niet vergeten dat het kusttoerisme instaat voor ongeveer veertigduizend jobs, honderden ondernemingen en bijna 3 miljard euro omzet. We zijn het er allemaal over eens dat promotie voor de kust moet, maar het wordt nu wel eens tijd, minister, om voor eens en altijd duidelijk te maken hoe en door wie de kust in het buitenland wordt gepromoot, hoeveel middelen daartegenover staan en wat de prioritaire markten zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eerst even duiding geven bij de cijfers over het kusttoerisme. In 2012 en 2013 ging het aantal overnachtingen aan de kust achteruit. 2014 was daarentegen een heel goed jaar voor het kusttoerisme met meer dan 5 miljoen overnachtingen of 7,5 procent meer dan in 2013. Er waren 1,7 miljoen aankomsten, bijna 7 procent meer dan in 2013. Het aantal aankomsten aan de kust is daarmee de voorbije jaren stabiel gebleven. Ook in 2012 en 2013 lag dat aantal boven de 1,6 miljoen. De kust bleef dus heel wat en zelfs evenveel toeristen bekoren, alleen daalde de gemiddelde verblijfsduur. Dat is ongetwijfeld ook een gevolg van de economische crisis.
Volgens de voorlopige cijfers voor 2014 is ongeveer 23 procent van de aankomsten en 26 procent van de overnachtingen toe te schrijven aan buitenlandse toeristen. Wat Nederland betreft, staat de kust ook dit jaar heel centraal in de marketing.
We hebben ervoor gekozen om heel sterk in te zetten op hefboomprojecten. We willen de versnippering tegengaan en meer focussen via die hefboomprojecten in plaats van in te zetten op tal van thema’s en geografische omschrijvingen. Dat is beter voor het toerisme in Vlaanderen in zijn geheel en dus ook voor de kust.
2014 was een goed jaar maar het klopt dat we het budget voor 2015 voor specifieke acties en promoties voor de kust hebben verminderd. Dat is niet nieuw: ik was met de kustburgemeesters overeengekomen om minstens 600.000 euro te besteden aan de kustcampagnes. In het antwoord op een vraag van mevrouw Coudyser heb ik gezegd dat we daar intussen al ruim boven zitten. Zo dik bezaaid vindt u ze wellicht niet, de politici die 600.000 euro beloven en 900.000 euro geven. En dan heb ik het nog niet gehad over de investeringen die we doen in de kust via mijn andere bevoegdheden.
Het belangrijkste is de return on investment. Dat moet de doelstelling zijn. Ik geef enkele voorbeelden. We werken meer met intermediairen zoals pers en trade. Een punt van discussie was onder meer dat we rechtstreeks naar de consument toe moesten werken, via de klassieke brochures enzovoort. Mijn stelling was dat we beter kunnen werken via de intermediairen, pers en trade, wat we ook hebben gedaan. Zo was er begin maart op Arte nog een reportage over de Noordzeeroute van Vlaanderen tot Friesland. Ook op TF1 was er een reportage over de kust. Veel meer dan vroeger ook spreken we het grote netwerk aan dat Toerisme Vlaanderen in het buitenland heeft opgebouwd en verder uitbouwt via gerichte mailings naar klantenbestanden. Daarbij ligt de focus vooral op de buurlanden die in het verleden duidelijk hebben gemaakt, via welke weg dan ook, toch enige interesse te hebben in onze kust.
Het gaat niet om een grote financiële investering, maar dit heeft toch mooie directe resultaten opgeleverd. Ik geloof dan ook dat we met andere methodes evenveel of zelfs betere resultaten kunnen boeken.
Hoewel ik hier niet gigantisch schatplichtig aan ben, wil ik toch opmerken dat de voorbije paasvakantie en de verlengde weekends geen reden bieden om hieraan te twijfelen. De cijfers zijn zeer goed. Wat de paasvakantie betreft, rapporteert Westtoer bezettingsgraden in de hotels tot 95 procent. Tijdens het midden van de week gaat het zelfs ook om meer dan 60 procent.
Naast de specifieke acties met betrekking tot de kust neemt Toerisme Vlaanderen de kust natuurlijk mee op in de inspanningen die voor heel Vlaanderen worden geleverd. Het is belangrijk dat een gezamenlijke communicatie over de topevenementen in Vlaanderen tot efficiëntiewinsten en betere resultaten leidt.
Ik geef even een voorbeeld. Tijdens de Internationale Tourismusbörse (ITB) in Berlijn, een van de grote toeristische beurzen, heeft Toerisme Vlaanderen niet enkel de Triënnale Brugge 2015, maar meteen ook Beaufort 05 onder de aandacht gebracht. De link wordt onmiddellijk gelegd. Toerisme Vlaanderen beperkt zich niet tot mededelingen over een onderdeel van ons aanbod, maar vermeldt meteen ook dat er ook nog de Vlaamse kust is.
Hetzelfde gebeurt met betrekking tot de thematische promotie van Vlaanderen vanuit de culinaire invalshoek. We wijzen er sterk op dat de kust een tikje meer heeft. Niet alleen is er ginds een sterk culinair aanbod. Er is ook het strand, het erfgoed en de fiets- en wandelmogelijkheden. Toerisme Vlaanderen wijst daarbij ook op de familievriendelijkheid en dergelijke.
Ook wat een thema als de Eerste Wereldoorlog betreft, kan de kust troeven uitspelen. Dit kan de interesse wekken en bezoekers aantrekken. Dit is onder meer gebeurd met betrekking tot het bezoekerscentrum Westfront Nieuwpoort en tot het project ComingWorldRememberMe van de kunstenaar Koen Van Mechelen.
De ontwikkeling van de kustinfrastructuur gaat er ook op vooruit. Niet enkel de minister van Toerisme is een toffe peer. Zijn collega van Mobiliteit en Openbare Werken investeert eveneens uitermate in de kust.
We hebben een nieuw bezoekerscentrum aan het Zwin gebouwd. We investeren 12 miljoen euro in de nieuwe Zwindijk met bijbehorende fietspaden. De jachthavens van Nieuwpoort en Zeebrugge worden verder ontwikkeld. We investeren daar bijna 9 miljoen euro in. In Oostende zal het Vuurtorendok worden ingericht. In De Haan en Wenduine zullen we binnenkort de vernieuwde zeedijk openen. Ik heb trouwens recent nog de investering van 3,4 miljoen euro in de renovatie van de Mercator aangekondigd. Dit immens bedrag is voor Oostende belangrijk. (Opmerkingen van de heer Bart Caron)
Mijnheer Caron, we zullen dat schip in Oostende houden. Gezien de samenstelling van deze commissie kunt u dit nu nog eens door het Vlaams Parlement laten bevestigen. (Opmerkingen van de voorzitter en minister Ben Weyts)
Het gaat om een ernstige investering. Ik heb het dan nog niet eens gehad over de waterrecreatie aan de kust en over het twaalfpuntenplan.
Er bestaat natuurlijk geen globaal evaluatie-instrument. Toerisme Vlaanderen evalueert de verschillende acties apart. Dit verloopt steeds op basis van wat het advertising value equivalent (AVE) wordt genoemd. We trachten te bepalen hoeveel we voor dezelfde mediaruimte in de vorm van een advertentie zouden hebben betaald.
We beschikken voor elk land over een overzicht van het aantal artikelen en van de vertaling hiervan in AVE’s. In Nederland zijn 85 artikelen verschenen, ter waarde van 1,5 miljoen euro. Het heeft voordelen direct op de pers te werken in plaats van consumentgericht te communiceren of rechtstreekse consumentacties te houden. Als ik naar de buurlanden kijk, blijkt het om 203 artikelen te gaan. De waarde hiervan is op 3,2 miljoen euro begroot.
De heer Verstreken heeft het woord.
Ik zie graag een enthousiast minister van Toerisme ons land in het buitenland promoten. Dat blijft ook belangrijk. Alle beetjes helpen. Ik heb van Toerisme Vlaanderen een lijst gekregen met de gegevens van vorig jaar. Hieruit blijkt hoe het allemaal in elkaar zit. Ik zie met betrekking tot Nederland een daling met 3,7 procent. Voor onze noorderburen zullen we nog een tandje bij moeten steken. Met betrekking tot een aantal andere landen zie ik meteen dat nog een serieuze tand bij kan worden gestoken. Dat is echter voor een andere keer. Ik heb beloofd het ditmaal kort te houden.
Minister, ik heb u gisterenavond in Oostende over het inkomend toerisme en over de luchthavensector horen spreken. Er is volgens mij nog heel wat werk aan de winkel. Wat een aantal landen betreft, kunnen we nog een gigantische inhaalbeweging uitvoeren. Ik sta echter volledig achter wat nu al gebeurt. Een volgende keer zullen we nog eens spreken over manieren om met betrekking tot andere landen hier en daar nog een tandje bij te steken.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik ben al helemaal gerustgesteld. (Opmerkingen van minister Ben Weyts en mevrouw Cathy Coudyser)
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik vraag me enkel af waar het geld vandaan komt. Misschien kunt u hier het best niet te veel over spreken. Uw collega’s zouden kunnen denken dat u wat te veel geld hebt.
Een gekregen paard mag men niet in de mond kijken. Aan de tanden van een paard kan men immers zien hoe oud het is. (Opmerkingen van de heer Stefaan Sintobin)
De vraag om uitleg is afgehandeld.