Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over homologaties van voertuigen en voertuigonderdelen
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, goede collega’s, sinds begin dit jaar hebt u de bevoegdheid gekregen, minister, een van uw vele bevoegdheden, voor de homologatie van voertuigen. In de commissievergadering van 29 januari 2015 stelde mevrouw Jans u hierover reeds een vraag. We zijn allemaal ook geconsulteerd door vertegenwoordigers van FEDERAUTO, die ons aan de mouw trokken over het probleem met de homologatie en de wachttijden. Intussen zijn we alweer weken, zelfs maanden verder. Het blijkt nog steeds een probleem te zijn, minister.
In uw antwoord aan mevrouw Jans stelde u een aantal concrete maatregelen voor om de problematiek en de wachttijden aan te pakken op zeer korte termijn: de selectieve screening van de dossiers, de iFast-procedure en het toewijzen van ambtenaren met de nodige expertise aan de cel Homologatie. Op langere termijn dacht u eraan om mobiele technische keuringsdiensten op pad te sturen.
Nu bereiken mij nog altijd, langs verschillende kanalen, verontrustende signalen dat er nog lange wachttijden zijn voor bedrijven om hun aangepast voertuig gehomologeerd te krijgen. In Vlaanderen zou er nog altijd een wachttijd zijn van drie tot vier maanden. Er wordt bij gezegd dat in het Waalse Gewest, dat ook sinds 1 januari 2015 bevoegd is voor de homologatie van bijzondere voertuigen zoals ziekenwagens, brandweerwagens of lijkwagens, de wachttijden vele malen korter zijn. In Wallonië zou de wachttijd twee tot drie weken zijn.
Dat leidt tot een economisch deficit voor onze bedrijven en kmo’s. Het zorgt ook voor ongemak voor de groep mensen die een aangepast voertuig nodig hebben om fysieke en medische redenen. Ik wijs ook op de dienstverlening, brandweerkorpsen, ambulancediensten, de begrafenissector en dergelijke. Minister, u uitte destijds uw bezorgdheden over het economische belang. U stelde ook de mogelijkheden van verbeteringen voor.
Minister, welke initiatieven plant u om op korte termijn een einde te maken aan de te lange wachttijden voor de homologatie van een aangepast voertuig? Welke termijn stelt u zichzelf om de wachttijd te verkorten tot een aanvaardbare periode?
Hoever staat het met de analyse van de bepaling of homologatie een kerntaak van het Vlaamse Gewest is? Welke eventuele alternatieven ziet u hiervoor om de homologatie door derden te laten uitvoeren? Hoe verloopt de samenwerking tussen de federale diensten, bijvoorbeeld de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV), en de gewestelijke diensten? Is er nog ruimte voor verbetering?
U bent van plan de iFast-procedure uit te breiden. Het zal enkel van toepassing zijn op de voertuigen categorie M1: lijkwagens, ziekenwagens enzovoort. Wanneer zal deze procedure volledig operationeel zijn? In de media horen we over ziekenwagens die niet kunnen worden gebruikt zonder homologatie.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, als volksvertegenwoordigers krijgen we inderdaad van verschillende kanten signalen dat de homologaties van voertuigen en voertuigonderdelen op Vlaams niveau niet goed verlopen. Het is een bevoegdheid die recent van het federale naar het Vlaamse niveau werd overgeheveld. Nu blijkt dat het Vlaamse niveau bij de overheveling 70 tot 80 procent van de dossiers heeft gekregen en maar 50 procent van het personeel. Hierdoor is er al sinds oktober een achterstand bij de behandeling van de dossiers.
Er is dus minstens tijdelijk extra inzet nodig om de dienst beter te laten functioneren. Nu staan gloednieuwe zieken- en brandweerwagens in de garages te wachten op goedkeuring. Ik verneem dat bedrijven initiatieven nemen en naar Wallonië of Nederland trekken.
Uw woordvoerder zei recent dat er extern personeel zou worden aangesproken om de achterstand weg te werken. In dit kader is het goed om te bekijken of het op lange termijn nuttig zou zijn om private bedrijven toe te laten, in plaats van het als een volledige overheidsdienst te beschouwen.
Minister, waaraan is de mismatch tussen het aandeel qua dossiers en personeel te wijten na de overheveling van de bevoegdheid? Kan er een versterking komen bij de dienst die instaat voor de homologaties in Vlaanderen? Over wie spreekt u als u het hebt over extern personeel? Compenseert deze maatregel de mismatch tussen het aantal dossiers en het overgehevelde personeel? Ziet u dit als iets tijdelijks of permanents? Wilt u op lange termijn de dienst homologaties als een volledige overheidsdienst behouden of zou u hierbij private bedrijven willen toelaten?
De heer Van Miert heeft het woord.
Het valt inderdaad te betreuren, minister, dat de doorlooptijd voor de Vlaamse dossiers nog steeds lang is. U kondigde eerder al maatregelen aan om hieraan tegemoet te komen. Daarnaar hebben de vraagstellers verwezen. Op termijn moeten die maatregelen de behandelingstermijn terugbrengen tot een aanvaardbare wachttijd.
Ik heb begrepen dat de heer Maertens hierover een schriftelijke vraag heeft gesteld, waarop het antwoord eerstdaags te verwachten valt. Hij had nog een interessante vraag extra opgenomen, die ik al graag in de bespreking breng. Minister, communiceert de betrokken overheidsdienst momenteel ook proactief aan de dossierindiener over de vermoedelijke wachttijd, zodat die toch een indicatie krijgt over de voortgang van zijn dossier?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat in het kader van de zesde staatshervorming er bij de bevoegdheidsoverdracht van de voormalige Dienst Homologatie van de FOD Mobiliteit enige mismatch is geweest. Ongeveer 50 procent van het personeel is overgedragen aan ons, hoewel Vlaanderen verantwoordelijk is voor bijna 80 procent van de dossiers. De oorzaak van de mismatch? Mijn administratie noch ik zaten aan de onderhandelingstafel. Ik heb mezelf in een andere hoedanigheid enkele keren uitgenodigd, maar ik heb daarop geen positief antwoord gekregen.
Daarbij komt dat op het moment van de overdracht er bij de FOD al een achterstand bestond die mee is overgedragen. Er was eind 2014 al een achterstand, toen wij nog niet bevoegd waren. Die achterstand is door een tekort aan technisch deskundigen en tijdelijke problemen met de overheveling van de computerprogramma’s nog verder opgelopen. We zijn pas sinds 1 januari 2015 bevoegd en we trachten om die achterstand zo snel mogelijk in te halen, rekening houdend met de bestaande problemen. Daarbij zijn we vooral uitgegaan van de versterking van de Cel Homologatie en Technische Keuring.
Vanaf juni is er externe ondersteuning waarbij een persoon gedurende drie maanden en minstens één dag per week, de cel bijstaat bij de behandeling van de homologatiedossiers. Tijdens die drie maanden wordt via een openbare offerteaanvraag een externe ondersteuning voor zes maanden aangeworven zodat er continuïteit komt. We hebben nu een oplossing op korte termijn, maar die moet ook op lange termijn structureel worden verankerd. Daarnaast hebben we een procedure gestart voor de aanwerving van vijf extra personeelsleden. Daarbij zijn we gebonden aan de geldende aanwervingsprocedures. Al die maatregelen zorgen voor een bijna verdubbeling van de huidige capaciteit in de cel.
We proberen ook de administratie en de private aanvragers te ontlasten door een vereenvoudiging en versnelling van de procedures.
Is dat een kerntaak van de overheid en in welke mate kunnen we die taak uitbesteden aan private spelers? Er zijn besprekingen aan de gang om die bevoegdheid te optimaliseren waarbij een zo uitgebreid mogelijke uitbesteding mijn voorkeur geniet. We moeten wel een eenheid van rechtspraak garanderen. De homologatie mag bij de ene niet gemakkelijker gaan dan bij de andere. Afgezien daarvan moeten we zo ver mogelijk gaan in de uitbesteding daarvan aan andere spelers. Daarover is nu overleg aan de gang met de andere gewesten en met de vertegenwoordigers van de constructeurs en GOCA (groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs). Er zijn nu al private bedrijven die als erkende technische diensten zijn ingeschakeld in dat homologatieproces. De rol van die technische diensten en private sector zal wat mij betreft in de toekomst nog toenemen.
De doorlooptijd van een homologatie moet tegen eind 2015 worden teruggebracht tot veertien dagen voor eenvoudige dossiers en tot dertig dagen voor iets complexere dossiers. Dat is een grote ambitie ten aanzien van de heel lange doorlooptijd die we vandaag kennen.
Een eerste kleinere aanpassing van iFAST hebben we in april al doorgevoerd. Een beperkt aantal dossiers wordt ingediend via de iFAST-procedure.
We hadden ook de ambitie om deze maand te kunnen starten met een iFAST-procedure voor ziekenwagens, lijkwagens en voertuigen van categorie M1, maar begin deze week kreeg onze administratie het bericht van de FOD Mobiliteit dat we te snel gaan en dat de testprocedure voor de verruiming van iFAST voor die categorie nog niet volledig op punt staat. We spreken dan over een duizendtal dossiers per jaar die een versnelling hoger hadden kunnen schakelen. Het gaat over ziekenwagens, lijkwagens, voertuigen aangepast voor het vervoer van of de besturing door mindervaliden. Door het negatief advies van de FOD Mobiliteit moeten we zeker een maand extra rekenen.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, u bent betrokken bij de zaak en u bent geëngageerd. Dit is hoe mensen de overheid zien. Zij hebben daar eigenlijk niet zo heel vaak nood aan, maar in een dergelijke fase kijken ze wel naar de overheid om die homologatie te krijgen en hun wagens verzekerd te krijgen. Het gaat heel vaak over gerichte aankopen, bijvoorbeeld van een ziekenwagen, brandweerwagen, lijkwagen. Men kan dan in afwachting niet het voertuig van bijvoorbeeld een derde of een partner gebruiken. U moet dan ook proberen om via de klassieke diensten en eventueel via een gedeeltelijke privatisering en de FOD Mobiliteit en wat hen nog rest aan ervaring, die wachtlijsten weg te werken. Die procedures moeten verlopen zoals de burger dat mag verwachten.
Ik ben ook de eerste om de kanttekening te maken dat je hier een geërfde toestand hebt. Dat je probeert om daarvoor je best te doen, dat kan ik alleen maar appreciëren. Maar dat zorgt er inderdaad ook voor dat we naar vooruitgang gaan, naar het oplossen van deze file.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, ik stel duidelijk vast dat u deze zaak met serieuze ambities wilt aanpakken en een versnelling wilt brengen voor het afleveren van homologaties. Ik denk dat dat zeer belangrijk is voor de bedrijven die erbij betrokken zijn. We horen niet alleen de mensen die klagen omdat ze zitten te wachten op een levering, maar ook de sectoren, die zelf zeggen dat het niet vooruitgaat en daardoor soms in economische problemen terechtkomen. Het is belangrijk dat u een juiste aanpak hebt in dit dossier.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.