Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Interpellatie over de onenigheid binnen de Vlaamse meerderheid betreffende de 'noodzaak' om het kadastraal inkomen te hervormen
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Homans.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik had mijn vraag gesteld aan minister Turtelboom. De heer Janssens interpelleert de beide ministers. Ik ga ervan uit dat het antwoord van minister Homans een gecoördineerd antwoord is van de collegiale Vlaamse Regering. Dat maakt het interessant want sinds het indienen van de vraag op 11 mei is er al wel wat inkt gevloeid en wat debat gevoerd over het kadastraal inkomen (ki). We konden vaststellen dat minister Homans zeer voluntaristisch inging op suggesties die in de media werden gedaan over het kadastraal inkomen. Meteen was dat de aanleiding tot mijn vraag.
Het kadastraal inkomen, het bedrag dat in de jaren 70 is vastgesteld als het inkomen van een jaar virtuele huuropbrengsten, is de basis waarop jaarlijks de onroerende voorheffing wordt geheven. Gemeenten heffen er op hun beurt opcentiemen op. Andere dingen zoals bijvoorbeeld registratierechten, worden er ook op geënt. Het is dus een heel belangrijke basis, maar ook een sokkel die niet zonder discussie is.
Het systeem is opgezet in 1975 en zou om de tien jaar moeten worden aangepast, wat nooit is gebeurd. Het leidt vandaag tot een aantal scheeftrekkingen op de woonmarkt en ook op het gebied van fiscaliteit, vandaar mijn vraag aan minister Turtelboom. Het was de minister zelf die het voorbeeld gaf van bepaalde types van woningen – herenhuizen die in de stad liggen, villa’s die op het platteland liggen – die vandaag, wat de waarde en opbrengst betreft, een heel andere verhouding hebben en die niet in lijn met het kadastraal inkomen kunnen worden gebracht. Het lijkt me dat het ki als basis waarop heel veel geënt is, niet transparant is – ik heb dat al vaak gezegd – en meer en meer een scheeftrekking vertoont.
In het regeerakkoord vind je er zeer weinig of bijna niets over terug. Het debat over de tax shift leeft nog altijd, stel ik vast. Ik heb mogen vernemen dat er geen taboes over zijn. Ik herinner me de oproep van mevrouw Rutten in de plenaire vergadering aan de minister-president om ook werk te maken van een eigen Vlaamse tax shift. Ik denk dan dat het het moment is om de regering te ondervragen over de ware intenties die daarmee gepaard gaan. Hoe kunnen we twee dingen combineren? Enerzijds is er nood aan een fair en eerlijk systeem van Vlaamse fiscaliteit dat, gezien onze bevoegdheid, ook voor een deel op wonen zal geënt zijn. Anderzijds – en daarom is het goed dat u hier bent, minister Homans – is er de onlosmakelijke link met eigendomsverwerving en vooral de democratisering daarvan. Hoe gaan we ervoor zorgen dat, in weerwil van een hervorming van de woonbonus, eigendomsverwerving in Vlaanderen toch altijd op het huidige hoge peil blijft, al is het maar omdat het voor heel veel mensen de beste investering voor een pensioen is? Ik heb vernomen dat uw federale collega bereid is om dat te onderzoeken. Anderen waren minder enthousiast. Ik stel vast dat hier niet veel fracties vertegenwoordigd zijn.
Minister, hoe reageert u op de kritiek over een verouderd systeem van kadastraal inkomen? Bent u – de collegiale Vlaamse Regering – bereid om in het kader van een eerlijke tax shift te overleggen met uw federale collega om een systeem van het kadastraal inkomen, en dus eigenlijk ook de onroerende voorheffing, te hervormen? Er zijn opties om het kadastraal inkomen te hervormen. Bij minister Turtelboom kunnen we heel vaag lezen dat er theoretisch en hypothetisch wel de mogelijkheid bestaat. (Opmerkingen van de heer Matthias Diependaele)
Ik raad u de lectuur aan van de operationele doelstelling 1.12 in de beleidsnota van minister Turtelboom, waar dit soort taalgebruik wel aan bod komt maar waar de conclusie eigenlijk ook is om het niet te doen. Het staat natuurlijk wel een beetje haaks op de uitspraken van mevrouw Homans, die zegt dat ze het eigenlijk wel moeten doen. Bent u bereid om te overleggen over een eigen systeem of een ander systeem? Ik kijk uit naar uw antwoord. Minister, welke maatregelen en welke initiatieven zult u nemen?
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, dit is een in vrijwel elke legislatuur terugkerend debat, dat in alle hevigheid woedt, waarna het opnieuw een stille dood sterft. Ook deze legislatuur is het weer zover, is er het debat over de eventuele hervorming van het kadastraal inkomen.
Mijnheer Van Malderen, ik wil eerst even inhaken op wat u hebt gezegd. Ik overdrijf misschien een beetje als ik stel dat de boerendorpen van de jaren 70 anno 2015 hier en daar al eens villawijken zijn geworden, maar uiteraard heb je ook de omgekeerde beweging. Terwijl er in 1975, toen het ki werd vastgesteld, nog mooie burgerwijken waren, heb je vandaag de dag helaas heel wat verloederde stadswijken. We moeten ons dus hoeden voor het doorvoeren van een lineaire aanpassing. Dat wil ik toch al vooraf met zeer veel duidelijkheid stellen. Er is geen enkele zekerheid voor de vele woningeigenaars in Vlaanderen dat die aanpassing nu wel eerlijk zou zijn. We kunnen het er misschien allemaal over eens zijn dat de huidige toestand niet correct, niet rechtvaardig en misschien niet eerlijk is, maar een lineaire aanpassing van dat ki zal in elk geval geen zekerheid bieden dat de overgrote meerderheid van de woningeigenaars plots wel eerlijk zou worden behandeld.
Uiteraard is dat ki federale bevoegdheid, maar de eventuele hervorming van dat ki zal ongetwijfeld belangrijke gevolgen hebben voor de Vlaamse woningmarkt, omdat onder andere op basis van dat ki de onroerende voorheffing wordt berekend, die toch een gewestelijke belasting is. Ook worden op basis van dat ki de registratierechten berekend, wordt bekeken of men al dan onder het klein beschrijf of het groot beschrijf valt. Zo’n aanpassing van het ki zal ongetwijfeld een stijging van die onroerende voorheffing, en allicht ook wel van de registratierechten tot gevolg hebben. Minister, in een land met zowat de hoogste belastingdruk is dat niet alleen voor mij onaanvaardbaar, maar naar ik hoop eveneens voor u.
Uw partijgenoot, federaal minister van Financiën Van Overtveldt, heeft een schot voor de boeg gegeven. Hij heeft gezegd zijn administratie de opdracht te zullen geven een onderzoek te starten naar een eventuele actualisering van dat kadaster, en vooral naar hoe die in de praktijk zou worden uitgevoerd, wat de methodologie zou zijn, wat de kostprijs zou zijn en dergelijke meer. In een interview met Trends op 14 mei hebt u ook aangegeven dat u een aanpassing van het ki noodzakelijk vindt. Daarmee was het debat geopend en heeft ook meteen de fractievoorzitter van Open Vld, nochtans een coalitiepartner van u, het woord genomen. Desgevraagd stelde hij dat het voor Open Vld uitgesloten is dat men aan dat ki zou gaan morrelen.
Minister, gezien het belang voor de Vlaamse woningmarkt van dat ki en een eventuele hervorming van dat ki, en gezien de impact op de vele Vlamingen die een eventuele wijziging zou kunnen hebben, wat is nu de visie van de voltallige Vlaamse Regering op dit voor de fiscale druk in Vlaanderen toch wel belangrijke dossier? U spreekt immers in naam van de Vlaamse Regering, en dus ook namens Open Vld-minister Turtelboom. In de media werden tegengestelde dingen gezegd door de coalitiepartners van de Vlaamse Regering. Ik hoop dat u dat hier en nu voor eens en voor altijd, althans voor deze legislatuur, kunt rechtzetten.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, nu mag ik me nog aansluiten. Binnenkort zal dat niet meer mogen, maar goed. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen en van minister Liesbeth Homans)
Het systeem zal worden aangepast. Ik denk dat het nog een goede aanpassing is, maar we zullen zien. (Opmerkingen)
Bent u misschien bang voor mijn betoog? Ik wist niet dat ik die reactie uitlokte.
Ik wil geen voorafname doen op het antwoord van de minister, maar ik wil wel een paar zaken verduidelijken. Met het ki is er een probleem. Niemand hier zal dat ontkennen. Mijnheer Van Malderen, u hebt dat nu ineens opgepikt, u bent daar de grote voorstander van, maar dit bestaat sinds 1975. We weten al decennialang dat daar een probleem mee is. Ook u bent er nooit in geslaagd om daar ook maar iets aan te veranderen. Niemand heeft het ooit aangedurfd om daaraan te komen.
Voor ons is er een cruciaal principe in het ruimere debat over de tax shift en dergelijke meer. We merken voortdurend dat er van alle kanten ballonnetjes worden opgelaten om die 1 procent rijksten aan te pakken, maar als je even verder doordenkt, dan merk je dat diezelfde belasting vroeg of laat op kap van de middenklasse terechtkomt. Dat is het grote gevaar. Dat is ontoelaatbaar voor ons, ook al omdat we in België volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) al de derde grootste vermogensbelasting hebben. We kunnen daar ook nog verder over discussiëren. Dat kan voor ons niet langer de bedoeling zijn.
Die twee samen leiden ertoe dat we moeten bekijken hoe we dat systeem rechtvaardiger kunnen maken zonder dat dit een belastingverhoging voor de middenklasse is. Dat is de intentie van het onderzoek dat nu is opgestart. Het feit alleen dat dit een moeilijk debat is, mag immers natuurlijk geen reden zijn om ervan weg te lopen. Er zijn echter wel een paar punten of principes die vooraf duidelijk moeten worden gemaakt, voor we eraan beginnen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is evident dat het kadastraal inkomen na jarenlange intenties van diverse partijen opnieuw voor het voetlicht komt. De vraag naar hervorming is begrijpelijk. Minister Van Overtveldt heeft ook een aantal indicaties in die richting gegeven: er zou een opening zijn. Mijnheer Diependaele, het blijkt inderdaad niet evident te zijn om dit zomaar om te gooien. We moeten er ook over waken dat onze grote bedoelingen om allerlei dingen te hervormen vooral niet leiden tot een verhoging van de belastingen voor diegenen die toch al een vrij grote belastingdruk moeten ervaren. Ook mijn fractie is dus bezorgd over een mogelijke stijging van de belastingdruk.
De Belg, en zeker de Vlaming, heeft een baksteen in de maag. Veel mensen hebben hun vermogen geïnvesteerd in huizen. Het is ook een goede pensioengarantie, dus daarop ingrijpen is allesbehalve evident.
Anderzijds is het systeem wel aan een aanpassing toe. Het is verouderd en op een aantal plaatsen beantwoordt het niet meer aan de reële economische waarde of aan de mogelijke huuropbrengsten die het zou kunnen genereren. In die zin is mijn partij er voorstander van om mogelijke aanpassingen niet door een volledige omschakeling van de belastinggrondslag te doen, maar veeleer door te kijken naar de steden en gemeenten om hun toe te laten aanpassingen door te voeren en zo het kadastraal inkomen nauwer te laten aansluiten bij de economische realiteit.
Minister, in welke mate is er openheid om de lokale overheden ruimte te geven om die, zij het beperkte, aanpassingen te kunnen invoeren?
Minister Homans heeft het woord.
Ik antwoord namens de Vlaamse Regering, laat dat in elk geval duidelijk zijn. Ik wil antwoorden, maar ik wilde niet met dit boekje – Trends – zwaaien. Mijnheer Van Malderen, door uw vraag ben ik genoodzaakt om dat wel te doen. Ik was voorbereid en heb het dus wel bij.
In Trends van 14 mei kunt u op pagina 24 een interview lezen met mij, want daar gaat dit debat over. Wie het nog niet heeft gelezen, kan een kopie nemen van dit exemplaar. Daarin kunt u lezen welke uitspraken ik heb gedaan over het kadastraal inkomen.
Ik heb gezegd dat het jammer is dat het kadaster niet is overgeheveld met de zesde staatshervorming. Ik vind dat jammer, want dat is een belangrijk instrument om een woonbeleid en een fiscaal woonbeleid te kunnen voeren, iets wat we nu jammer genoeg niet in handen hebben. Ik heb ook gezegd dat er sinds 1975 – jullie hebben dat hier allemaal gezegd, ik heb dus niets gezegd dat niet waar is – geen perequatie meer is gebeurd, zodat dit een achterhaald instrument is. Ik heb er ook aan toegevoegd dat ik het jammer vind dat dit instrument wordt gebruikt om te oordelen of iemand al dan niet een studietoelage krijgt. Dat staat letterlijk in het interview in Trends van 14 mei.
Mijnheer Van Malderen, u hebt gezegd dat ik voluntaristisch spreek over belastingverhogingen, de heer Janssens heeft me daar ook voor gewaarschuwd. U hebt dan allerlei voluntaristische uitspraken gedaan. Het interview is verschenen op woensdag 14 mei. Zowel op maandag 12 als op dinsdag 13 mei zijn allerlei citaten die in het interview zouden staan – quod non – verschenen in kranten: ‘Homans pleit voor aanpassingen van de roerende voorheffing’, ‘Homans pleit voor belastingverhoging’. Neen, dat staat nergens in dit artikel.
Ik heb drie vaststellingen gedaan. Eén: jammer genoeg is het kadaster niet overgeheveld – ik blijf dat jammer vinden, het is mijn volste recht om dat jammer te vinden – in het kader van de zesde staatshervorming om een homogeen woonbeleid en woonfiscaliteitsbeleid te kunnen voeren. Twee: sinds 1975 is er geen perequatie meer gebeurd. Dat hebben jullie ook benadrukt, en het is dus eigenlijk een achterhaald instrument. Drie: ik vind het jammer dat het kadastraal inkomen bijvoorbeeld wordt gebruikt als parameter voor het al dan niet toekennen van een studietoelage. Dat heb ik gezegd in de uitgave van Trends SOS Huurmarkt.
De visie van de Vlaamse Regering is heel duidelijk. Ik heb alle beleidsnota’s nagekeken en ik antwoord in naam van de Vlaamse Regering. In een beleidsnota – mijnheer Van Malderen, u hebt dat ook aangehaald, u hebt zelfs de operationele doelstellingen bij naam genoemd – van minister Turtelboom, op pagina 23, staat onder 1.12: ‘Alternatieve grondslag onroerende voorheffing’. Het is de enige beleidsnota waarin sprake is van het kadastraal inkomen. Die beleidsnota’s zijn goedgekeurd door de voltallige Vlaamse Regering, dit standpunt is dus van de voltallige Vlaamse Regering.
Ik wil even de belangrijkste punten uit die paragraaf letterlijk voorlezen. Mijnheer Van Malderen, u zegt dat wat mevrouw Turtelboom in haar beleidsnota schrijft, nogal haaks staat op wat mevrouw Homans heeft gezegd – quod non. Ik citeer: “Vlamingen worden ongelijk belast op hun woning, omdat de kadastrale inkomens al meer dan dertig jaar niet behoorlijk aangepast zijn.” Dat heb ik ook gezegd. “Dat is wat het Rekenhof zegt. Een unieke waardebepaling zou de rechtvaardigheid van de belasting naar de burger en de efficiëntie van de overheid kunnen verbeteren. De oproep om vanuit Vlaanderen zelf het kadastraal inkomen te bepalen wordt logischerwijze dan ook steeds luider.” Ik vind het dus jammer dat het niet wordt overgeheveld in het kader van de zesde staatshervorming. “Een mogelijkheid die bestaat, want volgens de Bijzondere Financieringswet van 16 januari 1989 is de onroerende voorheffing een gewestelijke belasting, en kan het gewest de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van deze belasting wijzigen. Het federaal kadastraal inkomen kan het Vlaamse Gewest echter niet wijzigen.”
Collega’s die hier opmerkingen hebben gemaakt dat ik van mening zou verschillen met mevrouw Turtelboom, ik begrijp niet goed waarop dat is gebaseerd, want dit is hetzelfde als wat ik heb gezegd in mijn interview in Trends. Wat er voordien in de kranten is verschenen, waren geen citaten van mij. Andere partijen vonden het wel nodig om op basis van een interview dat nog niet was gepubliceerd, allerlei uitspraken te doen.
Maar bon, dat is niet mijn verantwoordelijkheid. U kunt letterlijk nalezen wat ik heb gezegd. Voor alle duidelijkheid: de beleidsnota van minister Turtelboom en de paragraaf over het ki staan absoluut niet haaks op wat ik heb gezegd. Integendeel, het is net hetzelfde.
Waarom staat er in het regeerakkoord niets over het aanpassen van het ki? Ik vind dat nogal wiedes: omdat het jammer genoeg geen Vlaamse bevoegdheid is. Dat is net wat ik wilde aankaarten in het interview in Trends. Het is toch wel heel jammer dat het niet is overgeheveld in het kader van de zesde staatshervorming omdat er – de eerlijkheid gebiedt mij het te zeggen – in het kader van het woonbeleid al heel veel instrumenten zijn overgeheveld. Maar zo blijft er wel een heel belangrijk instrument achter.
Waarom is dat een belangrijk instrument? De heer Schiltz zegt dat we zouden moeten onderzoeken op welke manier we lokale besturen of lokale overheden de bevoegdheid kunnen geven om op bepaalde niveaus van wijken, straten en dergelijke, te onderzoeken of we niet kunnen differentiëren in het kadastraal inkomen. Ik heb dat ook gehoord van uw fractievoorzitter, de heer Somers. Nu, ik moet u zeggen dat die mogelijkheid al bestaat. Lokale besturen kunnen dat doen.
Wat is het grote probleem? We zijn nog altijd afhankelijk van het verkrijgen van de gegevens vanuit de federale administratie, het kadaster. Omdat we daarvoor niet zelf bevoegd zijn, moeten we – en dan bedoel ik de lokale overheden of de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL), afhankelijk van de administratie – de gegevens opvragen. VLABEL, de administratie die rechtstreeks ressorteert onder de bevoegdheid van uw minister, mijnheer Schiltz, zegt dat ze niet de nodige informatie krijgt tot op het niveau van de kadastrale legger om een differentiatie te kunnen doen tot op het niveau dat ze zou moeten doen. Maar bestaat de mogelijkheid al dat lokale besturen die bevoegdheid hebben? Ja, ze mogen dat. Het probleem is gewoon dat we niet de informatie kunnen krijgen tot op het niveau dat we nodig hebben om te kunnen doen wat we zouden willen doen.
Ik vond het dus een zeer waardevolle suggestie van de Open Vld-fractie. Het bestaat echter al en we stuiten hiermee terug op het probleem dat we zelf geen impact hebben op die informatie en er geen rechtstreekse toegang tot hebben. We stuiten dus voortdurend op problemen, niet het minst de administratie van minister Turtelboom.
Mijnheer Van Malderen, ik heb de indruk dat de tax shift een soort van zwarte doos – of een krater, een zwart gat, in ieder geval iets heel groot – is geworden waar iedereen van alles in begint te droppen. Het is natuurlijk uw volste recht om mijn persoonlijke mening te vragen over wat ik graag in de tax shift zou willen hebben. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Ik antwoord namens de Vlaamse Regering. De tax shift is vooral een federale bevoegdheid. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Ik denk dat het nuttig en zeer essentieel is dat het debat over de tax shift nu in alle discretie en sereniteit rond de federale regeringstafel wordt gevoerd zodat we daar op bepaalde termijn met resultaten kunnen komen. Ik denk dat het niet goed is om op alle niveaus debatten te voeren over zaken waarvoor we niet bevoegd zijn en die de zaak niet vooruithelpen.
De heer Janssens heeft terecht gealludeerd op de reactie van minister Van Overtveldt. Toen hem om een reactie werd gevraagd op het bewuste interview in Trends heeft hij gezegd dat hij een studie wil aanvragen. Hij zei dat het van 1975 geleden was dat er een perequatie was gebeurd, hoewel het eigenlijk verplicht is om het om de tien jaar te doen. Hij heeft altijd consequent gezegd dat het geen werk van korte adem zal zijn, lees: het zal redelijk veel tijd in beslag nemen om dat te kunnen doen.
Ik denk dat dat goed is. Want, mijnheer Janssens – en nu kom ik echt tot uw punt –, ik heb nergens gepleit voor een lineaire belastingverhoging. Ik niet en niemand anders van deze Vlaamse Regering heeft gepleit voor een lineaire belastingverhoging. Ik zal het nog eens herhalen, tot vervelens toe. Wij hebben gewoon gezegd dat het jammer is dat we het instrument zelf niet in handen hebben. We hebben gezegd dat het jammer is dat het gebruikt wordt als parameter voor een instrument vanuit 1975, dat het niet meer is aangepast voor bijvoorbeeld het toekennen van een studiebeurs en dergelijke. Als u kunt bewijzen dat ik ergens heb gepleit voor een belastingverhoging, dan daag ik u uit om dat te doen. Ik daag u uit om dat te doen. (Opmerkingen van de heer Chris Janssens)
Ik heb nergens – nergens, nergens – gepleit voor een lineaire aanpassing of belastingverhoging van het ki. Ik heb gewoon gewezen op de mankementen die er de dag van vandaag zijn. Na 1975 – N-VA’ers hebben de reputatie niet goed te kunnen tellen, maar als ik me niet vergis, is dat ondertussen al veertig jaar geleden – is er niets meer aan gebeurd. Ik stel me dus ernstig de vraag of dit wel nog een goede parameter is. Maar nogmaals: het is geen Vlaamse bevoegdheid. De Vlaamse Regering is zeer duidelijk wat ons standpunt betreft in de beleidsnota van minister Turtelboom. Wat de zogenaamde onenigheid binnen de Vlaamse Regering betreft: als ik lees wat minister Turtelboom in haar beleidsnota schrijft en wat ik heb gezegd, zie ik daar – in alle eerlijkheid, mijnheer Van Malderen – geen enkel verschil in.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, het zal aan ons liggen. Dat we hebben gemerkt dat er wat debat, discussie, gemompel links en rechts is, dat er onenigheid is in de Vlaamse Regering: we vinden dat uit. Het is nergens vastgesteld. Waarvan akte.
Minister, de waarheid heeft inderdaad haar rechten. Net als u, vind ik heel wat dingen jammer. U zegt dat u niet pleit voor lineaire belastingverhogingen. Inderdaad, u voert ze gewoon door. U hebt dat beslist. Ik verwijs naar de reeks van de Gezinsbond en van De Morgen. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
Daarin wordt heel duidelijk aangetoond dat u systematisch de lagere middenklasse viseert. Daardoor wordt het ook in uw bevoegdheidsdomein moeilijker voor mensen om een eigen woning aan te schaffen. Ik vind dat jammer.
Ik vind het ook oprecht jammer dat men – en u niet alleen – anderen bang probeert te maken. Wie de vinger op de zere wonde legt en zegt dat dat ki niet correct is, zou meteen pleiten voor een lineaire belastingverhoging. De verontwaardiging is bijzonder selectief.
Ik zeg u heel duidelijk dat een lineaire perequatie veertig jaar na datum vandaag gewoon niet aangewezen is om de eenvoudige reden dat zowel de opcentiemen als de onroerende voorheffing systematisch zijn verhoogd omdat de basis niet aangepast is. Men is dus meer gaan heffen op dezelfde basis. Als men dat vandaag zo doet, zal men heel wat mensen in de problemen brengen. Het feit is dat die sokkel scheef staat en elk jaar nog wat schever komt te staan. Ik vind dat jammer en ik zou willen dat men daar eens grondig over debatteert.
Verder vind ik het ook jammer, mijnheer Diependaele, dat men altijd achteruit kijkt en zwartepieten probeert door te schuiven in plaats van vooruit te kijken. Ik ben niet degene die zegt dat u hier in twee minuten een toveroplossing uit uw hoed kunt toveren, ik ben nog minder degene die zegt dat u dit in twee minuten kunt rechttrekken. Maar als u morgen een oplossing wilt, dan moet u daar vandaag aan beginnen te werken. Maar ik stel vast dat die bereidheid er niet is, en dat vind ik jammer. Ik vind het ook jammer dat er nogal wat hypocrisie bestaat in dit parlement. Ik vind het jammer dat mevrouw Rutten zegt dat een Vlaamse tax shift mogelijk moet zijn terwijl u, minister, zegt dat een tax shift vooral een federale aangelegenheid is.
Minister, ik heb een bijkomende vraag. U vindt het jammer dat het kadastraal inkomen niet naar Vlaanderen is overgeheveld in het kader van de zesde staatshervorming. Bent u dan bereid, intellectueel, politiek of anders, om uit te kijken naar een eigen systeem dat niet gebaseerd is op dat kadastraal inkomen? Dat zou u bevrijden van die moeilijke wisselwerking met de federale overheid. Er zijn andere systemen denkbaar. Ik heb in De Zevende Dag het voorstel gelanceerd om een expertencommissie op basis van een heel duidelijke vraagstelling te laten bekijken hoe men een transparant, progressief belastingsysteem kan opzetten dat in die zin sturend is dat het de democratisering van eigendomsverwerving opnieuw stimuleert in weerwil van een aantal maatregelen die uw regering heeft genomen. Bent u bereid tot een dergelijke vraagstelling? Dat zou u bevrijden van het juk van de federale overheid.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, u vindt het onheus dat hierover een debat wordt gevoerd want binnen de Vlaamse Regering zou er geen onenigheid zijn. Verder zou u een aantal zaken die zogezegd geciteerd zijn uit uw interview met Trends niet hebben gezegd. En aangezien u selectief hebt geciteerd hebt, zal ik een aantal aanvullingen doen.
Op de vraag over de zesde staatshervorming, die inderdaad geen cadeau was voor Vlaanderen en dus ook niet loyaal zou moeten worden uitgevoerd, hebt u geantwoord dat er een aantal chique buurten zijn in Antwerpen waar de inkomens vastgesteld zijn op de fictieve huurwaarde in 1975, terwijl intussen heel wat huizen verloederd zijn. Aan het einde van uw antwoord zegt u dat u een aanpassing van het kadastraal inkomen dus noodzakelijk vindt. Als u dan niet begrijpt dat iedereen concludeert dat een aanpassing van het kadastraal inkomen aan de orde van de dag is, dan kan ik u helemaal niet meer volgen. Wanneer de interviewer vervolgens zegt dat de NV-A-kiezers in Brasschaat en Kapellen dat niet graag zullen horen omdat het kadastraal inkomen daar historisch laag ligt, zegt u daarop immers: “Ja, het is een moeilijk verhaal. Er zullen altijd mistevredenen zijn.” Dan lijkt het mij nogal evident dat hierover het debat wordt gevoerd en dat u meteen door uw coalitiepartner, Open Vld, bent teruggefloten. Zij vinden immers dat een aanpassing van het kadastraal inkomen helemaal niet aan de orde is. Ik begrijp dat u uw woorden uit Trends nu nuanceert en terugtrekt en dat ook voor u een aanpassing van het kadastraal inkomen niet aan de orde is, waarvan akte.
In elk geval is het debat geopend, minister. Er worden op federaal vlak initiatieven genomen en ik mag er toch van uitgaan dat u, gezien de studie die is besteld en de eventuele gevolgen die een aanpassing van het kadastraal inkomen ook voor de Vlaamse woonmarkt zou hebben, betrokken wilt zijn en blijven bij die studie en bij alle initiatieven die de federale overheid neemt. U zegt dat die tax shift vooral een federale bevoegdheid is, maar ik ben het daar niet mee eens. Een aanpassing van het kadastraal inkomen zou onvermijdelijk een belastingverhoging tot gevolg zou hebben, ook voor de Vlaamse wooneigenaars, en dat gaat over meer dan 70 procent van de Vlaamse bevolking. Het is een feit dat een aantal zaken niet rechtvaardig zijn op basis van de onroerende voorheffing die betaald moet worden en op basis van het kadastraal inkomen dat vastgesteld werd in 1975. En het is ook een feit dat een aantal belastingen in dit land niet rechtvaardig zijn. We leven in elk geval in een land waar de belastingen veel te hoog liggen. Als er dan iets aangepast wordt, pleit ik toch voor een belastingverlaging en geen verhoging, die onvermijdelijk is als u aan dat kadastraal inkomen gaat morrelen.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, u hebt gelijk dat we vooruit moeten kijken, maar u kunt hier de collectieve verantwoordelijkheid van heel de politieke klasse ook niet ontkennen. (Opmerking van de heer Bart Van Malderen)
Ik ben dan ook heel blij wanneer u ons een pluim toewerpt omdat wij daarmee beginnen.
U zegt verder dat u een probleem hebt met de hypocrisie in het parlement. Welnu, ik heb dat probleem ook, maar ik heb nog een veel groter probleem met de hardhorigheid. Als u hier zaken van de minister gaat interpreteren die helemaal nooit zijn gezegd, onder andere over een Vlaamse tax shift, dan hebt u een probleem. Ofwel doet u dat moedwillig, ofwel zal ik samen met u naar de dokter gaan.
Ten derde: nu een perequatie doorvoeren, is inderdaad onzinnig. We mogen dat absoluut niet doen. Ik heb daarnet onze principes gegeven: het mag niet leiden tot een belastingverhoging.
We moeten het inderdaad onderzoeken, maar er hangen zoveel dingen aan vast. Het is zo’n moeilijk spinnenweb. Als je er één draadje van lostrekt, dan springt het alle kanten op. We moeten heel goed in kaart brengen wat de gevolgen zullen zijn. Dat is inderdaad een eerste bescheiden stap die door Johan Van Overtveldt wordt gezet.
Ik ben het eens met u dat we moeten afwachten wat de studie zal opleveren. Ik denk dat we naar een systeem gaan waar het ki zelf als grondslag in vraag wordt gesteld. U bevestigt dat ook. Ik interpreteer dat als volgt: de socialisten willen een van de sterkste vermogensbelastingen die er zijn, terugschroeven. We zijn dus opnieuw partners. Ook Open Vld denkt in die zin. Het stond al in de beleidsnota van mevrouw Turtelboom. Het lijkt me een beetje vreemd om te ontkennen dat er iets mis is met het ki.
De heer Schiltz heeft het woord.
Als we aan de belastinggrondslag van het ki iets gaan veranderen, heeft dat een niet onaanzienlijk domino-effect. Dat is de reden van het pleidooi om aan de kant – bij de steden en gemeenten – te gaan remediëren waar de impact eerder beperkt is. U zegt dat het momenteel kan. Wij hebben ook informatie dat er mogelijkheden zouden zijn, maar dat er nogal wat obstructies zijn. Als die bij de federale overheid liggen – en we hebben ongeveer dezelfde meerderheid hier als aan de overkant –, zou het interessant zijn dat minister Van Overtveldt ook werk maakt van de transparantie van de gegevens van het kadaster.
Het debat over de tax shift wordt voornamelijk op het federale niveau gevoerd. We zien het al aankomen: als de lasten door de federale overheid verlaagd worden, zal er worden gekeken naar de bevoegdheidsdomeinen die wel tot ons bevoegdheidspakket behoren. De burger heeft nog altijd maar één portefeuille. Die portefeuille heeft geen vakjes ‘Vlaanderen’ en ‘federale overheid’. Ik wil hopen dat het moment van een grondige tax shift er komt, en dan zal het ook impact hebben voor ons niveau. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Ons niveau is het Vlaamse niveau, mijnheer Van Malderen. (Opmerkingen van de heer Matthias Diependaele)
Ik pleit niet voor een belastingverhoging, mijnheer Diependaele. Die tax shift – en onze partijen zijn daarin bondgenoten – moet in eerste instantie tot een belastingverlaging leiden, en niet tot een belastingverhoging. Maar als je een paar miljard euro wil besparen op de personenbelasting, dan moet er ergens anders ook wel geld worden gevonden. Er zijn geen miljarden euro op overschot.
Minister, we moeten collectief inspanningen doen om te zorgen voor ruimte voor de gemeenten om er iets aan te doen en om op korte termijn een deel van de scheeftrekking weg te werken. Laat ons dan het debat over de grote herziening afwachten en afwachten wat de initiatieven van minister Van Overtveldt zullen zijn. Het is inderdaad geen geheim. Het staat in de beleidsnota van mevrouw Turtelboom, en mevrouw Rutten heeft ernaar verwezen. Maar nogmaals: een herziening mag niet leiden tot een stijging van de lasten voor die laag van de bevolking die momenteel toch zwaar gebukt gaat onder de belastingdruk.
Minister Homans heeft het woord.
Ik heb nog twee bemerkingen.
Heb ik gezegd dat dit debat hier niet mocht worden gevoerd? Neen. Ik heb dat hier niet gezegd. Ik heb gezegd dat ik hier met plezier in naam van de Vlaamse Regering kom antwoorden. Ik heb dus nooit gezegd dat dit debat niet mag worden gevoerd. De waarheid heeft ook haar rechten. Er wordt hier in een repliek gezegd dat ik het debat uit de weg wil gaan en dat het debat niet mag worden gevoerd, maar dat heb ik dus niet gezegd.
Ik hoop dat het voor elke aanwezige collega duidelijk is: ik, noch mijn partij of de Vlaamse Regering pleit voor een belastingverhoging. Laten we dat riedeltje ook achterwege laten. Ik ga niet herhalen wat ik net heb gezegd, want het wordt een beetje vervelend voor de mensen die hier al van in het begin zijn om het voor de vierde keer te moeten aanhoren.
Mijnheer Van Malderen, wat me opvalt, is dat u in uw repliek op mijn antwoord – en u stelt pertinente vragen, voor alle duidelijkheid – over van alles en nog wat begint, behalve over het oorspronkelijke onderwerp van uw vraag. U begint over armoede, over kinderbijslag, maar over het kadastraal inkomen heb ik niets meer gehoord. U begint dan over de uitspraken van de voorzitter van Open Vld over de tax shift. Ik wil er nog één zinnetje over zeggen, want ik denk dat het de bevoegdheid van deze commissie te boven gaat. Wat mevrouw Rutten heeft gezegd, is dat er een Vlaamse tax shift zou kunnen komen naast de federale tax shift. Ik heb u in mijn antwoord gezegd dat het kadaster jammer genoeg nog steeds een federale bevoegdheid is. Uw vraag ging over de federale tax shift. Ik heb geantwoord dat het volgens mij in alle discretie en sereniteit aan de overkant van de straat moet worden besproken zodat we redelijk snel tot een resultaat kunnen komen. Mijnheer Van Malderen, wat u zegt over de uitspraken van mevrouw Rutten, raakt kant noch wal.
U vraagt of ik bereid ben om een eigen grondslag te ontwikkelen. Ik denk dat de beleidsnota van mevrouw Turtelboom zeer duidelijk is. U kunt pagina 23 lezen – en u zult het allicht beter kennen dan ikzelf –, het staat er zeer duidelijk in: ja, we zijn bereid. Is dat een werk van lange adem? Natuurlijk. 1975 is al veertig jaar geleden. U kunt toch moeilijk van ons verwachten dat we al die problemen op een korte tijd gaan oplossen, terwijl uw partij constant deel heeft uitgemaakt van de federale regering en nooit iets aan het probleem heeft gedaan. Moeten we daar de nodige tijd voor nemen? Ja, want het is een zeer delicate studie, en we mogen geen ongewenste effecten hebben.
Daarin volg ik de heer Janssens, en ook de heer Diependaele. Een belastingverhoging kan nooit de bedoeling zijn. Ik heb gewoon geprobeerd het perfide karakter aan te tonen van een systeem dat al sinds 1975 wordt gehanteerd. Dat staat ook in de beleidsnota van collega Turtelboom. Wat dat betreft, begrijp ik eigenlijk het probleem niet.
Mijnheer Janssens, u hebt me correct geciteerd, waarvoor mijn oprechte dank. Een aanpassing van het kadastraal inkomen is absoluut raadzaam. Is er iemand hier die het niet eens is met die uitspraak?
Mocht de heer Somers hier nu zijn, dan zou die nu zijn hand opsteken.
Ik weet het niet. Is er iemand hier aanwezig die niet akkoord gaat met de uitspraak dat het kadastraal inkomen achterhaald is? Als dat de grote dooddoener moet zijn om in een debat te gebruiken... Ik dacht dat iedereen hier het erover eens is dat het kadastraal inkomen, dat dateert van 1975, niet zo goed meer is.
De Vlaamse tax shift werd aangehaald. Ik heb daarnet al geantwoord op de heer Van Malderen.
Een belastingverhoging is uiteraard nooit de bedoeling geweest. Dat staat ook nergens in het interview, voor alle duidelijkheid. Er kan worden gekeken naar het gebruik ervan als parameter voor bijvoorbeeld de studietoelage. Daarover hoor ik immers niemand iets zeggen, ook niet de socialistische partij. U vindt het blijkbaar normaal dat een studietoelage nog altijd het kadastraal inkomen, dat is vastgesteld in 1975, als gedeeltelijke grondslag heeft. Ik vind dat niet normaal. Ik vind dat zelfs asociaal, maar goed, dat is mijn visie, en blijkbaar niet de visie van de socialistische partij.
Mijnheer Schiltz, ik kom tot uw vraag. U zegt blij te zijn te vernemen dat die wijkdifferentiatie al bestaat of mogelijk is. Dat is waar, maar ik heb niet gezegd dat dit volledig te wijten is aan het feit dat we niet aan de federale gegevens geraken. Dat is deels het probleem. Een ander probleem is ook wel het feit dat de Vlaamse administratie VLABEL dat allemaal niet kan behappen, omdat het zo technisch is en er sprake is van zo’n klein niveau. Ze vragen welk objectief criterium ze dan moeten gebruiken om te bepalen in welke wijk het kadastraal inkomen wel moet worden verlaagd en in welke niet. Dat is dus het grote probleem. Krijgen we de gegevens? Neen. Is het jammer dat we zelf geen inzage hebben, dat we geen macht hebben, dat we het kadaster gewoon niet onder onze bevoegdheid hebben? Ja. Is er ook deels een probleem bij VLABEL? Ja. Wat Open Vld in dezen concreet heeft voorgesteld, is echter een mogelijkheid die reeds lang kan.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, het is toch wel een kunst. U verwijt ons niet in te gaan op het debat. Ik stel u één vraag. U hebt hier alle mogelijke details beantwoord en die vraag bent u toevallig vergeten. Die vraag was: als u kritiek hebt op de zesde staatshervorming, als u kritiek hebt op een bepaald systeem, als u eronder lijdt dat u bepaalde gegevens niet krijgt van die federale overheidsdienst, bent u dan bereid om naar een eigen, alternatieve grondslag te zoeken? Dat is toch een simpele vraag. Daarmee zou u eigenlijk ook uitvoering geven aan het regeerakkoord. (Opmerkingen van de heer Matthias Diependaele)
En de beleidsnota. Dan is mijn eenvoudige vraag: gaan we daar deze legislatuur resultaten van zien? Punt.
De heer Janssens heeft het woord.
De heer Diependaele heeft gezegd dat dit een complex debat is en ik ben het met hem eens wat dat betreft, maar dan zou je van een Vlaamse Regering toch mogen verwachten dat ze in dat complexe debat duidelijkheid schept, en dat hebben de Vlaamse coalitiepartners in dezen absoluut niet gedaan. De Vlaamse coalitiepartners, en dan vooral N-VA en Open Vld, hebben voor verwarring gezorgd bij de vele woningeigenaars in Vlaanderen. Immers, de minister van Wonen zegt dat een aanpassing van het kadastraal inkomen noodzakelijk is, waarna de fractievoorzitter van een coalitiepartner dan onmiddellijk zegt die doos van Pandora niet te zullen openen. Minister, u stelt dat dit helemaal niet leidt tot een belastingverhoging. U vraagt zich af waar men dat woord ‘belastingverhoging’ haalt. Dan stel ik voor dat u het debat van De Zevende Dag met een aantal fractievoorzitters eens opnieuw bekijkt. Ook de heer Somers was daarop aanwezig. Hij stelde niet te willen morrelen aan dat kadastraal inkomen, omdat dat voor de overgrote meerderheid van de mensen tot een belastingverhoging zal leiden. Minister, de communicatie die van de Vlaamse coalitiepartners is uitgegaan, met een debat dat vooral in de media is gevoerd, was zeer rommelig. Ik vind dat jammer, want de Vlaamse woningeigenaars hebben recht op duidelijkheid. Ik wil u dan ook met nadruk vragen om dit dossier mee op te volgen, samen met de federale minister van Financiën. Om het even welke aanpassing of evolutie in dit dossier mag in geen geval leiden tot een verhoging van de in dit land reeds onaanvaardbaar hoge belastingdruk.
Het is toch wel duidelijk dat de heer Somers hier wordt teruggefloten. Hij heeft gezegd die doos van Pandora niet te willen openen. Daarnet hebt u, niet met woorden, maar wel non-verbaal, gezegd dat dit wel is geopend. Dat is de nuchtere vaststelling.
De interpellatie en de vraag om uitleg zijn afgehandeld.