Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ook dit is een onderwerp dat af en toe eens terugkeert. We weten al lang, minister, dat de schrijvende pers het online aanbod van onze openbare omroep als een concurrent beschouwt. Volgens de schrijvende pers is de website deredactie.be steeds meer een online krant aan het worden, terwijl de focus van deredactie.be op het audiovisuele hoort te liggen. Zo staat het ook in de beheersovereenkomst. Tekstmateriaal zou dus ondergeschikt moeten zijn.
De schrijvende pers stoort zich ook aan het feit dat de VRT haar online activiteiten steeds verder uitbreidt. De discussie daarover werd begin 2015 opnieuw aangewakkerd nadat de openbare omroep zelf uitgeschreven weekendinterviews, behoorlijk lange trouwens, online begon te plaatsen. Dat is wat weggeëbd. Ik heb u toen een vraag gesteld, hier in het parlement en u gaf toen aan dat de VRT in het aanbod dat ze brengt, goed moet afwegen of ze een meerwaarde biedt voor haar doelpubliek en of ze niet al te zeer concurreert met de tegenpartij. U benadrukte zelf dat als het de bedoeling is van de openbare omroep om formats van de kranten te kopiëren, u daar niet voor te vinden bent. Wel beklemtoonde u dat het initiatief van de openbare omroep wel past binnen de huidige beheersovereenkomst met de VRT. Ik herhaal dat daarin staat dat de klemtoon op het audiovisuele moet liggen, en dat is vandaag misschien nog voldoende rekbaar.
Later volgden nog een paar weekendinterviews met politici, maar daar stond dan toch heel wat audiovisueel materiaal bij. Blijkbaar werd er wat gecorrigeerd. De discussie verdween wat naar de achtergrond. Maar uitgerekend op het moment dat hier in deze commissie Mediahuis en De Persgroep hun visie op de nieuwe beheersovereenkomst kwamen etaleren, kwam de openbare omroep met een ‘longread’, een lang geschreven stuk, over het proces Jonathan Jacob. Dat werd hier natuurlijk meteen een bron van ergernis bij de krantengroepen.
Minister, ik stel u dus nogmaals een paar vragen hierover. Hoe beoordeelt u dit recente initiatief van de openbare omroep? Bent u het met mij eens dat de VRT met een dergelijk lang tekststuk nogmaals de grenzen opzoekt van wat de openbare omroep volgens de beheersovereenkomst online mag doen? Bent u het eens met de visie van de schrijvende pers dat de openbare omroep met dergelijke manoeuvres geenszins haar sectorversterkende rol speelt maar eigenlijk marktverstorend werkt?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, tijdens de hoorzitting met de privéspelers De Persgroep en Mediahuis werden de meningen inderdaad heel scherp gesteld. Zo werd gezegd dat de VRT ‘geen woord’ online mag zetten. Ik begrijp hun standpunt. De uitersten worden nu opgezocht.
De VRT had ook een duidelijk standpunt en zegt dat ze moet zijn waar de Vlaming is. En als de Vlaming steeds meer online is, moet de openbare omroep daar ook zijn. Ik deel dit standpunt.
Ik hoor graag waar u zich bevindt: in het midden of aan de ene kant of de andere kant van dit spectrum dat er vandaag is?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, als minister van Media probeer ik mij terughoudend op te stellen wanneer het over programma’s of programma-items van de VRT gaat. Dat geldt bij uitstek wanneer het over content van de VRT-nieuwsdienst gaat. Artikel III.7 van het redactiestatuut van VRT Nieuws vermeldt in dat verband immers: “De redacties van programma’s, programma-items en berichten die door de directie onder de deontologische verantwoordelijkheid van de hoofdredactie zijn geplaatst, beslissen onafhankelijk (…) over de keuze en de verwerking van de nieuwsitems, alsook ook over de samenstelling van de programma’s, programma-items en berichten en de taakverdeling binnen iedere redactie.”
Ik wil op geen enkel moment de indruk wekken dat ik de onafhankelijkheid van de VRT-nieuwsdienst niet zou respecteren. Ik heb de VRT echter wel om verduidelijking gevraagd met betrekking tot het format. De discussies over de beheersovereenkomst lopen en alle betrokken partijen laten dezer dagen in de commissie hun mening horen, en zo hoort dat ook. Zo weten we dat de geschreven pers vraagt dat de VRT zich in de toekomst terughoudend zou opstellen inzake het geschreven woord op haar digitale platformen.
Ik wil u in eerste instantie, vooraleer verder dieper in te gaan op uw verschillende vragen, graag de reactie van de VRT bezorgen met betrekking tot dit specifieke dossier. De VRT stelt het volgende: “De webinformatie over de zaak Jonathan Jacob werd door de VRT-nieuwsdienst niet gepubliceerd op de dag van de hoorzitting. Wat zo verkeerdelijk tijdens de hoorzitting van 21 mei in de Mediacommissie werd meegedeeld. De informatie was al eerder, op dinsdagmorgen 19 mei, gepubliceerd als een voorbeschouwing bij het proces rond Jonathan Jacob.”
De VRT vindt het belangrijk dat het onderwerp vooraf wordt toegelicht. Het betreurenswaardige verhaal van de zaak over Jonathan Jacob is een goed voorbeeld van onderzoeksjournalistiek door VRT Nieuws. De redactie van Panorama bracht de camerabeelden met betrekking tot de dood van Jonathan Jacob naar buiten. VRT Nieuws zette daarmee een belangrijk maatschappelijk debat in gang. Zonder de VRT-nieuwsdienst zou dit debat nooit zo breed gevoerd zijn. Het debat werd vanaf de eerste dag gevoed door de eigen VRT-kanalen, zowel op televisie, op radio als online. Het werd, na de onthullingen door de VRT, uitgebreid gevoerd in andere media, zowel in audiovisuele media als in printmedia, en bij de bevolking. De aandacht bij de andere media werd mogelijk doordat de VRT haar reportage “genereus deelde”, zo stelt de VRT.
Het onderzoekswerk van de VRT-redactie heeft dan ook een multiplicerende en versterkende impact gehad op alle Vlaamse nieuwsmedia. Dankzij de VRT konden de media er uitgebreid mee uitpakken, ook op hun voorpagina’s. De Panorama-reportage ‘De gestoorde procedure’ werd trouwens nationaal en internationaal enkele keren bekroond en kreeg een AIB-award in de categorie ‘Domestic current affairs documentary’, de Prix Europa in de categorie ‘current affairs’ en de Belfius-persprijs in de categorie ‘televisiepers’ voor Dirk Leestmans en Caroline Van den Berghe.
De VRT merkt ook op dat het meer dan ooit de taak is van de nieuwsdienst van de openbare omroep om context en duiding bij het nieuws te voorzien, en dit op alle moderne mediaplatformen. Dat betekent ook op de digitale platformen, waar de korte items de overhand nemen.
Ik ga nu in op de kern van de zaak. Naar aanleiding van het proces rond Jonathan Jacob dat onlangs startte, maakte de digitale ploeg van VRT Nieuws een webdocumentaire. Die maakte deze redactie in nauwe samenwerking met de journalisten van Panorama en Het Journaal. De webdocumentaire legt het hele verhaal van de zaak Jonathan Jacob uit en geeft de nodige achtergrondinformatie. Het is een nuttig instrument voor de geïnteresseerden die alle nuances van de zaak willen begrijpen.
De vorm waarin achtergrondinformatie en duiding werd verschaft was dus een webdocumentaire. Dat is een origineel digitale vertelvorm die gebruikmaakt van alle mogelijkheden van het digitale medium zoals videofragmenten, audiofragmenten, foto, geanimeerde foto en ook tekst. Deze mediavormen kwamen ook in deze webdocumentaire over de zaak Jonathan Jacob aan bod. Dat betekent dat hier geen sprake is van een zogenaamde ‘longread’, zoals sommige media het noemen, maar van een echte webdocumentaire of een voorbeeld van ‘immersive storytelling’.
Ik kom tot uw concrete vragen. U vraagt hoe ik het recente initiatief beoordeel. Het is voor mij duidelijk dat de VRT experimenteert op welke wijze zij haar opdracht ook digitaal kan vertalen. Op zich vind ik dat een positieve zaak. Ik heb immers duidelijk gevraagd dat de VRT zou nadenken over haar toekomstige rol in een digitale omgeving. Sommige experimenten zullen meer geslaagd zijn dan andere, sommige zullen kortstondig zijn terwijl andere verder verkend kunnen worden. Ik wil dan ook niet te snel elk experiment met de grond gelijkmaken. Dat betekent evenwel niet dat de VRT geen rekening moet houden met de bekommernissen en bezorgdheden die andere sectorspelers naar voren brengen. Het zal onze taak zijn om bij het afsluiten van de nieuwe beheersovereenkomst duidelijker te omschrijven wat wel en niet kan, en met de nodige nuance. We moeten immers vooral oog hebben voor de toekomst en de wijze waarop burgers in de toekomst geïnformeerd willen worden. Zowel de VRT als de private spelers zullen daarin blijvend een belangrijke rol spelen.
De beheersovereenkomst schetst het kader waarbinnen de VRT haar digitaal nieuwsaanbod kan brengen: “SD14: De VRT brengt een kwaliteitsvol thematisch online aanbod rond nieuws, sport en cultuur via respectievelijk Deredactie, Sporza en Cobra via open internet en daarvan afgeleide interactieve applicaties. Het aanbod op deze thematische sites wordt gebracht in tekst, beeld en geluid met een focus op beeld. De themasites vertrekken vanuit de actualiteit. Ze brengen actuele feiten en duiding. Daarnaast legt iedere thematische site eigen accenten.”
De beheersovereenkomst legt ook de nadruk op kwaliteit: “OD14.1: Deredactie brengt een aanbod dat dezelfde kwalitatieve en deontologische criteria hanteert als het andere nieuwsaanbod van de VRT.”
De beheersovereenkomst vraagt ook dat de VRT in haar nieuwsopdracht naast de feiten duiding brengt: “SD16: Nieuws is de kernopdracht van de openbare omroep. VRT nieuws informeert op een kwalitatieve en deontologische verantwoorde manier. VRT Nieuws moet een betrouwbare en deskundige gids zijn die op een toegankelijke manier correcte en genuanceerde informatie en duiding verstrekt. Betrouwbaarheid, onpartijdigheid en geloofwaardigheid zijn kernwaarden van VRT Nieuws.”
Zoals het bovenstaande aangeeft, kan deredactie.be de informatie- en duidingsopdracht realiseren in tekst, in beeld, en in geluid, met een focus op beeld. Deze webdocumentaire voldoet mijns inziens aan de doelstellingen uit de huidige beheersovereenkomst. U zult gemerkt hebben dat ik in een vorige vraag van u over weekendinterviews een andere mening ben toegedaan, maar hier ben ik een andere mening toegedaan. Hier lijken mij de argumenten van de openbare omroep hout te snijden.
Zoals ik daarnet heb aangehaald, verwacht ik van de VRT dat ze digitaal progressief durft te zijn. Dat heb ik aangehaald in mijn beleidsnota: “De VRT moet een meer visionaire publieke omroep zijn die in alles wat ze doet toekomstgericht denkt en elke gelegenheid aangrijpt om zichzelf bij de tijd te houden. De digitale realiteit moet daarbij hét vertrekpunt zijn: hoe gebruikt de VRT het best alle digitale platformen die de Vlamingen in hun leven geïntegreerd hebben? Hoe kan VRT sommige voorbijgestreefde mediaconventies overboord gooien en structureel innoveren? Meer concreet, moet de online beschikbaarheid van het VRT-aanbod significant verbeterd worden.”
Ik ben me ervan bewust dat dat dit geen eenvoudige opdracht is voor de VRT, ook en vooral omdat andere private mediaondernemingen ook steeds meer moeten en zullen inzetten op digitale platformen en modellen. Daar waar er vroeger nog een comfortabel onderscheid was tussen de krant en een nieuwsuitzending op radio en tv, is dit vandaag en in de toekomst veel moeilijker. Krantenwebsites zijn op zoek naar audiovisueel materiaal en omroepen proberen ook via het geschreven woord informatie en duiding te verschaffen. Ik denk dat de diverse journalistieke spelers er vooral bij gebaat zijn te zoeken naar samenwerkingsmodellen en wijzen waarop ze elkaar kunnen versterken. Op dat vlak heeft de VRT reeds inspanningen gedaan, laat ons dat niet vergeten, hoewel we een en ander het best structureel zullen versterken en verankeren in de nieuwe beheersovereenkomst.
Zoals bekend, deelt de VRT bijvoorbeeld videocontent met de uitgevers. De VRT werkte in de aanloop naar de verkiezingen samen met andere media voor Rekening14, een initiatief dat trouwens met de Belfius Persprijs bekroond is. Afgelopen week nog bracht het magazine Koppen een verhaal over de zin en onzin van huiswerk. De VRT-nieuwsdienst zocht daarvoor actief een grote Vlaamse krant op als mediapartner. Ook met nieuwe digitale spelers in het medialandschap zijn er samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld met Newsmonkey voor het Kibbelkabinet.
Maar, zoals eerder gezegd, de VRT moet ook oog hebben de bekommernissen van de sector. Zo zal de VRT nog nadrukkelijker moeten zoeken naar een gepast evenwicht waarbij tekst audiovisuele beelden ondersteunt en niet omgekeerd. Een louter audiovisueel platform, volledig gevrijwaard van enige tekst, lijkt mij geen juiste keuze in een modern digitaal verhaal. Laat ons zoeken naar de juiste krijtlijnen en het juiste kader. Ik kijk wat dat betreft alvast uit naar de uitkomst van het parlementaire debat en naar de mogelijke aanbevelingen van de commissieleden.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, het verbaast me dat uw standpunt vandaag overeenkomt met dat van de VRT, terwijl dat de vorige keer – in een volgens mij vergelijkbaar incident, u zegt dat het iets anders was, maar ik betwijfel dat – niet zo was. Het verbaast me dat uw standpunt gewijzigd is.
Het antwoord van de VRT toont aan dat ze het nog altijd niet snappen of niet willen snappen. Of dat stuk nu verschenen is de dag van de hoorzitting of de dag voordien, dat is natuurlijk niet de grond van de zaak. Of het nu een longread is of een webdocumentaire lijkt me ook niet de grond van de zaak. De grond van de zaak, en dat is hier al jarenlang tot in den treure, ook door onze goede collega Tommelein, telkens weer naar voren gebracht, is de leefbaarheid van het medialandschap en de diversiteit ervan. Als wij dan aan de alarmbel trekken of onze bezorgdheid uiten over bepaalde momenten waarop de openbare omroep toch zeker wel de grenzen opzoekt, dan weten zij dat. Meestal volgen ze deze commissie wel, al dan niet lijfelijk. Maar vervolgens doet men daar niets mee en doet men vrolijk verder en gaat men de volgende grens opzoeken die men eigenlijk in het verleden vergeten was op te zoeken. Dat ergert mij eigenlijk een beetje.
Ik vind dat de openbare omroep het zichzelf daarmee bijzonder moeilijk maakt, en het ons, politici, ook nodeloos moeilijk maakt. Dat is mijn visie vandaag naar aanleiding van uw antwoord en dat van de VRT. Ongetwijfeld is dit een kluif bij de voorbereiding van de volgende beheersovereenkomst: een kluif die we snel moeten aanpakken, want het komt allemaal heel snel op ons af.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het antwoord van de VRT is volgens mij het enige mogelijke antwoord dat het mediabedrijf kan geven, en dat andere mediabedrijven moeten geven. Geen enkel mediabedrijf kan zich vandaag nog een conservatieve reflex permitteren, ten aanzien van zichzelf en ten aanzien van de anderen.
Dit is ‘blijf van mijn erf’. Dat kan in deze digitaal snel veranderende mediasector niet meer. Men gaat de boot missen. We moeten vermijden dat de VRT de boot mist, maar ook dat de andere mediabedrijven de boot missen.
Jonathan Jacob is een voorbeeld van ‘immersive storytelling’. Die vorm, samen met andere multimediaexperimenten, komt ook voor bij de printsector. Er is het heel bekende voorbeeld van The Guardian, een krant. Ze deden een heel beroemd project met Firestorm. Iedereen kent de foto van de familie die in het water schuilt tegen een grote bosbrand in Tasmanië. Ze zijn die mensen gaan opzoeken. Dat is een prachtige reeks geworden, waarbij de printmedia de digitale wereld verkennen en de mogelijkheden onderzoeken.
Ze zullen steeds meer naar elkaar toegroeien. Een conservatieve reflex kan ons niet helpen, de privégroepen niet en zeker niet de VRT. Die moet zijn waar de Vlaming is.
Ik had gehoopt, minister, dat u ons deel zou maken van uw eigen perspectief en ideeën. U volgt inderdaad nu vooral de VRT, maar ik ben er zeker van dat we daar nog verder over gaan discussiëren.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mevrouw Segers, het is geen kwestie van ‘blijf van mijn erf’. Het is eerder een kwestie van ‘ik ben sterk genoeg om een stuk van uw erf af te pakken en ik doe dat met overheidsmiddelen en voor de rest kan niemand mij wat maken’. Dat is het gevoel dat ik krijg.
Ik sluit me aan bij de discussie. Die nuance, mijnheer Vandaele, ging over de eigen technische mogelijkheden van de VRT waar ze het best en uniek in zijn, en dat is het audiovisuele, heb ik begrepen, maar op alle platformen dan wel. Ze moeten de ruimte kunnen nemen die ze ontwikkelen. Het verschil tussen een longread en een webdocumentaire is dan wel van belang, want anders gaat de discussie over de vraag of de VRT een ‘en plus’ mag toevoegen aan zijn nieuws of niet. Volgens mij, volgens mijn fractie, gaat de discussie over de eigenheid van een radio- en televisiezender en wat ze daar als media gebruiken om het nieuws te brengen. Ik vind dat een fundamentele discussie.
Mevrouw Segers relativeert dat onderscheid in die zin dat alle formats en technieken naar elkaar toegroeien. Dan krijgen we een fundamentele discussie over de ruimte die ze in het medialandschap nog mogen innemen natuurlijk.
Die discussie zullen we vandaag niet kunnen afronden. Ik vind niet dat we voor een te gesloten benadering mogen kiezen. Dat zou inhouden dat er geen innovaties of nieuwe ontwikkelingen mogen komen. Daar zouden we op termijn ook niet mee gediend zijn.
Ik begrijp dat de marktmodellen het moeilijk hebben met de gratis toegang. Dat is de kern van de problematiek. Ze willen betaalmodellen en nieuwe formats ontwikkelen die anders dan het gedrukt papier, de krant, dS Avond en dergelijke werken. Ik begrijp dat. De vraag is echter of we dit willen bereiken door een aantal informatiebronnen van de burger af te knippen. Dat is in mijn ogen een vrij fundamentele vraag die we vandaag niet zullen beantwoorden.
Ik pleit voor enige terughoudendheid. We beschikken in Vlaanderen over een diversiteit aan kranten en weekbladen. Ik ben daarvoor. Dit vereist van de VRT wellicht enige terughoudendheid. Het is echter geen zwart-witverhaal.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil er toch de nadruk op leggen dat mijn standpunt niet is veranderd. De vorige oefening waarbij de VRT de grenzen heeft opgezocht, iets waar ik straks nog meer over zal zeggen, bestond eigenlijk gedeeltelijk uit een kopie van het weekendformat dat de kranten zelf hadden grootgemaakt. Dat bevond zich als het ware op hun speelveld. In dat verband is snel en goed verklaard dat dit geen goed idee was. Op dat vlak moeten de kranten hun vrije rol kunnen spelen.
In dit geval gaat het niet om een longread. Zelfs binnen de huidige beheersovereenkomst gaat het hoofdzakelijk en in overgrote mate om beeldmateriaal. De geschreven pers heeft me dit ook meegedeeld. Met beeldmateriaal op het digitaal platform heeft de geschreven pers geen problemen.
Iedereen moet zich op dit vlak consequent opstellen. Uiteraard zullen er nog momenten komen waarop de grenzen worden afgetast. We moeten nagaan hoe we het grensoverschrijdend gedrag proactief kunnen kaderen. Het is, met andere woorden, geen goede zaak voortdurend de grenzen op te zoeken. Dit is normaal, maar het zet tevens kwaad bloed. De voorafgaande afwegingsmodellen in de besluitvormingsprocessen van de VRT zouden wat kunnen worden versterkt. Dat is iets voor de volgende beheersovereenkomst.
Ik vind dat ik momenteel een duidelijke houding aanneem. Dit is consequent in overeenstemming met de wil van de VRT en van de geschreven pers. Als het hoofdzakelijk en in overgrote mate om beeldmateriaal gaat, kan het wel.
Mijnheer Vandaele, los van de vraag hoe ver de grenzen kunnen en moeten worden afgetast, zou het helpen indien de VRT proactief helderder zou communiceren. Dit is een vriendelijke oproep aan het adres van de VRT. U speelt uw rol perfect. Het is echter geen goede zaak dat de verduidelijking er telkens moet komen in mijn antwoord op vragen om uitleg die hier terecht worden gesteld.
Dit maakt deel uit van de kern van het debat. Indien de VRT op voorhand beter zou uitleggen wat ze doet en waarom ze iets doet, zou de VRT waarschijnlijk een beetje aan de maatschappelijke kritiek kunnen ontsnappen. Dit neemt niet weg dat ik nu de indruk heb dat de VRT volgens sommigen niets goed kan doen. Ik heb het nu niet over u.
Ik heb uw inhoudelijke vragen zo helder mogelijk trachten te beantwoorden. Ik heb een perspectief geboden op het opzoeken van de grenzen in de nieuwe beheersovereenkomst. Het zou een goede zaak zijn indien de VRT in dit verband een helderder communiatielijn zou volgen. Daar heeft iedereen belang bij. De VRT zou kunnen uitleggen waar ze heen wil en de verschillende spelers zouden dit ook weten.
Dit zou misschien ook tot een maatschappelijk of een parlementair debat kunnen leiden, maar daar is op zich niets mis mee. In dat geval zouden we tenminste vanuit de juiste feiten vertrekken. Nu ging het, bijvoorbeeld, om de datum waarop bepaalde zaken op het platform zouden worden geplaatst. Op zich is dit ondergeschikt aan de kern van het debat. Het debat over longread en webdocumentaires is essentieel. De gemengde en grijze modellen zijn misschien meer de regel dan de uitzondering. Ik ben in elk geval van mening dat we in dit verband een vrij heldere afweging hebben kunnen maken.
Dit wordt zeker vervolgd. Daar kunnen we donder op zeggen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, iets beangstigt me. We dreigen ons tijdens gedachtewisselingen hierover in een debat over definities te verliezen – is het een longread of een documentaire? U vindt dat belangrijk, ik vind dat minder belangrijk.
Wat ik belangrijk vind, is dat we in het kader van de beheersovereenkomst grote spelregels afspreken. Die spelregels, die zo robuust mogelijk moeten zijn, moeten in de toekomst een leefbaar medialandschap kunnen garanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.