Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, misschien komt mijn vraag te vroeg, maar ik zal dat straks wel horen aan het antwoord van de minister.
Uit een grote evaluatie die alle opleidingen in het secundair onderwijs doorlichtte, bleek dat de opleiding toerisme zware tekortkomingen vertoonde en verouderd is. In het rapport worden de opleidingen toerisme zelfs in vraag gesteld, wat zelfs een spijtige evolutie zou zijn.
Minister, u hebt – volledig terecht trouwens – gereageerd door te stellen dat u wilt vermijden dat de opleidingen toerisme zouden verdwijnen en dat de negatieve evaluatie die uit het rapport blijkt, een uitgelezen kans is om het studiegebied toerisme te hervormen en aan te passen aan de noden van de sector. Als eerste stap hebt u, samen met Toerisme Vlaanderen en alle betrokken actoren drie overlegmomenten georganiseerd waaruit een aantal suggesties naar voren kwamen. Die suggestie lijken mij de logica zelve: de opleiding moet meer investeren in talenkennis, IT-vaardigheden, internetverkoopvaardigheden en economische achtergrond. Dat zijn allemaal zaken die toch al een tijdje zouden moeten zijn geïntegreerd in de opleiding toerisme.
Op basis van het overleg worden nu aanbevelingen en een actieplan opgemaakt. Minister, kunt u meer toelichting geven bij de opmaak van de aanbevelingen? Wat is het tijdspad voor de opmaak van het actieplan? Wanneer wordt dat geïmplementeerd? Hoe worden de provinciale toeristische diensten – zij hebben toch heel wat knowhow – bij dit overleg en de opmaak van het plan betrokken?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil me graag aansluiten. Ik ben ook benieuwd naar de aanbevelingen. Het past in de hervorming van het secundair onderwijs, maar het is belangrijk dat de opleiding toerisme blijft aansluiten bij de noden van de sector. Die sector is zeer divers en zeer breed. Opleidingen moeten ook aansluiten bij de nieuwe trends en de nieuwe evoluties die toch wel kenmerkend zijn voor de toeristische sector.
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, de heer Sintobin heeft de aanleiding heel goed geschetst.
Het is een beetje verrassend dat aan de opleiding in het secundair onderwijs geen concrete uniforme invulling wordt gegeven. Gebruikmakend van de dreiging van het schrappen van die opleiding in het secundair onderwijs, is er een mobiliserend effect geweest om iedereen rond de tafel te krijgen. Uiteindelijk gaat het toch over 2500 scholieren. We trachten dus het ijzer te smeden terwijl het heet is. Er zijn al enkele overlegmomenten geweest met zogenaamde focusgroepen. Half juni is er nog een vierde overleg gepland met enkel vertegenwoordigers van de toeristische sector. Zoals mevrouw Coudyser zegt, moeten ze uiteindelijk daar terechtkomen. Het is dus belangrijk dat zij mee het profiel bepalen en de invulling daarvan.
Er zullen aan de hand van de conclusies van de eerdere focusgroepen aanbevelingen worden geformuleerd, een eerste ontwerp van beroepenstructuur gemaakt alsook een stappenplan voor verdere acties inzake de opmaak van beroepskwalificatiedossiers. De timing hiervoor is de tweede helft van juni. Ik verwacht dan aanbevelingen over twee onderwerpen.
Ten eerste is er de hervorming van de opleiding in het secundair onderwijs. Het belangrijkste knelpunt hier is het gebrek aan kennis en vaardigheden bij de scholieren. Men erkent de bezwaren die gemaakt zijn in de evaluatie en de doorlichting: talenkennis, informaticavaardigheden en de onderontwikkelde economische reflex die te weinig worden aangescherpt tijdens de opleiding. Daarnaast is er ook de opmerking dat de opleiding niet mee evolueert met de toeristische trends. In de toeristische sector zijn er nieuwe ontwikkelingen waarmee je absoluut mee moet zijn: marketing, productontwikkeling, sociale media, internetverkoop, beleving.
Ten tweede is er de opmaak van beroepskwalificatiedossiers. Zonder die beroepskwalificaties kan men ook geen opleidingsprofiel opstellen en vallen de opleidingen toerisme in het secundair onderwijs weg. Het is zelfs niet ondenkbaar dat ook de bacheloropleiding toerisme in het gevaar dreigt te komen omdat er een doorstroom is van 20 procent van de opleiding toerisme in het secundair onderwijs. Het ligt dus ten dele in elkaars verlengde. De impact is dus misschien groter dan we zouden kunnen vermoeden.
Ik verwacht dan ook dat de sector een voorstel tot opmaak van beroepskwalificatiedossiers vastlegt, met assistentie weliswaar van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV). De sector moet via die beroepskwalificatiedossiers ook een duidelijk signaal geven dat men de opleiding ook werkelijk nodig heeft voor de aanwerving en om ervoor te zorgen dat een en ander in stand kan worden gehouden.
Actie op korte en op middellange termijn is dus vereist. Het zou toch goed zijn indien de sector nu al, in de tweede helft van juni, enkele concrete stappen in het vooruitzicht stelt. Ik reken erop dat men in september met de opmaak van de eerste beroepskwalificatiedossiers kan starten.
De provinciale toeristische diensten zijn nog niet betrokken. Wel is het zo dat we ze er in een later stadium bij willen betrekken. Zodra de sector met een meer concreet stappenplan voor de opmaak van de beroepskwalificatiedossiers naar voren komt, worden de provinciale toeristische diensten erbij betrokken. We hebben het nu nog niet gedaan, want dat zou de procedure waarschijnlijk verzwaren, maar er is alleszins een rol voor hen weggelegd.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik kan me natuurlijk perfect vinden in uw antwoord. Ik herhaal dat het eigenaardig is dat we nu moeten vaststellen dat de opleidingen toerisme jarenlang eigenlijk niet meer adequaat waren en niet meer aansloten bij de noden van de sector. Waar de fout ligt, zullen we nu niet nagaan, maar het zou jammer zijn indien de opleidingen zouden wegvallen. De toeristische sector is een belangrijke economische sector. Heel wat mensen worden erin tewerkgesteld. Het lijkt me logisch dat er kwaliteiten en specificaties nodig zijn om echt actief in de sector te werken.
Ik stel vast dat u van plan bent om snel vooruit te gaan met dit dossier. Als we al iets willen hebben tegen september, dan zal het vrij vlug moeten gaan allemaal. Ik reken erop dat het ten goede komt van het studiegebied toerisme.
Ik ben ook blij dat u van plan bent om in een later stadium de provinciale toeristische diensten te betrekken bij het overleg.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik wil graag nog eens benadrukken dat het belangrijk is dat ook de sector nu het signaal geeft dat de beroepskwalificaties er echt wel komen, want de kwestie hypothekeert niet alleen het secundair onderwijs, maar ook de bacheloropleiding. We hebben in de beleidsnota opgenomen dat een verder doorgedreven professionalisering van de sector heel belangrijk is. Het is bijgevolg belangrijk dat ook de sector zelf dit signaal geeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.