Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, in de beleidsnota Cultuur staat het volgende te lezen: “Om de waarde van cultuur te versterken en te valoriseren, wil ik cultuur sterker laten interageren met andere sectoren zoals toerisme, sport, economie, innovatie. Zo kunnen cultuur en toerisme elkaar bijvoorbeeld versterken op vlak van internationale evenementen. Vlaanderen heeft een rijke traditie aan evenementen. Elke stad organiseert zijn tentoonstellingen of beurzen, elke streek kent zijn processies, festivals en sportwedstrijden. Vooral op het vlak van topevenementen kunnen we beter doen. Topevenementen zijn kwalitatief hoogstaande evenementen die een uitstraling hebben tot ver buiten de landsgrenzen. Ze hebben ook een grote impact op onze economie. De schaal en omvang van topevenementen vraagt een gecoördineerde aanpak op Vlaams niveau. We ontwikkelen daarom een coherent topevenementenbeleid. We clusteren alle relevante competenties binnen de Vlaamse overheid in een slagkrachtige cel EventFlanders, in de schoot van Toerisme Vlaanderen. Op basis van een business case, opgesteld door EventFlanders, beslist de Vlaamse Regering welk topevenement op de ondersteuning van EventFlanders kan rekenen.”
Minister, ik ben het helemaal met u eens. Sinds de goedkeuring van de beleidsnota is het met betrekking tot dit dossier echter redelijk windstil gebleven. Ik zou u hierover dan ook graag drie vragen stellen.
Wat is momenteel de stand van zaken betreffende de concrete oprichting van de cel EventFlanders? Hoe zal deze cel worden samengesteld?
Wat is de concrete inhoud van het coherent en gecoördineerd topevenementenbeleid?
Welke criteria zijn opgesteld om de businesscases te selecteren die door de cel EventFlanders als topevenementen kunnen worden ondersteund?
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, het is uiteraard een goede zaak dat we nagaan hoe we de topevenementen beter kunnen uitspelen. Iedereen is het ermee eens dat de toeristische en economische meerwaarde van heel wat sport- en cultuurevenementen te weinig wordt benut. De beleidsmatige initiatieven om crossverbindingen tot stand te brengen, zijn dan ook zinvol.
Volgens mij is iedereen het eens met de oprichting van de cel EventFlanders en met de principes. We wachten nu uiteraard op de operationele uitwerking. In dat verband wil ik me dan ook aansluiten bij de vragen van mevrouw Bastiaens.
Minister, in welke mate is er al vooruitgang geboekt? Hoe zal de cel EventFlanders worden samengesteld? Hoe zullen we de businesscases concreet aanpakken?
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Bastiaens, als ik het goed heb begrepen, zult u minister van Toerisme Weyts dezelfde vraag om uitleg stellen. Met betrekking tot dit dossier vervult hij de trekkersrol. De minister-president, de minister van Sport en ikzelf zijn hier uiteraard inhoudelijk bij betrokken. Het spreekt dan ook voor zich dat over dit antwoord is overlegd.
Met de oprichting van de cel EventFlanders wil de Vlaamse overheid een topevenementenbeleid kunnen ontwikkelen en voeren. De cel EventFlanders breekt niet in in de bestaande werking van de andere departementen en agentschappen of in de internationale promotie van evenementen met een internationaal potentieel door Toerisme Vlaanderen. Het is de bedoeling een nieuwe laag voor topevenementen aan het evenementenbeleid toe te voegen.
De opdracht van de cel EventFlanders is drieledig. De cel moet topevenementen in kaart brengen, het nodige draagvlak creëren en ondersteuning bieden of, indien nodig, coördinerende initiatieven nemen. De Vlaamse overheid zal, met andere woorden, niet zelf programmeren of organiseren.
Een dergelijk beleid vergt een inbreng vanuit de verschillende beleidsdomeinen, die elk over hun eigen expertise beschikken. Er bestaan immers absolute topevenementen op het vlak van kunst en cultuur, gastronomie of sport. Die evenementen hebben een internationale uitstraling en belangrijke hefboomeffecten op de economie en de samenleving. De cel EventFlanders zal zich uitsluitend toeleggen op topevenementen die een belangrijke economische of symbolische meerwaarde kunnen genereren.
Bij de oprichting van de cel EventFlanders zijn het Departement internationaal Vlaanderen, het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media en Toerisme Vlaanderen betrokken. Over de concrete operationele uitwerking zijn nog geen beslissingen genomen. Er is nog nood aan verder overleg tussen de bevoegde kabinetten en de administraties.
Een coherent topevenementenbeleid moet een aantal lacunes in verband met topevenementen wegwerken. Het vertrekt van een gedragen visie, legt strategische doelstellingen vast voor de lange termijn en zorgt proactief voor een kalender, terwijl men nu sterk afhankelijk is van wat er zich aanbiedt.
Een coherent topevenementenbeleid slaagt er verder in om expertise en nuttige instrumenten te verzamelen en te delen. Nu worden grote evenementen immers vaak door tijdelijke projectsecretariaten georganiseerd en verdwijnt achteraf veel expertise. Ook wat de afstemming tussen verschillende aspecten betreft, kan coherentie een troef zijn. Nu komen grote projecten soms vrij laat boven water. Dat kan nadelen hebben voor het afstemmen van de kalender tussen lopende evenementen, het ontwikkelen van synergieën, het tijdig voorbereiden van internationale promotie enzovoort. Daarnaast zal er ook aandacht gaan naar onderzoek om de resultaten in kaart te brengen, zodat het beleid ook kan worden geëvalueerd.
Een coherent topevenementenbeleid zal er ook voor zorgen dat bij de voorbereiding van grote evenementen de hele cyclus van het marketingproces wordt doorlopen. Dat moet ervoor zorgen dat het evenement daadwerkelijk tegemoetkomt aan de verwachtingen en wensen van de nationale en internationale bezoekers van onze bestemming die het evenement willen bijwonen. Het gebeurt nog te vaak dat topevenementen vooral vanuit het bestaande aanbod worden ontwikkeld en de internationale markttoets en promotie pas laat in het proces van productontwikkeling aan bod komen.
Ten slotte wordt via een coherent topevenementenbeleid de versnippering van financieringsstromen een halt toegeroepen. De financiële ondersteuning vanuit de overheid voor topevenementen is nu vaak verspreid over verschillende diensten en komt terecht bij tal van initiatiefnemers. Vaak volstaat die versnipperde financiering echter uiteindelijk niet om een echt topevenement te organiseren.
De definitie van een topevenement is richtinggevend voor de criteria in verband met ondersteuning. Een topevenement moet een belangrijke economische meerwaarde betekenen voor de bestemming. Het versterkt de bekendheid en reputatie van Vlaanderen, zijn topproducten en -sectoren en zijn deelbestemmingen. Daarnaast onderscheidt een topevenement zich van andere evenementen door zijn internationaal potentieel. Het evenement is met andere woorden een ‘reason to go’ voor internationale toeristen of een uitgesproken internationale doelgroep voor wie het evenement een aanleiding is om naar Vlaanderen-Brussel te reizen. Inhoudelijk wordt ingezet op drie soorten topevenementen, met name culturele en historische evenementen, sportieve evenementen en culinaire evenementen.
Niet elk evenement is voor Vlaanderen een topevenement. Opdat een evenement gekwalificeerd zou worden als een topevenement, moeten de volgende voorwaarden, onderbouwd in een business case, vervuld zijn. Ten eerste: het evenement heeft aantoonbaar internationaal deelnemers- of bezoekerspotentieel op een globale schaal, dit wil zeggen niet alleen voor potentiële deelnemers uit Europa, maar ook voor doelpublieken buiten Europa zoals de Verenigde Staten, Canada, Brazilië, Rusland, Zuid-Oost-Azië, India, de Golfstaten, China, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland enzovoort. Ten tweede: het evenement vindt plaats in Vlaanderen. Ten derde: het evenement wordt door Vlaamse actoren georganiseerd, ofwel is het een gebeuren dat jaarlijks op een andere locatie ter wereld plaatsvindt en naar Vlaanderen komt als gevolg van een wedstrijdprocedure, bijvoorbeeld een bidding, doorlopen en gewonnen op initiatief van of met medewerking van Event Flanders. Ten vierde: het evenement sluit inhoudelijk aan bij de reputatie die Vlaanderen wereldwijd nastreeft via het internationaal merkbeleid.
Ten vijfde: het evenement is bij voorkeur uniek en op zich een reden om naar Vlaanderen te komen. Ten zesde: het evenement heeft een hoog kwaliteitsniveau. De inhoud en het concept van het topevenement moet immers op een professionele wijze bewaakt worden. Om dit hoge kwaliteitsniveau te bewaken, kunnen bepaalde instrumenten worden ingezet. Een voorbeeld hiervan is de werking van een kunstwetenschappelijk, sportief, gastronomisch of ander comité. De samenstelling ervan hangt af van de invalshoek van het desbetreffende topevenement. Dit comité bevat bij voorkeur zowel internationale als nationale experten. Dit kan nog aangevuld worden met andere randvoorwaarden zoals duur, locatie of impact. Event Flanders zal de Vlaamse Regering adviseren over de haalbaarheid van het evenement en de wenselijkheid om er middelen aan toe te kennen.
Mevrouw Bastiaens, ik besef dat dit een antwoord is van wat het allemaal kan worden en dat het misschien niet snel genoeg gaat. Het overleg is evenwel nog aan de gang. Wij moeten zoeken naar een aantal doorbraken om een stroomversnelling te realiseren. Ik hoop en ga ervan uit dat de vraagstelling aan collega Weyts volgende week hetzelfde antwoord tot gevolg zal hebben.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik hoop dat laatste ook, maar uw collega heeft nog een week extra de tijd om een antwoord voor te bereiden. Misschien kan een vraag ook helpen om een beslissing vooruit te helpen. Dat durf ik dan ook alleen maar te hopen. Uit uw antwoord blijkt dat ook. De criteria zijn evident maar ook duidelijk. Er ligt veel klaar, maar ik hoop dan ook dat er snel een beslissing kan worden genomen zodat we daar verder mee aan de slag kunnen.
Ik heb er natuurlijk begrip voor dat overleg noodzakelijk is. U hebt aangegeven dat een inbreng vanuit verschillende departementen nodig is. Het is cruciaal dat dat op een evenwichtige manier gebeurt. Dat is niet zo evident, maar het is niet altijd in het voordeel van een dossier om beslissingen, ook al zijn ze niet zo evident, vooruit te schuiven.
Ik heb nog twee vraagjes. U hebt aangegeven dat de doelstelling is om te komen tot een proactief beleid en wat zicht te krijgen op een kalender. Uiteraard zijn niet alle evenementen topevenementen. Hebt u enig idee over hoeveel evenementen we dan zouden kunnen spreken? Ik denk dat het ook goed is dat er een zekere regelmaat in zit. Uiteraard gaan we niet zelf events organiseren, maar gaat het over drie topevenementen per jaar, of spreken we over tien?
Dat is gelieerd aan mijn volgende vraag. De doelstelling is ook om de versnippering van de budgettaire middelen tegen te gaan. Wil dat dan ook zeggen dat een aantal budgetten vanuit de verschillende departementen worden samengebracht? Of zal er nog in een aparte pot worden voorzien om net een aantal stappen verder te kunnen gaan in dit verhaal?
Minister Gatz heeft het woord.
Mijn kabinet en ikzelf hebben het er al minstens een of twee keer met Toerisme Vlaanderen over gehad omdat zij deels in de pilootstoel zitten. We zaten in het stadium van de oplijsting van wat de toekomstige evenementen zouden kunnen zijn, hoeveel het er zijn en dergelijke meer. Wanneer daarover een consensus bestaat, die er moet komen in de schoot van de Vlaamse Regering, afhankelijk van de invalshoek cultuur, sport, gastronomie of toerisme, kunnen we een lijst en een planning opmaken. Dan zal zich dat na een tijd deels zelf uitwijzen. De komende jaren staan er immers in Vlaanderen enkele vrij grote topevenementen op stapel in Leuven en Mechelen, en dan is er het Bruegeljaar, als ik me niet vergis in 2019. Dat zijn dingen die vanuit cultuur een belangrijke invalshoek zullen hebben. Dat is de dynamiek van hoe je een zindelijke en ordentelijke topevenementenagenda opstelt. In dat proces zijn we nu. Ik denk dat we daar bijna door zijn. Ik denk dat we eerder met minder dan met meer evenementen moeten beginnen om niet te wijd te gaan, maar dat is een persoonlijke appreciatie.
Op dit ogenblik zitten we zeker nog in de techniek van de cofinanciering. Dus afhankelijk van het evenement wordt er binnen de verschillende departementen gezocht naar een gezamenlijke financiering. Dat is voor de Frankfurter Buchmesse bijvoorbeeld ook zo. Dat valt hier nu niet onder omdat het zich niet afspeelt in Vlaanderen. Op dit ogenblik gebeurt dit nog via afspraken en cofinanciering onder de ministers. Als dat in de toekomst naar iets gezamenlijks kan evolueren, kunnen we dat bekijken.
Ik kan me voorstellen dat we na de uitgebreide studieronde die we nu hebben gehad, stilaan tot concrete perspectieven komen. Maar nogmaals, dat is het voordeel van – pienter – vragen in twee commissies te stellen. Dan gaat het debat verder.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Ik denk dat het inderdaad goed is om die piste van een gemeenschappelijk budgettair platform verder te onderzoeken. De ervaring leert dat het niet evident is om ad hoc middelen te moeten gaan zoeken.
U hebt wat betreft cultuur inderdaad een aantal elementen aangehaald. Ik heb begrepen dat het lijstje nog niet volledig af is, maar ik denk dat een bijzonder evenement nog voor 2019 de opening van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen kan zijn. Dat is misschien iets om mee te nemen en dat absoluut kan bijdragen aan de internationale uitstraling.
De vraag om uitleg is afgehandeld.