Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, deze vraag om uitleg heeft betrekking op de internationale promotie van de Vlaamse strip. Ik vind het tijdstip eigenlijk leuk. Ik vermoed immers dat de minister volgende week aanwezig zal zijn op de uitreiking van de Bronzen Adhemar in Turnhout. Als stripliefhebber zal ik ook trachten daar aanwezig te zijn.
Tijdens de Boekenbeurs van 2014 hebben de koepelvereniging Boek.be en het tijdschrift Stripgids ervoor gezorgd dat de strip gedurende twaalf dagen een centrale plaats in het gepresenteerde aanbod heeft gekregen. De bezoekers van de Boekenbeurs hebben die aandacht enorm gesmaakt. Zoals ik daarnet al heb vermeld, vindt volgende week in Turnhout ook het Stripgidsfestival plaats.
Onze contreien kennen een rijke stripcultuur. Ik bedoel hiermee de Lowlands of, om de woorden van Bart Moeyaert te gebruiken, de Wow!-lands. In het buitenland is echter vooral het rijke en kwalitatief hoogstaande werk van het Brussels-Franstalig striplegioen gekend. Dat is ook logisch. Die stripcultuur kende voorlopers die kwalitatief goed werk hebben geleverd. De band met het moederland Frankrijk heeft uiteraard voor een sneller en groter afzetgebied gezorgd.
De klassieke Vlaamse reeksen, zoals Nero & Co of Jommeke, zijn in de eerste plaats voor de lokale afzetmarkten ontwikkeld. Ik heb in Frankfurt wel vertalingen van Jommeke in het Chinees gezien. Ik weet niet of het om Kantonees of Mandarijns ging. Het komt er echter op neer dat de klassieke Vlaamse strips internationaal minder gekend zijn.
Op eigen bodem blijven we hoge cijfers optekenen. De verkoop van Suske en Wiske is, in vergelijking met het vroegere hoogtepunt, wat gedaald, maar dit blijft toch een belangrijke strip. We zien nu ook dat Kiekeboe hoge toppen scheert. Toch verloopt de verkoop in het buitenland minder vlot. Veel striptekenaars hebben daar tot nu toe nog geen voet aan de grond gekregen. Een uitzondering is een West-Vlaming die in Aalst op school heeft gezeten, namelijk Morris. De strip Lucky Luke is een wereldwijde klassieker in het beeldverhaal. Als ik me niet vergis, is zijn echte naam Maurice Van Bever. Suske en Wiske heeft Nederland veroverd. Nederland kent een stripcultuur, maar ook daar blijft de internationale aandacht wat achterwege.
We hebben onze eigen, door iedereen gekende stripklassiekers. Daarenboven beschikken we over een aantal goede auteurs van graphic novels. Ik ben daar eens ingedoken. Marc Legendre is de scenarist en tekenaar van Amoras, de volwassenenreeks van Suske en Wiske. Verder is er nog Boerke van Pieter De Poortere. Ik was ook aangenaam verrast door Michiel Van de Pol. Nix tekent Kinky & Cosy. Verder hebben we nog Ilah en zo kunnen we nog wat doorgaan.
Het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) heeft met betrekking tot strips goede initiatieven genomen. In 2016 zullen Nederland en Vlaanderen gezamenlijk als gastland van de Frankfurter Buchmesse fungeren. Dit lijkt me het uitgelezen moment om de Wow!-lands, die op stripgebied heel wat in hun mars hebben, naar voren te schuiven.
Er bestaan natuurlijk verschillende manieren om de strip in de internationale vitrine te plaatsen. Sommigen vinden dat we een Nederlandstalige stripcanon moeten maken. De vraag is dan wat de grote, belangrijke werken zijn die gevolgen voor de stripcultuur in Vlaanderen en in Nederland hebben gehad. Ik heb van Stripgids vernomen dat er bereidheid bestaat dit allemaal te analyseren. Met het boek ‘Vlaamse reuzen’ is ook een complete stripgids verschenen met interviews die tussen 1974 en 2001 zijn afgenomen. Dit is een lijvig basiswerk.
Minister, bent u bereid om uw medewerking te verlenen aan de mogelijke ontwikkeling van een literaire canon voor strips en om als bruggenbouwer relevante partners hiervoor samen te brengen? Indien ja, welke partners zijn dat dan? Ziet u een rol weggelegd voor een samenwerking met Nederland? Op welke wijze zult u de kans die we hebben in de Frankfurter Buchmesse 2016 echt aangrijpen voor de promotie van de Vlaamse strip?
Minister Gatz heeft het woord.
Vooreerst bedankt, collega Meremans, voor uw bijna volledige schets van het Vlaamse striplandschap en het belang ervan binnen de internationale context. Het was doorleefd, vond ik. Volledigheidshalve wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om er nog even aan toe te voegen dat ik bijzonder verheugd ben over het feit dat ook de stripwereld zeer recent de stap heeft gezet naar de digitalisering. Ik verwijs daarbij naar onder meer de lancering van het digitale platform YIEHA, een initiatief van Ballon Media en Standaard Uitgeverij.
Wat uw vraag betreft over de ontwikkeling van een literaire canon voor strips, wil ik alvast aan het VFL vragen om te bekijken hoe we op een duurzame wijze kunnen werken aan een verdere internationalisering van de Vlaamse strip, niet enkel in Nederland maar ook in de rest van de wereld. Het is daarbij wel belangrijk om ook voldoende aandacht te hebben voor de belangrijke regionale verschillen op stripgebied tussen Vlaanderen en Nederland enerzijds en tussen Vlaanderen en de rest van de wereld anderzijds. Binnen de stripwereld is er immers niet enkel een enorm aanbod maar ook een zeer specifieke stripcultuur en -smaak bij de striplezers en uitgevers. Het is niet altijd eenvoudig om deze match zonder specifiek maatwerk voor de verschillende markten op punt te stellen. Zo heb je in Vlaanderen enerzijds een hele sterke, wat we commerciële stripcultuur zouden noemen – het is niet pejoratief bedoeld –, zoals Suske en Wiske, Jommeke, Nero, Kiekeboe en dergelijke meer, en daarnaast ook de zeer vooruitstrevende wereld van de graphic novel, een wereld waarin wij ons ook met de wereldtop kunnen meten en vaak ver vooruitlopen op grotere landen.
Of in die optiek een literaire canon voor strips de meest aangewezen methodiek is voor een verdere en betere internationalisering, durf ik vandaag noch positief, noch negatief te beantwoorden. Een dergelijke canon kan wel een houvast bieden in het enorme aanbod, maar lijkt me, rekening houdend met de enorme verschillen in smaak en leescultuur bij de striplezers, net ook een beetje in tegenspraak met het specifieke maatwerk dat de diverse markten behoeven. Dat is dus verder te onderzoeken. Het is meer dan een waardevolle suggestie.
Dat neemt uiteraard niet weg dat mogelijke initiatieven die de positie van onze Vlaamse strips kunnen versterken, op zijn minst verder onderzocht moeten worden. Ik zal in contact treden met het VFL om over dit onderwerp een gesprek te organiseren met actoren zoals Stripgids, het Belgisch Stripcentrum en dergelijke meer, maar ook met grote uitgeverijen, kleinere gespecialiseerde spelers enzovoort. Samen kunnen zij nadenken over een mogelijk aangepast actieplan met, waarom niet, de mogelijkheid van een stripcanon, om onze strips nog sterker te internationaliseren. Gezien de verwevenheid van de boekenmarkt in het Nederlandstalige taalgebied, is het de logica zelf dat het VFL ook haar Nederlandse zusterorganisatie, het Nederlands Letterenfonds, rond de tafel brengt en bekijkt welke spelers uit Nederland relevant kunnen zijn in onze optiek en in de gezamenlijke optiek.
Het is me bekend dat het VFL, in samenwerking met de Nederlandse collega’s, sowieso voldoende aandacht zal besteden aan de promotie van de Vlaamse strip op de Frankfurter Buchmesse in 2016. Zo zijn er onder meer plannen voor een grootse tentoonstelling rond de Nederlandstalige strip. Dat hierbij ook nauw wordt samengewerkt met de uitgevers, is een evidentie. Zonder dat de definitieve beslissing is gevallen over welke auteurs precies meegaan naar Frankfurt of andere Duitse steden, kan ik nu al bevestigen dat binnen de delegatie ook ruimschoots plaats zal zijn voor stripauteurs of graphic novelists. Overigens, het VFL besteedt elk jaar op de Frankfurter Buchmesse ruimschoots aandacht aan de Vlaamse strip. Daarenboven, zonder enige afbreuk te willen doen aan de Frankfurter Buchmesse noch aan de insteek van uw vraag, wil ik er ook op wijzen dat de jaarlijkse aanwezigheid van het VFL op het jaarlijkse stripfestival van Angoulême, minstens zo belangrijk is. Angoulême blijft voor strips immers de belangrijkste internationale boeken- en rechtenbeurs ter wereld.
Dus, mijnheer Meremans, dank u voor deze inhoudelijke insteek. We kunnen daar later zeker op terugkomen. Een inhoudelijk antwoord op wat een dergelijk actieplan strips vanuit Vlaams en Vlaams-Nederlands perspectief kan inhouden, daar kunnen we het in de toekomst zeker nog over hebben.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik zal antwoorden met een citaat van een bekend stripfiguur: “Jerommeke blij”. (Gelach)
Je moet altijd de aandacht van de leerlingen vasthouden, voorzitter.
De minister zal het later voelen. (Gelach)
Weet u hoe de minister soms wordt genoemd? Jommeke.
Minister, ik ben blij met uw antwoord. Ik weet dat u daar enorme interesse voor betoont. U hebt over één zaak zeker en vast gelijk, namelijk de verscheidenheid. Je kunt bijvoorbeeld de Nederlandse strips van Tom Poes en Bobo niet vergelijken met een Kiekeboe of wat dan ook. Soms zijn onze strips echt Vlaams, zoals Nero. Om die ten volle te kunnen smaken, moet je bijna tot die gemeenschap behoren, wat niet wegneemt dat anderen daar misschien ook wel van kunnen genieten.
Een literaire canon is volgens mij nooit echt volledig zaligmakend, maar het geeft wel iets aan. Het toont aan dat dit belangrijk is en dat we dit als gemeenschap ernstig nemen. Dit is ook een signaal naar de buitenwereld. Ik ben zeer blij dat u dat wenst te overwegen. Ik heb ook gezien dat er in Angoulême een tentoonstelling heeft plaatsgevonden, die nadien naar Sint-Lucas is gekomen. Het was heel knap, met een aantal internationaal gerenommeerde exposanten. Ik ben blij met uw antwoord. Het is goed dat we daar genoeg aandacht aan zullen schenken. Frankfurt is voor ons inderdaad een opstap, maar verder zijn een duurzame internationalisering en een duurzaam platform waar we de strips promoten, vooral de gerenommeerde graphic novel, belangrijk. Ik dank u alleszins voor uw antwoord.
Ik neem aan dat de verslaggevers deze vraag als een graphic novel zullen verwerken. We kijken er met spanning naar uit. (Gelach)
De vraag om uitleg is afgehandeld.