Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mijn vraag om uitleg is niet zozeer een politieke vraag, maar veeleer technisch van aard. Het gaat om een verduidelijking, een verantwoording voor de Vlaamse beleidsprioriteiten inzake de sectorale subsidies die dit jaar voor het eerst via de jaarrekening moet gebeuren door de nieuwe BBC-regels (beleids- en beheerscyclus) en die ten laatste op 31 juli moet worden bezorgd.
Als lokale besturen niet voldoen aan deze deadline, lijkt artikel 11 van het Planlastendecreet nog ruimte voor interpretatie te geven. Artikel 11 zegt dat als de verantwoording niet voldoende is of niet gebeurt, de Vlaamse Regering dan binnen de drie maanden een bezwaar zal indienen bij het lokaal bestuur. Dan heeft het lokaal bestuur nog twee maanden tijd om het te vervolledigen. Als dat nog niet voldoende is, worden subsidies ingetrokken of niet verder toegekend. Dit is geen letterlijke weergave van artikel 11, maar mijn interpretatie.
Wat als er niet tijdig een jaarrekening is op 30 juni 2015? Het agentschap verwijst naar artikel 10 van het BBC-besluit, dat zegt: “Bij gebrek aan een vastgestelde jaarrekening op 30 juni van het jaar dat volgt op het financiële boekjaar in kwestie bezorgt het bestuur de gegevens over het ontwerp van de jaarrekening in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering.” Het zegt dat je dan een voorlopige stand van je rekening moet doorsturen. Uiteraard zegt het agentschap er terecht bij dat je ervoor moet zorgen dat je rekening tijdig is goedgekeurd zodat je die kunt opnemen in je budget, want anders kun je je evenwicht niet aantonen. Het verwijst ook naar de regels met betrekking tot de verantwoording van de subsidies van het Planlastendecreet.
Minister, dit is het eerste jaar dat deze BBC-rapportering van toepassing is. De deadline van 30 juni is niet meer zo veraf. Zeker voor de sectorale subsidies en de verantwoording die daaraan is gekoppeld van de Vlaamse beleidsprioriteiten, is het absoluut belangrijk dat die timing wordt gehaald. Misschien ben ik wat goedgelovig, maar ik vrees dat sommige besturen die timing toch niet zullen halen. Dan is de vraag of artikel 11 daarvoor een uitweg biedt. Heel veel consultancybureaus – ik ben daar geen verdediger van en ik volg die interpretatie ook niet – zeggen dat in artikel 11 staat dat als het een en ander niet tijdig is ingediend, de Vlaamse Regering drie maanden tijd heeft om een verantwoording te vragen, en dat je dan nog eens twee maanden tijd hebt om te antwoorden. We proberen dus die lokale besturen gerust te stellen door te zeggen: als het niet op tijd is ingediend, moet je je geen zorgen maken, er is nog tijd op overschot. Maar ik wil graag zekerheid, minister.
Minister, hebt u er al zicht op of er lokale besturen zijn die problemen hebben om deze deadline te halen? Dat kunt u uiteraard niet bevestigen, want de deadline is 30 juni en dat is nog niet vandaag, maar misschien zijn er bepaalde meldingen binnengekomen bij uw administratie. Zo ja, overweegt u uitstel voor het indienen van die termijn? Ik veronderstel van niet, maar dat wordt soms gezegd. Indien niet, klopt de redenering van de consultancybureaus dat het indienen van een ontwerp van de jaarrekening geen consequenties zal hebben voor de sectorale subsidies, uiteraard op voorwaarde dat de lokale besturen artikel 11 van het Planlastendecreet naleven? Wat moet er concreet worden verstaan onder een ontwerp van jaarrekening? Hoe moet dat gebeuren en binnen welke termijn?
Mevrouw Robeyns, u stelt een vraag waar veel lokale besturen vandaag mee worstelen. Ik spreek helaas uit ervaring. Deze problematiek is echter niet alleen te wijten aan de nieuwe regels van de BBC. Het niet tijdig vaststellen van de jaarrekening is een probleem dat jaar na jaar opnieuw opduikt. Ik ben eens gaan grasduinen in de cijfers van vorige jaren, en daaruit blijkt dat die deadline van 30 juni systematisch niet wordt gehaald. Er waren zelfs jaren, lang voor de invoering van de BBC, dat er maar vijf gemeenten die deadline haalden. Dat is toch opmerkelijk. Ook OCMW’s kampen met dezelfde problemen. Als we die cijfers bekijken, mogen we toch concluderen dat dit niet ligt aan het Planlastendecreet en aan de BBC.
In de vorige legislatuur zijn hier ook vragen over gesteld en daaruit heb ik begrepen dat de gemeentebesturen hiervoor dikwijls personeelsgebrek bij de financiële dienst als oorzaak aangeven.
Daarom, minister, wil ik u de suggestie doen om eventueel bij de Vlaamse Lokale Financieel Beheerders (Vlofin) eens te horen wat op dit moment de meest voorkomende oorzaken zijn. Ligt het inderdaad aan personeelsgebrek of aan informaticaproblemen? Zijn er nog andere oorzaken? Ik denk dat het een interessante oefening kan zijn om dat eens na te gaan.
De heer Doomst heeft het woord.
Ik lees weinig paniek in de ogen van heel wat collega’s. Het lijkt mij dat we niet van de logica van de trein mogen uitgaan, dat ‘hij wel weer te laat zal zijn’. Ik denk dat we ons moeten houden aan de deadline van 30 juni. Wanneer we nu natuurlijk opnieuw over uitstel zouden praten, denk ik dat we een aantal gemeentebesturen onvoldoende zullen activeren om tegen 30 juni te rapporteren. Ik vind dat we moeten uitgaan van een algemeen uitgangspunt dat we hier al verschillende keren hebben beleden, namelijk de sterkte van de lokale besturen. Ik kijk ernaar uit om na 30 juni te rapporteren wie niet rond is. Dit zal een eerste test van de bestuurskracht van bepaalde gemeenten kunnen zijn.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Doomst, u neemt mij de woorden letterlijk uit de mond, waarvoor dank.
Mevrouw Robeyns, tijdens uw vraagstelling gaf u zelf aan dat het nogal technisch is. Dat is geen probleem, maar mijn antwoord zal dus ook wat technisch zijn. Ik excuseer mij op voorhand voor de saaiheid ervan.
U vroeg of ik al zicht heb op het aantal lokale besturen die eventueel problemen hebben. Midden vorige week – ongeveer rond 27 mei – hadden reeds dertien gemeenten hun jaarrekening 2014 en de daarbij horende digitale rapportering aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) bezorgd.
Heel wat besturen zijn momenteel bezig met de opmaak van de jaarrekening 2014, met de bedoeling die in de loop van juni ter vaststelling voor te leggen aan de raad. Dat neemt inderdaad niet weg dat ik ook signalen opvang, zoals mevrouw Sminate heeft aangehaald en u hebt bijgetreden, dat er inderdaad gemeenten zijn die zeggen dat ze hun jaarrekening over het boekjaar 2014 tijdig – dus vóór 30 juni – zullen kunnen vaststellen.
Maar ik verwacht eigenlijk weinig grote problemen. Waarom? 118 gemeenten passen BBC reeds toe sedert 2011, 2012 of 2013. Voor hen is de jaarrekening 2014 niet de eerste jaarrekening die ze opmaken volgens de regels van BBC. Ik ga ervan uit dat die besturen zeker in staat zullen zijn om de vooropgestelde timing te respecteren, aangezien ze ter zake al ervaring hebben. 190 andere gemeenten maken nu voor de eerste keer hun jaarrekening op volgens het principe van de BBC. De ervaring met de pilootbesturen heeft geleerd dat de opmaak van die eerste jaarrekening in BBC extra inspanningen vergt. Zo is het opstellen van een beginbalans niet altijd evident.
Ik ben optimistisch en hoop dat we dat allemaal zijn in deze commissie. Ik ga ervan uit dat deze gemeenten in staat moeten zijn om hun rekening binnen een redelijke termijn op te maken en digitaal te rapporteren, waardoor de hun toegekende subsidies absoluut niet in het gedrang zullen komen.
Mevrouw Robeyns, het is misschien belangrijk dat ik even vermeld dat voor de verantwoording van de sectorale subsidies de indiening van de rapportering via de jaarrekening moet gebeuren op 31 juli, dus een maand later dan de datum van 30 juni die u terecht aanhaalt in uw vraagstelling. Bovendien biedt het Planlastendecreet nog enige ruimte om een verantwoording af te leggen na het niet halen van die datum van 31 juli.
Ik heb u daarnet de woorden “redelijke termijn” horen uitspreken. Dat staat in de artikelen 10 en 11 van het decreet, artikelen die u waarschijnlijk zeer goed kent. Op basis van die artikelen en de ondersteuning die ABB geeft aan de desbetreffende lokale besturen verwacht ik wat dat betreft heel weinig problemen. Mocht het wel zo zijn, zullen we tijdig ingrijpen en de lokale besturen die melden dat ze problemen hebben, met daad, kracht en raad bijstaan. Vooralsnog zijn ons geen alarmerende signalen overgemaakt dat er zich problemen zouden voordoen. Daarmee heb ik niet gezegd dat er nooit eens een heel klein probleempje kan zijn. Als we kunnen bijsturen en helpen, zullen we dat zeker doen.
Wat moet er concreet begrepen worden onder een ontwerp van jaarrekening? Dat is echt technische materie. In de regelgeving is een bepaling opgenomen dat besturen die hun jaarrekening niet vóór 30 juni hebben vastgesteld, ten voorlopige titel al een ontwerp van hun jaarrekening in een digitaal bestand moeten bezorgen. Op die manier kan ook de informatie over die besturen al worden opgenomen in de statistische verwerking. Die statistische verwerking is nodig voor de rapportering naar Europa.
Wat zit daar allemaal in? Het ontwerp van de jaarrekening bevat alle reeds geboekte transacties, zoals de uitgaven, ontvangsten, debetbedragen en creditbedragen. Als een bestuur er niet in slaagt om de rekening tijdig definitief af te sluiten, zal dat meestal te maken hebben met de afsluit- en eindejaarsverrichtingen. Voor het boekjaar 2014 kan ook de opmaak van de beginbalans, waarover ik u daarnet iets heb gezegd, daar een rol in spelen.
De gewone verrichtingen, zoals aankopen, verkopen, personeelskosten, leningen, toegestane en ontvangen subsidies zullen daarentegen op dat ogenblik wellicht wel reeds geboekt zijn. Daar gaan we tenminste van uit. In dat geval is het belangrijk dat de Vlaamse overheid toch al over die informatie kan beschikken voor haar rapportering over de lokale besturen, ook al is de jaarrekening nog niet definitief vastgesteld.
Een ontwerp van de jaarrekening zoals bedoeld in artikel 10 van het BBC-besluit is dus niets anders dan de digitale rapportering van de op dat moment geboekte transacties en verrichtingen voor het boekjaar 2014.
Mevrouw Robeyns, wellicht zal er bij bepaalde lokale besturen onzekerheid heersen over hoe dit moet worden aangepakt en of ze wel op tijd klaar zullen geraken. In het ontwerp van decreet over de integratie van de sectorale subsidies in het Gemeentefonds dat tijdens een van de volgende commissievergaderingen zal worden besproken, komen wij tegemoet aan heel wat van uw terechte verzuchtingen. De planlasten maken het nu voor de lokale besturen heel moeilijk om via de BBC te rapporteren over wat zij hebben gedaan met de subsidies voor Sport, Jeugd, Ontwikkelingssamenwerking enzovoort. Aangezien wij dit nu gaan inkantelen in het Gemeentefonds, nemen we die planlast weg. Daardoor wordt een behoorlijke druk en een grote verantwoordelijkheid bij de lokale besturen weggenomen. Het ontwerp van decreet zal dan ook een groot deel van uw terechte bezorgdheid wegnemen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, over het ontwerp van decreet zal ik me vandaag niet uitspreken.
Uiteraard heeft mevrouw Sminate gelijk. Het is vandaag niet de eerste keer dat dit probleem zich voordoet, maar het is wel de eerste keer dat die sectorale subsidies op die manier moeten worden gerapporteerd. Het risico om subsidies te verliezen maakt mensen iets alerter dan bij de deadline van de jaarrekening.
U hebt het over een redelijke termijn, maar dat begrip is voor interpretatie vatbaar. Mijnheer Doomst, ik pleit niet voor het uitstellen van de indieningstermijn. Ik zeg alleen dat dit soms in de wandelgangen wordt gefluisterd. Het lijkt me beter om daar duidelijkheid over te scheppen zodat we de discussie daarover kunnen sluiten. Bij dezen is duidelijk dat er geen uitstel komt. Ik ben daar ook voorstander van.
In de veronderstelling dat het niet tijdig gebeurt, bepaalt artikel 11 dat de Vlaamse Regering binnen de drie maanden het gemeentebestuur ter verantwoording zal roepen. Nadien heeft men nog twee maanden de tijd. Dat is vijf maanden in totaal en dat vind ik toch een redelijk lange termijn. De consultancybureaus hebben het dan ook over vijf maanden.
Moet het ontwerp van jaarrekening ook op 30 juni worden ingediend? Als ik het goed heb begrepen, gebeurt dat ook via de kwartaalrapportage. Het lijkt me handig om ook daar een datum op vast te prikken.
Minister, misschien kunt u voor de besturen die jammer genoeg de timing van 30 juni niet halen, nog een omzendbrief versturen waarin staat wat precies tegen welke termijn moet worden ingediend.
Minister Homans heeft het woord.
Wat is een redelijke termijn? Alles is natuurlijk voor interpretatie vatbaar. De meeste gemeenten zijn in december 2015 begonnen met de opmaak van het budget 2016. Dat lijkt me redelijk. Dat betekent niet dat ik ervoor pleit dat zij tijd krijgen tot december, maar ik kan me wel voorstellen dat sommige lokale overheden problemen hebben. Als zij dan binnen die termijnen nog aan de verplichtingen kunnen voldoen, lijkt me dat redelijk.
Het ontwerp van jaarrekening moet net op dezelfde datum klaar zijn, dus 30 juni.
De vraag om uitleg is afgehandeld.